'Vanuitje stoel is het makkelijk
oordelen over een bergongeluk'
I
Machtswellust en botsende culturen in Euregio
'Ons verhaal doi
onbeholpen aan^j
DINSDAG 7 OKTOBER 1997
Alpinisten worstelen niet hun gedragsregels
In de nacht van 14 op 15 juli lieten vijf alpinis
ten de Delftse klimmer Stijn Maas (23) achter
op de Hohberggletsjer in de Zwitserse Alpen.
Terwijl ze hulp haalden, stierf Maas aan uit
putting en onderkoeling. Hoe verwijtbaar of
schandalig was dat? De veiligheidscommissie
van de bergsportverenigingen NBV en Knav re
construeert het drama en doet dezer dagen
verslag.
NULAND THEO HAERKENS
„De buitenstaander beseft niet wat voor in
spanning er nodig is om te klimmen op een
hoogte van meer dan 3.000 meter", stellen
voorzitter A. van den Hout. voorzitter van
de Nederlandse Bergsportvereniging en zijn
collega L. Wildervanck van de Koninklijke
Nederlandse Alpenvereniging. Zij vinden op
voorhand dat de tochtgenoten zijn geëxcu
seerd. „Het is wel makkelijk oordelen vanuit
de leunstoel thuis. In de bergen is lang niet
alles in regels te vangen.
Beiden zijn door de wol geverfde klim
mers. Zij weten hoe het echt is in de bittere
kou en de ijle lucht van het hooggebergte.
Zuurstofgebrek kan er daverende hoofdpijn
opleveren en elke handeling vergt veel extra
inspanning. Een slapeloze nacht, niet denk
beeldig bij weinig zuurstof, kan iemands
conditie ondermijnen. Vertraging door pap
perige sneeuw of omdat je de weg even niet
kunt vinden, kan enorme consequenties
hebben. Een onvoorziene overnachting is
lang niet vrij van risico. Vermoeidheid of
een kleine blessure van één klimmer heeft
gevolgen voor een heel team. Bovendien
kan het weer in de bergen razendsnel ver
anderen. Mist die je elk zicht ontneemt,
sneeuw of hevige regen, om van onweer
maar te zwijgen.
Onder die omstandigheden moeten er
beslissingen worden genomen over terug
keren of doorgaan. Over doorgaan of blij
ven. over linksaf of rechtsaf. Langdurig ver
blijf in de koude, vermoeidheid, en een toe
nemende spanning als de moeilijkheden
voortduren, zijn niet de ideale omstandig
heden om problemen op te lossen. Onder
die omstandigheden kunnen beslissingen
die in het Nederlandse polderland merk
waardig lijken, of onjuist, toch de beste zijn.
NBV-voorman Van den Hout gaat er op
voorhand vanuit dat de alpinisten met wie
Stijn Maas onderweg was, gedaan hebben
wat onder de omstandigheden het beste
was. De veroordeling die besloten ligt in
vragen over het schenden van een van de
basisregels van het alpinisme - 'Je laat ie
mand toch zeker niet alleen achter?' - vindt
in zijn ogen geen genade.
Van den Hout, in het dagelijks leven
hoogleraar ziekenhuisbeleid in Nijmegen,
heeft zelf in 1991 een ongeluk met dodelijke
afloop meegemaakt in de bergen van Oos
tenrijk. Hij weet waar hij over spreekt, want
ook hij nam beslissingen die op het eerste
gezicht indruisen tegen de regels die gelden
in het alpinisme.
„We waren met negen mensen op de
Gross Löffler, een berg van meer dan 3.000
meter", schetst hij. Vroeg in de ochtend was
de groep naar de top van de berg geklom
men. Meestal is dat nachtwerk omdat het
dan flink koud is en de sneeuw compact en
stevig, wat de veiligheid ten goede komt.
„Rond twaalf uur 's middags zaten we in de
zon op de top. Daarna daalden we af over
een trechtervormige gletsjer die onderdeel
uitmaakt van de normale route.
De groep was in tweeën verdeeld. „De
Oostenrijkse berggids liep met vier anderen
aan een touw en ikzelf als cursusleider met
drie." Om de gletsjer veilig over te steken,
werd al zigzaggend afgedaald. Daarbij ging
de groep met de Oostenrijker voorop en pas
toen die een slag had gemaakt, vertrok de
andere groep. „Dat doe je uit voorzorg, als
de achterste groep om wat voor reden dan
ook valt, sleurt die de eerste niet mee", ver
klaart Van den Hout.
Als touwfuhrer liep hij, zoals gebruikelijk
aËJjfc*
Het weer kan in de bergen snel om slaan. Deze bergwandelaars op de sneeuwbedekte rug van de Rheinwald-
hom in de zuidelijke Alpen lopen hier nog betrekkelijk gemakkelijk in het zonnetje, maar de omstandigheden
tijdens de afdaling kunnen snel slechter worden. Wie neemt snel genoeg de juiste beslissingen als zich on
derweg een gevaarlijk incident voordoet? Vanuit de leunstoel is het makkelijk oordelen achteraf.
FOTO ERA ARCHIEF
Voorzitter A. van den Hout van de Nederland
se Bergsportvereniging.
FOTO CPD CER LOEFFEN
bij afdalingen, achteraan. Ook dat is een
veiligheidsmaatregel: als iemand aan het
touw uitglijdt, ziet de leider dat onmiddel
lijk. Als de meest ervarene kan hij voorko
men dat de hele groep naar beneden stort.
„Ik hoorde wat achter me, keek om, en
zag een rotsblok zo groot als deze tafel naar
beneden stuiteren. Het zag eruit als een
soort container en kwam recht op ons af."
Voordat hij ook maar iets kon doen, daver
de de steen van bijna anderhalve kubieke
meter over zijn touw heen en raakte de
tweede man. De rest van de groep, die aan
het touw vastzat, schoof een eind mee naar
beneden. De andere groep ontsprong de
dans 'omdat die niet meer in de vallinie
liep'.
De getroffen man bleek zeer ernstig ge
wond, zijn been was door de botsing afge
rukt. De Oostenrijkse gids kwam meteen
naar boven klimmen om hulp te verlenen
en het been af te binden.
„Toen moesten er belangrijke beslissin
gen worden genomen. Wie moest er hulp
gaan halen?", benadrukt Van den Hout. In
luttele seconden was duidelijk dat hijzelf
dat zou doen en wel heel snel. Overeen
komstig de regels bleef de berggids bij het
slachtoffer. „Maar ik moest eerst de ande
ren die in een soort shock verkeerden naar
een veiliger plek brengen, weg van het
spoor waar de steen naar beneden was ge
komen. Er kon nog een tweede steen ko
men."
De tocht naar de dichtstbijzijnde hut zou
zeker anderhalf uur duren. Normaal ge
sproken is het uitgesloten dat iemand in
zijn eentje een gletsjer oversteekt, maar in
dit geval zat er volgens Van den Hout niets
anders op. .Als ik één van de anderen mee
nam, zou het een stuk langzamer gaan en
bovendien kon die me toch niet helpen als
ik op de gletsjer in zon diepe spleet zou
vallen."
De cursisten hadden juist geleerd dat je
nooit alleen een gletsjer mag oversteken,
glimlacht hij. „Iedereen was enorm aange
slagen en iemand wilde me verbieden al
leen te gaan, maar die heb ik afgeblaft en ik
ben gegaan." Hardop vraagt hij zich af wat
er had moeten gebeuren als de Oostenrijkse
berggids er niet bij was geweest. „Wie had
er dan moeten gaan?" Leiderschap is op
zo'n moment ontzettend belangrijk. Je
moet vooral snel beslissen om het groeps
proces in de hand te houden.
De emoties van dat moment komen weer
terug en zijn van zijn gezicht te lezen. „Ik
zie het allemaal weer zo voor me." De tocht
naar beneden verliep zonder ongelukken.
Dat is op zichzelf al een wonder. „Je denkt:
ik moet vlugger, vlugger, want anders kom
ik te laat."
Toen hij doodop de berghut binnenstrui-
kelde bleek dat er niemand was die de radio
kon bedienen om vanuit het dal hulp te la
ten aanrukken. „Dan gedraag je je niet
netjes meer." En toen de reddingsdienst
was ingeschakeld, ging Van den Hout terug
de gletsjer op om de cursisten op te halen.
„Iemand heeft me op sleeptouw genomen
herinnert hij zich. Maar het meest dramati
sche was dat hij al van veraf kon zien dat
het helemaal mis was. „Ik zag een arts uit
de helikopter naar beneden komen. Dat
duurde maar even, daarna werd een bran
card naar beneden gelaten en weer opgehe
sen. De brancard werd niet naar binnen ge
haald, maar bungelend onder aan de heli
afgevoerd en dan weet je al dat hij het niet
heeft gehaald."
Van den Hout heeft geen goede herinne
ringen aan het onderzoek dat volgde. „Het
was een beroerde tijd. Je hebt toch het ge
voel dat je wordt beschuldigd van iets ern
stigs." Aan de hand van onder meer het
proces verbaal, de bevindingen van de red
dingsdienst en het weerbericht werd de ge
beurtenis gereconstrueerd. Alles werd uit-
gezocnt. Was de groep misschien te lang op
de top blijven hangen? Was het daardoor te
warm om nog veilig naar beneden te kun
nen gaan? Hij tast in zijn papieren en haalt
een grafiek met de temperaturen van dat
moment tevoorschijn. „Tot op de halve
graad wilden ze die weten, want hoe war
mer het is. hoe sneller sneeuw en ijs op de
gletsjer smelt en stenen loslaten." Nog
steeds opgelucht laat hij een papier zien
met de conclusie 'dat hier aannemelijk is
dat dit een geval was van overmacht'.
In de afgelopen twee maanden is ook het
ongeluk waarbij Stijn Maas omkwam op die
manier onderzocht. De bergsportverenigin
gen vinden dat uitstekend. Maar een waar
deoordeel willen de voorzitters vooralsnog
niet uitspreken. „Ieder ongeluk is uniek,
met unieke dilemma's. Er zijn altijd uitzon
deringen op algemene regels.
Het rapport van de veiligheidscommissie
beschrijft zo objectief mogelijk wat zich in
die fatale nacht heeft afgespeeld op de hel
ling van de Dome, een Alpenreus van ruim
4.000 meter. Van den Hout en Wildervanck
verwachten dat het rapport geruchten de
kop indrukt, onheuse beschuldigingen
weerlegt en dat er lering uit is te trekken.
„Want misschien is er wel een weerbericht
verkeerd geïnterpreteerd. Misschien heb
ben ze de tocht te licht ingeschat en heeft
die veel langer geduurd dan ze hadden ge
acht. Aan dat soort zaken moeten we dan in
onze cursussen meer aandacht schenken."
Waarschuwing voor protest in Brusse%i
rs tl
BRUSSEL PAUL KOOPMANLj,
CORRESPONDENT
dF
Met gekromde tenen heeft hij de afgelopen dagen het opt^
Nederlandse ministers in Brussel gadegeslagen. Volgens p^,
M. van Schendelen, hoogleraar internationale politiek aaj^p
musuniversiteit te Rotterdam, gingen vooral de WD-min^aci
Zalm en Van Aartsen als blinde paarden te keer. De Nedei^
eis tot een verlaging van de netto-bijdrage aan de Europe^;!
sen had niet op een ongelukkiger manier naar voren kuni^a
den gebracht, meent de lobby-deskundige. „Ik vrees dat
venklapper in ons eigen gezicht gaat ontploffen".
De Rotterdamse hoogleraar staat bekend als een kritisch 'f
watcher' sinds hij een standaardwerk publiceerde over dei
waarop diplomaten over de grens de belangen van het koill
behartigen. Aanleiding voor het boek waren de mislukte
voor Ruding (als president van de op te richten Oost-EuroP^
Lubbers (voorzitter van de Europese Commissie) enAmsfle
(als zetel van de Europese Centrale Bank). Nederland ovej1
eigen mogelijkheden, verdiept zich onvoldoende in de Bnf3"
mores en stemt het beleid van de ministeries onvoldoend?
kaar af, concludeerde hij.
Toch is Van Schendelen geen zwartkijker in wiens ogen df™
elite nooit iets goeds kan doen. Integendeel: over het lobbj
van minister Van Mierlo is hij zelfs enthousiast. „Buitenlarel
ken opereert veel handiger dan tijdens de vorige regeerpe?
buitenlands beleid wordt veel beter afgestemd dan \Toegt§er
hij voegt er meteen aan toe: „Daarom heeft het me ook za
dat met name Zalm als een onbesuisde rebel is opgetredejp|
Luxemburg heeft hij er zelfs mee gedreigd de uitbreiding v
te blokkeren als de Nederlandse netto-positie niet verbeten
wel hij dat vervolgens zelf weer genuanceerd heeft, moestee
Mierlo hem een dag later nog terugfluiten. Dat zegt al veejscl
Reden voor alle heisa is het plan 'Agenda 2000' van de Eufide
Commissie, waarin een ingrijpende hervorming van het l&vo
beleid alsmede een herziening van de financiële huishoud Bi
de Unie wordt bepleit. Volgens het ministerie van financiinp
kent één en ander dat de Nederlandse belastingbetalers vi v;
eeuwwisseling netto jaarlijks circa drie miljard gulden exqob<
zijn aan de Europese gedachte, en dat vindt men in Den h
beetje te veel van het goede. De vraag is of deze klacht kri
naar voren mag worden gebracht. JU
De Rotterdamse hoogleraar heeft er begrip voor dat het k
robbertje wil vechten om dit gevaar af te wenden. Maar hl
gens Van Schendelen verstandiger om met de sabel te ved
woest met knotsen te zwaaien. „Het doet allemaal nogalrf
pen aan", vindt hij. „Financiën heeft in Brussel diagrai
spreid die zeer gemakkelijk onderuit zijn te halen. De r
op pad gegaan met slordige boekhoudkundige berekenir
geen rekening houden met het economische profijt dat Np
van Europa trekt. Als je huiswerk niet klopt, ben je kwetslj
is precies wat er is gebeurd. Iedereen is over die Nederlaw
keningen gevallen. Een typisch staaltje van Hollands rekei
vond de Ierse minister van financiën I
Van Schendelen wijst er op dat Nederlanders al sinds ded
eeuw worden gewantrouwd als het om objectief rekeneni
Franse filosoof Voltaire schamperde in zijn tijd al over deÖt<
'eurithmetique Neerlandaise'. Daarmee bedoelde hij dani
landers heel goed naar zichzelf toe konden rekenen. Dit srr
dat echt breed leeft onder hoger opgeleide diplomaten, is/
wakker geroepen. Want de overige lidstaten weten heel gy i
ons land tussen 1957 en 1991 steeds een grote netto-ontvf
Europees geld is geweest. We kunnen nog tientallen jaren
den betalen voordat we quitte spelen". jj.(
De timing van de operatie 'wij willen ons geld terug' is voj
hoogleraar bovendien ongelukkig. „We hebben de EuropLg
zittershamer nog maar net neergelegd - en meteen slaanipri
Dat maakt een vreemde indruk en roept weerstanden op| oe
ook veel te prematuur om zo hoog van de toren te blazenjg s
discussie over de financiering van Europa is twee jaar u% v
Het is niet slim om al zo vroeg in je kaarten te laten kijkeifen
Het was effectiever geweest achter de schermen coalitiesi er
en geleidelijk bij andere netto-betalers (Duitsland vooroptr
kweken, meent de hoogleraar. „Een professionele belang^je(
ger sondeert eerst in de andere hoofdsteden: hoe liggen c he)
daar? Er wordt steun verworven, er wordt afgetast op welifcm
belangen tegen elkaar kunnen worden ingeruild. Het is edv0r
gemiste kans dat niet is getracht op een discrete manier si er
krijgen van Bondskanselier Kohl, die in hetzelfde schuitje^
Duitsers pakken het beter aan: door rustig te blijven en d%
betalingen aan Europa te koppelen aan de invoering vant(je
heidsmunt. Kijk, zo creëer je een positie waarin je kunt oitag
delen. Op de Duitsers is ook minder afwijzend gereageercLoj
Met name WD-minister Zalm is volgens Van Schendeler|vje
kenpiloot. „Ik vermoed dat Zalm te veel wordt opgejaagd in
Euro-kritische partijleider Bolkestein, die in Brussel al is tgr
met zijn Nederlandse verkiezingscampagne. Dat soort aiin
sche acties zijn misschien goed voor binnenlandse consu^i
maar in Brussel wordt het niet gewaardeerd". W
Van Schendelen heeft tot slot nog wel een tip: „Het grotefc so
Brussel niet in de subsidies en structuurfondsen, maar injge
geving. Als je de regels voor de interne markt op een voorjt he
stige manier kunt beïnvloeden, ben je pas echt een spekkfee I
zou zeggen: vecht de komende twee jaar over de spelrege^n
over de uitkomst mag je hooit zaniken". de
fko
en
Üi 1
Hetze tegen secretaris Nederlands-Duits samenwerkingsorgaan
KLEEF.JOHAN BOSVELD
Roddel en achterklap verzieken de sfeer binnen de Euregio
Rijn-Waal. Volgens sommige betrokkenen wordt binnen de
organisatie waar Nederlandse en Duitse gemeenten samen
werken, een machtsstrijd door middel van hetzes uitgevoch
ten. Volgens anderen valt het wel mee, maar moet er wel het
een en ander worden gereorganiseerd. Intussen is de secreta
ris naar huis gestuurd op verdenking van fraude en machts
misbruik. De rust bij de Euregio Rijn-Waal is nog lang niet te
rug.
De Emmericher Strasse een paar kilometer voor het grens
stadje Kleef. Na een flauwe bocht verschijnt aan de linkerkant
het citroengeel kasteeltje Haus Schmithausen. Het oogt mis
schien een beetje kitscherig, maar dat kan van meer gebou
wen in rococo-stijl worden gezegd. Schmuck Slösschen, zeg
gen de Duitsers.
Kasteel Schmithausen is het kantoor van de Euregio Rijn-
Waal, de grensoverschrijdende samenwerking tussen Neder
landse en Duitse overheidsinstanties. Rustig gelegen tussen
het groene lover van eeuwenoude bomen. Niets wijst op pro
blemen. Binnen de muren van het eind achttiende eeuwse
gebouw heerst echter onrust. Hardop durft niemand er over
te praten. Euregio-voorzitter Daniela Schwitt heeft op straffe
van ontslag op staande voet het Euregio-personeel verboden
over de kwestie te praten. Binnenskamers daarentegen gonst
het van de verhalen over machtswellust, zelfverrijking en bot
sende culturen.
Secretaris Jan Driesprong is het eerste slachtoffer van de
crisis. Hij heeft het volgens sommigen voor het grootste deel
aan zichzelf te wijten. Vier jaar lang zou hij onterecht een
reiskostenvergoeding hebben opgestreken voor de ritten tus
sen zijn woonplaats Gorssel en het kasteeltje in Kleef. Dit jaar
ontdekte de accountant van de Euregio dat Driesprong daar
mee een bedrag van ruim 40.000 gulden ontving.
van Hp F.nregio kreeg vervolgens het drin
gende advies van zijn bestuur om 'hangende een onderzoek
naar de gang van zaken' buitengewoon verlof op te nemen.
En als hij zelf geen vakantie zou opnemen, zou het bestuur
hem naar huis sturen. Opvallend is dat de beslissing niet in
eensgezindheid werd genomen. In tegenstelling tot wat het
dagelijks bestuur beweert, waren niet alle tien bestuursleden
betrokken bij het besluit om Driesprong op non-actief te stel
len. Sommigen hoorden er pas van toen de secretaris al thuis
zat.
Driesprong kwam in 1991 als secretaris bij de Euregio. Hij
kreeg twee jaar lang het woon-werkverkeer vergoed, daarna
moest hij verhuizen naar Kleef. In strijd met die afspraak
bleef de secretaris in Gorssel wonen en liet hij de reiskosten
vergoeding gewoon uitbetalen. Ruim 10.000 gulden per jaar.
Zelfverrijking noemen betrokkenen de handelswijze van
Driesprong. Een misverstand, aldus anderen. Want in het
personeelsdossier van Driesprong zitten tenminste drie brie
ven met evenzoveel verschillende afspraken over zijn reiskos
tenvergoeding. In tenminste één daarvan wordt de eis om te
verhuizen niet genoemd.
Veel betrokken die iets kwijt willen over de affaire doen dat
onder de voorwaarde dat er geen namen worden genoemd.
Die geheimzinnigheid heeft alles te maken met de verhou
dingen binnen Duitse overheidsinstanties, waar persoonlijke
aanvallen en kwaadsprekerij een grote rol spelen. Men is
voortdurend bezig met behulp van roddel en achterklap de
eigen macht uit te bouwen. Wie daarover uit de school klapt,
hoort er niet meer bij. Ambtenaren en bestuurders zijn voor
durend op hun hoede.
Driesprong speelde dat spelletje niet mee. Hij kreeg vol
gens sommige betrokkenen veel te veel macht binnen de Eu
regio. „Hij wilde de absolute heerser worden en voldeed op
geen enkele wijze aan het Duitse beeld van overheidsdie
naar", aldus een Kleefse ondernemer die de organisatie goed
kent. „De secretaris was eigengereid. Hij was geen hak-
kenklakker. (iet zich de wet niet voorschrijven. Daar kwam bij
dat veel mensen vonden dat hij geld over de balk smeet, er
was nauwelijks controle op zijn financiële uitgaven." Sinds de
Euregio onder Jan Driesprong was gegroeid van een margina
le club tot een organisatie die miljoenen omzette, waren de
belangen ook veel groter geworden. Maar niet alle gemeenten
of organisaties die bij de Euregio aanklopten voor financiële
steun, kregen geld voor hun grensoverschrijdende projecten.
Dat zette kwaad bloed en leidde tot rancune. Kennelijk was
het zittende bestuur gevoelig voor die onvrede. De roddel had
succes.
Er was meer. Ondanks de successen van Driesprong (de
Euregio Rijn-Waal is internationaal hét voorbeeld van goede
internationale samenwerking) bleek hij niet in staat de cul
tuurverschillen tussen de Nederlandse en Duitse overheden
en instellingen te slechten. Nederlanders gaan op kantoor in
formeel met elkaar om. Ze spreken elkaar met je en jij aan.
Duitsers blijven keurig u zeggen. „Als in Duitsland een onder
geschikte zijn meerdere met jij zou aanspreken, verliest die
chef onmiddellijk zijn autoriteit. In Nederland blijft er een ge
zagsverhouding als iemand z'n baas met jij aanspreekt", legt
een lid van de Euregioraad uit. „Zeker bij overheden zijn
Duitsers bijzonder formeel in de omgang met elkaar. Neder
landers vinden dat zulk Obrichkeitsdenken (overheidsdenken)
niet in een moderne samenleving past."
De twee overheidssystemen kwamen binnen de Euregio re
gelmatig bijeen om vervolgens te botsten. Geleidelijk aan
vonden de twee partijen elkaar een beetje in het midden,
maar de Nederlander zag van zijn systeem onvoldoende te
rug, terwijl zijn Duitse gesprekspartner zich evenmin op zijn
gemak voelde. Dezelfde problemen deden zich voor bij het
bepalen van de organisatiestructuur van de Euregio. Er rolde
een soort publiekrechtelijke instelling uit met een algemeen
bestuur (de Euregioraad) en een dagelijks bestuur dat ver
gaande bevoegdheden gaf aan de secretaris.
Terwijl het roddelcircuit op volle toeren draaide, deed de
Duitse pers de rest. In verhalen werd Driesprong a/geschil-
be
tflijk
derd als een financiële boef die belastinggeld verduisterde, juto
Daarnaast suggereerden kranten dat de secretaris het Eure- land
gio-kasteeltje veel te luxueus had ingericht. Er zou een zwem- Bilt
bad zijn, een prachtige badkamer en zelfs een slaapkamer1 de
voor de secretaris. De opsomming van comfortabele voorzie- Guj
ningen maakt Mathieu Spirts aan het lachen. Hij is voorlopig te
de waarnemend secretaris van de Euregio. Spirts: „Een üe s
zwembad? Daarmee bedoelen ze waarschijnlijk de blusvijver
die hier buiten ligt. Die stamt nog uit de tijd dat er geen wa
terleiding was. De badkamer blijkt in werkelijkheid een dou
chegelegenheid van anderhalve bij anderhalve meter te zijn
en in een iets groter kamertje staat een opklapbed, waar Drie
sprong na avondvergaderingen wel eens inkroop.
Het gegeven dat de Euregio is ondergebracht in een heus
kasteeltje, vergrootte de vooroordelen over de organisatie.
Toch kost het riante onderkomen de organisatie nauwelijks
geld. Op zoek naar huisvesting kwam het grensoverschrij
dend samenwerkingsverband enkele jaren geleden terecht bij
de Kreis Kleve die het vervallen Haus Schmithausen in de
aanbieding had. De Kreis had zelf geen geld om het gebouw
op te knappen. De Euregio had evenmin geld, maar kon
dankzij Europese subsidies en bijdragen van de Nederlandse
en Duitse overheden de twee miljoen gulden opknapkosten
op tafel leggen. In ruil daarvoor hoeft de Euregio geen huur te
betalen.
Het vertrek van secretaris Driesprong lijkt onafwendbaar.
Zijn handelswijze wordt onderzocht door het Velpse advies
bureau Rijnconsult en ook de Duitse justitie wil meer infor
matie. Dat onder veel besluiten waarmee geld gemoeid was
alleen de handtekening van Driesprong staat, wil volgens be- ev<
trokkenen niet zeggen dat het bestuur van niets wist. Vice-
voorzitter Peters (burgemeester van Didam): ,Als de secreta
ris teveel heeft uitgegeven is dat ook de schuld van het be
stuur. Wij hebben per slot van rekening jarenlang de jaarre
keningen goedgekeurd.