GIBRALTAR 'C Fish chips en verwende apen in Privatisering leidt tot ONTREDDERING Wi^orry dames en heren. Tol onze grote spijt rijden we langza mer dan zou moeten. Dat komt omdat er een langzame goederen trein voor ons zit. Wc zullen de vertraging zo snel mogelijk probe ren in te lopen. Excuses voor het De regels, in de trein van Londen naar Dover genoteerd, staan in ons reisverslag vermeld als type rend voor Britse beleefdheid, ook bij de spoorwegen. De NS kunnen er een voorbeeld aan nemen; die laten een trein rustig zonder enige mededeling een uur staan. De comfortabele sneltrein haalde de verloren tijd later overigens snel en zonder incidenten in, precies zoals de conducteur had beloofd. Jammer genoeg staan er in ons verslag ook minder gunstige noti ties over de Britse spoorwegen. Over haveloze, tot op de draad versleten rijtuigen op stille lijnen. Over verwaarloosde, half onttakel de stations. Over een onbegrijpe lijk nurkse functionaris, die kwaad was omdat we zelf onze loeizware rugzakken in het bagage-compar timent hadden gezet. Voorschrif ten! Zowel de positieve als negatieve ervaringen hadden betrekking op British Rail, en dateren van medio jaren tachtig voordat de Conserva tieven besloten het nationale spoorbedrijf in stukken te hakken en de brokken te verkopen aan particulieren. Daarmee zetten de Tories de spoorwegklok terug naar vóór 1923. In dat jaar werd een wettelijk afgedwongen fusie van kracht, waarbij een groot aantal kleine spoorwegondernemingen samenging in vier grote. Vóór die tijd legden tal van onderneminkjes een steeds dichter netwerk van spoorwegen aan, waarbij tussen sommige grote steden concurre rende lijnen parallel liepen. Daar door was concurrentie in snelheid, comfort en prijs mogelijk. Van lie verlee werd echter duidelijk dat samenwerking toch handiger was. Dat inzicht leidde tot de wetge ving, de Railway Act, die de klein tjes dwong te fuseren tot de London, Midland and Scottish, de London and North Eastern, de Gre- at Western en de Southern. In 1948 vormden die vier samen de staats onderneming British Rail. Net als in de meeste andere landen was de nationalisatie veel meer door technische en logistieke over wegingen ingegeven dan door po litieke. Het voornaamste bezwaar tegen de opdeling en privatisering is dan ook van technische en orga nisatorische aard. De Conservatie ven hebben de samenhang en de wel degelijk aanwezige kwaliteit van British Rail opgeofferd aan hun ideologie dat particulier on dernemerschap per definitie beter functioneert dan overheidszorg. British Rail is uiteengespat in 25 maatschappijtjes, die samen een oerwoud van tarieven presenteren aan de Britse consument. 'Tel uit je winst', heeft die gedacht, en stemde op 1 mei van dit jaar mas saal op Labour. Maar het kwaad was al geschied. Het spoorboekje is zo dik als een statenbijbel, en het vereist een grondige studie om daaruit de minst dure reis te selecteren. Veel voormalige treinklanten zullen kiezen voor de werkelijke concur rent: een binnenlandse vlucht of de auto. Sinds de privatisering is het aantal klachten alarmerend gestegen en van de beloofde voordelen is niets terecht gekomen. Twee concurre rende treinen op het zelfde stukje spoor; ieder kind weet dat zulks technisch onmogelijk is. De paral lelle routes uit de periode vóór de Railway Act bestaan niet meer. De particulieren rekenen forse prij zen, maar de consument heeft nog net zo weinig te kiezen. Daar waar verschillende maatschappijen toe vallig dezelfde sporen gebruiken, zijn de tarieven gelijk. Het gesma de monopolie van British Rail is gewoon overgedragen aan de nieuwe ondernemingen. De Britse manier van privatisering staat bij spoorwegdeskundigen in middels model voor hoe het niet moet. De aanduiding 'Engelse toe standen' is synoniem geworden aan ontreddering en ontbinding. Ook andere nutsbedrijven weten daar inmiddels alles van. De priva tiseringswoede van de Tories sloeg namelijk ook toe op andere terrei nen van overheidszorg, bijvoor beeld bij de waterleidingbedrijven. In 1989 deed de regering-Thatcher de ernstig verwaarloosde waterle veranciers in de uitverkoop. Over eenkomstig haar opvattingen over de taakverdeling tussen particulier initiatief en de overheid wenste Thatcher geen penny te steken in de dringend noodzakelijke op knapbeurt. Natuurlijk stonden de ondernemingen niet te dringen om de aftandse boedel over te ne men, maar inmiddels was de voor genomen privatisering tot een po litiek prestige-project geworden, dat tegen elke prijs moest 'slagen'. Er moest dus flink geld bij om on dernemers tot aanschaf te verlei den. De bedrijven werden voor een appel en een ei verkocht, schulden werden kwijtgescholden en de on dernemingen krgen langdurige be lastingvoordelen. Ook hier speel den andere belangen een rol dan die van de voorzieningen zelf. Spoorwegen en andere nutsbedrij ven waren van oudsher de terrei nen waarop de vakbonden en La bour hun invloed deden gelden. Die macht wilden Thatcher en haar geestverwanten breken. Natuurlijk werd de operatie ver kocht met de bekende argumen ten dat het allemaal beter, doel treffender en dus goedkoper zou gaan werken. Maar in de praktijk pakte het anders uit. De tarieven stegen gemiddeld met 67 procent. Net zomin als de spoorwegklanten hadden de watergebruikers een keuze. Op de kwaliteit werd bezui nigd, loden leidingen werden niet vervangen, het aantal gevallen van verontreiniging verdrievoudigde, en het weglekken van water ging door. Personeel werd ontslagen, top-managers streken forse sala risverhogingen op en aandeelhou ders hun dividend. Armlastige klanten werden meedogenloos af gesneden. De Britse wijze van privatiseren is al met al niet echt een aantrekke lijk export-artikel van het Verenigd Koninkrijk. 'Engels spul' stond ja ren geleden voor kwaliteit. Voor 'Britse toestanden' gaat dat niet meer op. RIEN POLDERMAN De eerste keer dat-ie een Brits biertje dronk. Die zomerdag in 1990 staat Ton van Noort van The Beershop in de Haarlemse Gierstraat nog helder voor de geest. ,,lk vond het maar laf. Het was zo warm en er zat geen schuim op. Koolzuur ontbrak. Ik had het idee dat ik plat bier dronk." In de afgelopen zeven jaar is er echter een ware liefde ontstaan tussen de bierkenner en het Britse Ale, een amberkleurig biertype (4 tot 5 procent alcohol), dat een tweede gisting ondergaat. Die liefde gaat inmiddels zo ver dat hij niet veel meer moet hebben van een koel pilsje. „Het is zo koud dat het nergens naar smaakt", meent de bierkenner. De smaak van ale heeft hij moeten ontdekken en leren waarderen. „Er zit veel meer mout in ale dan in pils. Het hop proef je er veel meer doorheen. Dat maakt het bitter. De kruiden en specerijen ge ven het die bijzondere smaak", legt hij uit. Belangrijk bij ale is dat het een bepaalde temperatuur heeft, meestal zo'n tien graden. Inmiddels zweert Van Noort bij de Edinburgh Strong Ale. En ook de héél warme en sterke smaak van een Caledonian Ale en de Black Sheep Ale zijn favoriet. Het assortiment bier in zijn winkel heeft hij aangevuld met ruim zestig Ales. Om de goede biersoorten in Groot-Brittannië uit te zoeken, gaat hij zelfs naar bierfestivals. De vooroordelen van de Britten over het pils zoals wij dat in Ne derland drinken, heeft hij in de afgelopen jaren goed leren kennen. „Ze vinden al het schuim op een pilsje maar krenterig. Ook zijn ze gewend om grote pints bier te drinken en zijn ze niet te spreken over de kleine glaasjes in Nederland." LONNEKE N00IJ f et slechts zes vierkante kilometer me tende Gibraltar in Zuid-Spanje is de inzet van een eeuwenoude twist tus sen Londen en Madrid. De 'laatste kolonie van Europa' is volgens de Spanjaarden in feite een ordinair pi- ratennest, waar smokkel en duistere it financiële praktijken bloeien. Madrid wil de Rots terug. In diit bizarre vakantie-oord voelen bleekbenige Britse toeristen zich in ieder geval op hun gemak. Want 'Gib' is mediterraan en toch Engels. In de vele pubs krijg je lauw bier van de tap, zonder schuimkraag. Niemand kijkt raar op als je ergens fish chips ■bestelt of vraagt naar witte bonen in tomatensaus. In Main Street wandelen bobby's tegen een decor van souvenirshops en winkels vol belastingvrije artike len. Bij het paleis van de Britse gou verneur drommen toeristen samen voor het traditionele 'changing of the guards'. Om dit bemerkenswaardige oord te promoten verzon de plaatse lijke WV een even aandoenlijke als onbeholpen leuze: 'It's British, it's fun and in the sun'. De Engelsen veroverden de strate gisch gelegen Rots in 1704 met hulp van Nederlanders op de Spanjaarden. Gibraltar werd negen jaar later door het Verdrag van Utrecht tot Brits grondgebied verklaard. The Rock werd omgebouwd tot een onneem bare vesting. Geholpen door het Brit se leger doorstond de gemengde be volking van onder meer Britten, Spanjaarden, Maltezers, Genuanen, joden en Arabieren tal van'belegerin- gen. Anno T997 wappert de Union lack nog immer fier op het ritme van warme, mediterrane winden. VERGEZICHTEN Op de top van de stoer gevormde Rots bestuderen Engelse natuurlief hebbers de vogeltrek. Tal van vogel soorten wagen hier de overtocht naar Afrika, dat bij helder weer oprijst als Kankergezwel aan de Costa del Sol, het Hong Kong van Europa, apenrots met een indringende geur van fish chips. Aan oordelen en vooroordelen over de Britse kroonkolonie Gibraltar bestaat bepaald geen gebrek. Zowel vriend als vijand spreken opvallend graag met een spottende ondertoon over de Rots, een restant van het eens zo machtige Britse imperium. RICHARD M00YMAN een woest droomcontinent uit het blauw van de Middellandse Zee. Bij deze adembenemende vergezichten hoef je geen nostalgisch ingestelde Brit te zijn om je voor even heerser te wanen over oceanen en hele conti nenten. De amateur-ornithologen beper ken zich trouwens niet alleen tot het turen naar vogels. De verrekijkers dwalen ook regelmatig af naar de diepte. Op het strand van Gatalan Bay koesteren hele andere 'birds' in bikini zich in de subtropische zon, in slaap gewiegd door het geruststellen de geruis van golven die neerzijgen op Britse bodem. Maar Gibraltar wekt niet alleen va- kantiegevoelens op. Vooral op dagen met zeemist, als de top van de Rots in nevelen is gehuld, is Gibraltar bijna ondraaglijk benauwd. Op het kleine schiereilandje lijkt iedereen elkaar te kennen. Bovendien kun je nergens heen, behalve dan naar Spanje. Maar daarvoor moet je eerst een vliegveld oversteken en streng kijkende Spaan se douaniers passeren. De 30.000 Gibraltarezen hebben lang in een bijna volledig isolement geleefd nadat de Spaanse dictator Franco in 1969 woedend het ijzeren hek aan de grens op slot liet doen. Marokkanen namen op Gib de plaats in van de duizenden Spaanse grens arbeiders die in één klap werkloos waren geworden. Bruut gescheiden familieden moesten elkaar aan weerszijden van het 'ijzeren gordijn' toeschreeuwen, want Franco had ook het telefoonnet laten afsnijden. Voor velen die geen vliegtuig kon den betalen was de boot naar het Marokkaanse Tanger de enige ma nier om de Rots te verlaten. Een om slachtige. maar ook avontuurlijke verbinding met de rest van de wereld. De reizigers konden vaak rekenen op een escorte in de vorm van een speel se groep dolfijnen in de boeggolf. DOMPER In de jaren tachtig liet het inmiddels democratische Spanje het hek weer openzwaaien. Maar na de vreugde op Gibraltar volgde een diepe domper. De Britse regering sloot de dokken van de Royal Navy, sinds mensen heugenis de grootste werkgever. En het behaagde Hare Majesteit om ook het laatste permanent in de kroonko lonie gestationeerde infanterieregi- ment terug te roepen. De plaatselijke regering voelde zich door Londen in de steek gelaten en probeerde de werkloosheid te bestrij den door Gibraltar om te vormen tot een financieel centrum. De ministers -want deze titel mogen de lokale be stuurders dragen- droomden zelfs hardop over de geboorte van een Eu ropees Hong Kong, dat misschien ook maar meteen onafhankelijk moest worden. Inderdaad vestigden zich veel be drijven en financiële instellingen op de Rots, waaronder duizenden brie venbusfirma's. Inmiddels overtreft het aantal in Gib geregistreerde on dernemingen ruimschoots het aantal inwoners. Aangelokt door het gunsti ge investeringsklimaat en de aantrek kelijke fiscale faciliteiten, zegt de plaatselijke overheid. De Rots valt buiten allerlei Europese fiscale rege lingen en kent een strikt bankgeheim. Maar volgens Spanje is er sprake van een louche oord, dat bestaat van belastingontduiking en het witwas sen van geld. De Britse regering be gon zich enkele jaren geleden ook zorgen te maken en verordonneerde dat Gibraltar orde op zaken moest stellen in het bank- en douanewezen. Maar nog altijd is het imago niet best. Een greep uit recente krantenbe richten: de verdwenen eigenaar van een Amsterdams piramidefonds houdt zich schuil achter een postbus nummer in Gibraltar. Een time-sha- ringbedrijf uit Gibraltar int op slinkse wijze geldbedragen van iemand die geïnteresseerd was in een deeltijd koop van een bungalow. En de politie vermoedt dat twee erkende Amster damse wapenhandels betrokken zijn bij illegale praktijken via een dek mantelfirma op de Rots. Verder is er gemor over de smok- kelpraktijken. Gibraltar zou een pira- tennest zijn, een paradijs voor smok kelaars van goedkope sigaretten en ook drugs. Een Spaanse minister be titelde Gibraltar ooit als een 'kanker gezwel aan de Costa del Sol'. Sommi ge Gibraltarezen spreken liever over 'goederenverkeer' in plaats van ta bakssmokkel. Maar de plaatselijke autoriteiten besloten twee jaar terug toch maar een flink aantal verdachte speedboten in beslag te nemen die alleen overdag leeg en onschuldig ronddobberden. Bij nacht en ontij verscheurde het geronk van hun krachtige motoren de stilte. APEN Voor de Spanjaarden bestaat voorlo pig weinig hoop dat ze het Britse schiereilandje weer in handen krij gen. De Gibraltarezen voelen hele maal niets voor een Spaans paspoort, en de Britse regering heeft beloofd de status van de Rots niet tegen hun zin te veranderen. En dan is er natuurlijk nog de hardnekkige legende dat Gi braltar Brits zal blijven zolang er apen bovenop de Rots leven. Slecht nieuws voor Madrid: er was afgelopen zomer sprake van een ware apenplaag. De dieren schuimden rond in het stadje en vielen mensen lastig. Je zou bijna gaan geloven dat de Britse apen plannen koesteren om de rest van het Iberisch schiereiland te veroveren. Volgens de Sunday Times overweegt het Britse leger nu zelfs een aantal apen af te schieten. Maar ook in slechte tijden staan de Britten klaar. In de Tweede Wereldoorlog bepaalde Sir Winston Churchill dat de troep apen nooit kleiner mocht worden dan 24 stuks. Een 'officer in charge of the apes' van het Britse leger moest zorgen dat de beesten niets te kort kwamen. Al lang voordat de vertroetelde pri maten oprukten naar de woonwijken kreeg menig wandelaar op weg naar de top van de Rots de schrik van zijn leven. De siësta's van de dieren op de trap zijn bedrieglijk onschuldig. De brutaalste apen kunnen plotseling handtastelijk worden en een poging doen om een tas of fototoestel weg te grissen. Het blijft meestal bij een halfslachtige poging. Alsof de apen alleen maar duidelijk willen maken dat eigenlijk zij de baas zijn op Gi braltar. Op de Rots lijkt iedereen elkaar te kennen. Bovendien kun je nergens heen, behalve dan naar Spanje. Maar daarvoor moet je eerst een vliegveld oversteken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 52