'Dichter speelt met
muzikale elementen'
Een merkwaardig
'Luizengevecht'
Nobelprij
s voor Dario Fo's politiek theater van de lach
Cultuur Kunst
lange, droevige avond
Liechtenstein
Nukkig spel Béroff
_jJDA£
10 OKTOBER 1997
CHEF IAN RIJSDAM, 071 -5356444
THEATER
■É^TCENSIE WIJNAND ZEILSTRA
Luizengevecht' door Theater De Kor-
Spel; Bob De Moor, lanka Fleerackers,
'laerts en Wim Willaert. Regie: Antje
■ck. Gezien: 9/10, LAKtheater Lei
den.
Vlaamse gezelschap De
•e is met een merkwaardi-
productie op tournee door
Ierland. Zelfs zo merkwaar
dat ons
ptke-Belgen-vooroordeel
[t te worden bevestigd. Bij
invang zit een bruidje in een
tookjesdecor van enkele
fsachtige boterbloemen,
eldra volgen nog drie excen-
afeelingen. Zonderlinge ge-
fcekken met sterk Vlaamse
Épgval voeren zij met elkaar,
jaewel ze nauwelijks naar el-
Par luisteren. De een heeft
js met de metafoor-waarde
n stofzuigers, de ander legt
'•ar ziel en zaligheid in het
gj feren van vazen, een derde
H cht in bruidskleed op een
schikte huwelijkskandidaat
>5 de vierde paljas lijkt zich
iofdzakelijk over van alles en
gwat te verbazen.
Langzaam maar zeker wordt
bedoeling van deze gek-
enerij door onze Zuiderbu-
rs
ren iets duidelijker. Vier een
lingen proberen zich met hun
eigen communicatieloze priet
praat staande te houden. Door
alles heen zit iets herkenbaars
in de ogenschijnlijke dwaas
heid. De verleiding om in plat
te typetjes-makerij te verval
len, hebben de acteurs fraai
weerstaan. De onverwachte
wendingen in de teksten hou
den de voorstelling spannend,
ook al sluipt er onwillekeurig
iets vrijblijvends in een derge
lijke productie. Doe maar wat,
alsof het er allemaal niet zo
echt op zou aankomen. Al
thans die indruk kan zoiets
wekken.
Volgens de programmatoe
lichting slaat de titel
'Luizengevecht' in eerste in
stantie op de naam van twee
steegjes. Maar het betekent
ook een afschrikking, wanneer
dreigend naar het Luizenge
vecht werd verwezen. Naar
verluidt heeft regisseuse Antje
De Boeck zich hierbij laten in
spireren door verhalen die zij
bij reportages in het radiopro
gramma 'Piazza' heeft ge
hoord. Voor min of meer alle
daagse verhalen is door haar
en de spelers een opvallende
theatrale verpakking gevon
den.
Elly de Waard op Zuid-Hollandse Schrijversdag in Leiden
dei
liejTONEEL
luljRECENSIE SUSANNE LAMMERS
mètelling: De gekwetstheid is minimaal
p Jftrnhemse Theaterinitiatieven. Tekst.
J'ourveur Regie: Willibrord Keesen.
iWim Bouwens, Reinout Bussemaker
[gekwetstheid is minimaal',
-nen droevige titel, zo'n titel
rereert het tegendeel. Maar
Set stuk zich afspeelt in een
op de Belgische snelweg
twee afgewezen mannen
.ljtoofdpersonen, dan weet je
je een lange, droevige avond
1 knoet gaat.
fwee mannen zijn absolute
ppolen en hoe ze samen in
0[| auto terecht kwamen,
)t at niet opgehelderd. Wel is
;n|elijk dat ze allebei naar de
-) jssing van hetzelfde raadsel
ve'.oek zijn, namelijk: Was will
JWeib, want dat daarin de
jvering van het menselijke
jiaan Ligt, daar zijn ze het in
üpval wel over eens.
•n verschrikkelijke opeen-
wieling van woorden probe-
Jze hun gedachten - opvat-
in is een te groot woord - te
jen om de ander te overtui-
1 len de uitkomst is dat bij
gjen de grond onder de voe-
elijvegvalt. Niet omdat ze van
Uükrs standpunt overtuigd zijn
•jgfekt, maar omdat zo'n pro-
lische, duistere, mystieke
vrouw weer even laat zien, dat
ze niet in een hokje te stoppen
valt. Dat, omdat vrouwen niet
zo simpel in te delen zijn, het
leven zo eenvoudig niet is.
Met een mengeling van fascina
tie en gêne heb ik zitten kijken.
Omdat 'De gekwetstheid is mi
nimaal' een tekëntafelstuk is,
met ais uitgangspunt twee vol
strekte uitersten die allebei op
hun manier niet tot een bevre
digende oplossing voor een pro
bleem komen. Zulke mannen
bestaan niet. Deze afwezigheid
van enig realistisch gehalte is
niet erg, je kunt ook zonder dat
iets zinnigs zeggen over het le
ven in het algemeen en de lief
de in het bijzonder. Als je de
juiste taal gebruikt.
En daar zit het andere manco
van de voorstelling. De een
kwaakt hanige pikpraatjes, de
ander beuzelt weemoedig en
ridderlijk-romantisch, maar de
stortvloed van woorden is een
doelloze excercitie. De interrup
ties van de dame van het gezel
schap, over seks en meer in het
bijzonder over verkrachtings
fantasieën, maken het geheel
compleet: een ijdel hoopje niks
dat verliefd in de spiegel kijkt en
in plaats van een puberaal
woordenspel een drama over
Het Leven ziet. Maar het is ab
soluut fascinerend dat je zo'n
stuk met zoveel inzet en overga
ve spelen kunt.
'STIKKER - In het artikel, gisteren op de voorpagina, over de
van kunsthandelaar J. Goudstikker is een storende fout geslo-
Niet zijn weduwe Desirée heeft de Goudstikkercollectie in de
d|ede Wereldoorlog aan de Duitsers verkocht, maar het perso-
ivan zijn handelsbedrijf. Dat heeft in afwezigheid van mevrouw
Istikker naar de macht van de naamloze vennootschap gegre-
zo meldt de executeur testamentair van mevrouw Goudstik-
de Leidenaar R. Feenstra.
el-
Als popjournalist bij de
Volkskrant en Vrij Neder
land legde Elly de Waard
(1940) de muzikale ziel
bloot van grootheden als
David Bowie, Frank Zappa,
Bryan Ferry en David Syl
vian. De Waard behoorde
in de jaren zeventig en
tachtig tot de top van de
vaderlandse popjournalis
tiek.
LEIDEN/CASTRICUM WIM KOEVOET
Bowie en Roxy Music hebben
hun doorbraak in Nederland
aan haar artikelen te danken. Ze
was irritant eigenzinnig, maar
eén autoriteit. Nadat zij zo'n
beetje als enige de omstreden
religieuze platen van Dylan
prees, stelde menig criticus zijn
mening bij.
Toch is het niet de popjour
nalistiek, maar het dichterschap
waarmee ze aan haar eigen mu
zikale ziel heeft geappelleerd.
„Een dichter speelt met de mu
zikale elementen van de taal. Ik
twijfel aan iemands dichter
schap als hij zijn gedichten niet
goed kan voordragen. Een dich
ter moet namelijk zélf zijn mu
zikale bedoelingen kunnen la
ten horen", zegt De Waard. De
dichteres, die in 1978 debuteer
de met 'Afstand', komt morgen
naar het Leidse Volkshuis van
wege de Zuid-Hollandse Schrij
versdag. De Waard houdt dich-
tersspreekuur van half elf tot vijf
uur.
Dat op dichters in toenemen
de mate een beroep wordt ge
daan om verzen ook voor te
dragen, vindt De Waard een
goede zaak. „Ik heb in Barcelo
na in een paleis opgetreden. Op
een enorme gevel achter mij
werden de Catalaanse vertalin
gen geprojecteerd. Geweldig,
vond ik dat. Ik houd ervan om
voor te dragen. Ik heb trouwens
nooit moeite gehad om achter
een microfoon te staan. Of dat
geldingsdrang is? Ongetwijfeld.
Om dezelfde reden ben ik er zo
trots op dat nu een van mijn ge
dichten in alle metro's van Rot
terdam is te lezen."
De Waards tiende dichtbun
del, die in het voorjaar van 1998
verschijnt, zal vergezeld gaan
van een cd waarop haar poëzie
is te beluisteren. De opnamen
worden gemaakt in de studio
van Henny Vrienten. Op de
vraag waarom ze haar voor
dracht niet tegen een muzikale
achtergrond plaatst, zoals de
Britse 'MTV-dichter' Murray
Lachlan Young met veel succes
heeft gedaan, antwoordt ze:
„Daarvodr weet ik te weinig af
van componeren en muziek
maken. Ik zou de muziek aan
anderen moeten overlaten
waardoor het project te duur
wordt. De ontwikkeling die
Young in gang heeft gezet vind
ik wel belangwekkend mits de
muziek een ondersteunende
functie vervult en niet de aan
dacht van het gedicht afleidt."
De schrijfster zegt dat ze al
Elly de Waard: „Ik ben van het slag dat blijft dansen.'
ten tijde van de Supremes 'fan
tasieën' had over hoe dichters
hun performance 'spannend'
kunnen maken. „Als je toch
eens een koor met zangeressen
van dat kaliber belangrijke vers
regels zou laten herhalen..."
De Waard legde haar journa
listenpen neer 'omdat ik eigen
lijk alles al had gezien'. „Elke
generatie moet zonodig telkens
het wiel uitvinden en dat begon
me te vervelen. Ik vind ook dat
elke generatie zijn eigen critici
moet voortbrengen." De aan
drang om de draad van de pop
journalistiek weer op te pakken,
heeft ze nooit gehad. „Maar zou
een krant mij nu vragen een
stuk over de nieuwe cd of tour
nee van de Rolling Stones te
schrijven, dan zou ik de op
dracht in overweging nemen. Ik
kan een mooi stuk toezeggen: ik
breng de meerwaarde van de
ervaring mee", zegt ze. En dat
klinkt arrogant en charmant te-
gelijk.
Wezenlijke ontwikkelingen in
de popmuziek zijn er al lange
tijd niet meer, meent De Waard.
De revolutie die rock 'n roll te
weegbracht, stelt ze, kwam
voort uit de 'elektrificatie van de
muziek'. „Alleen als het instru
mentarium verandert, is er kans
op echte vernieuwing. De digi
talisering en de opkomst van de
samples zie ik niet als verande
ringen maar als toevoegingen.
„Rock 'n roll", vervolgt de
dichteres, „volg ik nog slechts
op afstand. De enorme opwin
ding die ik voelde aan het begin
van de rock 'n roll, was verdwe
nen. Tot afgelopen zomer, toen
ik in Frankrijk raïontdekte. Dat
vind ik geweldige nieuwe mu-
>G BERT JANSMA
'ekroning van de Italiaan
Fo met de Nobelprijs voor
ituur komt, zoals de meeste
:n, tamelijk laat. Het be-
van Fo ligt in de jaren ze-
jg. Niet zozeer als literaire
Jjir, maar als theatermaker.
hij een eigen vorm vond
maatschappijkritisch, agit-
theater en in West-Europa
als de goeroe van het linkse
bedde zijn nieuwe Itali-
ijsje volkstoneel in de oertra-
dfvan commedia dell' arte en
^{rondtrekkende saltimban-
30} de potsenmakers en vertel-
Theater met zware politie-
boyentonen, socialistisch,
e |üstisch of zelfs maoïstisch,
nog in 1981 noemde de
-regisseur-schrijver zich
•edig een maoïst,
vraag is of de wijze heren
xkholm in Fo nu een in-
lels wat vergeten lieveling
^oud-links bekroond hebben
in b winter van zijn leven. Of
ti' t hun Nobelprijs gezien
«en als een teken in een tijd
)f ontpolitisering en individu-
in' ring in de kunsten? Vraag-
'tïTis. Er komt er nog een bij,
1''Fo schreef zijn theater-
el dan wei zelf, maar hij ver-
sttde op diverse plaatsen dat
rïfl/verk ontstaan was uit im-
M isaties met zijn acteurs.
d®t politiek toneel in de jaren
Dario Fo met zijn echtgenote, de actrice Franca Rame.
zeventig was vaak een zaak van
ongenuanceerde politieke
standwerkers, die dreigende
wijsvingertjes hieven en voor
wie pamfletten na afloop be
langrijker waren dan hun thea
ter. Vaak irritant en vervelend.
Van Fo kon je dat nooit zeggen
ondanks zijn boodschap. Toen
zijn discipel Arturo Corso in
Vlaanderen bij de Nieuwe Scè
ne (genoemd naar Fo's groep
Nuova Scena) diens parodie op
een passiespel 'Mistero Buffo'
ensceneerde werd dat prachtig
theater waarbij de tranen van
lach en ontroering je over de
wangen liepen. Ook al schoot
Fo volop pijlen af op patroons,
pastoors en paus en barstte hij
bijna van het mededogen met
de door oorlog en sociaal on
recht gekwelde mens.
In zijn latere werk pakte hij
actuele politieke zaken aan.
Zoals de Italiaanse affaire Pinelli
in 'De plotselinge dood van een
anarchist' (hier gespeeld door
Frans Strijards) of 'De ontvoe
ring van Fanfani'. Burgerlijke
ongehoorzaamheid en proleta
risch winkelen in de klucht
'Non si paga! Non si paga!' (als
'Betalen? Nee!' gebracht door de
Nieuwe Komedie).
Maar nooit verloochende hij
dat theatrale, het variété en de
komedie. Toen hij in Oost-Ber-
lijn werd uitgenodigd, om
Brecht te ensceneren en meteen
de muziek van Kurt Weill door
een popgroep liet spelen, werd
dat gezien als heiligschennis.
Brechts dochter noemde het
'blasfemisch' en Lotte Lenya
kreeg in Amerika bijna een hart
aanval. Het lag niet aan hem dat
zijn boodschappen in Neder
land nogal log over het voeüicht
kwamen. „Het is belangrijk dat
er gelachen wordt," zei Fo des
tijds. „Komisch theater wil zeg
gen: lachen met het bewustzijn
de tegenstander, de klassenvij-
and, de mythen van bourgeoisie
en kapitaal te vernietigen. De
macht de schijn van heiligheid
af te rukken."
Fo wilde zich niet door de po
litiek laten inlijven. „Wij zijn
geen arm van een politieke
groepering", stelde hij. Al speel
de hij jarenlang bijna uitslui
tend voor de culturele organisa
tie van de Italiaanse communis-
Vorige week leek her even kom
kommertijd. Of alle redacties
van alle nieuwsproviders waren
allemaal grote liefhebbers van
de Popart.
Want bij het
overlijden van
Roy Liechten
stein was er
geen medium
dat dit voorval
niet met over
dreven aan
dacht behan
delde. Eenstem
mig werd deze
eertijds omstre
den schilder ge
prezen ab de
man die het cli
ché door mid
del van het uit
vergroten van
stripverhaal-
plaatjes had
weten te verhef
fen tot kunst.
En deze plaatjes
stonden op alle
voorpaginds.
De stripteke
naars zeif zul
len nooit door
Rudy Fuchs of een van de andere
kunstpauzen op dezelfde eerbie
dige manier besproken worden.
Maar volgens mij is er eentje, die
al veel langer dood is dan Liech
tenstein, van wie het werk veel
langer zal voortleven in de ge
dachten van de mensheid dan
dat van de pas overledene.
Op dit ogenblik is er in het zich
zelf vernieuwende Rijksmuseum
voor Volkenkunde in Leiden
zelfs een tentoonstelling die
wordt geruggesteund door het
werk van deze Hergé. En het is
niet de eerste keer dat het werk
van de schepper van Kuifje dient
als basis van een grote tentoon
stelling. In 1984 was er bijvoor
beeld in Barcelona een enorme
expositie, waar tal van mondia
le kunstenaars hem eer betoon
den. Ook kom je het werk van de
Belgische tekenaar in allerlei ge
daanten tegen op de markt. Zo
ben ik zelfde trotse bezitter van
een paar breteb met een gum
mi-afbeelding van 'Kuifje en
Bobbie in Afrika'. Hetzelfde is
trouwens gebeurd met de iconen
van de Amerik.fani" kunste
naar. Koekblikket. affiches, re
clames en natuurlijk kleding
staan bol van Luchten sceins
motieven.
De abris met de levensgrote pos-
VALLENTGOED
ters van Kuifje hadden hij mij
een dusdanige nieuwsgierigheid
opgewekt dar ik weer eens een
bezoekje wilde brengen aan Vol
kenkunde.
Hetgeen ik
deed in gezel
schap van
mijn zes-jari
ge dochter.
Gigantische
sporen van
De Verschrik
kelijke
Sneeuwman
liepen van
het rijk be-
vlagde kan
toor van Lei
den Promotie
tot diep in de
tentoonstel
ling. Bij het
ophangen
van onze jas
sen in de gar
derobe was ik
dan ook on
middellijk
mijn dochter
kwijt.
De dienst
doende sup
poost maakte mij erop attent
dat Wiesje waarschijnlijk de
sporen verder was gevolgd en
daardoor op de eerste verdieping
moest zijn beland. Inderdaad
trof ik haar huilend en wel aan
in een zaaltje met Tibetaanse ge
bedsstenen met op de achter
grond het merkwaardige gezang
van boeddhistische monikken.
,,Waar was je dan?" snikte zij,
„de sporen hielden zo maar op
eens op en toen was ik ver
dwaald.
Gelukkig kon ik haar troosten en
vervolgden wij onze weg door de
mystiek en het dagelijkse leven
van Tibet. In alle hoeken van de
uitstalling was er trouwens weer
van alles te doen voor kinderen
en zodoende brachten we dus
een paar genoegelijke uurtjes
door in het museum.
Het één na laatste zaaltje liad
nog een verrassing in petto: he
dendaagse geschiedenis met een
politieke stellingname. Iets wat
Hergé zelf pas deed in zijn
laatste album: 'Kuifje en de Pi-
carós'. Ab u van plan bent om
met uw kinderen deze tentoon
stelling te bezoeken, raad ik u
aan om van te voren het boek
nog een keertje te lezen, l iet feest
der herkenning zal dubbel zo
groot zijn!
ziek. Er zit enorm veel melodie
in, de zang is lyrisch en ik raak
gefascineerd door de uiterst
complexe ritmen. 'f
Aan 'goede disco' en house
beleeft De Waard ook veel ple
zier maar 'uitsluitend in de dis
co'. „Ik ben van het slag dat
blijft dansen - zo lekker voel ik
me daarbij - en moet de zaal uit
worden geveegd.
Hoewel De Waard zich veel
vuldig ophoudt in grote steden,
is ze zeer gehecht aan haar
woonplaats Castricum. „Ik
woon in de duinen, vlakbij zee.
Hier is het stil en kan ik me
goed concentreren. Toch veran
der ik regelmatig van werkplek.
Ik blijf op zoek naar een mij an
dere omringende realiteit waar
tegen ik m'n gedachten kan af
zetten."
tische partij. Rechts Italië
noemde hem een terrorist, hij
kreeg door tussenkomst van het
Italiaanse ministerie van bui
tenlandse Zeiken geen visum
voor Amerika, zijn vrouw, de
actrice Franca Rame, werd door
neofascisten ontvoerd. Zijn
voorstellingen werden nog in
1980 doodgezwegen in de
rechtse pers en alleen vermeld
in extreem-linkse bladen. „Het
zal ons een rotzorg zijn", stelde
Fo, „want onze grote kracht is
ons publiek. Wij spelen altijd
t/oor volle zalen."
Maar een linkse luis in de pels
van de Italiaanse literatuur als
Pier Paolo Pasolini noemde de
populistische stijl van Fo al in
1970 'de pest voor het Italiaanse
theater'. En Fo's politieke op
vattingen begonnen sleets te ra
ken. Vooral toen hij in zijn
maoïstische periode stelde dat
hij in China 'alleen maar geluk
kige mensen had gezien'.
Fo's politiek theater van de
lach van destijds bestaat nau
welijks meer, het internationale
politieke toneel is allang failliet.
Als auteur kun je hem ook niet
echt een groot figuur of een
groo( denker noemen. Fo is
hartstocht, theater. Met dat gro
te gevoel voor het clowneske,
het absurde. Deze Nobelprijs
voor literatuur heeft iets van
een verkeerd gehangen prijs
kaartje.
RECENSIE SUSANNE LAMMERS
Concert: Michel Béroff. Met werk van
Beethoven, Brahms en Debussy. Ge
hoord: 9/10, Stadsgehoorzaal, Leiden.
De eerste pianist uit de kla-
vierleeuwen-serie in de Stads
gehoorzaal had zijn avond
niet. Michel Béroff speelde
rommelig, ongeïnspireerd en
veel te haastig. Heel veel no
ten, maar geen lijn die zich in
het hoofd van de luisteraar
vastzette.
Beethovens Sonate nr. 30
begon heel aardig, heel vrien
delijk en kreeg allengs vaart.
Maar Béroff heeft de eigenaar
dige gewoonte bijna alle noten
van de melodie zo pregnant te
accentureren dat ze zich niet
tot een lijn vormen, maar als
los zand onder de vleugel ko
men te liggen. Dat soort effec
ten doen de muziek uiteinde
lijk alleen maai- vervlakken.
Het instrument zingt niet en
droomt niet onder Béroffs
handen.
Ook Brahms' 6 Klavierstücke
Op. 118 kregen een matige be
handeling. Stormachtig begin
nen lukt nog wel, maar vooral
het derde deel, de Ballade in g,
speelde Béroff chaotisch en te
luid, nog afgezien van de ont
stellende hoeveelheid missla
gen. Veel te laat kwam er
structuur en ritme in. De ele
gantie van het Intermezzo in f
was nauwelijks hoorbaar door
de overzwaar aangezette lin
kerhand en de prachtige kleur-
tekening van het laatste deel,
het Intermezzo in es, liet Bé
roff meer vermoeden dan ho
ren.
Beter thuis voelde hij zich
overduidelijk bij Debussy's
Préludes. Deze speelt hij sub
tieler dan ik in de pauze voor
mogelijk had gehouden. De
sfeer wordt duidelijk transpa
ranter en soms lijkt de pianist
zelfs wat te voelen bij wat hij
speelt, maar overtuigen doel
hij niet. Debussy hoeft echt
niet altijd zo heel delicaat ge
speeld te worden, maar dat is
geen reden om hem zo te ver
scheuren als Béroff soms doet.
Michel Béroff wil ongetwij
feld iets zeggen met zijn eigen
zinnige interpretaties, maar
wat dat precies is, wordt niet
duidelijk. Wat je hoort zijn
vreemde accenten, scherpe
klanken en veel pianogcwcld.
Nukkig spel eigenlijk.
Waar kunstenaarschap Fridman
MUZIEK
RECENSIE LIDY VAN DER SPEK
Concert door Anna Fridman, piano. Geor
ganiseerd door de Stichting Cornelis de
Vlaming. Gezien: 9/10, Oudshoomsekerk,
te Alphen a/d Rijn.
Spelen op een grote Steinway-
vleugel in de Oudshoomsekerk
betekent bij voorbaat dat niet
alles meezit. En als het instru
ment niet optimaal geïntoneerd
is, komt er nog eens een handi
cap bij.
Anna Fridman begon haar
Russische recital met De Jaarge
tijden van Tsjaikowsky. De
componist wekt allerhande sfe
ren op, van nestwarmte via tere
melodieflarden in 'de witte
nachten' (juni) naar een trojka
in volle vaart, polyritmisch door
de cadans van draf en galop
(november): slavisch tempera
ment gerealiseerd met westerse
middelen, melodisch en af en
toe banaal. Hierbij werken
akoestiek en toucher, Fridmans
heel speciale techniek, niet mee
om er een helder gearticuleerde
en sfeervolle tocht door de tijd
van te maken.
Skriabin (1872-1915) vormt
de overgang naar de nieuwere
Russische toonkunst. Voor hem
is kunst een mysterie, een rite.
Fridman heeft zich inmiddels
aan ruimte en vleugel aange
past. Haar ware kunstenaar
schap ontluikt in de twee zeer
contrasterende Poèmes.
Haar twee Préludes van Rach-
maninov zijn ronduit schitte
rend. Slepend en zonder enige
agressie zet zij het overbekende
thema in, om in het verloop des
te meer uit te kunnen pakken in
een magistraal akkoordenspel.
De tweede prélude vol elegantie
en een geraffineerde fluwelen
presentie.
De (orkest)suite uit 'Romeo
en Julia' doet het goed op de
piano, in de eigenhandige be
werking van Prokofiev. 'Julia,
het meisje' danst over de piano
lichtvoetig en slepend. In de
'meisjesdans met lelies' laat An
na Fridman je als het ware de
zoete leliegeur opsnuiven.
'Dumka' van Tsjaikovski is een
briljant slot, helemaal niet zo
langzaam en elegisch als het
woord doet vermoeden.