'Dichter speelt met muzikale elementen' Een merkwaardig 'Luizengevecht' Nobelprij s voor Dario Fo's politiek theater van de lach Cultuur Kunst lange, droevige avond Liechtenstein Nukkig spel Béroff _jJDA£ 10 OKTOBER 1997 CHEF IAN RIJSDAM, 071 -5356444 THEATER ■É^TCENSIE WIJNAND ZEILSTRA Luizengevecht' door Theater De Kor- Spel; Bob De Moor, lanka Fleerackers, 'laerts en Wim Willaert. Regie: Antje ■ck. Gezien: 9/10, LAKtheater Lei den. Vlaamse gezelschap De •e is met een merkwaardi- productie op tournee door Ierland. Zelfs zo merkwaar dat ons ptke-Belgen-vooroordeel [t te worden bevestigd. Bij invang zit een bruidje in een tookjesdecor van enkele fsachtige boterbloemen, eldra volgen nog drie excen- afeelingen. Zonderlinge ge- fcekken met sterk Vlaamse Épgval voeren zij met elkaar, jaewel ze nauwelijks naar el- Par luisteren. De een heeft js met de metafoor-waarde n stofzuigers, de ander legt '•ar ziel en zaligheid in het gj feren van vazen, een derde H cht in bruidskleed op een schikte huwelijkskandidaat >5 de vierde paljas lijkt zich iofdzakelijk over van alles en gwat te verbazen. Langzaam maar zeker wordt bedoeling van deze gek- enerij door onze Zuiderbu- rs ren iets duidelijker. Vier een lingen proberen zich met hun eigen communicatieloze priet praat staande te houden. Door alles heen zit iets herkenbaars in de ogenschijnlijke dwaas heid. De verleiding om in plat te typetjes-makerij te verval len, hebben de acteurs fraai weerstaan. De onverwachte wendingen in de teksten hou den de voorstelling spannend, ook al sluipt er onwillekeurig iets vrijblijvends in een derge lijke productie. Doe maar wat, alsof het er allemaal niet zo echt op zou aankomen. Al thans die indruk kan zoiets wekken. Volgens de programmatoe lichting slaat de titel 'Luizengevecht' in eerste in stantie op de naam van twee steegjes. Maar het betekent ook een afschrikking, wanneer dreigend naar het Luizenge vecht werd verwezen. Naar verluidt heeft regisseuse Antje De Boeck zich hierbij laten in spireren door verhalen die zij bij reportages in het radiopro gramma 'Piazza' heeft ge hoord. Voor min of meer alle daagse verhalen is door haar en de spelers een opvallende theatrale verpakking gevon den. Elly de Waard op Zuid-Hollandse Schrijversdag in Leiden dei liejTONEEL luljRECENSIE SUSANNE LAMMERS mètelling: De gekwetstheid is minimaal p Jftrnhemse Theaterinitiatieven. Tekst. J'ourveur Regie: Willibrord Keesen. iWim Bouwens, Reinout Bussemaker [gekwetstheid is minimaal', -nen droevige titel, zo'n titel rereert het tegendeel. Maar Set stuk zich afspeelt in een op de Belgische snelweg twee afgewezen mannen .ljtoofdpersonen, dan weet je je een lange, droevige avond 1 knoet gaat. fwee mannen zijn absolute ppolen en hoe ze samen in 0[| auto terecht kwamen, )t at niet opgehelderd. Wel is ;n|elijk dat ze allebei naar de -) jssing van hetzelfde raadsel ve'.oek zijn, namelijk: Was will JWeib, want dat daarin de jvering van het menselijke jiaan Ligt, daar zijn ze het in üpval wel over eens. •n verschrikkelijke opeen- wieling van woorden probe- Jze hun gedachten - opvat- in is een te groot woord - te jen om de ander te overtui- 1 len de uitkomst is dat bij gjen de grond onder de voe- elijvegvalt. Niet omdat ze van Uükrs standpunt overtuigd zijn •jgfekt, maar omdat zo'n pro- lische, duistere, mystieke vrouw weer even laat zien, dat ze niet in een hokje te stoppen valt. Dat, omdat vrouwen niet zo simpel in te delen zijn, het leven zo eenvoudig niet is. Met een mengeling van fascina tie en gêne heb ik zitten kijken. Omdat 'De gekwetstheid is mi nimaal' een tekëntafelstuk is, met ais uitgangspunt twee vol strekte uitersten die allebei op hun manier niet tot een bevre digende oplossing voor een pro bleem komen. Zulke mannen bestaan niet. Deze afwezigheid van enig realistisch gehalte is niet erg, je kunt ook zonder dat iets zinnigs zeggen over het le ven in het algemeen en de lief de in het bijzonder. Als je de juiste taal gebruikt. En daar zit het andere manco van de voorstelling. De een kwaakt hanige pikpraatjes, de ander beuzelt weemoedig en ridderlijk-romantisch, maar de stortvloed van woorden is een doelloze excercitie. De interrup ties van de dame van het gezel schap, over seks en meer in het bijzonder over verkrachtings fantasieën, maken het geheel compleet: een ijdel hoopje niks dat verliefd in de spiegel kijkt en in plaats van een puberaal woordenspel een drama over Het Leven ziet. Maar het is ab soluut fascinerend dat je zo'n stuk met zoveel inzet en overga ve spelen kunt. 'STIKKER - In het artikel, gisteren op de voorpagina, over de van kunsthandelaar J. Goudstikker is een storende fout geslo- Niet zijn weduwe Desirée heeft de Goudstikkercollectie in de d|ede Wereldoorlog aan de Duitsers verkocht, maar het perso- ivan zijn handelsbedrijf. Dat heeft in afwezigheid van mevrouw Istikker naar de macht van de naamloze vennootschap gegre- zo meldt de executeur testamentair van mevrouw Goudstik- de Leidenaar R. Feenstra. el- Als popjournalist bij de Volkskrant en Vrij Neder land legde Elly de Waard (1940) de muzikale ziel bloot van grootheden als David Bowie, Frank Zappa, Bryan Ferry en David Syl vian. De Waard behoorde in de jaren zeventig en tachtig tot de top van de vaderlandse popjournalis tiek. LEIDEN/CASTRICUM WIM KOEVOET Bowie en Roxy Music hebben hun doorbraak in Nederland aan haar artikelen te danken. Ze was irritant eigenzinnig, maar eén autoriteit. Nadat zij zo'n beetje als enige de omstreden religieuze platen van Dylan prees, stelde menig criticus zijn mening bij. Toch is het niet de popjour nalistiek, maar het dichterschap waarmee ze aan haar eigen mu zikale ziel heeft geappelleerd. „Een dichter speelt met de mu zikale elementen van de taal. Ik twijfel aan iemands dichter schap als hij zijn gedichten niet goed kan voordragen. Een dich ter moet namelijk zélf zijn mu zikale bedoelingen kunnen la ten horen", zegt De Waard. De dichteres, die in 1978 debuteer de met 'Afstand', komt morgen naar het Leidse Volkshuis van wege de Zuid-Hollandse Schrij versdag. De Waard houdt dich- tersspreekuur van half elf tot vijf uur. Dat op dichters in toenemen de mate een beroep wordt ge daan om verzen ook voor te dragen, vindt De Waard een goede zaak. „Ik heb in Barcelo na in een paleis opgetreden. Op een enorme gevel achter mij werden de Catalaanse vertalin gen geprojecteerd. Geweldig, vond ik dat. Ik houd ervan om voor te dragen. Ik heb trouwens nooit moeite gehad om achter een microfoon te staan. Of dat geldingsdrang is? Ongetwijfeld. Om dezelfde reden ben ik er zo trots op dat nu een van mijn ge dichten in alle metro's van Rot terdam is te lezen." De Waards tiende dichtbun del, die in het voorjaar van 1998 verschijnt, zal vergezeld gaan van een cd waarop haar poëzie is te beluisteren. De opnamen worden gemaakt in de studio van Henny Vrienten. Op de vraag waarom ze haar voor dracht niet tegen een muzikale achtergrond plaatst, zoals de Britse 'MTV-dichter' Murray Lachlan Young met veel succes heeft gedaan, antwoordt ze: „Daarvodr weet ik te weinig af van componeren en muziek maken. Ik zou de muziek aan anderen moeten overlaten waardoor het project te duur wordt. De ontwikkeling die Young in gang heeft gezet vind ik wel belangwekkend mits de muziek een ondersteunende functie vervult en niet de aan dacht van het gedicht afleidt." De schrijfster zegt dat ze al Elly de Waard: „Ik ben van het slag dat blijft dansen.' ten tijde van de Supremes 'fan tasieën' had over hoe dichters hun performance 'spannend' kunnen maken. „Als je toch eens een koor met zangeressen van dat kaliber belangrijke vers regels zou laten herhalen..." De Waard legde haar journa listenpen neer 'omdat ik eigen lijk alles al had gezien'. „Elke generatie moet zonodig telkens het wiel uitvinden en dat begon me te vervelen. Ik vind ook dat elke generatie zijn eigen critici moet voortbrengen." De aan drang om de draad van de pop journalistiek weer op te pakken, heeft ze nooit gehad. „Maar zou een krant mij nu vragen een stuk over de nieuwe cd of tour nee van de Rolling Stones te schrijven, dan zou ik de op dracht in overweging nemen. Ik kan een mooi stuk toezeggen: ik breng de meerwaarde van de ervaring mee", zegt ze. En dat klinkt arrogant en charmant te- gelijk. Wezenlijke ontwikkelingen in de popmuziek zijn er al lange tijd niet meer, meent De Waard. De revolutie die rock 'n roll te weegbracht, stelt ze, kwam voort uit de 'elektrificatie van de muziek'. „Alleen als het instru mentarium verandert, is er kans op echte vernieuwing. De digi talisering en de opkomst van de samples zie ik niet als verande ringen maar als toevoegingen. „Rock 'n roll", vervolgt de dichteres, „volg ik nog slechts op afstand. De enorme opwin ding die ik voelde aan het begin van de rock 'n roll, was verdwe nen. Tot afgelopen zomer, toen ik in Frankrijk raïontdekte. Dat vind ik geweldige nieuwe mu- >G BERT JANSMA 'ekroning van de Italiaan Fo met de Nobelprijs voor ituur komt, zoals de meeste :n, tamelijk laat. Het be- van Fo ligt in de jaren ze- jg. Niet zozeer als literaire Jjir, maar als theatermaker. hij een eigen vorm vond maatschappijkritisch, agit- theater en in West-Europa als de goeroe van het linkse bedde zijn nieuwe Itali- ijsje volkstoneel in de oertra- dfvan commedia dell' arte en ^{rondtrekkende saltimban- 30} de potsenmakers en vertel- Theater met zware politie- boyentonen, socialistisch, e |üstisch of zelfs maoïstisch, nog in 1981 noemde de -regisseur-schrijver zich •edig een maoïst, vraag is of de wijze heren xkholm in Fo nu een in- lels wat vergeten lieveling ^oud-links bekroond hebben in b winter van zijn leven. Of ti' t hun Nobelprijs gezien «en als een teken in een tijd )f ontpolitisering en individu- in' ring in de kunsten? Vraag- 'tïTis. Er komt er nog een bij, 1''Fo schreef zijn theater- el dan wei zelf, maar hij ver- sttde op diverse plaatsen dat rïfl/verk ontstaan was uit im- M isaties met zijn acteurs. d®t politiek toneel in de jaren Dario Fo met zijn echtgenote, de actrice Franca Rame. zeventig was vaak een zaak van ongenuanceerde politieke standwerkers, die dreigende wijsvingertjes hieven en voor wie pamfletten na afloop be langrijker waren dan hun thea ter. Vaak irritant en vervelend. Van Fo kon je dat nooit zeggen ondanks zijn boodschap. Toen zijn discipel Arturo Corso in Vlaanderen bij de Nieuwe Scè ne (genoemd naar Fo's groep Nuova Scena) diens parodie op een passiespel 'Mistero Buffo' ensceneerde werd dat prachtig theater waarbij de tranen van lach en ontroering je over de wangen liepen. Ook al schoot Fo volop pijlen af op patroons, pastoors en paus en barstte hij bijna van het mededogen met de door oorlog en sociaal on recht gekwelde mens. In zijn latere werk pakte hij actuele politieke zaken aan. Zoals de Italiaanse affaire Pinelli in 'De plotselinge dood van een anarchist' (hier gespeeld door Frans Strijards) of 'De ontvoe ring van Fanfani'. Burgerlijke ongehoorzaamheid en proleta risch winkelen in de klucht 'Non si paga! Non si paga!' (als 'Betalen? Nee!' gebracht door de Nieuwe Komedie). Maar nooit verloochende hij dat theatrale, het variété en de komedie. Toen hij in Oost-Ber- lijn werd uitgenodigd, om Brecht te ensceneren en meteen de muziek van Kurt Weill door een popgroep liet spelen, werd dat gezien als heiligschennis. Brechts dochter noemde het 'blasfemisch' en Lotte Lenya kreeg in Amerika bijna een hart aanval. Het lag niet aan hem dat zijn boodschappen in Neder land nogal log over het voeüicht kwamen. „Het is belangrijk dat er gelachen wordt," zei Fo des tijds. „Komisch theater wil zeg gen: lachen met het bewustzijn de tegenstander, de klassenvij- and, de mythen van bourgeoisie en kapitaal te vernietigen. De macht de schijn van heiligheid af te rukken." Fo wilde zich niet door de po litiek laten inlijven. „Wij zijn geen arm van een politieke groepering", stelde hij. Al speel de hij jarenlang bijna uitslui tend voor de culturele organisa tie van de Italiaanse communis- Vorige week leek her even kom kommertijd. Of alle redacties van alle nieuwsproviders waren allemaal grote liefhebbers van de Popart. Want bij het overlijden van Roy Liechten stein was er geen medium dat dit voorval niet met over dreven aan dacht behan delde. Eenstem mig werd deze eertijds omstre den schilder ge prezen ab de man die het cli ché door mid del van het uit vergroten van stripverhaal- plaatjes had weten te verhef fen tot kunst. En deze plaatjes stonden op alle voorpaginds. De stripteke naars zeif zul len nooit door Rudy Fuchs of een van de andere kunstpauzen op dezelfde eerbie dige manier besproken worden. Maar volgens mij is er eentje, die al veel langer dood is dan Liech tenstein, van wie het werk veel langer zal voortleven in de ge dachten van de mensheid dan dat van de pas overledene. Op dit ogenblik is er in het zich zelf vernieuwende Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden zelfs een tentoonstelling die wordt geruggesteund door het werk van deze Hergé. En het is niet de eerste keer dat het werk van de schepper van Kuifje dient als basis van een grote tentoon stelling. In 1984 was er bijvoor beeld in Barcelona een enorme expositie, waar tal van mondia le kunstenaars hem eer betoon den. Ook kom je het werk van de Belgische tekenaar in allerlei ge daanten tegen op de markt. Zo ben ik zelfde trotse bezitter van een paar breteb met een gum mi-afbeelding van 'Kuifje en Bobbie in Afrika'. Hetzelfde is trouwens gebeurd met de iconen van de Amerik.fani" kunste naar. Koekblikket. affiches, re clames en natuurlijk kleding staan bol van Luchten sceins motieven. De abris met de levensgrote pos- VALLENTGOED ters van Kuifje hadden hij mij een dusdanige nieuwsgierigheid opgewekt dar ik weer eens een bezoekje wilde brengen aan Vol kenkunde. Hetgeen ik deed in gezel schap van mijn zes-jari ge dochter. Gigantische sporen van De Verschrik kelijke Sneeuwman liepen van het rijk be- vlagde kan toor van Lei den Promotie tot diep in de tentoonstel ling. Bij het ophangen van onze jas sen in de gar derobe was ik dan ook on middellijk mijn dochter kwijt. De dienst doende sup poost maakte mij erop attent dat Wiesje waarschijnlijk de sporen verder was gevolgd en daardoor op de eerste verdieping moest zijn beland. Inderdaad trof ik haar huilend en wel aan in een zaaltje met Tibetaanse ge bedsstenen met op de achter grond het merkwaardige gezang van boeddhistische monikken. ,,Waar was je dan?" snikte zij, „de sporen hielden zo maar op eens op en toen was ik ver dwaald. Gelukkig kon ik haar troosten en vervolgden wij onze weg door de mystiek en het dagelijkse leven van Tibet. In alle hoeken van de uitstalling was er trouwens weer van alles te doen voor kinderen en zodoende brachten we dus een paar genoegelijke uurtjes door in het museum. Het één na laatste zaaltje liad nog een verrassing in petto: he dendaagse geschiedenis met een politieke stellingname. Iets wat Hergé zelf pas deed in zijn laatste album: 'Kuifje en de Pi- carós'. Ab u van plan bent om met uw kinderen deze tentoon stelling te bezoeken, raad ik u aan om van te voren het boek nog een keertje te lezen, l iet feest der herkenning zal dubbel zo groot zijn! ziek. Er zit enorm veel melodie in, de zang is lyrisch en ik raak gefascineerd door de uiterst complexe ritmen. 'f Aan 'goede disco' en house beleeft De Waard ook veel ple zier maar 'uitsluitend in de dis co'. „Ik ben van het slag dat blijft dansen - zo lekker voel ik me daarbij - en moet de zaal uit worden geveegd. Hoewel De Waard zich veel vuldig ophoudt in grote steden, is ze zeer gehecht aan haar woonplaats Castricum. „Ik woon in de duinen, vlakbij zee. Hier is het stil en kan ik me goed concentreren. Toch veran der ik regelmatig van werkplek. Ik blijf op zoek naar een mij an dere omringende realiteit waar tegen ik m'n gedachten kan af zetten." tische partij. Rechts Italië noemde hem een terrorist, hij kreeg door tussenkomst van het Italiaanse ministerie van bui tenlandse Zeiken geen visum voor Amerika, zijn vrouw, de actrice Franca Rame, werd door neofascisten ontvoerd. Zijn voorstellingen werden nog in 1980 doodgezwegen in de rechtse pers en alleen vermeld in extreem-linkse bladen. „Het zal ons een rotzorg zijn", stelde Fo, „want onze grote kracht is ons publiek. Wij spelen altijd t/oor volle zalen." Maar een linkse luis in de pels van de Italiaanse literatuur als Pier Paolo Pasolini noemde de populistische stijl van Fo al in 1970 'de pest voor het Italiaanse theater'. En Fo's politieke op vattingen begonnen sleets te ra ken. Vooral toen hij in zijn maoïstische periode stelde dat hij in China 'alleen maar geluk kige mensen had gezien'. Fo's politiek theater van de lach van destijds bestaat nau welijks meer, het internationale politieke toneel is allang failliet. Als auteur kun je hem ook niet echt een groot figuur of een groo( denker noemen. Fo is hartstocht, theater. Met dat gro te gevoel voor het clowneske, het absurde. Deze Nobelprijs voor literatuur heeft iets van een verkeerd gehangen prijs kaartje. RECENSIE SUSANNE LAMMERS Concert: Michel Béroff. Met werk van Beethoven, Brahms en Debussy. Ge hoord: 9/10, Stadsgehoorzaal, Leiden. De eerste pianist uit de kla- vierleeuwen-serie in de Stads gehoorzaal had zijn avond niet. Michel Béroff speelde rommelig, ongeïnspireerd en veel te haastig. Heel veel no ten, maar geen lijn die zich in het hoofd van de luisteraar vastzette. Beethovens Sonate nr. 30 begon heel aardig, heel vrien delijk en kreeg allengs vaart. Maar Béroff heeft de eigenaar dige gewoonte bijna alle noten van de melodie zo pregnant te accentureren dat ze zich niet tot een lijn vormen, maar als los zand onder de vleugel ko men te liggen. Dat soort effec ten doen de muziek uiteinde lijk alleen maai- vervlakken. Het instrument zingt niet en droomt niet onder Béroffs handen. Ook Brahms' 6 Klavierstücke Op. 118 kregen een matige be handeling. Stormachtig begin nen lukt nog wel, maar vooral het derde deel, de Ballade in g, speelde Béroff chaotisch en te luid, nog afgezien van de ont stellende hoeveelheid missla gen. Veel te laat kwam er structuur en ritme in. De ele gantie van het Intermezzo in f was nauwelijks hoorbaar door de overzwaar aangezette lin kerhand en de prachtige kleur- tekening van het laatste deel, het Intermezzo in es, liet Bé roff meer vermoeden dan ho ren. Beter thuis voelde hij zich overduidelijk bij Debussy's Préludes. Deze speelt hij sub tieler dan ik in de pauze voor mogelijk had gehouden. De sfeer wordt duidelijk transpa ranter en soms lijkt de pianist zelfs wat te voelen bij wat hij speelt, maar overtuigen doel hij niet. Debussy hoeft echt niet altijd zo heel delicaat ge speeld te worden, maar dat is geen reden om hem zo te ver scheuren als Béroff soms doet. Michel Béroff wil ongetwij feld iets zeggen met zijn eigen zinnige interpretaties, maar wat dat precies is, wordt niet duidelijk. Wat je hoort zijn vreemde accenten, scherpe klanken en veel pianogcwcld. Nukkig spel eigenlijk. Waar kunstenaarschap Fridman MUZIEK RECENSIE LIDY VAN DER SPEK Concert door Anna Fridman, piano. Geor ganiseerd door de Stichting Cornelis de Vlaming. Gezien: 9/10, Oudshoomsekerk, te Alphen a/d Rijn. Spelen op een grote Steinway- vleugel in de Oudshoomsekerk betekent bij voorbaat dat niet alles meezit. En als het instru ment niet optimaal geïntoneerd is, komt er nog eens een handi cap bij. Anna Fridman begon haar Russische recital met De Jaarge tijden van Tsjaikowsky. De componist wekt allerhande sfe ren op, van nestwarmte via tere melodieflarden in 'de witte nachten' (juni) naar een trojka in volle vaart, polyritmisch door de cadans van draf en galop (november): slavisch tempera ment gerealiseerd met westerse middelen, melodisch en af en toe banaal. Hierbij werken akoestiek en toucher, Fridmans heel speciale techniek, niet mee om er een helder gearticuleerde en sfeervolle tocht door de tijd van te maken. Skriabin (1872-1915) vormt de overgang naar de nieuwere Russische toonkunst. Voor hem is kunst een mysterie, een rite. Fridman heeft zich inmiddels aan ruimte en vleugel aange past. Haar ware kunstenaar schap ontluikt in de twee zeer contrasterende Poèmes. Haar twee Préludes van Rach- maninov zijn ronduit schitte rend. Slepend en zonder enige agressie zet zij het overbekende thema in, om in het verloop des te meer uit te kunnen pakken in een magistraal akkoordenspel. De tweede prélude vol elegantie en een geraffineerde fluwelen presentie. De (orkest)suite uit 'Romeo en Julia' doet het goed op de piano, in de eigenhandige be werking van Prokofiev. 'Julia, het meisje' danst over de piano lichtvoetig en slepend. In de 'meisjesdans met lelies' laat An na Fridman je als het ware de zoete leliegeur opsnuiven. 'Dumka' van Tsjaikovski is een briljant slot, helemaal niet zo langzaam en elegisch als het woord doet vermoeden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 19