Kinderen
Japanners terug
naar
Papon vormt splijtzwam
voor Franse geweten
Feiten &Meningen
'Zondebok' Van
der Biest: niet
omzien in wrok
Papon naar het ziekenhuis
VRIJDAG 24 OKTOBER 1997 152 )f
Van der Biest gaat aan de hand van een agent uit een busje
het politiebureau in na zijn arrestatie vorig jaar.
ARCHIEFFOTO EPA
Camerawagens voor zijn deur in Grace-Hollogne wer
den in zijn ogen oorlogsvoertuigen. In het België van
zomer 1996 moesten wel arrestaties volgen, onder druk
van schandalen en media. Dat wist ook ex-minister
Alain van der Biest. Als 'hooggeplaatst crimineel' voelt
hij zich slachtoffer van de gekte en druk van de media.
„Ik heb ervoor betaald met mijn onschuld."
In de nacht van 7 op 8 september van het vorig jaar
arresteerde de rijkswacht de Belgische oud-minister
van pensiaenzaken Alain van der Biest. Hij zou het
brein zijn geweest achter de moord op zijn politieke
peetvader, de Waalse socialistenleider André Cools, nu
zes jaar geleden. Niet geheel vrijgepleit mocht hij een
dag na Nieuwjaar de gevangenis weer verlaten. Als een
ander, rustiger mens. Maar tegelijkertijd ook getekend.
Van der Biest zegt zelf in de periode van hechtenis
met heel andere ogen naai' de 'gekte en medialisering'
van België te hebben gekeken. „In een cel neem je af
stand van zaken. Je ziet, hoe geïsoleerd ook, de grote
lijn. Je voelt een ongekende doorzichtigheid." De in
middels ex-politicus ('Ik heb geen ambities meer op dat
terrein') legde zijn nieuwe inzichten vast in het boek
'De nacht, het leven - Een hoofd moest vallen', dat hij
deze week in Brussel heeft gepresenteerd.
De voor de harde kern van de Waalse Parti Socialiste
veel te dromerige Van der Biest publiceerde vier andere
boeken en een dichtbundel. De laatste leek een literair
succes te worden. Totdat bleek dat de enkele duizen
den exemplaren waren opgekocht met geld van het
Waals regionaal ministerie van openbare werken. Dat
onder leiding stond van Van der Biest.
Voor deze poging zijn eigen literair succes te kopen
en het totale wanbeheer van zijn ministerie (dure di
ners, uitspattingen en onnodige zakenreisjes) kreeg de
ex-minister onlangs aèht maanden voorwaardelijk op
gelegd. Ook in de zaak-Cools rust nog enige verdenking
op hem. Nu echter alle zeven verdachten weer zijn vrij -
gelaten, lijkt de zaak op een dood spoor te zijn geraakt.
De schrijver/ex-politicus houdt zijn onschuld staan
de. Over de zoveelste speciale parlementaire commissie
in oprichting, deze keer om de fouten in de zaak-Cools
in kaart te brengen, wil hij weinig kwijt. „Ik verwacht er
weinig van", zegt hij kortaf.
Op alle andere gebieden toont Van der Biest zich
echter een welbespraakt en raadselachtig redenaar.
Ook zijn boek is doorspekt met soms onnavolgbare re
deneringen en verwijzingen naar uiteenlopende figuren
als de filosofen Spengler en Finkelkraut of de Franse
communistenleider Marchais. Of om het in zijn eigen
woorden samen te vatten: „Zeg over het algemeen
maar dat ik poog niet te liegen."
Van der Biest voelt zich een 'figuur uit een dieren
tuin'. „Ik liep vandaag in Brussel op straat en mensen
keken me aan met zo'n vreemde blik van 'Hij is 't echt,
Van der Biest bestaat'. Allemaal het werk van de media.
Die media-aandacht voerde de druk enorm op in het
België van vorig jaar, met al zijn affaires en radeloos
heid bij de burgers."
Justitie als macht moest wel ingrijpen, meent hij. „Er
moest een hooggeplaatste vallen. Je voelde het aanko
men. Ik wist het toen twee camerateams voor mijn
deur post vatten. Een hoofd diende geofferd te worden.
Het mijne dus. Ik heb daarvoor betaald met mijn on
schuld. Die ben ik voor iedereen verloren. Dat is het
grootst mogelijke verlies."
Hij lijkt daar ondanks zijn aanklacht niet vreselijk on
der te hebben geleden. ..Ik ben bitter noch angstig. Ik
heb ook geen visies op of boodschappen voor België. In
zekere zin ben ik geprivilegieerd. Ik heb van binnen en
buiten tegen alles aan kunnep kijken. Heb in de gevan
genis een aantal vrienden in het noodlot leren kennen.
Kleine boefjes, mensen die kinderen misbruikt hebben,
oplichters. Die ervaring zorgt voor een ander wereld
beeld. Voor verwondering. Die heb ik alleen willen be
schrijven."
Waar hij zijn dagen momenteel mee doorbrengt?
„Bescheidenheid. Rust. Hier en daar nog eens een on
dervrager te woord staan. Hetzij van Justitie. Hetzij van
de media." Plannen zijn er voor een uitgebreid essay
over het verval van Wallonië. Meewerken aan een we
deropbouw is echter niet aan hem besteed.
Geheel zonder politiek kan hij niet. „De politiek heeft
me van binnen nooit verlaten. Ik ben socialist en chris
ten. Een soort mythisch persoon. Misschien is dat wel
mijn visie. Na mijn vrijlating wachtte een Vlaamse jour
naliste me op aan de poort van de Lantin-gevangenis.
'Wat bent u nu, meneer Van der Biest', was haar vraag.
Ik moest lang nadenken. 'Niets', heb ik toen geant
woord in mijn slechte Nederlands. Niets te zijn, dat is
een prachtige verwondering."
BRUSSEL TON VAN LIEROP
ANP
7fl[S WÊ P6 HeiE. EAq IN PIT Wfe N
ojkwieMênt roj -zitten)
-Heggw WIET'cm heieavwt -seen
V -mp OR7&. Rwwre
V. \ja^et7iNhBJ
J, 1 PENSIOENEN orr-tt <M
i\d v /Cc\ipm...'
Onder de kop 'Genoeg! Genoeg!
Genoeg!' schreef Philippe Sé-
guin, de welbespraakte leider
van de Franse gaullisten, deze
week een brief op poten aan de
krant Le Figaro. Het moest afge
lopen zijn met de laaghartige
aanvallen op een man, generaal
De Gaulle, die zich niet meer
kon verdedigen. Dat in Bor
deaux Maurice Papon voor de
vierschaar stond wegens oor
logsmisdaden - het ware zo.
Maar, aldus Séguin, de rechts
zaak tegen Papon moest niet
ontaarden in een proces tegen
De Gaulle.
Zelfs historici moesten de open
brief van Séguin twee keer lezen
voor ze het licht zagen. Papon?
Wat had deze topambtenaar die
duizenden joden had laten de
porteren, van doen met de ge
neraal die vanuit Londen het
verzet had georganiseerd? Het
intrigerende antwoord was: al
les.
Toen De Gaulle in 1944 triom
fantelijk Parijs binneh mar
cheerde, kwam hij aan het
hoofd te staan van een land dat
op grote schaal met de nazi's
had gecollaboreerd. Niet dat het
Franse volk met de vijand had
geheuld, verre van dat - het had
meer Anne Franks verborgen
dan Nederland. Maar de Franse
staat had gecollaboreerd.
Frankrijkjnocht een heleboel
Anne Fratiks hebben geteld
- driekwart van de joden over
leefde er de oorlog - het had
geen enkele koningin Wilhelmi-
na.
Die Franse staat werd vertegen
woordigd door maarschalk Pé-
tain, die vanuit Vichy jarenlang
de niet bezette helft van het
land zou bestieren. Pétain was
de man die in 1940 de jacht op
joden inluidde met een reeks
van antisemitische wetten die
zelfs in Duitsland op dat mo
ment hun weerga niet kenden.
Pétain was zeer populair onder
de Fransen, maar vooral: Pétain
was gekozen door het Franse
parlement.
De Gaulle had grote plannen
met het land. Het door hem ge
organiseerde verzet had vier
jaar lang weinig meer gepres
teerd dan het opblazen van
spoorwegen en Poolse divisies
hadden na de geallieerde lan
ding in 1944 haast nog meer ge
daan voor de bevrijding van
Frankrijk dan zijn eigen Franse
divisies, maar De Gaulle wilde
van Frankrijk een zegevierende
natie maken. Frankrijk zou niet
de geschiedenis ingaan als een
Italië of een Oostenrijk, landen
die zich openlijk in de armen
van Hitier hadden gevleid.
En dus herschreef De Gaulle die
geschiedenis. Niet Pétain was
de vertegenwoordiger geweest
van Frankrijk, zo bedacht de ge
neraal, maar hijzelf.
Terwijl Amerikanen, Britten en
Canadezen nog doende waren
met het uitroken van Hitier,
greep De Gaulle de macht en
stuurde een paai" Franse divisies
naar Duitsland. Die troepen wa
ren weinig meer dan een wel
kom gebaar, maar dat gebaar
was net voldoende om het ver
slagen Frankrijk te veranderen
in een zegevierend Frankrijk dat
later een zetel in de Veiligheids
raad van de Verenigde Naties
zou opeisen.
In dat beeld van een zegevie
rend Frankrijk paste na de oor
log geen grootscheepse zuive
ring. Frankrijk moest de ge
schiedenis ingaan als een land
dat de nazi's had bevochten,
niet als een land van collabora
teurs. Pétain en zijn kompanen
werden berecht, maar de man
nen direct onder hen - de
Papons - niet.
De geschiedenis was geweld
aangedaan door De Gaulle,
maar de geschiedenis zou zich
revancheren. In 1987 mislukte
een proces tegen René Bous-
quet (het hoofd van Pétains po
litie) nog, omdat de man kort
ervoor werd vermoord, maar dit
jaar was het raak. Maurice
Papon, de politieprefect van
Bordeaux, werd voor het ge
recht gesleept.
De Gaulle zou het proces tegen
Papon nooit hebben gewild,
maar erger nog was een gebeur
tenis in 1995 geweest. Op 16 juli
van dat jaar toog de Franse pre
sident naar het Vélodrome
d'Hiver in Parijs, het wielersta-
dion waar precies 53 jaar eerder
duizenden joden bijeen waren
gedreven, en beleed schuld. De
Franse staat, zo sprak de presi
dent te overstaan van de hon
derden joodse leiders, was ver
antwoordelijk geweest voor de
deportatie van 76.000 joden.
Maurice Papon, de Franse collaborateur die terechtstaat wegens
misdaden tegen de menselijkheid, is gisteren in het ziekenhuis in
Bordeaux opgenomen. De rechtszaak tegen de 87-jarige Papon
werd woensdag al kort onderbroken nadat de ex-minister onwel
was geworden.
De advocaat van de verdachte, Francis Vuillemin, zei dat Papon
zich zeer zwak voelt en op de afdeling cardiologie is opgenomen.
Gezien Papons afwezigheid is het proces verdaagd tot maandag,
zo deelde president van de rechtbank mee.
Papon (87) is ervan beschuldigd tijdens de Tweede Wereldoorlog
meer dan 1500 joden te hebben gedeporteerd uit de regio Bor
deaux, waar hij een hoge post bekleedde in het Vichy-regime. Hij
ontkent elke schuld.
PARIJS Rtr-AFP
Kind van de vijand zoekt confrontatie in land van vader
'persoon', helpt onder meer bij
het opsporen van de vaders of
familieleden, geeft informatie
en orgapiseert bijeenkomsten
en gespreksgroepen.
En nu, in oktober, de eerste ver-
werkingsreis naar Japan onder
de paraplu van de stichting
EKNJ (Ex-Krijgsgevangenen en
Nabestaanden Japan). Talens
was een van de deelnemers.
„Een unieke combinatie. Het is
de EKNJ lang niet door iedereen
in dank afgenomen. Andere or
ganisaties voör slachtoffers van
de Japanse bezetting noemden
het een heulen met de vijand."
Het reisprogramma omvatte
een reeks officiële plechtighe
den. Zoals diverse herdenkin
gen van Nederlandse oorlogs
slachtoffers van de Japanners.
Ontvangsten van de burge
meesters van Heroshima en Mi-
zumaki en bij de kardinaal van
Tokio.
Talens: „Men noemde onze
groep de bruggenbouwers tus
sen Japan en Nederland. Het
was een positieve benadering
met het gevoel dat die uit liefde
was en niet uit haat. Natuurlijk,
die oorlog heeft twee kanten. En
die andere kant mogen we niet
vergeten. Daar zit nog veel ver
driet en pijn."
Volgens voorzichtige schattin
gen leven in Nederland zo'n
duizend kinderen van een Ja
panse vader en Indische moe
der. Hideko Gieske-Erentreich,
een van de oprichters en secre
taris van JIN: „De meeste kinde
ren van Japanse vaders zijn tus
sen 1944 en '46 geboren op Ja
va. Daar woonden de meeste
Indische vrouwen van Europese
afkomst. Die werden in het al
gemeen niet geïnterneerd in de
Jappenkampen, maar leefden in
afgebakende wijken. Hun man
nen en zonen vanaf twaalf jaar
zaten wel in de kampen of wa
ren dwangarbeider. De enige
mannen waarmee de moeders
in contact kwamen waren veelal
Japanners."
Dat de JIN gemiddeld slechts
zo'n vijftig leden telt, is voor
haar geen verrassing. „Veel
mensen weten niet eens van
hun Japanse herkomst. De
moeders waren uiterst zwijg
zaam. Flun kinderen kregen te
horen dat hun vader een Chi
nees was, of ze gingen naar fa
milie, kindertehuizen of werden
ter adoptie aangeboden. Maar
ik herken ze onmiddellijk. Aan
de wat gedrongen figuur, het
gezicht, de stand van de ogen
en natuurlijk aan hun leeftijd.
Dan weet ik: Dat is er 'ook zo
één'."
„Mijn moeder is altijd blijven
zoeken naar mijn vader", vertelt
Bauke Talens. „Hij kwam rond
1941 als politieofficier naar Java
en tussen beiden ontstond een
liefdesrelatie. Die werd na mijn
geboorte op last van de Japan
ners verbroken. Mijn vader
werd overgeplaatst naar Birma.
Japanners hoorden geen relatie
te onderhouden met Neder
landse vrouwen. Ja, hooguit met
Nederlandse troostmeisjes.
„In 1983 ontving ze zijn adres
van het Japanse Rode Kruis en
het advies geen contact te zoe
ken. Hij zou ernstig ziek zijn en
niet meer goed bij zijn verstand.
Ik vond die brief na het overlij
den van mijn moeder in 1989."
Met hulp van de JIN spoorde
Talens zijn vader op.My dear
son Bauke, schreef hij in zijn
eerste brief. Hij had me onmid
dellijk herkend op de hem ge
toonde foto. Ook hij bleek ge
zocht te hebben naar mijn
moeder. Hij schaamde zich zo
weinig moeite te hebben ge
daan ons te vinden. Maar mijn
bestaan betekende ook een
groot probleem. Zijn eigen ge
zin wist van niets."
In 1993 volgde een ontmoeting
tussen vader en zoon. „Emotio
neel en moeilijk. Onze gesprek
ken verliepen via een tolk. Hij
vertelde mijn bestaan geheim te
houden voor zijn familie. De
misdaden die Japan tijdens de
oorlog heeft begaan, hebben
nooit bestaan en bestaan nog
steeds niet. Ook de geschiede
nisboeken zwijgen daarover."
Na dat ene bezoek werd het
contact abrupt verbroken. „Op
al mijn brieven kreeg ik nooit
antwoord. Een desillusie. Het
muurtje dat ik toch altijd al ste
vig om me heen had gebouwd,
heb ik opnieuw opgetrokken."
Tot Talens in augustus een fax
ontving van zijn Japanse be
middelaar. „Mijn vader was op
19 mei overleden en mijn half
broer nodigde me uit om samen
zijn graf te bezoeken. Die fax gaf
mijn onbekende broer een ge
zicht. De een werd ingeruild
voor de ander. Hij was achter
mijn bestaan gekomen, toen na
het overlijden van mijn vader
De Gaulle maakte in 1944 een zegevierende intocht over de Champs Elysees na de bevrijding van
Deze week keerden zij terug, de kinderen van een Japanse vader en Indi
sche moeder. Een unieke verwerkingsreis naar Japan. „Je mag je ogen
niet sluiten voor wat gebeurd is. Je moet ook verder. Niet de haat in je
blijven dragen."
„Als kleuter wist ik al dat mijn
vader een Japanner was. Mijn
moeder maakte er nooit een ge
heim van. Ik ben geboren in een
Japanse vrouwenkamp op Java.
Daar noemden ze me zelfs klei
ne Toshio, naar m'n vader. Pas
veel later heb ik me gerealiseerd
hoe bijzonder dat was. Veel lot
genoten zijn verstoten. Die le
ven nu met depressies, dragen
onnoemelijk veel verdriet met
zich mee."
Bauke Talens (53) is een van de
weinige mensen die openlijk
durft te praten over zijn verle
den. De meeste kinderen die tij
dens de Tweede Wereldoorlog
in het voormalig Nederlands-
Indië door een Japanner wer
den verwekt, kunnen of durven
die publieke confrontatie niet
aan. Het blijft een geheim, dat
voor de buitenwereld zorgvul
dig verborgen moet blijven.
In Nederland is de vaak moei
zame relatie tussen Nederlan
ders en Duitsers bekend. In het
Nederlands-Indië lag die relatie
met de Japanners misschien
nog gevoeliger. Binnen de Indi
sche cultuur werden hun nako
melingen nauwelijks geaccep
teerd. Een kind van de vijand.
Sinds 1991 biedt de vereniging
JIN (Japans-Indische Nakome
lingen) steun aan deze kinde
ren, nu inmiddels van middel
bare leeftijd. JIN, in het Japans
een doos was gevondei
to's en brieven van mij
moeder. De familie
niets van. Via onze
soon zijn ze met mij in
gekomen."
Met de nodige reserves,
Talens de Japan-reis aan vu
een ontmoeting met zijn fa
lie. Bang voor een tweede
lusie. Het werd een warm
haal met de oudere broer i
twee zussen. „Als eerste mt
ik mee naar het huisaltaar,
stond ook die doos met bril
en foto's. Ik had een Hollar k
zijden tulp meegenomen,
moet voor altijd in het alta;
blijven staan. Ik was helem
van de kaart."
Volgens mijn Japanse famü
lijk ik op m'n vader. Vooral
handen zijn die van hem.
schijn zelfs op precies deze
wijze een kopje vast te houi
Ze vertelden het jammer te
den nooit eerder van mij gf
hoord te hebben. Ja, ookvo
m'n vader. Die had dan vee
vrijer geleefd. Alleen hun ni
der, die kon een ontmoetinj
met mij niet aan."
Via de JIN zijn inmiddels 21
aantal bleek al overleden,
ren wensten geen contact n
hun geheime kinderen. Eéc
JIN-lid moest het afgelopet
ken doen met een blik op di
straat en het huis van de o\
den Japanse vader. Talens:
je kijkt naar het vijandbeeld
dan is de tijd je grootste vij
and."
De JIN onderhoudt contacti
met andere lotgenoten. Mei
kinderen van Duitse militaii
van NSB'ers en ook met kir
ren van onze bevrijders. Gif
„We hebben veel gemeen,
vaders kennen we niet em
kind waren wij allemaal de
pe van de oorlog. JIN'ers he
ben als extra handicap nogi
hun visuele herkenbaarheii
maak het nog steeds mee.l
opmerkingen als 'nep-Jap'
zoals laatst op een Indisch
feestje. Kreeg ik te horen 'ik
dit eten is beter dan in het!
penkamp'. Dat doet pijn."
Secretariaat vereniging JW
Buiksloterbreek 103,1034
Amsterdam, fax/tel. 020-
6325660.
Wat die schuldbekentenis zo pi
kant maakte, was dat ze uit de
mond kwam van een gaullist -
Jacques Chirac. Zijn voorgan
ger, de socialist Mitterrand, had
het excuus nooit over de lippen
kunnen krijgen. Mitterrand, in
middels dood, zou het weer
eens zijn geweest-met de gaul
list Séguin. Zoals premier Jos
pin, een socialist, het eens is
met Chirac.
Jospin antwoordde deze week
op het 'Genoeg! Genoeg! Ge-
WIM STEVENHAGEN
noeg!' van Séguin: 'Nooit
Nooit meer! Nooit meer!'