3rijs als advocaat cantjes er afloopt' Hypermoderne scheepswerf Harlingen loopt averij op Asiel ZOCkCT bctclü 'Waarde spelletjes wordt zwaar onderschat' Binnenland DONDERDAG 16 OKTOBER 1997 HARLINGEN MAARTEN PENNEWAARD Juichend waren de verhalen bij de opening, bijna drie jaar gele den. Een voorbeeld voor de in ternationale scheepsbouw, door allerlei milieumaatregelen 'de groenste werf van Europa'. In derdaad heeft Frisian Shipyard Welgelegen bewezen dat het grote, technisch hoogstaande vaartuigen kan bouwen: gea vanceerde vrachtschepen, een suikertanker en autotransport schepen. Maar de Harlinger werf legt op elk schip geld toe, en dat is niet de bedoeling. Dit jaar dreigt helemaal een ramp te worden. Het roer moet dus om. Directeur en grootaandeelhou der Cees van der Schoot toonde zich al een beetje bezorgd bij de opening van het nagelnieuwe scheepsbouwcomplex in 1994. Vlak voor de feestelijke inwij ding van zijn 'groene werf liet hij zich ontvallen dat de inves tering van 53 miljoen gulden wel heel grote verplichtingen schepte. Om goed te kunnen draaien zou Frisian Shipyard Welgelegen jaarlijks gemiddeld voor 150 miljoen gulden aan or ders moeten binnenslepen. Dat is een flinke hap van de to tale jaarlijkse orderstroom waar de Nederlandse scheepsbouw op drijft. Dat bedrag ligt tussen de 1 miljard en 2 miljard gul den, afhankelijk van de con junctuur. Vorig jaar ging het om 1,8 miljard gulden. In het huidi ge goede economische klimaat is het afsluiten van opdrachten niet het grootste probleem. Maar de Harlinger werf slaagt er domweg niet in winst te maken op de nieuwbouwactiviteiten. De 260 medewerkers lassen, slijpen, tekenen en calculeren zich een ongeluk, maar vrijwel elk schip dat de assemblagehal uitvaart laat een verlies achter. De balans na drie jaar ultramo derne scheepsbouw is zo nega tief, dat de werf het op eigen kracht niet meer redt. Dat blijkt niet eens zozeer uit de jaarcij fers, ook al schetsen die niet een fleurig beeld. In 1994 boekte de werf 1,8 miljoen gulden verlies, in '95 een winst van 2,2 miljoen gulden en vorig jaar weer zeven ton verlies. Maar deze cijfers zijn gecamoufleerd, omdat hier de wel winstgevende scheepsre- paratie in is verwerkt. De werf heeft op de nieuwbouw ge woonweg miljoenen verloren. En dan zijn de cijfers over dit jaar nog niet eens meegere kend. Interim-manager Nico Hemmes, drie maanden gele den door de raad van commis sarissen aangesteld om een op lossing te verzinnen voor de problemen, bevestigt dat de werf afstevent op een verlies van vele miljoenen guldens. Die zijn rechtstreeks te wijten aan de maandenlange vertraging bij de bouw van drie autotrans portschepen voor de Noorse opdrachtgever United Euro pean Car Carriers (UECC), een klus van tussen de 150 miljoen en 180 miljoen gulden. „Normaal is het bij zulke pro jecten zo, dat je op het eerste schip verlies lijdt, bij het tweede quitte speelt en winst maakt op Hoge werkdruk, slechte vergoedingen, veel uren per zaak en te ruime opvattingen over fatsoen en ethiek zorgen dat advocaten de kantjes er aflopen als het gaat om asiel procedures. De vluchteling betaalt hiervoor de rekening, want in bijna alle gevallen wordt het bezwaar tegen een negatieve beslissing afgewezen. Op de scheepswerf Frisian Shipyard wordt in ploegendiensten gewerkt om de schepen zo snel mogelijk af te bouwen. foto gpd siep van lingen het derde", zegt Hemmes. De vertraging leidt echter tot extra kosten: op de werf wordt in ploegendienst gewerkt om de schepen toch zo snel mogelijk af te bouwen. De Noren hebben echter al een miljoenenclaim ingediend, die de werf als een molensteen om de nek hangt. Hemmes onderhandelt daar nu over. „Hopelijk komen we daar uit, nog voor de oplevering van de tweede car-carrier later deze maand." Volgens de overeen komst had nu het derde schip al klaar moeten zijn, maar dat wordt niet eerder dan volgend jaar maart. En dat, terwijl UECC de schepen op papier al had verhuurd, voor een bedrag van duizenden dollars per dag. De ellende is deels terug te voe ren op de grote brand, die de scheepswerf begin vorig jaar trof. De in aanbouw zijnde sui kertanker MRS Pioneer liep daarbij forse schade op, evenals de werf zelf. Directeur Cees van der Schoot raamde de totale schade op 20 miljoen gulden. Die werd weliswaar grotendeels door de verzekering gedekt, al dus de werf, maar het hele bouwschema viel natuurlijk in duigen. Een schip bouwen is in feite niets anders dan het in elkaar leggen van ee'n driedimensiona le puzzel van tienduizenden stukjes. Cruciaal daarbij is een goede logistieke organisatie. De elementen - die niet alleen op de werf worden gemaakt, maar ook van vele toeleveranciers ko men - moeten in een strak tijd schema worden aangeleverd en samengesteld. Alleen als dat proces goed onder controle is, vallen de stukjes op het juiste moment op de juiste plaats. De pech van de brand verstoor de dat proces. De suikertanker werd te Iaat opgeleverd en daar mee begon de werf met grote vertraging aan de autotrans portschepen. Bij de huidige ra zendsnelle bouwtijd, waarbij een flink vrachtschip in zo'n zestien weken wordt gebouwd, is die vertraging niet meer goed te maken. En voor elke dag waarmee de contractueel over eengekomen levertijd wordt overschreden, tikt de boetebom verder. Niettemin is na drie jaar de conclusie onontkoombaar, dat er structureel iets mis zit in de organisatie bij Frisian Shipyard Welgelegen. Ook bij de niet door rampspoed getroffen bouw van vrachtschepen voor de Amsterdamse rederij Spliet- hoff, slaagde de werf er niet in de kosten in de hand te houden. Halverwege dit jaar greep de raad van commissarissen in. De dreigende strop op de auto transportschepen tekende zich toen in volle omvang af. Aan deelhouder Central Industry Group, voor 22,2 procent eige naar van de werf (de rest is in handen van Van der Schoot) had eerder in het jaarverslag over 1996 al vraagtekens gezet bij het management van de nieuwbouwafdeling. Hemmes formuleert de bevin dingen van zijn onderzoek neu traal: „Zowel het management, de organisatie als de financiële structuur behoeven verster king." De financiële injectie spreekt voor zich. De verliezen moeten worden weggewerkt om weer verder te kunnen. Maar doorgaan op de oude voet heeft geen zin, want dan zit de werf zo weer in de rode cijfers. Het is pijnlijk, maar in scheeps- bouwkringen wordt herhaalde lijk de beschuldigende vinger uitgestoken in de richting van Van der Schoot. Akkoord: hij heeft de oude werf Welgelegen opgestoten in de vaart der vol keren, hij durfde het risico aan om 53 miljoen gulden te steken in de verhuizing uit de binnen haven naar de industriehaven, en het is een keiharde werker die niet schroomt om zelf verf kwast of lasapparaat ter hand te nemen om een schip af te ma ken. Maar al voor de opening van de nieuwe werf uitten sommigen kritiek op het gebrekkige ver mogen van de directeur om za ken te delegeren. „Hij denkt nog steeds dat hij tien man in dienst heeft. Dat baart ons wel eens zorgen. Van der Schoot is niet in staat goede mensen om zich heen te verzamelen. En voorzover ze er wel zijn, geeft hij ze niet de ruimte." Dat moet dus veranderen. Hemmes geeft een ook voor beeld van de niet optimale werkwijze in de verder 'fantasti sche outillage'. „Hier worden secties geassembleerd tot sche pen. Dan moet je er voor zorgen dat die secties zo compleet mo gelijk zijn, als je ze aan elkaar last. Zodat je niet weer gaten hoeft gaan te boren voor kabels, als je de secties aan elkaar hebt gezet. Dat is niet efficiënt." Daarnaast meent de interim manager dat de werf zich nog meer moet richten op de bouw van series schepen. Dat biedt, mits de organisatie goed op po ten is gezet, de mogelijkheid om in korte tijd veel schepen af te leveren, terwijl het risico op ze perds afneemt. In feite kan Fri sian Shipyard Welgelegen daar bij een voorbeeld nemen aan Tille in Kootstertille en Bijlsma in Warten/Lemmer. Deze wer ven bouwen vrachtschepen in series en zijn daarmee zeer suc cesvol. Hemmes zegt in gesprek te zijn met drie gegadigden voor de werf. Namen noemt hij uiter aard niet, maar waarschijnlijk gaat het om aandeelhouder CIG (ook eigenaar van scheepswerf Tille), en de steenrijke scheeps- bouwconcerns Damen en het beursgenoteerde IHC Caland. Die laatste ontkent in de race te zijn, maar dat wordt in de bran che niet serieus genomen. En ook met Barkmeijer in Stroobos is gesproken. Die werf is op zoek naar een assemblagehal voor de afbouw van grote sche pen. In totaal hebben zes partij en interesse in de werf getoond. Ook de Noordelijke Ontwikke lingsmaatschappij (NOM) is be trokken bij de reddingsplannen. DEN HAAG EDWIN CORNELISSE Een gesprek was eigenlijk hele maal niet nodig, zo liet de advo caat uit Groningen via zijn se cretaresse weten. De raadsman wist wat hij moest weten en voor de rest had het toch geen zin. De procedure liep en me neer moest rustig de zittingsda tum afwachten. Maar de Iraan- se asielzoeker bleef aandringen. Hij had daar alle reden voor. Er was nieuwe informatie boven water gekomen die zijn be zwaarprocedure meer kans van slagen zou geven. Uiteindelijk maakte de advocaat schoorvoe tend een uurtje vrij voor een ge sprek. Maar dat moest dan wel in Groningen gebeuren, want hij had geen tijd om naar Lim burg te komen. De asielzoeker meldt zich een paar dagen later, zoals afge sproken, om drie uur op het ad vocatenkantoor. De advocaat komt echter pas om half vier opdagen. Zijn vorige gesprek was uitgelopen, zo is zijn mede deling. De asielzoeker toont be grip en begint zijn verhaal, in de veronderstelling dat hij een uur de tijd heeft. Maar na een half uurtje staat de advocaat op met de mededeling: het is vier uur, uw tijd is om. Buiten voor de deur van het kantoor maakt de overdonderde en zwaar teleurgestelde Iraniër de balans op van zijn inspan ningen. Zes uur in de trein voor een halfuurtje praten. Dertig minuten waar zijn toekomst, misschien wel zijn leven, van af hangt. Het is overigens het eerste en laatste gesprek dat hij heeft met de advocaat, want in de rechts zaal komt en vertrekt deze zon der ook maar een woord te wis selen met zijn cliënt. Na zo'n behandeling komt de afwijzing van de rechtbank niet echt als een verrassing. Schokkend Het voorbeeld is afkomstig uit de dagelijkse praktijk van me dewerkers van Vluchtelingen in Nood (VIN) in Den Bosch. En het staat niet op zichzelf. Want de Brabantse vrijwilligersorga nisatie kan nog meer voorbeel den aandragen; net zoals colle ga's van INLIA en Vluchtelin genwerk Nederland. De lijst met voorbeelden is lang en vaak schokkend. Hoewel geen van de instanties harde cijfers op tafel kan leggen, zijn hun bevindin gen en de vele zaken die ze kunnen opsommen - bij elkaar enkele honderden per jaar - ge noeg reden om te veronderstel len dat het hier niet om inci denten gaat. De organisaties noemen bewust geen namen, omdat ze niet uit zijn op een lastercampagne of heksenjacht. Maar met het signaleren en hardop uitspreken van de ont wikkeling willen ze een signaal afgeven dat er nog hard gewerkt moet worden aan de relatie ad vocatuur vluchtelingen. De meeste vluchtelingen gaan na een slechte ervaring met een advocaat op zoek naar een be- roepsgenoot die hun zaak ho pelijk wat beter verdedigt. Daar bij wordt bemiddeld door de vluchtelingenorganisaties. „Wij houden een lijst bij van advoca ten waarmee we goede ervarin gen hebben", zegt VIN mede werker H. Groenen. „Advocaten die de kantjes er aflopen, beve len we niet meer aan. En dat is maar goed ook, want in sommi ge gevallen is de menselijkheid in alle mate zoek. Misschien dat je als advocaat juridisch niet veel perspectief ziet, maar dat ontslaat je niet van je plicht om mens te zijn. Het gaat niet al leen om een koele procedure. Ook fatsoen en ethiek spelen mee. Je hoort mensen ook als mensen te behandelen en niet als een nummer. De impact van een gebrekkige verdediging is vaak groter dan men zich kan voorstellen. Een vluchteling kan een tweede poging wagen, maar hij heeft de schijn al tegen. Hij is immers al een keer afgewe zen. Bovendien, welke advocaat wil zijn handen branden aan een afgewezen asielzoeker?" Lotgenoten Naast de bemiddeling van vluchtelingenorganisaties laten vluchtelingen zich bij hun keu ze van advocaat ook sterk lei den door ervaringen van lot- en landgenoten. Een advocaat die de tijd neemt om te luisteren naar het verhaal van de vluchte ling, is snel bekend in de op vangcentra. Mr. Jan de Kok is zo'n naam. De raadsman uit Berlicum wordt overspoeld met verzoeken om de verdediging te voeren. Dat heeft hij deels te danken aan de successen die hij weet te boeken. Bijvoorbeeld in de zaken die collega's als kans loos bestempelen. Maar de be langrijkste reden voor zijn naamsbekendheid is het feit dat hij veel tijd vrijmaakti de verhalen van zijn c luisteren. Gemiddeldl hij twintig uur aan eer is de helft meer dan d collega's. Voor de red heeft hij zijn cliënten stens drie keer gespro „De omstandigheden je zaak moet draaien, zettend vermoeiend' Kok. „Vluchtelingenz; eigenlijk uiterst onaan De vergoedingen zijn ger, de kans op succes en je moet er heel vee en tijd in steken. Ik ka daarom goed voorstel advocaten zijn die bei paar kansloze zaken de uren declareren en gebruiken voor kansri Je kunt dat zien als ee promis uit nood. Maa lijke werkomstandigh voor mij onverlet dat doende tijd aan je cliê besteden." Bij de verdediging vai lingen lijkt in de advo; nogal eens een worsti ontstaan tussen juridi ciency en de menselij Of plat gezegd: moetj vocaat tijd besteden a naar je inschatting, k; vluchteling? Uit de vei de vluchtelingenorgai valt op te maken dat! woord steeds vaker 'n Maar tegelijkertijd wc kritiek over de slordig ze van sommige advo wezen op de omstand Afvalrace „De advocatuur staat enorme druk", zegt F, van Vluchtelingenwer alle eerste beschikkinj negatief. Dat levert en extra rechtszaken op, nelijk een deel van de ten die dat niet meer ten." Advocaat mr. M. Colli gen op Zoom, een am die goed bekend is vangcentra, deelt dea Volgens hem is het Ne asielbeleid een afvalra systeem werkt missta: hand omdat er een en stugheid en intolerara zegt hij. „Op allerlei wordt een goede rechi lemmerd. De regels, v ten en bepalingen zijn dat er tal van mogelijl zijn voor justitie ome deling de deur te wijze zonder al te veel insp; advocaat daarenteger alles, maar dan ook al detail bewijzen. En da vaak nog einde verhai vluchteling. Voor hij li staat hij op straat, uitf deerd en wel." Doomse ouderen reageren sneller na spelen met Nintendo DOORN HANS WESTERVOORDE Over computerspelletjes bestaan veel vooroordelen. Ze zijn alleen voor kin deren, ze werken verslavend en ze lei den tijdens het werk de aandacht af van écht belangrijke zaken. De Ameri kaanse wetenschapper Goldstein denkt daar heel anders over. Volgens hem kunnen computersspelletjes de reactiesnelheid van ouderen verho gen en werkt een spelletje op zijn tijd alleen maar productief voor werkne mers. Met Doornse ouderen deed hij een Nintendo-experiment. Van prof. dr. Jeffrey Goldstein hoor je geen kwaad woord over computer spelletjes. Hij zette ouderen achter de Nintendo, zag verstandelijk gehandi capten met hun tenen de joystick be roeren. Spel is goed voor elk, is iijn devies. Wat de Amerikaanse weten schapper nog het meest mist in de buurt van zijn woning aan de Utrechtse Oudegracht, is een basket balveldje. Om gewoon een balletje te gooien als hij daar zin heeft. Van kind tot werknemer, van gepen sioneerde tot verstandelijk gehandi- capte, iedereen heeft baat bij spelen. Volgens Goldstein, verbonden aan de Universiteit van Utrecht, wordt de waarde van het spel vaak onderschat. Tien Doornse ouderen senioren van 69 tot 90 jaar, woonachtig in het ser- vice-appartementcncomplexPark Boswijk, kropen vijf weken lang vijf uur achter de spelcofnputer. Ze ble ken na afloop een grotere reactiesnel heid te hebben dan ouderen uit de controlegroep. Verrassend? Niet voor Goldstein. „Niet dat ouderen er jon ger van worden, maar het computer spel vertraagt wel het verouderings proces." Als sociaal-psycholoog weet Goldstein dat computerspelletjes sociale gevol gen hebben, Maar dan denkt hij juist niet aan het verslavende van het com puterspel, niet aan kinderen die niets anders meer doen dan spelen op de Nintendo. „Het spel heeft wel degelijk sociale gevolgen: kinderen spelen al leen, maar hebben het er de volgende dag met andere kinderen over. Over hoeveel punten ze hebben gehaald bijvoorbeeld. Dat heb ik bij de oude ren in Doorn trouwens ook gemerkt. Die spraken ook over hoe ze bij het volgende niveau konden komen, net als tieners. Een mevrouw was zelfs bang dat verslaafd te zijn, omdat ze tot diep in de nacht had gespeeld. Maar daar heb ik haar mee gefelici teerd. Ze had er zin in gehad om te spelen." Wetenschapper Goldstein vindt het raai- dat onderzoekers van de invloed van het spel bijna uitsluitend kijken naar het effect op kinderen. Er is vol gens hem nauwelijks onderzoek ge daan naar ouderen of gehandicapten. Dat gemis maakt Goldstein zelf goed; na zijn studie in Doorn, begint dit na jaar op zijn initiatief een groep ver standelijk gehandicapten met het computerspel. „Spel is ook goed voor ouderen en het lijkt wel alsof hier geldt 'hoe ouder, hoe beter'. Want bij 60 of 65 begint de motoriek, de iichaamsbeheersingafte nemen. Dat wordt nog eens versterkt doordat de oudere minder activiteiten heeft. Vaak heeft hij geen baan meer. Spel in het algemeen en ook de spel computer hebben een positieve uit werking." Het spelen heeft ook een innerlijke kant. zegt Goldstein. „Je moet dingen goed onthouden. Het spelen van een computerspel is wat dat betreft zelfs een soort wetenschap. Het gaat om een manier van denken. Je hebt bij voorbeeld een man verloren in het spel, je moet dan een strategie op bouwen en vervolgens die weer toet sen. Dat is wetenschap in mijn woor denboek. Het computerspel heeft cognitieve en lichamelijke kanten." De veelgehoorde kritiek dat compu terspelletjes zo gewelddadig zijn, wijst Goldstein van de hand. Kinderen die ontsporen doordat ze spel niet van echt onderscheiden; Goldstein gelooft er niet in. „Ik zou een historische be nadering willen kiezen, namelijk dat er altijd geweld is geweest in het spel. Denk aan de oude Griekse sporten, daar zit een hoop geweld in. Jongens en mannen kennen in hun vrije tijd altijd gewelddadige spelementen. Dat ligt echt niet aan Hollywood of Nin tendo." „Er is een videospel waarin je een au to bestuurt en punten scoort, naar mate je meer voetgangers aanrijdt. Heel gewelddadig, maar het is spel. Kinderen weten echt wel het verschil tussen echt geweld en gespeeld ge weld. In Japan en Amerika zie je in klassen het verschijnsel dat er twee jongens zijn die echt agressief gedrag vertonen. Ze zijn vaak ouder, groter dan de rest. Met hen willen de andere kinderen niet omgaan, ze mogen niet meedoen met de spelletjes. Voor een gemiddeld kind is het computerspel een tijdelijke passie. Het wordt een probleem als kinderen niks anders doen dan videospelletjes, en naar ge welddadige films kijken." De Doornse ouderen speelden niet de gewelddadige virtuele autobestuur der, maar SuperTetris. Doel van het spel is een muur te bouwen, gebruik makend van vallende stenen die ver schillende vormen hebben. „Bij de ouderen tref je meestal vrouwen. Die vinden geweld niet leuk. Voor jongens en mannen ligt dat heel anders. Die moeten in het openbaar juist hun mannelijkheid vertonen. Ik herinner mij de film 'Faces of death'. Dat is echt een aaneenschakeling van aller lei vreselijke dingen: zelfmoorden, vliegtuigcrashes, ongelukken, een en al bloed. Vraag je de jongens wat ze ervan vinden, dan roepen ze: leuk! Je mag niet zeggen dat je het vreselijk vindt, terwijl je ze al kijkend wit ziet wegtrekken, ziet zweten. Ik kijk die films met een hoger doel, de weten schap, het onderzoek. Jongens heb ben ook een hoger doel: kijk mij eens, ik kan hier echt wel tegen. Het spelen van een computerspel heeft veel mogelijke voordelen voor ouderen, vindt Goldstein: „Het is al tijd leuk, het werkt lichamelijk positief en je kunt spelen met je kleinkinde ren. Mijn advies aan opa's en oma's is: koop een spelcomputer en speel met ze. Dat bevordert de sociale con tacten. En als oma nog kan voetbal len, moet ze dat doen natuurlijk." Goldstein denkt ook dat van het spe len van computerspelletjes tijdens het werk een positieve werking uitgaat. „Ik weet ook wel dat er bazen zijn die kwaad worden en de medewerkers aan het werk zetten. Maar misschien is een beetje afleiding juist wel goed. Misschien heeft een werknemer die zeven uur werkt en een uur achter de Nintendo zit wel een hoger rende ment dan hij die acht uur achtereen werkt. Als ik vastzit in mijn werk, ga ik even wat anders doen. Als je zin hebt om te spelen, moet je kunnen spe len." „Kijk naar 'Sillicon Valley': bij Micro soft en meer van dat soort bedrijven hebben ze een fitnessruimte. Fitness is goed voor je, daar krijg je meer energie van. Als je meer energie hebt, kun je meer werk aan. De werknemer die een videospel speelt als zijn baas langskomt, moet eigenlijk zeggen: ik bèn aan de slag baas, alleen niet met mijnwerk." „Fitness is goed voor je, daar krijg je meer energie van. En dan kun je meer werk aan", stelt Goldstein. archieffoto united photos d

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 6