SPOOKVERLAAT
^Ronkende vliegtuigen
s muziek in mijn oren'
O
Spookverlaat:
natuur met
oogkleppen op
Leiden Regio
_DA
iAC 11 OKTOBER 1997
CHEF HANS JACOBS, 071 -5356414, PLV.-CHEF RUDOLF KLEUN, 071-5356436
J Haanappel hoogleraar lucht- en ruimterecht in Leiden
"CAROLINE VAN OVERBEEKE
rheid heeft weinig res-
ir mensen die last heb-
geluidsoverlast van
getuige haar huidige
jbeleid'. Een vijfde
Schiphol heeft alleen
j 'de andere start- en lan-
1 anen daardoor worden
En een uitbreiding van
ionale luchthaven kan
i'in zee, ter hoogte van
Een snelle treinver-
g van en naar Schiphol
n onder de bollenvel-
rden aangelegd,
ijs de mening van pro-
,zc dr. P. Haanappel, de
rse hoogleraar in het
en ruimterecht aan de
- Rijksuniversiteit, die
~,aÈ ïiddag met een inaugu-
zijn nieuwe ambt
1 Idde.
e.ni gebrek aan coördinatie
Tegering, politieke par-
2 i parlement", noemt hij
dige gekrakeel over het
*.s irijden van de geluidsli-
I door Schiphol. ,,De
>r zegt dat het lawaai tot
iri wordt gedoogd, maar
r Kok zegt dat er heie
een gedoogbeleid is en
een uitzondering is.
f^borbeeld van inconse-
beleid: stuitend voor de
werkt, na een
chappelijke carrière in
sinds 1990 bij de be-
eniging van lucht-
iatschappijen, de In-
onal Air Transport As-
n'bn (IATA), met kantoren
isel en Schiphol. Met de
iiteit is afgesproken dat
|Q dag per week in Leiden
onderzoek en onder-
RVtön de rechtenfaculteit,
mi 'zijn deze twee banen
iat k te combineren", zegt
1. ,,Mijn werkgever
/as in het verleden niet
l! ilij met de dingen die ik
den heb als hoogleraar,
mijn academische vrij
plaat uiteraard voorop: in
moet ik kunnen zeggen
ijven wat ik wil."
oogleraar vindt het ge-
wan een overvliegend
jg zelf 'als muziek in de
O dinkt. Als hij hoort dat
nok steeds meer hinder
indt van grote toestel-
tal over het centrum
aanvliegen richting
:an, zegt hij: „Het wordt
ik in Leiden kom wo
nen." Toch heeft hij begrip
voor mensen die klagen. „La
waaioverlast is heel persoon
lijk. Iedereen ervaart dat an
ders."
„Maar er is wel iets aan te
doen. Zo kunnen piloten drie
vliegtuigmotoren gebruiken
bij de landing en kunnen pilo
ten op grotere hoogte aanvlie
gen dan nu het geval is. Maar
dat laatste is afhankelijk van
de weersomstandigheden. Bij
een hevige herfststorm zoals
nu, moet je wellicht toch lager
vliegen. Wat Leiden betreft,
zou ik me kunnen voorstellen
dat de verkeerstoren andere
aanvliegvliegbochten bedenkt:
langs Leiden, en niet erover
heen. Maar ik ben niet zo
technisch dat ik weet hoe dat
precies zou moeten."
„Nederland is een klein en
vol land, dus milieuzaken lig
gen gevoelig. En terecht. Uit
onderzoek in Londen bij de
luchthaven is gebleken dat het
meeste vliegtuiglawaai wordt
veroorzaakt door verouderde
vliegtuigen of toestellen met
een technisch mankement.
Voor Schiphol denkt de over
heid de geluidsproblemen op
te lossen door het aanstellen
van een zogeheten 'slot-coör
dinator', maar deze functiona
ris zal zich volgens de EU-
richtlijnen vooral bezighouden
met verkeersproblemen rond
de aanvoerwegen naar Schip
hol en niet met geluidsproble
men."
„Wat de vijfde baan betreft:
die kan er alleen maar komen
als er huizen worden ontei
gend en vernietigd. Er is im
mers nergens meer voldoende
lege ruimte. Het enige voor
deel van zo'n baan is dat de
geluidhinder wordt verspreid.
Het betekent niet dat de capa
citeit van de luchthaven kan
toenemen. Dan is het hele ef
fect van de extra baan weg."
Schiphol is niet gediend met
een tweede, aparte luchthaven
op grote afstand van Amster
dam. „Dan verwijnt de inter
nationale doorvoer-functie
van Schiphol. Economisch ge
zien is het beter om een uit
breiding van de luchthaven in
zee te doen, bij Katwijk. Met
een snelle treinverbinding
naar Schiphol, onder de bol
lenvelden door. Dat is techno
logisch mogelijk maar erg
duur. Voordeel is dat je daar
geen problemen met geluid
hinder hebt en dat je net zo
veel banen kunt aanleggen als
je wilt. In het dichtbevolkte Ja
pan hebben ze ook een lucht
haven aangelegd, in de baai bij
Osaka. En dat is een goede op
lossing. Nadeel: de gevolgen
voor het milieu en met name
de vogelstand."
Haanappel reist zelf liever
niet met het vliegtuig. „Ik heb
teveel gereisd in mijn leven,
lange afstanden bovendien. Ik
moet vijf jaar lang niet meer
vliegen, afkicken dus, daarna
kan ik het misschien weer
waarderen. Ik zit liever in een
eerste klas treincoupé: met
een lekker glaasje wijn en een
bed voor de nacht. Misschien
krijgen vliegtuigen ooit appar-
te slaapruimtes, maar dat zal
voor de meesten onbetaalbaar
zijn."
Professor Haanappel: „Lawaaioverlast is heel persoonlijk."
FOTO HENK BOUWMAN
Waarin deze week: Leiden
spijbelen tot plicht verheft
en geheugenverlies het
voorland lijkt van
raadsleden in het
algemeen en CDA'ers in
het bijzonder.
urgemeester Goekoop wist
J het allemaal mooi te bren-
gen. Nooit, nee nooit zou hij
worden opgevolgd door de burgemees
ter van Wijk bij Duurstede. Die centen
poetser die te beroerd was om een paar
Leidse immigranten een dagje vrij te ge
ven op 3 oktober zou nooit, nee nooit de
scepter zwaaien over de sleutelstad. Die
Houtsma, die blijkbaar geen gevoel heeft
voor het historisch belang van Leidens
Ontzet, hoefde zich hier echt niet te ver
tonen. Maar ja, wat verwacht je anders
van een kerel met een Friese naam die
de baas is over zoiets lulligs als Wijk bij
Duurstede. Wijk bij Duurstede, niet
Duurstede zelf of het historische Dores-
tad, maar Wijk bij Duurstede.
Tot zover de burgemeester.
Maar waar ging het nou eigenlijk over?
Ontdaan van al het lokaal chauvinisme
kwam de kwestie Bosman neer op het
aanmoedigen van spijbelen. In een tijd
dat in Amsterdam de politie met loeien
de sirenes jaagt op jongeren die eigenlijk
in de schoolbanken moeten zitten, roept
Cees Goekoop dat Leidenaars in alle uit
hoeken van het land op 3 oktober de
school de school moeten laten. Met een
beroep op De Traditie moet een ieder
Wien Leidens Bloed Door d'Ad'ren
Stroomt op de derde oktober de wet
overtreden om zich te zamen en in ver
eniging volgens goed gebruik tot kotsens
toe vol te laten lopen.
Tot zover de korpsbeheerder.
Cees Goekoop mag dan een groot gevoel
voor historie en traditie hebben, onder
wijsgevend Leiden houdt het wat dichter
bij huis en heeft veel gevoel voor agen
da. Leiden springt één maal per jaar uit
de band, op 3 oktober. Ook Alkmaar
houdt het bij één keer, op 8 oktober tij
dens het historische Alkmaars Ontzet.
De Spanjaarden vieren feest op 12 okto
ber, terwijl een dag later in Amerika de
vlag in top wordt gehesen. Van 16 tot en
met 22 oktober vieren de joden het
Loofhuttenfeest en op 26 oktober staat
de nationale feestdag van Oostenrijk op
de agenda. Op 29 oktober vieren de Tur
ken de Uitroeping van de Republiek in
1923. Protestantse boerenzonen- en
dochters vieren op 5 november de
Dankdag voor het gewas.
Tot zover de agenda.
De onderwijzers trokken aan de bel, en
vervolgens was wethouder Hans
Baaijens er als de kippen bij om aan de
rem te gaan hangen. Het spijbelen van
de Bosmannetjes viel wat de wethouder
betrof in de categorie 'eens maar nooit
weer'. Dat was dapper gesproken van
onze Hans, maar ook een beetje makke
lijk, met nog 361 dagen te gaan tot de
volgende plaatselijke feestdag.
En sowieso, het kwaad was al geschied.
Leiden gaat de boeken in als stad van
spijbelaars. Want wie doet je wat in een
stad die schoolverzuim tot burgerplicht
verheft?
Van veel vergaderen knapt
een mens niet op. Zeker niet
in de politiek, waar het jaar
in jaar uit praten over dezelfde zaken,
waarbij steeds dezelfde mensen steeds
dezelfde standpunten verkondigen, licht
tot hersenverweking leidt.
Maar in Leiden is het allemaal nog een
graadje erger. Daar tast een bijbaantje in
de politiek al na een paar jaar het geheu
gen aan. Onherstelbaar. Mag je na drie
jaar in de gemeenteraad blij zijn als je
nog weet dat een en een twee is, of daar
omtrent.
't Is nog geen jaar geleden dat oud-wet-
houder Aart van Bochove van het CDA
een ferme belofte deed. Leiden wilde de
EWR precario laten betalen voor de gas-
en electriciteitsleidingen die in de grond
liggen. Dat kon de lieve som van 1,4 mil
joen gulden per jaar opleveren. Maar,
zegde Van Bochove toe, als de EWR de
rekening doorschoof naar de klant ging
het feest niet door.
Van Bochove was niet de eerste die dat
beloofde. Zijn voorganger Joop Walen
kamp had dat ook al gedaan. Maar CDA-
raadslid Herman Kucklerrr wist dinsdag
avond in de gemeenteraad van niets.
Dat was hem allemaal glad ontschoten.
Inmiddels praat de gemeente met de
EWR over een overeenkomst, waarin dat
verhaal van de precarioheffing op leidin
gen wordt geregeld. En de EWR is vast
van plan de rekening te presenteren aan
de klant.
Ho, riep oppositiepartij WD. Laten wij
nu alvast bepalen dat van een tariefsver
hoging geen sprake kan zijn. En de libe
ralen dienden een motie in. Kucklerrr
hoefde alleen nog maar te zeggen dat hij
het daar, gezien de beloften van zijn par
tijgenoot-wethouders, van harte mee
eens was.
Maar dat deed de CDA'er niet. Hij zei
dat hij over die precarioheffing nog eens
duchtig moest nadenken. En dat hij daar
nog wel een tijdje mee bezig zou zijn.
TEKENING MAARTEN WOLTERINK
Maar geen nood, ook de andere partijen
in de raad wisten van geen belofte meer.
Die zaten net als Kucklerrr te kakelen
over een bijzonder sympathieke motie
van de WD, die zij echter wegens het
premature karakter daarvan volstrekt
niet konden steunen.
Geheugenverlies. Het komt met de poli
tiek, zoals verstand met de jaren. Een
halfjaar geleden alweer sloeg het bedrijf
Centocor de eerste paal voor de bouw
van een hal op het Bio Science Park. Gis
teravond gaf de commissie economische
zaken het groene licht voor die uitbrei-
ding.
De nieuwe hal van de medicijnenfabri
kant is bijna klaar. WD'er Alexander
Geertsema wilde graag weten of de ge
meente zich wel had ingedekt voor het
geval de bouw niet door zou gaan. Dat
was niet nodig, zei CDA-wethouder
Huib Kruijt. Hij had er het volste ver
trouwen in dat de bouw echt van start
zou gaan.
Geheugenverlies. Het mag geen verba
zing wekken als de voltallige CDA-fractie
de volgende keer in streepjespyjama in
de raadzaal verschijnt. Of helemaal niet.
RUUD SEP en AAD RIETVELD
Zonde, zonde, zonde, vonden de boeren het ooit.
Je gaat toch geen prachtig weiland verklooien tot
natuurgebied. En trouwens, gras is toch ook na
tuur. „Al dat beste land, dat vonden we jammer
hoor." Veehouder H. Beukeboom (62) kan er nu
om lachen. Toen ze tien jaar geleden hier kwamen
in de Geer en Buurtpolder bij Hazerswoude-dorp,
wilden ze zo veel mogelijk land voor de koeien.
Maar er kwamen plasjes en bos, en zo ontstond
een moerassig natuurgebiedje in de polder.
Nu zijn ze er blij mee. Enthousiast vertellen ze
over de ooievaars en de spreeuwenzwermen.
Zoon en kaasboer E. Beukeboom (33), in blauwe
overall tussen de koeien: „Joh, je waaide hier uit je
vel voordat die bomen er waren." De storm rukt
aan de staldeuren. In de wei staan nog een paar
koeien, met de kont in de wind en striemende re
gen. Die van Beukeboom zijn al binnen. „Ze ston
den vanmorgen al te wachten, hebben ze een he
kel aan hoor, regen."
Ooit had de mens geen haast. Het deed er niet toe
of je ergens op tijd was, of de weg recht of krom,
want iedereen deed alles op zijn gemak. Het
Spookverlaat drukt het verlangen naar deze tijd
uit: het bochtige landweggetje is ongetwijfeld de
langste route van Hazerswoude naar Alphen. Het
doet authentiek aan, die bochten,, en toch is deze
weg nog maar een jaar of tien oud. Heel bewust is
hier een 'stukje natuur' geschapen, zijn rommelig
ogende bosjes aangeplant, meertjes uitgegraven.
De vogelwerkgroep Hazerswoude zette een ooie
vaarsnest op. Tussen deze splinternieuwe natuur
woont aan het Spookverlaat een handjevol men
sen. Zes boerderijen staan verspreid langs de kilo
meterslange weg. „Je kijkt hier bepaald niet op el-
kaars keukentafel", zegt J. Kerkvliet (40), eigenaar
van de boerderij 'Nieuw Oost Eindt'. Toch is de
gemeenschap erg hecht. Kerkvliet:,, We vallen voor
elkaar in bij vakanties, letten op eikaars koeien, en
ook bij ziekte geven we een extra handje." Hij zit
in de allerlaatste herfstzon voor zijn huis, een bord
met pindakaas boterhammen op schoot. De vele
katten rollen zich in de warme kiezels op het erf.
Echtgenote J. Lameris gaat als een kleine bulldozer
door de tuin, overal bergen zieltogend onkruid
achterlatend. „Het is hier fantastisch", verzucht
Kerkvliet, alsof hij het nog niet helemaal kan gelo
ven. Ook hij kwam hier tien jaar geleden, toen ze
weg moesten van hun boerderij aan de Rijndijk.
Rijksweg 11 kwam eraan, de grond werd verkaveld
en het bedrijf kwam klem tussen de spoorrails en
de Oude Rijn. „We konden kiezen, de koeien elke
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners vertellen
over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: het
Spookverlaat in Hazerswoude.
Er kwamen plasjes en bos, en zo ontstond een moerassig natuurgebiedje in de polder.
keer over het spoor of hierheen."
Als je oogkleppen opdoet, waan je je op een schil
derij van een Hollandse meester: stokrozen, lome
koeien in nevelig herfstlicht en schapenwolken
aan de einder. Zonder oogkleppen zie je in de ver
te de zandhopen van de nieuwe snelweg, waar
langs de fiere vlaggen van de betonmaatschappij;
en vlakbij de jakkerende automobilisten die zich
afreageren op het rustieke weggetje. Toch over
heerst een zekere harmonie. Boeren als Kerkvliet
zien het milieu als een sport en maaien om de
broedende weidevogels heen. Tegelijkertijd leggen
ze zich neer bij de bouw van een snelweg in hun
'achtertuin'. Het zijn vooral ondernemers, en ze
doen aan PR. Vooroordelen tegen 'de sector' be
strijden, dat het milieuvervuilers zijn. En 'de bur
ger' zoals Kerkvliet het noemt, is soms slecht op
de hoogte. Dat bleek ook op de kaasboerderij 'de
Beukehof„Waar is die paarse koe?" vroeg een
kind ooit in alle ernst aan Beukeboom.
FOTO DICK HOGEWONING
De tijd van de stereotype norse boer is voorbij, de
nieuwe generatie krijgt zelfs les in PR. Het Spook
verlaat dient daarvoor als oefenterrein. Leerlingen
van de Middelbare Land-en Tuinbouwschool uit
Boskoop spelen gidsje in de polder. Twee jongens
leiden de Idas en leraren rond langs ooievaarsnest
en brandnetelbosjes. Bij de Papenvaart staan ze
stil. Grijnzend vertelt gids-in-spe John hoe het
Spookverlaat aan zijn naam komt. Volgens de le
gende duwde Amalia haar geliefde Frederik hier
ooit van de sluis in het water. John maakt er een
soort rapversie van. „Nou, het was zo mooi weer
en toen hij wilde wel wat meer..." rapt hij. „Huh,
huh, huh", reageren zijn klasgenoten, elkaar op
duwend als jonge honden. Helaas kon Frederik
niet zwemmen en verdronk. Amalia liep naar huis,
maar hoorde ineens de stem van Frederik uit de
verte roepen: „Amalia, Amalia, bemint gij mij?"
De legende kent verschillende versies, maar je
schijnt nu nog de stem van Frederik te kunnen
horen. Een verlaat is het oude woord voor sluis,
vandaar dat de omwonenden dit het Spookverlaat
gingen noemen.
Het is de vraag of het nu wèl pluis is voor gelief
den. John wijst op het nest in de verte. Dit jaar
kreeg het ooievaarsstel drie jongen, de-trots van de
hele gemeente Rijnwoude. „Het mannetje vloog
vaak naar de Oude Rijn", zegt John, „daar kreeg
hij visjes van de hengelaars." Op een dag kwam hij
niet meer terug. „Hij heeft zich waarschijnlijk te
pletter gevlogen tegen een vrachtauto", aldus
John. De jongen hebben het wel gered en zijn uit
gevlogen. Het vrouwtje heeft inmiddels een nieuw
vriendje, volgens de vogelwerkgroep. De klas
neemt nog een kijkje in de vogelgluurhut aan het
plasje die de werkgroep hier bouwde. Tientallen
vogels dobberen in het water.
Het is dierenparadijs aan het Spookverlaat. Zo
hebben koeien niet alleen een hekel aan regen, ze
houden ook van een zacht bed. Kerkvliet laat de
stal zien. Hij wijst op het zaagsel. „Het stro was op,
dus ik dacht, proberen." Bij wijze van proef eerst
de ene helft stro en de rest zaagsel. „Had je moe
ten zien, lagen ze allemaal in het stro", lacht hij,
„Het zijn ook van die bottige beesten, hè?" Als de
dames zich maar goed voelen, want dan geven ze
meer melk. Het moet wel geld opleveren. Toch
verdenk je ze ervan het uit liefde te doen, al zullen
ze dat niet meteen toegeven. Zo hangt in de stal
van Beukeboom een borstel aan het hek. „Ze kun
nen niet bij d'r rug weet je, als ze jeuk hebben",
verklaart de jonge Beukeboom bloedserieus.
Kerkvliet heeft het zorgen overgebracht op zijn
zoontje. Achter de stal staat het schoonste kippen
hok van heel Hazerswoude. ,Wie, wie, wie, wie'
piepen de kuikens zacht onder moeders vleugels.
„Hij wil er honderd, dus ik heb er maar een stuk-
kie bijgebouwd." Dag en nacht is zoonlief bezig
met de kippen, voeren, eieren rapen, bijhouden
welke broeds zijn. Wellicht hebben we hier te ma
ken met een opvolger van Kerkvliet, al moeten zijn
drie jonge zoons eerst nog 'heel veel' leren.
Zijn vrouw komt tevoorschijn. „Laat het kerkhof
even zien", zegt ze. Kerkvliet beent met grote
stappen door het vlierhoutbosje. „Dat is mijn
oom", wijst hij op de grafsteen die plotsklaps in de
wildernis opduikt. „Ze liggen hier niet hoor", zegt
zij geruststellend. De grafstenen komen van gra
ven elders die inmiddels geruimd zijn. Een eerbe
toon aan de familie, van wie zij de oorspronkelijke
eeuwenoude boerderij aan de Rijndijk erfden. Er
staat een bankje en als ze alleen willen zijn, gaan
ze hier zitten. „Het is er zo fijn", zegt ze. Even
staat ze stil en kijkt om zich heen. „Ja hoor, ik zou
hier best begraven willen worden." En dan een
beetje gaan rondspoken natuurlijk.