niet stilstaan, maar stromen Radio moet Feiten &Meningen Nobelprijs voor waardebepaling van opties WOENSDAG 15 OKTOBER 1997 jl/uilJ'-UJJJ JJ UJ3f Ji/jJ JJJllJlJljJjjjlÜ iulujuunJ Myron Scholes. foto reuters De Nobelprijs voor economie is toegekend aan een theorie die dagelijks in de praktijk wordt toegepast. Een model waarmee op tie- en termijnhandelaren de waarde van contracten kunnen berekenen. Elke serieu ze optiehandelaar is bekend met het model van Black en Scholes. Fischer Black stierf echter twee jaar geleden. De prijs van twee miljoen gulden gaat nu naar de Amerikanen Myron Scholes en zijn collega Robert Mer- ton die de theorie een bredere toepassing heeft bezorgd. „Absoluut terecht", zegt Angelien Kemna, sinds kort groepshoofd aandelenbeleggin gen bij Robeco en bovendien voormalig leerling van Merton. „Sinds we dit instru ment hebben is- de handel in opties geëx plodeerd." De theorie is vervat in computerprogram ma's en je hebt tegenwoordig ook kleine re kenmachientjes waar de handelaar zes cij fers in moet tikken en de prijs van de optie rolt er uit. Die zes cijfers bevatten natuurlijk de waarde van het aandeel. Daarnaast het te verwachten dividend en de looptijd van de optie. In de vierde plaats is natuurlijk de 'uitoefenprijs' van belang, voor welk bedrag wil je het aandeel kopen/verkopen, en spe len tenslotte de beweeglijkheid van de koers en de rente tijdens de looptijd een rol. Opties en termijncontracten bestaan in Nederland overigens al zeker sinds de tij den van de Verenigde Oostindische Com pagnie. De ladingen van de schepen die op de terugweg waren uit de Oost werden al ruim van te voren in Amsterdam verhan deld. Maar tot Black en Scholes in de jaren zeventig hun model ontwikkelden, was de prijs van opties op al dan niet gezond ver stand gebaseerd. Dat sinds die jaren zeventig de optiebeur- zen aan een enorme opmars zijn begonnen, noemt Flenk Grootveld, econometrist bij de ING Groep, een kwestie van kip en ei. „Mis schien is de theorie er gekomen omdat er steeds maar vraag kwam naar meer vastig heid bij het bepalen van de waarde van een optie. En doordat het risico beter in kaart is gebracht, kon de handel daarin ook makke lijker groeien." Black en Scholes legden met hun model volgens het Nobel Comité 'de basis voor de snelle groei van markten voor derivaten in de laatste tien jaar'. Derivaten is een breder begrip dan alleen de call- en putopties. Er zijn inmiddels al opties op opties en ande re, soms hele exotische constructies van dergelijke derivaten, oftewel afgeleide pro ducten van meer concrete zaken als aande len, obligaties, verzekeringen of investerin gen in onroerend goed. Ook de nu zo popu laire click-fondsen zijn puur op dergelijke derivaten gebaseerd. Het uitbreiden van het oorspronkelijke model van Black en Scholes naar deze terreinen is de verdienste van de derde Amerikaan Merton. DEN HAAG MARIEN VAN DEN BOS Ingrijpende verbouwing moet publieke radio redden 'Pas nadat onze verslaggever was vertrokken, bra ken de rellen uit en moest de ME worden inge zet'. Het is zomaar een voorbeeld van wat er op een nieuwszender mis kan gaan. Ronald van den Boogaard, boegbeeld van de VPRO-radio, kan dit soort blunders zo uit zijn mouw schudden. Dage lijks hoort hij tot zijn grote droefenis de verslagge vers van onze nationale nieuws- en sportzender de mist ingaan. Zo ook op de laatste dag van de Tour de France toen de dienstdoende presentator nog steeds niet wist dat winnaar Ullrich uit het voormalige Oost-Duitsland kwam. Om maar niet te spreken van de nietszeggende babbels en de muzikale eenvormigheid die Radio 2 en 3 teiste ren. Van den Boogaard lacht er nu om, maar 'de ver kommering van de publieke radio' gaat hem aan het hart. In een poging een discussie los te ma ken, besloot hij in juni zijn opgekropte ergernis sen op tafel te gooien. In een open brief in de VPRO-gids ventileerde hij zijn zorgen: 'De Neder landse publieke radio wordt beheerst door de massaliteit van het onbenul en dreigt ten onder te gaan. Er is óp vele niveaus een proces gaande van desinteresse, gemakzucht, onbeholpenheid, angst voor luistercijfers, dictatuur van marktaandelen, gebrek aan creativiteit en durf. Die neerwaartse spiraal moet worden doorbroken'. Voorspelbaarheid, voortdurende herhalingen en gebrek aan kennis op Radio 1, suffige quizjes en slappe muziek op 2. Radio 3 lijdt onder de terreur van de luistercijfers en verkwanselt daarmee zijn publieke opdracht. Radio 4 en 5 voldoen wel aan hun publieke taak, maar niemand luistert. De doorgewinterde radiomaker levert echter niet alleen kritiek, hij draagt ook oplossingen aan om zijn geliefde medium te redden. Radio 1 moet een volwassen nieuwszender worden, zonder onge lukkige uitvindingen als piek- en daluren (actueel nieuws op vaste tijden, daar tussenin achter grondinformatie door verschillende omroepen) Radio 2 en 3 zijn in hun huidige vorm overbodig en Radio 5 moet de kans krijgen zijn luisterschare uit te breiden via de FM. BOSOVERLEG Wellicht worden zijn suggesties meegenomen in het 'bosoverleg', een werkgroepje van beleids- en programmamakers van verschillende omroepen dat deze maanden aan de bosrijke Hilversumse Bergweg vergadert over de toekomst van de pu blieke radio. Want dat het zo niet langer kan, daar is iedereen het roerend over eens, zo blijkt uit alle radioforums, radiopanels en radiodiscussies die de laatste tijd worden belegd. Er wordt opvallend veel gepraat over het medium, maar daar blijft het tot nu toe bij. Commerciële stations als Sky Radio, Radio 538 en Radio Noordzee Nationaal kijken intussen vol leedvermaak toe hoe het pu blieke radioschip steeds verder op drift raakt, ter wijl zij juist explosief groeien. Jarenlang konden de publieke radiomakers hun gang gaan, zonder zich al te veel te hoeven be kommeren om de wens van de luisteraars. De NCRV bracht gospels, de VPRO draaide garage- rock en AVRO's Arbeidsvitaminen'leverde de meezingers, en dat allemaal op één zender. Pas met de komst van de 'commerciële jongens' bleek dat de luisteraars genoeg hadden van dit onoverzichtelijke aanbod. Massaal schakelden ze over naar de stations die hun verschillen in voor keur wel serieus namen. De publieke radiomakers keken machteloos toe hoe hun luistercijfers kelderden. In opperste wan hoop werden de zenders verbouwd. 'Zenderprofi lering' werd het sleutelwoord. Op Radio 1 moes ten piekurenredacties meer luisteraars trekken, Radio 2 werd radicaal (en redelijk succesvol) om gevormd tot gezellige 'full-service'-zender en Ra dio 3 werd Radio 3 FM, een 'popzender met lef. VERDIENZENDER Die stroomlijning bracht alles behalve de beoog de herkenbaarheid. De publieke radio, met name 2 en 3, is steeds meer gaan lijken op de commer ciële concurrenten. Radio 1 lijkt alleen nog maar te bestaan bij gebrek aan een commerciële tegen hanger. Radio 3 wordt gezien als 'verdienzender', compleet met omstreden promotie-acties voor de nieuwe cd's van toppers als Marco Borsato. Nie De publieke radiozenders staan voor een radi cale ommezwaai. Lang genoeg is lijdzaam toe gezien hoe de commerciële stations de luiste raars massaal wegkaapten. Als voorschot op de uitkomst van langdurig Hilversums 'bosover leg', werd deze maand maar vast uitgeroepen tot Maand van de Radio. „De publieke radio is nog steeds een medium om trots op te zijn", vinden de volhouders. „Iets wat niet deugt, ga je toch niet in het zonnetje zetten", sneren daarentegen de sceptici. Dat de publieke radio dringend een impuls nodig heeft, daar zijn vriend en vijand het roerend over eens. Radiotechnicus Jan Moene, in een tijd dat de hele familie zich nog rond het radiotoestel nestelde. mand kan vertellen waarin het aanbod zich nog onderscheidt van de commercie. Behalve zendercoördinator Paul van der Lugt dan. „Radio 3 is het enige radiostation in Neder land dat structureel nieuwe muziek draait, dus muziek die nog niet in hitlijsten is opgenomen." Volgens Van der Lugt bestaat veertig procent van de Radio 3-programmering uit nieuwe muziek, tegen tien procent bij zijn commerciële concur renten. Daarbij steekt de zender jaarlijks enige tonnen in live-concerten en registraties. Ook be steedt Radio 3 planmatig aandacht aan sociaal maatschappelijke onderwerpen via themaweken, en is het muzikaal onafhankelijk. „En dat is iets wat de commercie natuurlijk niet kan zeggen." Van der Lugt geeft toe dat zijn zender 'kostwin ner' is voor de andere publieke zenders, maar 'dat is nu eenmaal zo gegroeid'. De kritiek dat Radio 3 daarmee in feite net zo goed een commercieel station is, vindt hij echter onzin. „Het is ook nooit goed: als we te weinig luisteraars hebben kunnen we wel helemaal verdwijnen, als we teveel luiste raars trekken zijn we commercieel bezig. De jon gens van 538 en Sky zijn doodgewoon jaloers op elke gulden die bij ons binnenkomt. Zij zullen niet rusten voordat ze een commercieel monopo lie hebben opgebouwd en wij in de marge zijn ge drukt. Het is pure hebzucht." Ton Lathouwers, directeur van Sky Radio en altijd bereid om in forums en panels te komen pronken met het succes van zijn zender, ontkent deze be schuldiging. „De publieke omroep is een groot goed, dat zeker moet blijven bestaan. De aan dacht gaat echter vooral naar Radio 2 en 3, terwijl ze zich druk zouden moeten maken om 1 en 5, die nog echt het predikaat 'publiek' verdienen. Bij de publieke omroep heerst totale minachting voor wat de luisteraar wil. Als ze zo doorgaan kan binnenkort iemand het licht uitdoen, want dan luistert er niemand meer." Frits Spits, radiomaker pur sang, vindt al die kri tiek wel erg gemakkelijk. „Als je ziet hoeveel uren radiomakers doorbrengen in studio's, hoe vol lief de en verstand veel programma's worden ge maakt. Het is pure hooghartigheid van de commerciëlen om te roepen dat wij hetzelfde doen als zij en dat wij daarom maar moeten worden op geheven. Doel van publieke program mamakers is het maken van een aar dig programma, los van allerlei com merciële belangen. Bij mij is ieder item en iedere plaat een cadeautje voor de luisteraar. En ja, soms koop je inderdaad wel eens een cadeautje dat niet iedereen leuk vindt. Spits erkent overigens wel dat de pu blieke radio een impuls nodig heeft. „Er is een duidelijke kentering gaan de, iedereen is moe van dat nikserige. Zo serieus als er nu wordt nagedacht over de toekomst van de radio, heb ik in de bijna 25 jaar dat ik in Hilversum werk, nooit meegemaakt. Iedereen is het er wel over eens dat de zenders een herkenbare structuur moeten krijgen, waar de omroepen afzonder lijk dan weer hun eigen invulling aan kunnen geven. Met Nederland 1, op televisie, is het tenslotte ook gelukt." Lathouwers van Sky Radio ziet de uit komst van het 'bosoverleg' in ieder geval niet met angst en beven tege moet. „De enige oplossing is alle om roepen van de zenders te gooien. Er wordt al jarenlang vergaderd maar ie dereen probeert zijn eigen opvatting door te drukken. Er zijn bij de publie ke omroepen heel veel mensen met verstand van radio, ze worden het al leen nooit eens." Succesvol radiomaken is een kunst die Hilversum nog steeds niet ver staat, vindt Lathouwers. „Toen Sky Radio succesvol werd, vroegen pu blieke radiomakers of nu de presenta toren kwamen. Die begrijpen er dus echt niets van. Als de publieke radio beter gestructureerd was geweest, had Sky nooit zo groot kunnen worden." Het 'Hilversumse gestuntel' leverde Sky Radio een massa luisteraars op, die het station zeker niet meer van plan is in te leveren. Net als colle ga-stations als Radio 538 en Radio 10 spant Sky zich serieus in om de luisteraar duurzaam aan zich te binden, middels moderne marketingin strumenten als clubs en magazines. Zo beroept Sky zich op een panel van luisteraars dat (mede) bepaalt welke muziek wordt gedraaid. Lathou wers: „Vijftienhonderd mensen krijgen elke week twaalf hits te horen die wij veel draaien, met de vraag of ze die nog steeds leuk vinden." Een 'burn-out factor' geeft aan hoezeer mensen zich na verloop van tijd gaan ergeren aan een liedje. „Dan is het gewoon stom als je dat blijft draaien." De kritiek van vooral publieke collega's, dat je als radiomaker geen panel nodig moet hebben om achter de smaak van je luisteraars te komen, ver werpt Lathouwers. „Toen Sky Radio net begon werd gezegd dat we alleen computerradio maak ten. Nu gebruikt iedereen muziekcomputers. Vroeger deden we hier nog wel eens iets op fin- gerspitzengefühl, maar Sky Radio is inmiddels zo groot geworden dat dat niet meer kan. En let maar op, binnen vijfjaar maakt iedereen gebruik van panels." VERBOUWING Om het tij voorgoed te keren heeft de publieke omroep nu alle deskundigheid en creativiteit uit de kast gehaald. Radio 1 en 3 worden als eerste onder de loep genomen, Radio 4 en 5 volgen la ter. En Radio 2, ach, daar is iedereen wel tevreden mee. Sinds de ingrijpende verbouwing van '95 komen er immers steeds meer luisteraars bij. „Deze mix van informatie en muziek draait goed", aldus zendercoördinator Kees Toering. Over Radio 1 moet het 'bosgroepje' tegen het ein de van dit jaar een duidelijk plan hebben gefor muleerd. Volgens zendercoördinator Karei van Hoof hoeven we echter niet te verwachten dat we binnenkort een compleet andere zender krijgen voorgeschoteld. De veel gehekelde piekurenre- dactie zal blijven functioneren, en ook zullen de omroepen afzonderlijk bijdragen blijven leveren. „We worden beslist geen CNN-achtige zender. Herhalingen zijn onvermijdelijk. Wel willen we meer eenheid bereiken en de items sneller actua liseren." Lathouwers, die plannen heeft om volgend jaar een commerciële nieuwszender te beginnen, vindt het verschijnsel piek- en daluren, dus nieuws op vaste tijden, flauwekul. „Zoiets doen ze 's ochtends toch ook niet met de krant: als ik om acht uur opsta, kan ik hem lezen en mezelf dus op de hoogte stellen van het nieuws. Als ik echter een keer wil uitslapen tot half tien, dan ben ik te laat, en wordt-ie weer uit de bus getrokken!" Lathouwers plan voor een nieuwszender werd in ieder geval door Kamerlid Marjet van Zuijlen po sitief ontvangen. „Concurrentie is nooit slecht en waarom zou commercieel nieuws niet betrouw baar kunnen zijn? Kranten zijn toch ook commer cieel", aldus de mediawoordvoerder van de PvdA. De Sky-directeur denkt met een tweede nieuws zender - die continu nieuws brengt - makkelijk acht procent marktaandeel te kunnen halen, meer dan Radio 1 nu heeft. „In ieder normaal ra- dioland zijn de nieuwszenders het best beluisr terd." Ook het echec van Veronica Nieuwsradio schrikt hem niet af. „Dat kwam doordat ze Radio 1 gingen nadoen." SPLITSING De popzender Radio 3 is ook onderwerp van diepgaande brainstormsessies. Volgens het be langrijkste plan, inmiddels al gedetailleerd uitge werkt in een geheime notitie, moet Radio 3 wor den opgedeeld in twee zenders. Een alternatieve zender voor de hoger opgeleide luisteraar in de leeftijd van 20 tot 35, die houdt van experimente le en avant-gardistisché popmuziek, met steek woorden als VPRO, trendsetter en cultzender. De Belgische popzender Studio Brussel dient daarbij als voorbeeld. Het andere Radio 3 is bestemd voor het 'hitpubliek' van 13 tot 19 jaar. Het plan voor een derde gospelzender voor bijvoorbeeld EO en NCRV is inmiddels van de baan. Maar ook over de splitsing is nog geen overeenstemming bereikt. Veel men sen vinden dat Radio 3 maar een dui delijke keuze moet maken en zijn taak op één zender moet uitoefenen. Van der Lugt: „Onze publieke taak is: een zo breed mogelijk publiek bedienen. Deze maatschappij wordt steeds ge- segmenteerder. Wat is er dan op te gen voor een zender van deze tijd om zich te richten op die verschillende segmenten?" Volgens een onderzoek van The Au dience Profile Company van oudge diende Ad Roland is de behoefte van de moderne luisteraar compleet an ders dan vijftig jaar geleden, toen het hele gezin zich nog gezellig rond het radiotoestel schaarde voor hoorspelen en uitgebreide sketches. „Muziek, ver keersinformatie en korte nieuwsbe richten, dat is wat men tegenwoordig wil horen." Ook Van den Boogaard vindt dat de nadruk moet liggen op de voordelen van het medium. „De kracht van de radio is de snelheid. Vanuit de hele wereld kan snel verslag worden gedaan met satelliettelefoons. De middelen zijn er, nu de mentaliteit nog. Radio is vooral verbeelding. En laat die maai' eens aan de macht ko men." Hoewel veel obstakels nog moeten worden overwonnen, ziet Frits Spits de toekomst van zijn geliefde medium rooskleurig tegemoet. „Radio moet niet stilstaan, maar stromen." HILVERSUM MONIQUE BRANDT Radioverslaggever Guus Wetzel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2