Lijk in Hoog-Buurlose bos legt familiedrama bloof Binnenland 'In Nederland zijn vorstenhuis en vaderland toch een eenheid' Criminoloog bovenkei" maant tot voorzichtighii WOENSDAG 15 OKTOBER 1997 ANP Algemeen Nederlands Persbureau GPD Gcjwogeerdt- bi Herinneringen van een nationalistische conservatief Nederland is in de afgelopen dertig jaar onherkenbaar veran derd. Dat blijkt eens te meer bij lezing van de 'Herinneringen' van oud-generaal, oud-politicus en oud-staatssecretaris (defen sie) M.R.H. Calmeyer (1895- 1990). De oud-CHU'er (hij ver liet de unie omdat deze te links werd) was een regent van het oude stempel. Calmeyer sprak veel over plichtsbetrachting, maar hij voelde zich tegelijkertijd ver verheven boven het gewone volk. Van socialisten, pacifisten en (in mindere mate) katholie ken moest hij niets hebben. Zijn 'Herinneringen' zijn uitgegeven door de militair-historicus Jan Hoffenaar. Sommige begrippen kunnen niet los van elkaar gezien wor den. Zo horen 'God, Nederland en Oranje' en 'Orde, tucht en regelmaat' nadrukkelijk bij el kaar. Tegelijkertijd zijn het be grippen uit een voorbije tijd. De laatste dertig jaar vielen ze nau welijks meer te beluisteren. Zoals zo vaak vormen de jaren zestig de waterscheiding. Toen verdween de militaire groet- plicht, raakten lange haren in de mode en kregen de strenge bovenmeesters en besnorde sergeants-majoor de wind van voren. Hoe vaak hoor je tegen woordig niet dat discipline niet meer bestaat? Die tijd komt niet terug, zoals er ook geen elite meer is die de maatschappij op de juiste koers denkt te houden dankzij haar gezagsgetrouwheid en onbaat zuchtige inzet. Tegenwoordig beslist het volk gewoon mee. De oud-militair, politicus en staatssecretaris Calmeyer (1895- 1990) kon die ontwikkeling nooit bevatten. Tot het einde van zijn maatschappelijke leven bleef hij deze ongewenste nivel lering en de hieruit voortko mende normloosheid bestrij den. Calmeyer overleed zeven jaar geleden, op 95-jarige leeftijd. Hij was een nationalistische conservatief, Hij was elitair, rid derlijk en romantisch. Hij was, kortom, een eeuw te laat gebo ren. Hij was consequent: hij verliet in 1972 de CHU omdat het be stuur hem niet wilde toezeggen nooit met Den Uyl's PvdA sa men te werken. Een fusie met de rooms-katholieke KVP wees hij eveneens af. Katholieken luisteren te veel naar de paus en maken daarom deel uit vhn de wereld. De streng gelovige calvi nist Calmeyer verweet de katho lieke kerk het woord van Chris tus te hebben ingeruild voor dat van diens plaatsvervanger op aarde. Uit zijn memoires komt de ge neraal en politicus naar voren als een man van allure, inspire rend en plichtsgetrouw. Zijn ge schrift maakt echter bovenal duidelijk hoezeer Nederland zijns ondanks in deze eeuw ver anderd is. Het Nederland van de jaren twintig dat hij be schrijft, zelfs dat van de jaren vijftig, komt nooit meer terug. Calmeyer meldde zich in 1914 als vrijwilliger in het leger. In de jaren twintig diende hij in het KNIL, en ontwikkelde zich in de jaren dertig tot een van de spe cialisten op het gebied van mili taire tactiek. Hij vocht bij de Moerdij kb ruggen, en werd na de oorlog een van de oprichters van het nieuwe ministerie van oorlog. Als plaatsvervangend chef Generale Staf was hij be trokken bij de oorlog in Indone sië. Toen Nederland niet in staat bleek een tweede volledige divisie op de been te brengen, ontwikkelde hij het plan gespe cialiseerde eenheden uit te zen den. Deze werden bekend als 'Calmeyer-eenheden'. In 1955 verliet hij de militaire dienst, om een jaar later als po liticus zijn intrede te doen in de Tweede Kamer. Calmeyer's politieke visie bleek al op jonge leeftijd. In 1915 be commentarieerde hij een be richt over het vrouwenkiesrecht met:Hieruit blijkt opnieuw hoe de hierin heerschende geest uitgaat naar vergrooting van den Volksmacht ofwel verzwak king van de Koninklijke Macht, dus ultra-democratie en tevens in allen er een is van ultra- pacifisme, in een tijd waarin ie der moest trachten den Kroon te schragen en de Weermacht te versterken." Het zijn woorden van een ultra conservatief, die vindt dat de koning zijn volk dient te leiden, die zich verzet tegen de invloed van het volk en die de krijgs macht ziet als een belangrijk hulpmiddel. Hij vond dat de la gere standen, het 'volk' geen ra tionele besluiten kunnen ne men. Kortom, Calmeyer was eli- tair-burgerlijk, een regent in de waarste zin van het woord. Die politieke visie zou hij zijn hele leven trouw blijven. Na de oorlog, na zijn toetreding tot de Christelijk- Historische U nie, zou hij zich blijven inzetten voor het behoud van het be staande, het historisch gegroei de. Vooral de historische visie van Groen van Prinsteren sprak hem daarbij aan. In navolging van deze Réveil- politicus verzette Calmeyer zich tegen de verlichting en tegen het 'centraal stellen van de men selijke rede. Zijn verzet tegen al les wat riekte naar de Revolutie maakte hem tot de enige ARP'er binnen de CHU, zoals wel ge zegd werd. Zijn opvatting kwam nog ster ker tot uiting na zijn aansluiting bij het Algemeen Nederlands Verbond, dat streefde naar de 'morele verheffing' van het Ne derlandse volk. Uitgangspunten zijn het Groot Nederlandse den ken, het ontstaan van een zede lijke band tussen Nederland en zijn koloniën, versterking van het nationaliteitsgevoel, behoud van de volksaard en nationale gemeenschapszin en plichtsbe sef. Tot aan het einde van zijn leven zou Calmeyer deze opvattingen vasthouden. Na zijn aftreden als staatssecretaris van defensie, in 1963, volgde een stroom waar schuwingen tegen de onttake ling van het leger. Het afschaf fen van de groetplicht, de op- HOOC-BUURLO ROB HIRDES JAAPNUIJTEN Als kind ging Michel altijd met zijn ouders naar de Veluwe om er vakantie te vieren. Het waren gelukki ge tijden. Halverwege vorig jaar keerde hij er alleen terug. Van geluk was toen al lang geen sprake meer. Eenzaam overleed hij in de bossen van Hoog-Buurlo, waarna 2ijn lichaam aan vraatzuchtige zwijnen ten prooi viel. Pas in maart werden delen van zijn stoffe lijk overschot gevonden. Het kostte de politie maan den om hem te identificeren. Zijn ouders hadden hem nooit gemist: „Maar we zijn blij dat onze zoon eindelijk zijn rust heeft gevonden." „Het was gewoon een lekker kereltje, een fantastisch joch. Kijk hem hier toch eens zitten stralen op die schoolfoto. Natuurlijk had hij zijn streken, maar welk kind heeft dat nou niet. Later ging het helemaal ver keerd met hem. Michel zal een jaar of zestien zijn ge weest, toen hij voor het eerst gebruikte. Al gauw ging het van kwaad tot erger en uiteindelijk beheerste die rotzooi zijn leven. „Scoren, alsmaar scoren moest hij. Daar draaide alles om. Hij had ook wel periodes dat hij clean was. Want eigenlijk kickte hij gemakkelijk af. 'Mama, ik gebruik nu nooit meer', vertelde hij dan opgelucht en trots tegelijk. Ad en ik hielpen hem dan weer op de been, we losten zijn schulden af en hoopten er vooral het beste van. Maar steeds ging het opnieuw mis. Er hoefde bij wijze van spreken maar een duif op zijn kop te schijten of hij gebruikte weer. Op een keer bel de hij: 'Mama, ik heb geld nodig.' 'Je kan barsten', heb ik hem toen gezegd. 'Bel maar eens op als je goe de berichten hebt.' Ik kon er niet meer tegen en Ad ook niet. We gingen er zelf aan kapot. Vanaf dat mo ment hebben we Michel eigenlijk niet meer gezien. Eigenlijk was het wel lekker rustig dan hij niet meer kwam. We hebben jaren gehad dat de schrik je om het hart sloeg als de telefoon ging of als er aan de deur werd gebeld." Woensdagmiddag 26 maart rond half twee. In het Hoog-Buurlose Bos zijn medewerkers van Staatsbos beheer aan het werk. In de luwte van een ontwortel de boom vinden zij stoffelijke resten van een mens. Binnen een straal van ruim tien meter liggen kleding stukken en schoenen. Al gauw wordt duidelijk dat het om een in verregaande staat van ontbinding verke rend lijk gaat. Tijdens een eerste lijkschouwing kan niet worden vastgesteld of het om een man of vrouw gaat. Het sporenonderzoek levert de politie een in jectiespuit met resten heroïne op. „De ellende is volgens ons begonnen toen hij op Tie- nertoer ging. Waarschijnlijk is hij toen in Maastricht met dat spul in aanraking gekomen. Nee, Riet en ik wisten in het begin helemaal niet dat hij gebruikte. We hadden er nooit iets mee van doen gehad. Dat is later wel anders geworden, want ook onze jongste dochter Rietje is verslaafd geraakt. We hebben nog twee kinderen, Annelies en Ad. Die doen het gelukkig goed. Ook al zijn ze veel tekort gekomen. In aandacht en in financiële zin. Want we hebben Michel telkens veel geld toegestoken om hem maar weer op zijn po ten te krijgen. Bij elkaar heeft het ons zeker tiendui zend gulden aan spaargeld gekost. Toen hij zeventien was, werden we door de politie hier in Dordrecht op gebeld. Michel had bij de Hema een paraplu gepikt en of we maar op het bureau wilden komen. Daar hoorden we dat hij verslaafd was." Rechercheurs van de Apeldoornse politie raadplegen de computer van de Districts Herkenningsdienst. Speciale kenmerken van de kledingresten en schoei Heroïne beheerste het leven van Michel Vos, wiens lichaam begin dit jaar werd gevonden in de bossen van Hoog-Buurlo werd gevonden. archieffoto ton borsboom sel worden ingevoerd in de computer. Deze gegevens blijken niet te passen bij één van de geregistreerde vermiste personen. De computers van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) geven wel een klei ne aanwijzing. Het signalement van de gevonden sportschoenen passen in het profiel van een uit Eind hoven afkomstige vermiste. Rechercheurs vertrekken direct naar Brabant. Tevergeefs, de ook in het Hoog- Buurlose Bos gevonden sleutels passen niet op de sloten van de Eindhovense woning. „Michel was geen hoogvlieger. Vanaf het moment dat hij met die ellendige drugs begon, was het ge zinsgeluk gauw over. Michel leefde in een hel en sleepte ons er ook in. Hij was 21 toen hij trouwde. Coby heette ze. Ze was 19 en net zo verslaafd als hij. Kijk, hier staan ze met z'n tweetjes op de foto die tij dens het huwelijk is gemaakt. Allebei zo stoned als wat." De politie brengt de sleutelbos naar slotenfabrikant Nemef BV in Wenum. Daar slagen specialisten er in één sleutel te identificeren. Het gaat om een geregi streerd exemplaar van het bejaardencentrum 'de Merwelanden' in Dordrecht. Rechercheurs reizen spoorslags af. De sleutel past. Er worden geen bewo ners vermist maar wel is huismeester Michel Vos ruim negen maanden daarvoor met de noorderzon vertrokken. Rechercheurs nemen behoedzaam con tact op met Rietje, zijn 36-jarige eveneens aan drugs verslaafde jongste zus. Zij vertelt dat Michel altijd een oorringetje draagt, waardoor zijn identiteit makkelijk kan worden vastgesteld. „Het was natuurlijk een huwelijk van niks. Ze waren de hele tijd alleen maar bezig om aan die rotzooi te komen. Tweeënhalf jaar zijn ze getrouwd geweest. Daarna kwam Michel weer thuis wonen. Uiteindelijk, hij was op dat moment clean, kreeg hij een eigen flatje. Maar daar ging het al snel weer mis. Hij zakte helemaal weg in de ellende. Natuurlijk haalden wij hem eruit, want dat doe je als ouders. Het is toch je kind en dat wil je niet naar de verdommenis zien gaan. We betaalden zijn huurachterstand, zijn onbe taalde energierekeningen en noem maar op. Zo ging het keer op keer. Het was om radeloos van te wor den. We zagen hem kapot gaan en zelf gingen we er ook aan kapot. In 1991 trouwde hij voor de tweede keer. Met Lydia. Ze bleek als kind door haar moeder te zijn misbruikt en dit was inmiddels haar vijfde hu welijk. Of was het al haar zesde, Riet?" „Toen hij eerst met haar ging samenwonen, vertrok Michel uit Dordrecht naar Zeeland. Daar woonde zij, in Goes. We waren best opgelucht toen hij verhuisde. Want dan was hij tenminste weg uit die scene hier. Hij kreeg zelfs werk in Zeeland. Als meewerkend voorman. Maar ook dat huwelijk was niks. Alleen maar problemen en nog eens problemen. Zij met haar onverwerkte verleden, hij met zijn drugsversla ving. Michel begon te zwerven, was dagen achtereen weg van huis en dook dan ineens weer in Dordrecht op. Dan stond hij weer aan de deur. Of belde op. Al tijd om geld te lenen. En wat moetje dan als ouders? De technische recherche van de Apeldoornse politie trekt met gevoelige detectie-apparatuur opnieuw de Hoog-Buurlose bossen in. Er klinkt een ingetogen ge juich op als de eerste piepjes klinken. Onder omge woelde aarde blijken enkele scheermesjes te liggen met daarbij een persoonsbewijs op naam van Mi chel. De saneringskaart wordt bij de tandarts van Mi chel opgevraagd. De forensisch odontoloog' de gebitsstatus van het slachtoffer met de ont gegevens. Er komt niets uit. De gegevens opi l ringskaart zijn te oud om de identiteit met ze vast te stellen. „Wanneer hij weer eens terug was in Goes dj gen ze elkaar voortdurend in de haren. Lettei chel sloeg Lydia een keer een gebroken neus hem een gebroken arm. Na een jaar was heti met het huwelijk gedaan. Michel keerde terui Dordrecht en vond er ondanks zijn verslavin] baan als huismeester in de Merwelanden, eeieI jaardenhuis hier. Hoewel hij altijd in geldnoo zo in de laatjes van die bewoners kon komen hij er nooit geld weggenomen. Nee, wij warei vaste geldschieters. Tot hij die laatste keer lefoon hing. We konden het emotioneel niet; opbrengen, moesten onze handen wel van hf n trekken. Sindsdien zijn we hem zo goed als u r oog verloren. Het is vreselijk om te zien hoeji N[ zijn leven vergooit, maar je komt een keer op 7t punt dat je voor jezelf moet kiezen. Ad is nu( ,v zelfben ik 60. We wilden graag de tijd die ons t men delen. Zonder al die zorgen, hoewel jee: van los komt met twee verslaafde kinderen. Het Gerechtelijk Laboratorium wordt gevraag |d DNA-profiel van het slachtoffer vast te stellen ib moeilijke operatie omdat op de stoffelijke res nauwelijks bruikbaar weefsel is aangetroffen. Ad Vos wordt benaderd met de vraag of hij b! f afstaan. De eerste poging om het DNA in kaa brengen mislukt. De tweede keer lukt het. Ms heid wordt de identiteit van de stoffelijke resi gesteld: Michel Vos (38). De doodsoorzaak bli11 combinatie van drugsgebruik, weersomstand en de slechte lichamelijke conditie van het si; fer. Een misdrijf wordt uitgesloten. „Vorige maand waren we met ons bootje Qui vakantie in Friesland. Dat doen we nu al vijfti We lagen in Dokkum toen onze oudste dochi nelies belde. Of ze even langs kon komen. 'Es J( dachten we nog. Helemaal uit Dordrecht? Ze met haar broer Ad om het ons te vertellen: 'Zfu; ben hoogstwaarschijnlijk Michel gevonden. Hij werd al meer dan een jaar vermist. En wij al die tijd van niks. Michel bleef wel vaker tijd o: onder water zonder dat iemand wist waar hij hing, maar hij dook altijd wel weer op. We mi bloed afstaan voor DNA-onderzoek zodat ms heid kon worden vastgesteld dat het inderda et Michel ging. Op 21 augustus kregen we defin sluitsel dat het onze zoon was. Onze Michel, ren hem nu voor altijd kwijt." „Maar eerlijk gezegd waren we ons kind al ja kwijt. Twee dagen geleden is hij gecremeerd, een sobere plechtigheid. Met alleen de naasti lie. Verder niks. 's Morgens zijn we eerst nog c rechtbank geweest om te tekenen dat we afst 1(j doen van de erfenis. Dat zijn toch alleen maa den. Natuurlijk hebben we nog wel zijn crera taald. Het lijkt misschien wel dat ik hard ovei ik dat allemaal zo vertel. Maar naast alle verc len we ons ook opgelucht. Van de week liep il Dordrecht en zag ik al die verslaafden daar ro gen. Vreselijk om die jongens en meisjes zo ti verloederen. 'Dat is onze Michel gelukkig ges] gebleven', zei ik nog tegen Ad. Michel heeft ti ste zijn rust gevonden. En daarmee heeft hiji 'g rust gegeven." *1 Oud-staatssecretaris van defensie Calmeyer ontving in 1948 Montgomery. foto gpd komst van het verzet tegen de kernwapens en de politieke uit spraken van de generale Synode van het Nederlands Hervormde Kerk konden op zijn voortdu rende afkeuring rekenen. Toch blijkt nergens in zijn 'Her inneringen' dat hij het gevoel had een verloren strijd te strij den. Tot het laatst van zijn poli tieke bestaan bleef hij loyaal aan de genomen besluiten. De kerk van zijn keuze, de Église Wallon in Den Haag, bleef hij ondanks kritiek trouw. Zijn rechtlijnigheid, gebaseerd op christelijke beginselen, liet hij nooit vallen. Calmeyer beschouwde zich als een leider in dienst van het va derland. De natie ging hem bo ven alles. In woord en geschrift veroordeelde hij diegenen die het vaderland in zijn ogen on recht deden. M.R.H. Calmeyer, herinnerin gen. Memoires van een chris ten, militair en politicus (inge leid en bewerkt door J. Hoffe naar). Uitg. SDU Uitgevers, Den Haag. ISBN 90-120-8440- 7.928 pagina's. Prijs f.89,50 GRONINGEN BART STREUMERS Criminoloog prof. dr. F. Bovenkerk deed twee jaar geleden tegenover de commissie Van Traa ferme uitspraken over de hoge cri minaliteit onder allochtonen. Maar tijdens een lezing voor Studium Generale Groningen was hij onlangs een stuk te rughoudender. Frank Bovenkerk? Was dat niet die criminoloog die de commissie Van Traa twee jaar geleden vertelde dat 'enkele tientallen procenten' van de mannelijke Turken in Amster dam betrokken waren bij de georganiseerde misdaad? En was dat niet de criminoloog wiens uitspraken vervolgens breed werden uitgemeten in de media en voor veel tumult zorgden in de politiek? Diezelfde Frank Bovenkerk riep gisteren op tot 'voorzich tigheid' bij het verklaren van crimineel gedrag van al lochtonen uit hun culturele achtergrond. Bovenkerk, hoogleraar criminologie aan de Universiteit van Utrecht, deed dat tijdens de eerste le zing in een lezingenserie over criminaliteit, die wordt geor ganiseerd door Studium Ge nerale Groningen. „Het is heel lang taboe ge weest om crimineel gedrag van minderheden in verband te brengen met hun cultuur", aldus de hoogleraar. Begin ja ren negentig is dat taboe doorbroken, maar nu dreigt de discussie volgens Boven kerk door te slaan naar de an dere kant. „Je hoort steeds va ker onzinnige generalisaties als: allochtonen komen uit culturen zonder schuldtradi tie, of: allochtonen zijn tradi tioneel ingesteld en kunnen zich daarom niet aanpassen aan onze samenleving." Bovenkerk wil 'tegenwicht' bieden aan dat soort opvat tingen, door nadrukkelijk te wijzen op de vele onzekerhe den bij het verklaren van cri mineel gedrag van allochto nen uit hun culturele achter grond. Niettemin vindt hij het wel opmerkelijk dat er een re latief zeer groot aantal al lochtonen in de Nederla gevangenissen zit. „Zo'i ven tot acht procent van n Nederlandse bevolking! n staat uit allochtonen. M rc de gevangenissen bedra ,j, het aandeel van allochti n vijftig procent. Dat is na lijk wel een verschijnsel een verklaring behoeft.' Zo'n verklaring zou volj Bovenkerk bijvoorbeeld nen zijn dat een bepaalt w combinatie van factorei grote kans geeft op deel u aan de drugshandel, eeils liet waarvoor veel allocl >1 vast zitten. „Als een min - heidsgroepering niet go integreerd is in de same ving, een sociaal-econo sche achterstand heeft,i komstig is uit een landt een producent of een da voerhaven is van drugs, de kans groot dat een at zienlijk deel van die gre zich gaat bezighouden! drugshandel", aldus Bo kerk. Wat daarbij volgens hei ir een rol speelt, is dat vet tenlanders en allochtoa g{ Nederlandse drugsbelei maar raar vinden. „Ze* het Nederlandse drugs! tse vaak inconsistent, omd u bruiken toegestaan is, handel niet. En daar het ze ook wel een beetje gt ic in. Het gevolg daarvani sommige leden van mi' )i heidsgroepen zich vrij' om van het 'immorele' derlandse drugsbeleid! w fiteren, door in drugs te ld handelen, aldus Boveiil er Hij wees echter ook op' Rij groot aantal andere fact dat de relatief grote dee Igj van allochtonen aan de )r drugshandel, en het rel h grote aantal allochtone in de gevangenis zit, zo la nen verklaren. „Het zot zij voorbeeld kunnen kom doordat de politie selee d werk gaat, door de vaal üli te sociaal-economisch Igj tie van de minderhede: door het relatief groteIm jongeren onder allocht bh We weten het gewoon precies." I I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 6