'Andere naam Heidemij is niet zomaar bevlieging' Nieuwe schoenentycoon borrelt van ambities Automonteur op afroep zat nog geen dag zonder werk Economie Nipo met call center naar Luxemburg VRIJDAG 3 OKTOBER 1997 AMSTERDAM ANP Marktonderzoeksinstituut Nipo investeert samen met marketingbureau Tesselaar f 1 miljoen in een Europees call center in Luxemburg. Beide partners wijken met hun joint venture Telecontact uit naar Luxemburg omdat in bekende vestigings plaatsen voor call centers zoals Amster dam en Dublin nauwelijks meer geschikt personeel te vinden is. ,,Als het gaat om hoog opgeleid perso neel voor call centers is Amsterdam al uit geput, Dublin is relatief ook al leeg: daar moeten continu mensen worden ingevlo gen", verklaart K. Tesselaar, eigenaar van Tesselaar Marketing Services de gang naar Luxemburg. ,,Er is geen enkel land waar zoveel native speakers uit zoveel verschil lende Europese landen wonen." In Luxemburg werkt veel hoogopgeleid personeel voor instellingen van de EU. Op hun partners, meestal ook prima opgeleid, richten Nipo en Tesselaar- hun pijlen. ,,Die willen ook aan de slag, maar de arbeids markt in Luxemburg is erg krap", zegt Tesselaar. Hij heeft in Nederland al vier belcentra staan in Amsterdam, Haarlem en Den Helder, waar in totaal ongeveer negen honderd mensen in deeltijd werken. De Luxemburgse vestiging wotdt half oktober operationeel en biedt dan werk aan 250 mensen, die voor een deel marketing be drijven voor Tesselaar, maar ook vanaf de zelfde plek onderzoek doen voor het Nipo. Nipo en Tesselaar stellen dat ze met af spraken hebben gewaarborgd dat de werkzaamheden van elkaar gescheiji blijven. „Natuurlijk kunnen we de vens die Tesselaar verzamelt niet voo ze onderzoeken gebruiken", aldus N directeur Th. Hess. „Onze gegevens n ten anoniem blijven, we hebben als een reputatie van vijftig jaar te verlieze Het gaat Nipo bij de samenwer voornamelijk om het kostenvoordeeli een gedeeld call center biedt: „Tesse richt zich veel op bedrijven, dat is dag. Wij interviewen vooral consumeni en dat doen we 's avonds." De joint ve re Telecontact heeft ook de Luxembu Nipo-collega lires overgenomen, marktonderzoeksbureau heeft met der werknemers een omzet van ongeves miljoen gulden. Omdoping in Arcadis een van de moeilijkste beslissingen De befaamde Heidemij is omgedoopt in 'Arcadis'. Het in ternationaal werkende ingenieurs- en adviesbureau wil met de nieuwe naam benadrukken dat de vele werk maatschappijen tesamen één bedrijf vormen. Bestuurs voorzitter F. Luttmer heeft de nieuwe naam openbaar ge maakt, nadat het personeel al eerder was ingelicht. De naam is afgeleid van Arcadië, in de Griekse oudheid de mooiste plek op aarde. Daarmee wil Heidemij illustreren dat het bedrijf zich met met de kwaliteit van de leefom geving bezig houdt. stond bleef het tot ver in deze eeuw een 'deftige heer'. Dat was vooral een gevolg van de ruime aanwezigheid van notabelen in het bestuur van de stichting. Zelfs het koninlijk huis had veel belangstelling voor het werk van de Heidemaatschappij. Koning Willem III gaf de vereniging zelfs een startsubsidie. Frans Luttmer, bestuursvoor zitter van Heidemij noemt het een van de moeilijkste beslissin gen uit zijn loopbaan. Hij doelt niet op een gang naar de Am sterdamse effectenbeurs of het afblazen van de fusie met bran chegenoot DHV. Het besluit om Heidemij een nieuwe naam en een nieuw bedrijfsimago te ge ven is in zijn woorden 'histo risch'. „We hebben onze naambe kendheid dankzij de oude schoolboekjes. Als je dat gaat veranderen, is het op z'n zachtst gezegd gewaagd. We hebben er ARNHEM JOHAN BOSVELD Met het verdwijnen van de naam Heidemij verliest Neder land vandaag een stukje histo rie. Op 5 januari 1888 werd de vereniging Heidemaatschappij opgericht met als doel 'het ont ginnen van heidevelden, duinen en andere woeste gronden van Nederland'. De Koninklijke Ne derlandse Heidemaatschappij (zoals het Arnhemse bedrijf zich later mocht noemen) had van het begin af aan al een breder doel dan alleen akkerland te creëren. Het scheppen van werkgelegenheid ten plattelan- de stond hoog in het vaandel. De Heidemaatschappij werd vooral bekend als uitvoerder van de werkverschaffing in de jaren dertig en de ruilverkave ling die het Nederlandse platte land een resoluut ander aanzien gaf. Hoewel de maatschappij dus dicht bij het 'gewone volk' goed over nagedacht en ik denk dat onze nieuwe naam met het nieuwe imago beter is dan Hei demij ooit had kunnen zijn." De nieuwe naam voor Heide mij is geen bevlieging, zegt Lut- mer. Het was ook zeker niet zo dat de oude naam sporen van sleetsheid begon te vertonen. Heidemij is nationaal en inter nationaal een begrip in de we reld van ingenieurs- en advies bureaus. „We zijn sinds het be gin van de jaren negentig drie keer zo groot geworden, vooral als gevolg van de overname van andere bedrijven. We hebben ons vervolgens de vraag gesteld of we nu een conglomeraat van bedrijven zijn of één onderne ming." Het antwoord op die vraag is dat Heidemij gelooft in het zo geheten one-firm concept. Eén bedrijf dus in plaats van tiental len werkmaatschappijen met ie der een eigen naam. Luttmer: „Het betekent dat we moeten samenwerken. We kunnen veel meer uit ons zelf halen als we één onderneming zijn." Waar om dan niet gewoon de naam Heidemij voor alle werkmaat schappijen? „Heidemij heeft een zeer Nederlandse klank. Die is cultureel bepaald, maar heeft geen echte uitstraling. Boven dien is de ij-klank in veel landen moeilijk uit te spreken." Er moest dus wereldwijd iets an ders komen. Het Engels^ werpbureau Newell and', ontwikkelde niet alleen de J we naam, maar ook een ni huisstijl en een logo, eenj- leerde salamander. Een vr lamander om precies te „De salamander is een an een dier dat leeft in het wa op het vasteland. Gel} waar Arcadis ook actief is. naast is de salafhander ze voelig voor de kwaliteit va omgeving. Dus waar een mander leeft, zit het goei het leefklimaat." Heidemij probeert mf" nieuwe naam en het ni logo te benadrukken d^ niet zomaar een adviesbT is. Arcadis wil synonieifl aan 'werken aan een U leefomgeving'. „Toen we in de jaren T het Amsterdamse bos af den, ging het niet alleen oj creëren van een recreaties bij een grote stad. TegelijF konden we dankzij de we! schaffing duizenden mL aan werk helpen. En her dat we nu uitvoeren af kerncentrale in Tsjemor niet alleen bedoeld om df veiligheid te verbeteren, P ook om ervoor te zorgen (f1 dereen in Nederland strar lig sla uit zijn eigen tuif1 eten, aldus Lutmer. Geert van Spaendonck tilt Van Lier naar grote hoogte Hele jaar door voldoende deskundig personeel Autobedrijven die met een tijdelijk tekort aan personeel kampen, kunnen vanaf begin november gebruik maken van oproep- monteurs. Het op de autobranche gerichte uitzendbureau De Garage uit Utrecht zegt als eerste het hele jaar door gegarandeerd kwalitatief personeel te kunnen aanbieden. De wachttijden bij de garages voor de klan ten kunnen hierdoor korter worden. „In de drukke periodes, bijvoorbeeld rond de vakanties of met kerstmis, is de vraag van autobedrijven naar tijdelijk en dan vooral goed geschoold personeel gróót. Als uitzendbureau hadden we dan niet al tijd voldoende mankracht beschikbaar. Het nieuwe van dit project is dat we dat nu wel altijd hebben", zegt Benno Nekeman van het uitzendbureau. „De bedrijven kunnen nu het hele jaar door over voldoende kwali tatief personeel beschikken. Het anderhalf jaar geleden opgerichte uitzendbureau heeft drie eersteklas auto monteurs in Amsterdam, Rotterdam en Gouda in vaste dienst genomen. De eerste van hen, Richard van Eekelen (39) uit Gouda is twee maanden geleden bij wijze van proef al begonnen en volgens Nekeman met succes. „Hij heeft nog geen dag zonder werk gezeten." Nekeman heeft er vertrouwen in dat er voldoende werk voor de oproep-monteurs blijft. „Voorlopig gaat het nog om drie auto monteurs die alleen in de Randstad en di recte omgeving oproepbaar zijn, maar ik verwacht dat we er binnen een paar jaar vijftien tot twintig nodig hebben. Die kun nen dan door de eersten worden begeleid." Het anderhalf jaar geleden opgerichte uit zendbureau onderzoekt ook de mogelijkhe den om buiten de Randstad oproep mon teurs te kunnen inzetten. De drie beginnende oproep monteurs hebben ruime ervaring in de autobranche. Ze kiezen volgens Nekeman bewust voor werken op afroep. Van Eekelen had tot ja nuari een vaste baan en leidde daarvoor acht jaar een eigen autobedrijf. „Ik heb nu een afwisselende baan, werk om de drie tot vier weken bij een ander bedrijf." Hij heeft er vertrouwen in dat het aanbod aan werk blijft. „In de afgelopen twee maanden heb ik dagelijks gewerkt, en het is nu niet eens een piekperiode. Volgens Nekeman zijn de voordelen van de oproep automonteurs legio. „De autobe drijven zijn gegarandeerd van goed perso neel. De contrabten zijn bovendien zo flexi bel als het maar kan. Ze kunnen op ieder gewenst moment worden opgezegd. De au tomonteurs hebben afwisselend werk en lo pen niet het risico dat ze als freelancer zou den hebben. Ze zijn immers in vaste dienst van het uitzendbureau en dus loopt het sa laris altijd door. Als er een keer geen werk is, is dat voor onze rekening." Ook voor de klanten van de bedrijven ziet hij voordelen. Richard van Eekelen, de eerste automonteur op afroep. foto gpd suzanne van de kerk „Garages kunnen nu hun personeelstekort oplossen waardoor er een einde komt aan de vaak lange wachttijden voor de klant. De Industriebond FNV reageert met ge mengde gevoelens. „We zouden natuurlijk niet willen dat de monteurs op afroep de vaste medewerkers gaan verdringen", zegt bestuurder Anja Jongbloed. De FNV ziet het liefst dat de oproep-monteurs net als de vaste werknemers onder de motorvoertui gen CAO zouden vallen en niet onder de uitzend CAO, zoals nu het geval is. „Nu bouwen ze bijvoorbeeld geen pensioen rechten op. Maar als het werkloze auto monteurs aan werk helpt, is het natuurlijk positief', aldus Jongbloed. Mallen van schoenen liggen klaar in de fabiekshal van Van Lier Schoenen. foto gpd rob keeris Langzaamaan werkt Geert van Spaendonck aan een carrière als schoen entycoon. Vijf jaar na de overname van het sjieke schoenenmerk Van Lier maakte Van Spaendonck bekend het Duits-Oostenrijk se schoenenbedrijf Gallus te hebben over genomen, een bedrijf dat zich evenals Van Lier bezighoudt met de ambachtelijk ge maakte duurdere herenschoen. „Hier heb ik zeker de komende vijfjaar mijn handen vol. Daarna kijk ik weer verder", aldus de 36 jarige directeur. Geert van Spaendonck, directeur-eige naar van Van Lier schoenen en sinds kort van het Duitse Gallus, is net terug van een kennismakingsbezoek aan de Oostenrijkse vestiging van Gallus. „Er staat daar inder daad een grote fabriek, zoals ze me verteld hadden", zegt hij lachend. „Gallus was een familiebedrijf. De familie Vogels was zo bang dat uit zou lekken dat ze het bedrijf gingen verkopen, dat ik niet in de fabrie ken mocht komen kijken". Van Spaendonck kocht dus een bedrijf met drie vestigingen en een omzet van 135 miljoen gulden zonder ooit een gebouw van binnen te hebben gezien. „De hele transactie is gebaseerd op wederzijds ver trouwen. Ik vertrouw hen dat alles wat ze zeggen dat er is er ook werkelijk is. Zij ver trouwen mij dat ik het bedrijf intact laat". Van Spaendonck is met zijn zesendertig jaar weliswaar nog een jonge hond, maar gelouterd genoeg in het schoenenvak om de Duitsers een lesje marketing in het schoenenvak te geven. Het Van Lier model moet in Duitsland net zo populair worden als het poldermodel. Vijf jaar geleden rolde Van Spaendonck in de schoenenbranche. „Zelf kom ik uit een textielfamilie. Qua sfeer zijn de bedrijfstak ken goed vergelijkbaar. Van Lier was een echt familiebedrijf, maar er waren geen op volgers binnen de familie. Ik kende Sjef en Peter van Lier nog uit mijn tijd in Jilburg. Zij vroegen mij of ik het bedrijf niet wilde overnemen. Met geld van twee privé-inves- teerders, de ABN AMRO en de famflie Van Lier heb ik de zaak toen overgenomen. De familie wilde dat het bedrijf in Loon op Zand bleef en dat er niets met het perso neel zou gebeuren. Ze wilden een goede opvolging en dat was ik blijkbaar". marketing „Ik heb bedrijfskunde gestudeerd en daar na veel in de marketing gewerkt. Vanuit mijn marketingervaring ben ik me toe gaan leggen op merkenbeleid. Naast Van Lier heb ik het merk Baylands ontwikkeld, een sportief schoenmerk. Dat is een groot suc ces geworden. Ook Van Lier schoenen zijn we op een andere manier gaan verkopen. Van Bommel, onze grote concurrent, is erg behoudend met zijn reclame. Foto's met schoenen, veel meer is het niet. Wij zijn het anders aan gaan pakken met modellen in verschillende omgevingen. De nadruk lag niet meer op de schoen, maar op de hele uitstraling. In schoenen zit heel veel mode en zo moet je ze ook verkopen", legt Van Spaendonck uit. Hoewel de nieuwe aanpak tot gefronste wenkbrauwen bij de familie Van Lier leid de, liet men Van Spaendonck zijn gang gaan. En met succes, want in vijf jaar tijd groeide de omzet van 12,5 miljoen gulden tot 20 miljoen gulden. Van Spaendonck is er de man niet naar tevreden op de lauweren te gaan rusten, „ik houd me ook meer bezig met de strate gie. Ik heb veel nieuw en jong manage ment aangetrokken. Die mensen runnen het bedrijf. Het bedrijf stond en staat goed op de rails. Zodoende kreeg ik meer tijd om andere dingen te gaan doen". Om het jonge ambitieuze management binnenshuis te houden was het van belang dat er nieuwe uitdagingen kwamen. In Ne derland was de groei er wel een beetje uit. „Ik zocht een verbreding van onze basis, een andere schoenenfabriek waar we onze methode van schoenenmarketing konden toepassen", legt Van Spaendonck uit. Van Spaendonck wil de succesformule van Van Lier nu toe gaan passen op Gallus. Binnen vijf jaar moet de omzet naar 200 miljoen gulden zijn getild. „In Nederland lopen we voor met de moderne marketing van merken. Die ontwikkeling begint net in Duitsland. Ik voorzie daarom goede kan sen voor ons in Duitsland en Oostenrijk". Toch is de nieuwe aankoop wel andere koek dan de overname van Van Lier. „Al leen al het feit dat we naast Duitsland en Oostenrijk ook nog in Portugal zitten. Ook het aantal medewerkers en klanten is veel groter dan bij Van Lier. Het zal me jaren I' jn kosten om de mensen te leren kenifo. Maar dat is juist leuk en spannend. Ik net terug uitOostenrijk. Daar schoenenfabriek in een klein daar een hele grote werkgever, kend werd dat het bedrijf is overgenoi^e door een buitenlander, ontstond er natike lijk onrust. Ik ben daar op bezoek gewfo en dan komt de burgemeester kennisje ken en zo. Ik geniet wel van dit soort in|r nationale contacten". nc De komende jaren heeft fe Spaendonck voldoende uitdagingen g( zijn bordje liggen. „We hebben nu eenL grote broek aangetrokken. Het zal wel| ker vijf jaar duren voor alles loopt zoaL het wil. Ik denk echter niet dat de aankkj van Gallus het eindpunt is". |t Et a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 6