BBW VALE een drug voor Is 606 G O QUE (foto boven) In het dal ligt het rugby- stadion. De thuis wedstrijden vor men het tweewe kelijkse hoogte punt voor de lokale bevolking. krap bemeten Wally Talbot Room mudjevol, nog drukker dan in The Park een avond eerder. Het is een soort spelershome voor oud-spe lers van Ebbw Vale RFC. Francis Matthews - hij werkte zijn hele le- in de staalfabriek en speelde 1 1956 tot 1965 in het rugby- m - is met zijn zestig jaar een de jongsten. De man met het ve gezicht en de beschaafde tongval is in Ebbw Vale geboren getogen. Volgens Matthews kan Ebbw Vale niet zonder rugby. Pak de mensen de ei-vormige bal af en je kunt het dorp net zo goed sluiten, luidt zijn boodschap. „Een overwinning van de rug byclub geeft de gemeenschap een duwtje in de rug", vertelt Mat thews. „Rugby overleeft alles, is r ons een drug in slechte tij den. De misère kan nog zo groot zijn, toch blijft rugby het belang rijkste van alles. Rugby sluit aan bij ons temperament. Het is een sport die passie, agressie en schoonheid combineert. Rugby, van origine een elitaire sport, werd in de 19de eeuw in Wales geïntroduceerd door jon gens die terugkeerden van de kostscholen in Engeland. De sport sloeg bij de mijn- en staalarbei- ders aan, vooral omdat rugby een groot element van kameraad schap in zich heeft. En door met de schouders tegen de elite aan te schurken, en die uiteindelijk in hun eigen sport te verslaan, ver wierven zij sociaal aanzien. Matthews illustreert de veran kering van rugby in de Welshe sa menleving met een wrange grap. „Een man ontdekt bij een inter land van Wales op de volgepakte tribune een vrije zitplaats. Hij vraagt aan de man ernaast wie daar zit. De man antwoordt dat zijn echtgenote daar behoort te zitten, maar dat ze is overleden. 'Maar waarom heb je dat kaartje niet aan je broer gegeven?', vraagt de man verbaasd. Waarop de an der antwoordt: 'Dat heb ik ge daan. Maar hij wilde vandaag per se bij de begrafenis zijn." Ebbw Vale heeft ook een voet balclub met de gelijknamige naam. Net als de rugbyers spelen zij in de eerste klasse van de Foot ball League of Wales, maar de voetballers genieten nauwelijks aanzien. Ebbw Vale Association Football Club, bijgenaamd The Cowboys, heeft de status van een verstoten kindje. In het Keltische prinsdom zijn er geen grotere hel den dan de rugbyhelden. De voetbalwedstrijden worden bezocht door enkele honderden liefhebbers, onder wie opvallend veel vrouwen. Het bezoekersre cord van afgelopen seizoen be draagt 589, in het duel met de la tere kampioen Barry Town. De vedette is Paul Giles (37), een voormalig jeugdinternational van Wales en een speler die in het be gin van de jaren tachtig twee sei zoenen bij Excelsior in Rotterdam voetbalde. John Lewis (41) uit Pontypool is trainer van Ebbw Vale AFC. De voetbalwedstrijden worden ge speeld op het rugbyveld en dat is vervelend: de bal rolt niet zo lek ker op het lange, stugge, voor rug by gekweekte gras. Lewis heeft de omstandigheden toch al niet mee, want hij beschikt niet over een tweede elftal, laat staan een jeugdelftal. Met zijn bijeen geraapte semi-profs traint hij twee keer per week. „Maar je moet ergens beginnen", zegt hij berustend in het lot van de club zonder achterban. „Rugby is veel groter, maar mijn hart ligt bij het voetbal." De voetballers van Ebbw Vale AFC hebben een droom. Eens ho pen ze 'Europa' in te mogen, al zouden ze niet weten hoe ze die verre reizen moeten bekostigen. Na afloop van de rugbywedstrijd is het in de krap bemeten 'Wally Tal bot Room' mudjevol. Op het Europese vasteland zou Ebbw Vale eens kennis kunnen maken met meer verfijnde tegen standers en velden zo egaal als biljartlakens. De Europese droom - en een beetje erkenning - kwam in het voorbije seizoen bijna uit. De ploeg van Lewis werd derde in de League of Wales. Eén plaats verwijderd van het recht op deel name aan het UEFA-Cuptoer- nooi. De coach gaat het dit sei zoen opnieuw proberen. ROESTVLEKKEN De plaats Ebbw Vale was, nog meer dan de dorpen in de andere valleien van zuid-Wales, sinds het begin van de 19de eeuw het cen trum van de mijnbouw en de staalindustrie in het bijzonder. Nadat honderden jaren geleden al steenkolen, leisteen en ijzererts in het dal waren aangetroffen, nam de staalindustrie in Ebbw Vale vanaf 1790 een vogelvlucht. Die ontwikkeling veranderde het aan zicht van het dal in enkele tiental len jaren ingrijpend. Tienduizenden, veelal Engelse migranten, overspoelden als ge volg van de exploitatie van het zwarte goud de groene valleien. Waar ooit een handvol Keltische boerenfamilies woonde, de bo men wuifden en een riviertje (de Ebbw. wat 'stromend water' bete kent) fris langs de oevers kletter de, werd een kaal landschap met reusachtige roestvlekken gescha pen. De zuurstofrijke lucht kleur de grijs van de rook, de rook die de kleine arbeiderskotten met roet besmeurde. Lange dagen zonder licht en mensonterende kinderarbeid waren de prijs voor de zucht naar economische rijk dom. De kolen en staal schiepen hechte gemeenschappen in de door de natuur afgebakende da len. Alles draaide om werk, kerk, rugby en de vakbond. De arbei ders vochten voor hun bestaan, niet omdat zij bevrediging in hun werk vonden, maar omdat het de levensader van hun gemeenschap was. Het is zeker geen toeval dat Michael Foot en Neil Kinnock, twee voormalige leiders van de Socialistische Partij, in de valleien van zuid-Wales zijn opgegroeid. In 1938 braken betere tijden aan toen de nieuwe staalfabriek - Richard, Thomas Baldwin (RTB) - werd geopend. Een tiental jaren was Ebbw Vale het parade paardje van de Britse staalindus trie. Waren het in de 19de eeuw nog de spoorwegen die om staal vroegen, in de 20ste eeuw voed den de twee wereldoorlogen de welvaart in het dorp, dat in de tussenliggende periode 35.000 in woners telde. De gefaseerde slui ting van de staalfabriek tussen 1972 en 1978 en de daaruit voort vloeiende werkloosheid brachten het inwonersaantal in de jaren negentig terug tot minder dan 23.000. „Tijdens de Tweede Wereldoor log was Ebbw Vale voor de Duit sers een onmogelijke plaats om te bombarderen", vertelt de plaatse lijke historicus Roy Lewis (70). „Daardoor kon de staalindustrie in vol bedrijf blijven. Vanzelfspre kend was toen de vraag naar staal heel groot." Vijftig jaar geleden werkten 17.000 mensen in de volledig ge- integreerde staalindustrie. Sinds 1972 wordt in Ebbw Vale geen staal meer gemaakt. De fabriek, na de nationalisatie door British Steel overgenomen van RTB, ver schaft met de fabricage van eind producten nu slechts aan 1.500 mensen werk - inclusief de toele verende bedrijven. De werkloosheid in Ebbw Vale bedroeg in 1985, mede als gevolg van de wereldwijde recessie, 20.2 procent. Volgens de sociale dienst in Cardiff maakten in juli van dit jaar 906 mensen aanspraak op een werkloosheidsuitkering; dat is bijna 12 procent van de beroeps bevolking. Er is dus sprake van economisch herstel in Ebbw Vale nu de gemeenschap de zware in dustrie heeft afgestoten en nieu we wegen inslaat. GROEN MILIEU De ouderen hangen nog sterk aan het arbeidzame verleden, maar Mary Evans (71) is opgelucht dat die tijd voorbij is. Ze woonde haar hele leven pal naast de staalfa briek in Waunlwyd, in het zuiden van Ebbw Vale. „Het was echt smerig. Ik moest wel vier keer per buiten te kunnen kijken. Het was geen doen meer. Ik lapte de ra men hooguit een keer per dag." Evans beleeft op haar oude dag de overgang naar een groener milieu, waarmee Ebbw Vale op politiek niveau druk bezig is. Ze werkt op de receptie van het Fes tival Park, een terrein dat na de sluiting van de oude staalfabriek is schoongemaakt en is ontwik keld tot een thema-park met veel groen en waterpartijen. In 1992 diende het terrein als locatie van het British Garden Festival dat in het zomerseizoen twee miljoen bezoekers trok. Het Festival Park heeft in afge slankte vorm een permanent ka rakter gekregen. Een deel van het park is onaangetast, op de randen is grond vrij gekomen voor luxe- woningbouw, een modern win kelcentrum en een bedrijvenpark. Volgens deze strategie wil Ebbw Vale de 21ste eeuw in. 'Het Festi val Park voorziet Ebbw Vale van een podium voor nieuwe indus trieën, toerisme en recreatiepro jecten', luidt de tekst in een ge meentelijke folder. Het is op het terrein van het Festival Park waar Paul Lunn twee jaar geleden een huis heeft gebouwd. Trots wijst hij het aan, laat op de avond als in The Park, tot rituele ergernis van de klanten, geen bier meer wordt getapt en het lokede bandje zijn spullen in pakt. Paul Lunn loopt naar het raam van de eetzaal van het café en knijpt zijn ogen samen. Hij tuurt naar het dal dat met kleine, schitterende lichtjes in de nacht terugkijkt. „Zie je dat witte kruis daar op de heuvel? Rechts daar van, kijk, daar staat mijn huis. Een bungalow met zes slaapka mers en een zolder van dertig meter. Die heb ik met mijn eigen handen gebouwd, voor mijn vrouw en twee kinderen." Tot twee jaar geleden woonde Lunn in Cardiff, de havenstad in het zuiden van Wales. Daar was wel werk te vinden, maar de agressieve stadse mentaliteit stond hem niet aan. Hij trok met zijn gezin de heuvels in, naar The Valleys. „Hier heb ik het mooiste uit zicht van de wereld. Het leven is kort, je moet van iedere dag ge nieten. In de groene en vredige vallei van Ebbw Vale kan dat. Weet je wat het hier is? Dit is het land van God." Het stadje Ebbw Vale (spreek de 'w' uit als 'oe') in zuid- Wales heeft in de voorbije decennia immens geleden onder de rationalisatie van de traditionele industrieën, steenkolen en staal. In 1990 was nog één op de vijf arbeidskrachten werkloos. De gemeenschap heeft het verleden van zich afgeschud en verlegt de aandacht naar een nieuwe toekomst in een groen landschap. Alleen rugby heeft de twee eeuwen van zware industrie in Ebbw Vale overleefd. „Een overwinning van de rugbyclub geeft de gemeenschap een duwtje in de rug. et. zijn witte, haast lijkbleke ge zichten die je aanstaren vanuit htm stroperige en bedompte ro- kershol. Zwaarlijvige echtparen van middelbare leeftijd zitten on deruit gezakt, lurken aan grote pinten en wagen zo af en toe een even schaamteloos als harkerig dansje op een paar vierkante me ter. Iedere vrijdagavond is Ebbw Vale in de ban van een live-optre den van een van de lokale band jes die het ogenschijnlijk verveel de volk naar The Park, de meest populaire pub in het dorp, lok ken. Paul Lunn - een kleine veertig jarige man met glazige ogen, zwarte lokken en samengeknepen schouders - leunt met zijn elle boog op de toog. Een zonderling die zonder omwegen aanspraak zoekt. „Wat kom je hier doen?", klinkt hij verontwaardigd. „Dit is the middle of nowhere. Hier is ab soluut niets te doen. Alle kroegen sluiten om elf uur en dan gaat het dorp slapen. Dus, vertel me: wat kom je hier eigenlijk doen?" Paul Lunn loopt over van cynis me en wantrouwen. Vreemdelin gen beoordeelt hij bij voorbaat als indringers met verdachte bedoe lingen. Hij heeft geen goed woord over voor politici en industriëlen. „Ebbw Vale is werkloosheid en uitzichtloosheid. Ja, de Japanners komen nu het dal in met hun elektronica en auto's. Ze maken gebruik van de subsidies en zijn op zoek naar goedkope arbeids krachten. Come on, give us a break!' NUTTELOZE TIJD Er is niets waar Ebbw Vale trots op kan zijn, beweert Lunn stellig. De jeugd komt om in nutteloze vrije tijd en trekt naar de grote steden Cardiff, Birmingham of Londen. „Het dorp loopt leeg", aldus Lunn. „Er is niets meer over. Muziek, mannenkoren, okee GIJS VAN OOSTEN dat is een goede traditie. Rugby? Ja, dat is heel groot hier. Maar sport interesseert me niets." Beneden in het dal, tussen de steile heuvelwanden, ligt het Eu gene Cross Park, het plaatselijke rugbystadion dat 18.000 toe schouwers kan herbergen. Vroeg op de zaterdagmiddag is het in de winkelstraat van Ebbw Vale, niet ver van het rugbystadion, nog ijzig stil. Een groepje marktkoop- mannen zorgt voor een beetje reuring, maar hun waar blijft bij gebrek aan klandizie onaange roerd. Maar om twee uur 's middags, gebeurt er iets merkwaardigs. Het dorp in de slapende vallei komt in beweging. De lange slierten arbei derswoningen, die voorover hel len op de aan weerszijden van het stadion gelegen heuvels, komen tot leven. De voordeuren gaan tegelijker tijd open, alsof het afgesproken werk is. Mensen zakken van twee zijden monotoon en ogenschijn lijk dwangmatig de hellingen af, op weg naar het rugbyveld. The Steelmen, de bijnaam van de plaatselijke rugbytrots, komen in actie in de hoogste divisie van de competitie van Wales. De thuis wedstrijden vormen het tweewe kelijkse hoogtepunt in Ebbw Vale. BIERPULLEN De vette hamburgers vertroebelen de lucht, een zwijn wordt gegrild en de bierpullen gevuld. Totdat de teams van Ebbw Vale Rugby Football Club en de tegenstander Bridgend uit de tunnel hollen, stralen de duizenden een diepe en mysterieuze somberheid uit. Het zijn stoere mannen die met gebalde vuisten en grote passen de arena betreden. De wedstrijd begint en van de tribunes rollen oerkreten: 'Oeaaahhh!'. Ebbw Va le RFC verslaat Bridgend met 18- 17 door in de laatste minuut een try te scoren. De warmte stroomt het dal in. Na de wedstrijd is het in de alfabriek in Ebbw Vale verschaft nog slechts aan 1.500 mensen werk. De jeugd komt om in nutteloze vrije tijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 55