Een Tukker in de wolken
Middel
nederlands
Af en toe, bijvoorbeeld als we in de
file staan, of als ik boodschappen
doe op een drukke zaterdag, dan
denk ik aan de middeleeuwen, want
ik heb wel iets romantisch. En dan
bedenk ik hoe leeg Nederland toen
was. Onvoorstelbaar leeg. Duizend
jaar geleden woonden er in heel
Nederland maar een paar honderd
duizend mensen. Laten we zeggen:
evenveel als er tegenwoordig in de
stad Utrecht wonen. Ze spraken al
Nederlands, maar een beetje an
ders. Het is de vraag of we onze
voorouders zouden kunnen ver
staan, zonder woordenboek.
ZATERDAG 4 OKTOBER 1997
-5?eislustigen meteen voorkeur
"i voor verre bestemmingen
- -lebben er opgewonden kennis
'van genomen: voor nog geen
-■200gulden negen dagen naar
'Bali, inclusief hotel. De man
achter die sensatie in de
17.
ngi reiswereld: Joop ter Haar,
Jirecteur van Oad. Hij is bijna
le ijfenzestig, maar denkt er niet
inan zich terug te trekken. Ter
am
kif{aar wil zijn reisorganisatie,
lhki> floreert naast het busbedrijf
^uit Holten, tot een geduchte
ïeij
™tiarktpartij'maken en verzint
"daartoe elke keer iets nieuws.
latf
lL Dit keer: 'Bestemming Bali'
(en/ofLombok).
wolken.
ng
tol
BBE3HïaE25E
nbewust typeerde Joop ter Haar
zichzelf het beste tijdens een
verkenningsreis over Bali en
ïibok. Zodra daar ook maar even iets mis
[je met het vervoer stond hij te popelen om
grijpen. Op die Indonesische eilanden,
uwe vakantiebestemmingen van zijn be-
~|f, jeukten de vingers van de algemeen di-
teur van Oad op twee momenten bepaald
b
)p Lombok stond h.j klaar om het stuur
jr te nemen van de chauffeur die de bus
veJ tegen het laatste stukje van een berghel-
1 kon opkrijgen. Dankzij de geschreeuwde
1 afwijzingen van Ter Haar lukte het de Bali-
1 '^e bestuurder ten slotte nog net het grom-
ide gevaarte met hevig stinkende Koppe
lsplaten over de top te laten slalommen,
grote opluchting van de passagiers die de
er*ond bij het terugrollen angstig dichtbij
Iden zien komen. En een dag later keek
Jtd afgemeerd in de Balinese haven
i jangbai. wat pas na herhaalde pogingen
Ie
•Wat een klootzakken, wat een amateurs",
onlerde Ter Haar op de kade, waar hij ver
etterd het tafereel aanschouwde dat zich
3 ir hem afspeelde. „Daar kan ik absoluut
I tegen", verduidelijkte hij later. „ï)at zou
This bedrijf niet moeten gebeuren. Zulk
onachtzaamheden, dat niet nadenken,
kun je niet hebben als touroperator,
"trom ga ik er ook direct achteraan als er
chten zijn van klanten. Dan ga ik diep de
'^janisatie in om de zaken recht te zetten.
de desbetreffende manager op zo'n mo-
nt niet aanwezig is en ik iets gedaan wil
s jben, passeer ik hem dan ook rustig. Ver-
11 end voor die persoon, maar de klant is ko-
r
Stelregels
p ter Haar („Ik wil en zal een goed pro-
ït brengen") ten voeten uit. Vervoerder in
—Hl en nieren. 'Baas' van Oad, allang niet
er alleen de Overijsselse Autobus Dien-
ji, „en geen manager op de achtergrond,
ar een meewerker", zoals hij zelf zegt.
.let altijd even gemakkelijk, maar wel
c e light. Informeel in de omgang, maar er is
.verxeen vaste lijn. En discipline is vereist."
c.niij is altijd op zoek naar iets nieuws. Als
,e 'jjekvervoerder zette hij de lage vloerenbus
e .jpe markt en stuurde hij de eerste slaapbus
.Vide eerste VIP-bus de weg op. Oad figu-
i l; rde in de jaren zestig als eerste touropera-
|in de tv-reclame, liet een Jumbo Camper
t" I toeristen van Amsterdam naar Bejing rij-
dirigeerde er vervolgens eentje dwars
r de Sahara en onderzocht onlangs via Ju-
ter Haar (de zoon) de mogelijkheden
Jtralië met die camper te doorkruisen.
vat alles tot verbazing van de concurrentie
P.'J de vervoerder uit Holten geregeld voor
I verklaarde. De lage vloerenbus zou'bre-
s v|jK als de slaapbus aan zou slaan, beloofde
eeif's Ferdi Franssen een model daarvan op
^Jten (Ter Haar stuurde hem een taart in de
jn van een touringcar) en fietsbus en Jum-
ïCamper bewezen dat de Oad-directeur
leril'agen krankjorem was geworden. Het fi
fe bewijs daarvan werd volgens de reiswe-
.j 1 geleverd met Oad's eigen chartervluch-
op Puerto Vallarte in Mexico en nu (in-
Jide vijf november) dan weer op Bali en
lbok in Indonesië.
eventien uur in het vliegtuig voor een
ndvakantie op Bali, dat doet niemand,
is niet voor een prijs vanaf 1195 gulden
T negen dagen, zo luidde de kritiek van de
s '^onesië-specialisten. Maar intussen paste
k ïaL6' ^'n'e S1"001816 kridkaster wel prijs
Viderd gulden goedkoper) en programma
icht nachten korter) aan. Ter Haar kan er
js ën maar om lachen nu de cijfers zijn ge-
v*ewijzen.
rt otet tweeduizend boekingen voordat de
hoii 0 v'uc^1 we8 's> s'aat Bali nog beter aan
I Puerto Vallarte, waarheen wekelijks zo'n
^hJionderd Nederlandse toeristen worden
3(k>erd. Oad denkt dan ook al aan een
«de wekelijkse Martinair-charter naar het
ri'e frd in de gordel van smaragd. „Bali is al-
het sluitstuk geweest van rondreizen. Als
De Balinezen staan bekend als de beste rijstverbouwers van Indonesië, met groot vernuft hebben ze hellingen herschapen tot sawahterrassen. Die leveren een vaak adembenemde aanblik op.
Reisorganisator Joop ter Haar bedenkt weer iets nieuws
Vervoerder Joop ter Haar bekijkt het paard van een 'collega' met een cidomo, een rijtuigje dat
nog buitengewoon populair is als openbaar vervoermiddel op Lombok. „Ik wil Oad zelf het jaar
2000 insturen."
strandbestemming heeft niemand het ooit
aangedurfd, maar wij creeëren onze eigen
markt", merkt Ter Haar triomferend op. „Via
goed marktonderzoek en vooral via luisteren.
Luisteren naar de chauffeurs, de reisleiders,
de mensen in het bedrijf en vooral naar de
klant."
Familiebedrijf
Wat de klant wil, dat doet Oad al sinds het
ontstaan in 1924, het jaar waarin de vader
van Joop ter Haar de eerste bus startte. „Met
1800 gulden op zak ging hij als boerenzoon
op de motor naar Woerden, naar carrosserie
bouwer Domburg. Daar kocht hij zijn eerste
busje, een T-Ford. Met de motor in de bus is
hij teruggekard naar zijn woonplaats Borne
en vervolgens heeft hij tussen Hengelo en Al
melo een onregelmatige lijndienst opgezet",
zo schetst Ter Haar het prille begin van het
familiebedrijf. „In de weekeinden reed mijn
vader met zangkoren en clubjes, onder meer
naar de Dom in Keulen, vanwaar hij een tele
gram naar het thuisfront stuurde om te mel
den dat het gezelschap was aangekomen."
Oad timmerde nadien met z'n bussen en
allengs meer touringcars steeds nadrukkelij
ker aan de weg, totdat Nederland het in de
jaren zestig niet meer zo zag 'zitten' in dat
vervoermiddel. Bedrijven als Arke, Cebuto,
Christoffel en Magneet stapten over op het
vliegtuig terwijl de 'gewone' man zin eigen
autootje kocht en daarmee op vakantie ging.
„Zo was de situatie op het moment dat ik
de zaak van mijn vader in 1965 overnam", al
dus Joop ter Haar, die inmiddels in Delft was
afgestudeerd als werktuigbouwkundig inge
nieur. Tussendoor had hij in de vakanties al
tijd als chauffeur en reisleider gewerkt („De
moeilijke reizen waarbij je je eigen weg
moest vinden, die vond ik het mooiste"),
vandaar dat juist hij uit de vier zoons van Ter
Haar werd gekozen als opvolger. „Er moest
meteen wat gebeuren, dus begonnen we met
de bus-touroperating. Daarbij zochten we
het niet meer in de kwantiteit, maar in de
kwaliteit. Zo brachten we het aantal stoelen
terug van 58 tot 48, vanwege de beenruimte",
herinnert hij zich nog.
Gedreven door de ambitie er 'een echt be
drijf van te maken, schakelde Joop ter Haar
over op een hogere versnelling. Bij gebrek
aan een verkoopapparaat trok hij eerst zelf
'met de pet in de hand' het land in om Oad
aan de reisagenten te verkopen. En vervol
gens stichtte hij de Globe reisbureaus in de
grote plaatsen van Oost Nederland. Om grip
op de markt te krijgen. „We moesten vooral
iets voorstellen", constateert hij achteraf.
„Streberig ben ik niet, nee, maar ik wil wel de
beste en de grootste zijn. Laten zien dat we
het kunnen vanuit Overijssel, misschien is
dat het ook wel, ja. Wat dat betreft ben ik een
echte Tukker.
Maar dan wel een Tukker die geen fouten
accepteert. „De algemene stelling dat je op
zoveel klanten, zoveel klachten mag horen,
vind ik flauwekul. Natuurlijk, fouten kun je
niet altijd voorkomen, maar mijn uitgangs
punt is dat ik helemaal geen klachten wil
hebben."
Succes
Die instelling bracht hem ver, zijn zaak loopt
tegenwoordig als een trein. Op alle vijf fron
ten: touroperating, streekvervoer, zakenrei
zen, busbedrijf en reisbureaus. Het perso
neelsbestand is gegroeid van 70 in de jaren
zestig, tot meer dan 1000 - het aantal bussen
ging van 50 naar 200, het aantal Globe reis
bureaus steeg van 5 tot 85 en het moederbe
drijf heeft in Oad Polska een Poolse dochter
en in Globetours een Hongaarse nazaat.
Na Travel Unie, het fusieproduct van Arke
en Holland International, met 30 procent is
Oad de tweede speler op de reismarkt met
negen procent. „En we zijn op weg naar de
10 procent", meldt Ter Haar alvast. „Dat is
mooi want we willen een stevige tegenpartij
zijn. Het is belangrijk voor de klant dat er
competitie blijft, daarom moet Oad naar de
15 tot 20 procent."
Volumevergroting en automatisering zijn
de kruisbestuivers in het groeiproces, weet
Ter Haar. „Wie zijn volume wenst te vergro
ten en mee wil kunnen als touroperator moet
automatiseren en wie optimaal wil automati
seren moet een groot volume hebben", stelt
hij vast. „In elke reissom zit een gulden voor
het automatiseren dus hoe meer klanten je
hebt des te meer je daaraan kunt besteden.
Dat is heel belangrijk want de markt vraagt
erom."
De markt, de klant, het product - Ter Haar
is er doorlopend en heel direct mee bezig.
Over een aantal zaken in de reiswereld heeft
hij dan ook geprononceerde meningen ont
wikkeld. Over de problemen rond Schiphol
bijvoorbeeld is hij meer dan duidelijk. „Voor
mij kan het maar één richting uit: een tweede
luchthaven bouwen duurt te lang, dus moe
ten we ons geheel concentreren op Schiphol,
de toegangswegen optimaliseren en de 2000
tot 2500 huizen in de onmiddellijke nabijheid
afbreken. De schadeloosstelling voor de be
woners moeten we dan maar met z'n allen
opbrengen, want het gaat om een nationaal
belang. Je kunt zeggen: de gebruiker betaalt
en daarnaast een nationale heffing instellen -
dan praat je over een bedrag tussen de vijf en
tien gulden. Een minimale bijdrage afgezet
tegen de werkgelegenheids- en kapitaalsver
nietiging die er tegenover staat."
Zijn mening over de vaak bekritiseerde
reisbranche is heel wat milder. „De branche
is via een opleiding dan wel geprofessionali
seerd, maar de ontwikkelingen gaan zo snel
dat ze bijna niet meer bij te houden zijn. Ne
derlanders hebben van oudsher de neiging
naar de meest onbereikbare oorden te ver
trekken en verwachten dan van de mensen
op het reisbureau dat ze daar alles van weten
en alles kunnen boeken.
Steeds verder
De grenzen van de reisgroei zijn nog niet
zichtbaar; waar het ten slotte heengaat is ook
Ter Haar niet geheel duidelijk. Nederland
heeft al de grootste 'vakantieparticipatie' ter
wereld. Achtenzestig procent van alle Neder
landers gaat per jaar één of meerdere keren
op reis. „En parallel met het stijgen van de
welvaart, gaan we steeds verder weg. De li
miet ligt daar waar we het ons niet meer kun
nen permitteren. Maar waar dat is? Bali was
een van de plekken die voor velen niet weg
gelegd was. Dat zat aan het eind van een
rondreis van 4000 gulden. Met ons kun je nu
al voor minder dan de helft."
Hij sluit niet uit dat Oad zelf gaat bouwen
op het Indonesische eiland. „Het zou best
kunnen zijn dat we in '99 onze eigen accom
modatie op Bali aanbieden. We willen best
investeren en de mogelijkheden zijn ervoor,
in prachtige oorden. Arme oorden. Het toe
risme kan daar welvaart brengen, maar dat
zal ongetwijfeld ten koste gaan van een stuk
traditie, ja. Het wordt dus tóezen: de mensen
laten leven zoals ze nu leven, of ze wat an
ders bieden en proberen de juiste mix te vin
den. Ik ben het ermee eens: voor 'puur Bali'
moet je zoveel mogelijk respect opbrengen.
De traditie, die vriendelijkheid, dat diepe ge
loof - dat alles moet blijven. Maar wat is er
daarnaast op tegen er wat meer welvaart te
brengen?"
Om op de juiste mix aan te sturen, is een
sterke nationale overheid nodig, Ter Haar be
seft het. „En de kritiek daarop is vrij fors in
Nederland. Maar anderzijds zeg ik: met dat
ontzettend grote aantal inwoners zijn er ook
ontzettend grote problemen. Dan kun je niet
altijd populaire maatregelen nemen. Ik wil ze
niet goedpraten, maar wij kijken met Neder
landse ogen. Het is nogal wat als je een volk
van tweehonderd miljoen mensen naar een
grotere welvaart moet leiden. Dat bepaalde
groepen zich daarbij verrijken, daar heb ik
me nog geen oordeel over kunnen vormen.
Daarvoor ben ik nog niet vaak genoeg in
Indonesië geweest.
Hij was er vijf keer in de vijf jaar dat zijn
bedrijf meespeelt op de markt van de verre
reizen. Nu de reisorganisatie naast de buson
derneming een hoge vlucht heeft genomen,
dient ook voor Oad zelf de vraag zich aan
waar het heengaat. Puur Nederlands blijven,
zoals dat bij de grote touroperators ook voor
de NBBS nog geldt, of aansluiting zoeken bij
een buitenlandse touroperator, zoals Holland
International. Arke, Hotelplan en Necker-
mann hebben gedaan. Het antwoord ligt Ter
Haar, wiens zoon Julius (speciale opdrach
ten) en dochter Quirine (salesmanager) al
meewerken, voor op de tong. „Het liefste blij
ven we Nederlands en een familiebedrijf."
Hij wil Oad daarbij voorlopig zelf op die
koers houden. ,,lk ben dan wel bijna 65, maar
ik wil het bedrijf zelf 2000 insturen. We zijn
zo in de groei dat ik vind dat ik als algemeen
directeur de plicht heb het beleid uit te zet
ten. Daartoe heb ik kwaliteit voor het mana
gement binnengehaald. Want we willen dan
wel een familiebedrijf blijven, dat wil niet
zeggen dat het automatisch op zoon en
dochter overgaat. Nee, nee, nee - ze moeten
wel aantonen dat ze het aankunnen. Vanzelf
sprekendheid is er niet. Mijn vader moest
ook een keus maken. Uit vier zoons. Hij koos
niet de oudste, maar mij. Mijn vader was een
wijs man.
Zijn schaterlach vult het terras.
Duizend jaar geleden woonde men in het
oosten en het zuiden van ons land. Niet
in de randstad. Noord- en Zuidholland be
stonden grotendeels uit moerassen en me
ren. Of anders wel ondoordringbare wou
den. Daar viel amper te wonen. Holland
heet niet voor niets Holland, wat waar
schijnlijk teruggaat op Holüand, houdand,
het land van de uitgestrekte bossen. Het is
pas na het jaar 1000 dat de Hollandse gra
ven polders gaan aanleggen en bossen kap-
pen. Het weidelandschap met hier en daar
een molen is dus bepaald niet oorspronke
lijk; het is het product van eeuwenlange
ontginning, met name tussen 1000 en 1400.
Toen pas kwamen er wat meer mensen wo
nen. Maar het duurde tot in de 17de eeuw
voordat stadjes als Amsterdam en Leiden
en Haarlem en Dordrecht een beetje van de
grond kwamen.
In het midden en oosten van ons land, en
ook in het zuiden, was er al veel eerder
een zekere bewoning. Druk was het ook
daar niet. Een stad van vijf- of tienduizend
inwoners was al een grote stad.
De taal die men sprak was stellig al Ne
derlands. Anders dan wij het gewend zijn,
maar toch een soort Nederlands. Of eigen
lijk: een heleboel soorten Nederlands.
Overal anders. Er was het Limburgse Ne
derlands, het Brabantse Nederlands, het
Utrechtse Nederlands, het Gelderse Neder
lands, en in die tijd veruit het belangrijkste:
het Vlaamse Nederlands, want Brugge was
al een zeer grote stad toen Holland nog gro
tendeels moeras was. In zekere mate be
staan die dialecten nog steeds. Het grote
verschil met nu was vooral dat er toen nog
geen standaardtaal bestond, geen 'alge
meen' Nederlands. Er waren alleen nog
maar dialecten. Logisch, want de mensen
van Utrecht hadden niks te maken met die
van Limburg, Limburg was buitenland voor
Utrecht, en men reisde trouwens niet. Hol
land en Gelderland waren nog aparte lan
den. Waar zou een overkoepelende stan
daardtaal voor nodig geweest zijn? Die ont
stond pas veel later, in de 16de en 17de
eeuw.
In oude handschriften is wel een en ander
bewaard gebleven uit de middeleeuwen.
Ridderverhalen bijvoorbeeld, zoals over Ka-
rel en Elegast of Walewein, gedichten als
van Heinric van Veldeke, het cynische ver
haal over Reinaert de Vos, de vrome brieven
van Hadewijch en kronieken als van Melis
Stoke. Hadewijch schreef Brabants. Van
Veldeke Limburgs en Melis Stoke Hollands.
Het is allemaal niet makkelijk te lezen, maar
wel ongelooflijk boeiend. Om het populair
te zeggen: hier liggen onze roots. Vandaar
dat deze teksten steeds opnieuw in de be
langstelling staan. Maar je hebt er een
woordenboek bij nodig.
Meer dan een eeuw geleden heeft Jakob
Verdam dan ook een woordenboek sa
mengesteld van het middeleeuwse Neder
lands. Een groot en geleerd werk, in tien de
len. Aanvankelijk samen met Eelco Verwijs,
maar die ging al dood toen ze met de A be
zig waren. Later heeft Verdam ook nog een
kleiner en eendelig Middelnederlands
woordenboek gemaakt voor studenten.
Daar is het bij gebleven.
Vorige maand is er een nieuw 'Middelne
derlands Lexicon' verschenen, samenge
steld door W.J.J. Pijnenburg en T.H.
Schoonheim, en uitgegeven door Schiphou
wer Brinkman te Amsterdam 49,50).
Een bijzondere gebeurtenis, omdat er nu
voor een redelijke prijs een woordenboek is
voor het middeleeuwse Nederlands voor ie
dereen die geïnteresseerd is in die tijd, in de
kronieken van toen, de literatuur van toen
of de vroomheid van toen. Zo'n woorden
boek heb je er echt bij nodig. Maar tot nu
toe was dat enkel in handen van gespeciali
seerde neerlandici en historici. Dit is er voor
iedereen.
Zelfs als je alleen maar in dit woorden
boek bladert, ruik je al de sfeer van kruis
tochten, hamassen, en de valse stem van
Reinaert die zegt: 'Heere Brune, ic at cranc-
ke have, arem man dannes gheen grave, dat
mooghdi bi mi wel weten'.
Dit stukje is geschreven in de file ter
hoogte van de Brienenoordbrug. Geluk
kig had ik het nieuwe Middelnederlands
Lexicon bij me.