'Men vertrouwt alleen de koning nog een beetje' Het Hasseltse mirakel van de gratis bus Buitenland NSDAG 28 OKTOBER 1997 schreeuw om ver nieuwing van ruim 300.000 burgers in Brussel? Nu het moorde kinderen eengeroepen voor een evaluatie van Wetenschappelijke studie naar ejfecten van 'wit' protest België Is er nog leven na de 'witte mars'? Trekt de Belgische politiek zich na ruim een jaar nog wel iets aan van de Belgische vorsten paar de ouders van verdwenen en ver- opnieuw heeft bij- de zedenzaak- Dutroux, komt so cioloog Stefaan Walgrave in zijn boek 'De witte gerechtigheid. Nu, een ruim jaar later, lijkt de 'witte beweging' alweer ten dode opgeschreven. foto epa Wat uit onderzoek onder de witte marcheerders blijkt, is dat zij vooral te hoop lopen tegen wat ik een 'loketsyndroom' noem. Die grief heeft men met el kaar gemeen: de burger voelt zich gefrustreerd en onmachtig tegenover de enorme en soms onverschil lige bureaucratie in dit land. Wat de ouders in de wit te mars willen, is dat zij als slachtoffers serieus wor den genomen. De wet-Franchimont, die dat moet re gelen, verbetert hun rechtspositie inderdaad, maar is nog niet van kracht." Volgens Walgrave staat de witte beweging, die de af gelopen maanden vooral met onderlinge twisten en tegenvallende opkomstcijfers in het nieuws kwam, voor een beslissende waag. Hij trekt een parallel met de vredesbeweging in Europa, die pas echt vleugels kreeg toen er een concrete eis werd gesteld: de kruis raketten mochten niet geplaatst worden. Walgrave: „Ik denk dat de bijeenkomst in Neufchateau de laatste was zonder duidelijk strijdpunt. Als de witte beweging geen duidelijke doelstelling formuleert, zoals de vredesbeweging indertijd, is ze ten dode op geschreven. Vooral als ze, zoals in Neufchateau ge beurde, de boodschap uitdraagt dat er helemaal niets is veranderd. Empirisch onderzoek leert dat je de meeste mensen mobiliseert met een combinatie van aaien en slaan. Zeggen dat er wel naar je wordt ge luisterd, maar helaas nog onvoldoende." PARTIJ Een alternatief voor de witte beweging is de oprich ting van een 'witte partij'; een mogelijkheid die Paul Marchal regelmatig hardop overweegt. Blijkens het onderzoek van Walgrave kan zo'n 'witte partij' nog steeds op maximaal twintig procent van de stemmen in België rekenen. „Wij hebben er niet naar gevraagd in onze enquête, maar liefst tien procent heeft zelf op het formulier 'witte partij' ingevuld en daar een hokje bij ingekleurd. Dat zegt wel wat", meent de socio loog. Maar hij voegt daar meteen aan toe: „Die witte partij wordt volgens mij vooral uitgespeeld als tac tisch dreigement. In de witte comités realiseert men zich ook wel dat zo'n partij maar een kort leven is be schoren, als hij al ooit wordt opgericht." Voor de populaire theorie dat met name extreem rechts profiteert van de ontgoocheling na de zeden- zaak-Dutroux heeft Walgrave geen bewijzen gevon den. Uit zijn onderzoek onder 'witte marcheerders' blijkt dat het witte ongenoegen zich vooral vertaalt in een blanco stem bij de verkiezingen die voor 1999 op de agenda staan. „Alle partijen verliezen kiezers dooi de affaire-Dutroux, ook de oppositiepartijen, uitge zonderd de milieupartij Ecolo in Wallonië. Het aantal blanco-stemmen zou volgens ons onderzoek verdub belen van negen tot achttien procent." Als die voorspelling uitkomt, hoeven de politieke par tijen zich in België dan geen grote zorgen te maken over de 'aardschok' die de zedenaffairc Dutroux te weeg heeft gebracht? Walgrave slaakt een zucht. „Nee, ik vrees van niet. De afkeer van de partijen is tamelijk evenredig over de club verdeeld. Als ieder een ongeveer evenveel verliest, blijft het politieke landschap vrijwel ongewijzigd." weet de grafiek in zijn boek bijna blinde- te vinden. „Kijk hier heb je hem, op pagina erd zevenendertig", zegt hij, de vinger bij een Triomf in de glimlach, fonkelende de affaire-Dutroux was het vertrouwen de Belg in zijn instellingen al niet groot, na de ak-Dutroux is het beeld helemaal dramatisch. Al- koning Albert wordt met een score van 54 pro- enigszins vertrouwd. De regering en politie- staan op respectievelijk min 75 en min 81 Dat is toch niet bepaald fraai." volk dat blijkbaar zoveel wantrouwen koestert de macht die boven haar geplaatst is, zal ij. et snel de vlag uitsteken voor het werk dat in mi- iteries, parlementen, paleizen van justitie en poli bureaus voor hem wordt verricht. Zo beschouwd is misschien geen wonder dat vorige week bij de ngste demonstratie van 'witte burgers' in Neufcha- iu de ontgoocheling overheerste. „De eerste minis- was de eerste zwarte vlek op het wit", schamper- Paul Marchal, vader van het door Dutroux ver dorde meisje An bij die bijeenkomst. „Premier :haene heeft ons in slaap gewiegd." algrave ziet de zaak liever wat minder zwart-wit. analyseert: „De witte mars van 20 oktober vorig ir was in sociaal opzicht echt een unicum. Grote obilisaties waren tot dan toe altijd het resultaat van ote organisaties. Maar hier kwamen ruim 300.000 GEIensen op straat, en in de maanden daarna bij ver- reide marsen nog eens zo'n 250.000, zonder dat er 1 n duidelijke hiërarchie of organisatie achter zat. Maandenlang eiste België na de ontdekking van de zaak-Dutroux Wat je zag was dat de Belgische bevolking en de Bel gische media zich volkomen identificeerden met het leed en het protest van een aantal zeer strijdbare ou ders. Ouders die hun kinderen hadden verloren aan een in hun ogen falend en kil justitie- en gerechtelijk apparaat. En zie: de stad Brussel stond bomvol men sen uit alle lagen van de bevolking." GEEN EISEN Er was nog iets wonderlijks aan de hand: bij de witte mars in Brussel werden geen spandoeken meegedra gen, strijdliederen gezongen of petities ingediend. Verontwaardigd, maar zwijgend wandelden hon derdduizenden burgers van het noord- naar het zuidstaüon, om bij het eindpunt bloemen neer te leggen en witte ballonnen op te laten. Premier Dehaene heeft van die wat vrijblijvende situatie zeer handig geprofiteerd, aldus Walgrave. „Wat heeft Dehaene gedaan? Hij heeft de ouders ontvangen en zelf de eisen geformuleerd waar zij nog niet over hadden nagedacht. En Dehaene is zijn vier toezeg gingen inderdaad perfect nagekomen." Maar de oprichting van een centrum voor vermiste kinderen, de versterking van de onderzoekscel- Dutroux tot driehonderd rechercheurs, de 75 wets ontwerpen voor een nieuwe inrichting van het justi tie- en politiewerk en de oprichting van een parle mentaire enquêtecommissie lijken vooralsnog weinig indruk te maken. Alles wordt volgens Walgrave over schaduwd door het ongenoegen over het feit dat er in België nog geen kop is gerold terwijl politie en jus titie blijkens het werk van de commissie-Verwilghen toch zonneklaar hebben gefaald. De grootste slag schaduw komt van oud-justitieminister Wathelet bovenaan de lijst van de in de media aangewezen 'schuldigen' die onlangs door het kabinet werd herbenoemd als rechter aan het Europees hof. Walgrave: „Wat de commissie-Verwilghen over Wat- helets verantwoordelijkheid zegt, is eigenlijk nogal zwak. Dehaene heeft misschien wel gelijk dat er geen juridische redenen zijn om deze man te sanctione ren. Maar wat hij negeert, is dat het vertrouwen van de bevolking zo diep geschokt raakte dat absoluut een zuiveringsritueel nodig was. Of, om het in bijbel se termen te zeggen: men had een bok moeten aan wijzen die met alle zonden van het volk kon worden beladen en vervolgens de woestijn ingestuurd. Men moest een zoenoffer brengen, ook al was dat on rechtvaardig tegenover die ene persoon, die al was uitgegroeid tot een symbool. Waar we nu mee zitten is dit: zolang het spook van Wathelet blijft rondwa ren, zal de bevolking niet geloven dat er echt iets is veranderd." PARTICRATIE Dat laatste klopt volgens Walgrave ten dele. „Dehae ne heeft gezegd dat België na de zaak-Dutroux nooit meer hetzelfde zou zijn. Maar van een cultuuromslag in de politiek, in de magistratuur en de politiewereld is ondanks alle wetsvoorstellen nog weinig te mer ken. Gedurfde voorstellen om af te rekenen met de 'particratie', waarin een partijkaart belangrijker is dan je vaardigheden, de opeenstapeling van functies en het dienstbetoon zijn een stille dood gestorven. mars, een jaar la ter' met opmerke lijke antwoorden. „Als de witte bewe ging geen strijd punt vindt, is ze ten dode opge schreven." hasselt marc peeperkorn correspondent Eén frank, vijfenhalve cent, per inwoner per dag betaalt de ge meente Hasselt, en daarmee zijn voortaan alle bussen gratis voor de reiziger. Van heinde en verre trekken stadsbestuurders naar België om dit wonder te aanschouwen. Meer bussen, meer passagiers en minder fi les, dé oplossing misschien voor het overvolle Nederland? Hollanders, dat is een speciaal soort volk. Die zien altijd alleen maar de problemen. Dat kan ook niet anders als je in een land woont dat permanent met overstroming wordt bedreigd." Steve Stevaert (43) grijnst olijk: Omdat we geen geld meer hadden, hebben we het open baar vervoer gratis gemaakt. Oók voor Hollanders." Hij be nadrukt het nog maar even, want de burgemeester van Hasselt is nooit vies van wat ex tra leven in zijn stad. En het werkt. „Mensen ontmoeten el kaar nu in de bus, in hun auto botsten ze alleen op elkaar." De lichtbak op de bus meldt dat hij gratis is. Ten overvloede wellicht, want bij elke halte van de Vlaamse vervoersmaat schappij De Lijn drommen de mensen samen. Ononderbro ken rijden bussen af en aan: kleintjes voor het centrumver- voer, de grotere voor de wijken eromheen. Het publiek stapt soepel voor- of achterin, geheel vertrouwd als het na vier maanden is met het gratis openbaar vervoer. De enige die nog stempelt is de chauffeur. „Voor de administratie, u weet wel." Het lijkt het wonder van Has selt, want het aantal busreizi gers verachtvoudigde en ieder een is tevreden. De buschauf feurs die verlost zijn van dat 'gezever met die tickets' en ein delijk weer eens met een volle bak rijden. Het winkelend pu bliek dat de auto thuis kan la ten. De toerist die vaak geen vervoer heeft en de weg niet kent. En de middenstand die zijn omzet ziet stijgen. Alleen de taxichauffeurs klagen. Hun standplaats bij het station is nu een veilige haven tussen het gekrioel van bussen. Het kan dus, gratis openbaar vervoer. Waar talloze steden van dromen, maakt Hasselt waar. Wekelijks komen be stuurders uit andere Belgische én Nederlandse steden Rot terdam en Groningen zijn al geweest op bezoek om bij Stevaert de kunst af te kijken. De burgemeester glundert, maar wuift bescheiden de lof weg. „Het is maar een onder deel van een onderdeel van ons totaalplan", benadrukt hij. Maar wel een in het oog sprin gend onderdeel en een waar mee de socialistische burge meester (tevens Vlaams parle mentslid) zich razend populair heeft gemaakt. Op zijn entree in het restaurant volgt dan ook een joviale begroeting en alvo rens zelf plaats te nemen, krijgt iedere gast een handje. De glimlach weet van geen wijken. 'Steve Stunt' wordt hij ge noemd, vanwege zijn even op merkelijke als originele ideeën. Steve 'Stunt' Stevaert: „Mensen ontmoeten elkaar nu in de bus, in hun auto botsten ze alleen op el kaar." foto 0pd luc daelema Hij wordt getipt als de opvolger van Louis Tobback, de voorzit ter van de SP. Onwaarschijnlijk is dat niet. Tijdens de vorige verkiezingen schoof Stevaert van een onverkiesbare 39ste en laatste plek in één keer door naar de eerste plaats toen lijst trekker Willy Claes naar de NAVO verkaste. „Het busplan is uit noodzaak geboren", zegt Stevaert als hij eindelijk zit. „Bij mijn aantre den op 1 januari 1995 was Has selt de stad met de hoogste schuld van Vlaanderen. Ruim vier miljard frank (220 miljoen gulden), we leenden twee mil joen (110.000 gulden) per dag bij de bank." Om verdere ont takeling tegen te gaan, legden Stevaert en zijn college van 'schepenen' zich vast op een totaalplan om de stad finan cieel, sociaal en ecologisch weer gezond te maken. Waar dat toe leidde wordt in middels zichtbaar. Er is geen geld meer voor nieuwe wegen, terwijl de bestaande vierbaans ringweg voor de helft wordt te ruggegeven aan de voetgan gers. Stevaert: „Dat kan alleen als je daar een goed openbaar vervoer tegenover zet. Met ex tra bussen die vaker rijden en op meer plaatsen stoppen. Dat hebben we dus gedaan." Om zwarte vlaggen voor de ra men van protesterende mid denstanders te voorkomen, zijn de plannen tevoren grondig met hen doorgesproken. Nu ja, grondig? „Alle busplannen la gen op tafel, we hebben er al leen niet bij gezegd dat het gra tis zou worden. Anders creëer je verzet." Pretoogjes onder strepen zijn gelijk. Ondemocra tisch? „Ik ben een radicaal-de mocraat, maar het moet wel werken. Er is hier zeven jaar ge praat over een vrije busbaan. Dan weet ge al genoeg." Per 1 juli rijden er dus vier keer meer bussen rond, die gratis acht keer zoveel passagiers ver voeren dan voorheen. Het maandgemiddelae met betaal de busritten (1,8.000 passagiers) wordt nu soms bijna op één dag gehaald. Een fantastische prestatie, maar wie betaalt al dat moois? Het is op dit heikele punt dat Stevaert zijn collega-bestuur ders ver achter zich laat. „Vroe ger dekte de kaartverkoop tien procent van de kosten. De rest kwam via De Lijn van de Vlaamse overheid. Ik heb voor gesteld die tien procent voort aan voor eigen rekening te ne men. Hasselt betaalt dat nu in plaats van de reiziger. De Lijn is daar dik tevreden mee, want zij is gegarandeerd van deze in komsten." Bakende Stevaert hiermee de kosten af, de centen waren er nog niet. En tien procent is nog altijd 25 miljoen frank (1,4 mil joen gulden) in het eerste jaar, oplopend tot een kleine veertig miljoen (2,2 miljoen) daarna als de gratis bussen aanslaan en extra passagiers trekken. Kom daar maar eens aan als failliete stad. Stevaert: „Daar lag nu juist de oplossing, in onze schulden. Dat waren oude leningen tegen een hoge rente. Ik heb eerst na gevraagd of ik die kon openbre ken. Het is niet toegestaan maar het is ook niet verboden, kreeg ik te horen. Dat heb ik toen maar omgedraaid: als het niet verboden is, is het toege staan." Na een hard onderhan- delingsspel stemden de banken in met een herschikking van de schulden. Stevaert gniffelt vol daan. „Dat levert ons zeventig miljoen (3,75 miljoen gulden) per jaar op. Daar betalen we de gratis bussen van." Zelf pakt hij altijd de fiets, maar Stevaert heeft er absoluut geen moeite belasting te betalen voor iets dat hij niet gebruikt. „Waarom valt iedereen over het feit dat de gemeente het stadsvervoer betaalt? Hasselt geeft jaarlijks meer aan rente en aflossing van parkeergarages uit dan aan het hele vervoers Ononderbroken rijden bussen af en aan: kleintjes voor het centrumvervoer, grotere voor de wijken er om heen. foto cpd frank dejonci i plan bij elkaar. En daar stelt nooit iemand een vraag over." Als het gaat om verantwoorde besteding van belastinggelden heeft Stevaert nog wel een re kensommetje paraat. „De eer ste anderhalf jaar betaalt Has selt 38 miljoen voor alle bus kaartjes. Met zo'n 70.000 inwo ners komt dat neer op één frank (5,5 cent) per persoon per dag. Een koopje als je ziet wie daar allemaal van profiteren: de mensen die vroeger al de bus pakten, want zij zijn nu veel goedkoper uit. De groep die straks voor het eerst met bus gaat, want het is gratis. Maar ook de automobilist profiteert, want die stuit op minder files en vindt eerder een parkeer plek," Het is nu weer sjiek om met de bus te gaan, verzekert Stevaert. Taxichauffeur Romain van het Hasseltse Citax beaamt het. Ook hij pakt de gratis bus als het zo uitkomt. „Het is wel zo makkelijk, als er iedere paar minuten eentje vertrekt." De reizigers op het stationsplein kijken de wachtende Romain meewarig aan in zijn fonkel nieuwe Mercedes. Alle tijd voor een praatje, want rustig blijft het. Bladerend door zijn rittenboek- je telt hij na: vóór 1 juli dage lijks een tiental stadsritten, nu nog twee. Dat zijn Nederlandse collega's massaal de snelweg zouden blokkeren bij zo'n broodroof, neemt hij graag aan. Maar verzet in het Hasseltse taxiwereldje is er niet geweest. En het komt er ook niet. „Ja knikkers hè, typisch Belgische eigenschap", klinkt het berus tend. Romain wil nog wel iets kwijt. „Kijk", zegt hij wijzend op een vrouw met twee kinderen. „Voor één halte pakt men nu al de bus, da's nog geen tweehon derd meter. Dal is nu de pest van gratis openbaar vervoer: het maakt de mensen lui."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 7