Zuinig, maar niet krenterig Rustig maar, meisje een onderzoek van de nsumentenbond is het üderse Putten voor de derde itereenvolgende keer als de •dkoopste gemeente van •derland uit de bus gekomen, n gemeentelijke heffingen talen de Puttenaren maar giddeti per jaar. Ter gelijking: de duurste neente is Lelystad waar het rag op 1576 gidden ligt. In top zitten ook Leiden met 'j97 gidden en Haarlem met VO gulden. Akelijkheid en zuinigheid zijn mhet orthodox-protestantste tten diep gewortelde Iugden. Het parool luidt: eerst jjjf nodige, dan het nuttige en slot het aangename. gemeenteraadsleden in Put- smijten wel eens met een deur, maar nooit met geld. Neem erkeersdrempels. Waar anderen gemeen- tonnen uitgeven aan deze obstakels in varianten, volstaat Putten met een 'rim- i het wegdek. Een twee centimeter hoog laagje asfalt over een lengte van nog vier meter blijkt voldoende om er toch ut uit te halen. »iet is slechts een voorbeeld van de wijze ^rop deze orthodox-protestantse gemeen- ■net gemeenschapsgeld omgaat en mede I die reden ér weer in is geslaagd de lasten ^r de burgers het laagst van Nederland te |iden. En daar is in elk geval wethouder dr. Mosterd (CDA) apetrots op. „We zijn krenterig", zegt de part-time scheikun- raar, „maar we kijken zorgvuldig of een ive verantwoord is." et 'wij' bedoelt hij B en W die voor het ighoudend financieel beleid door de jaren In de steun hebben gekregen van de gehe- n welke samenstelling dan ook. colleges zijn geweest die wat vrij- tdiger met de centen wilden omspringen. geen partij haalde het in z'n hoofd om de principiële koers, zuinig zijn, af te wij- Vandaar dat er inmiddels 38 miljoen ;n op de spaarrekening staat. „Om te- vallers te kunnen opvangen", zegt Mos- het dorp bekend staat als het in degelijkheid. Zakelijkheid ejar hoe kon Putten, dat momenteel 22 mil- uit het gemeentefonds van het Rijk j. >t, al die miljoenen guldens overhouden? mjiigheid gepaard aan zakelijkheid is vol- Mosterd het politieke credo van dit en rgaande colleges. Een begrotingstekort gelijk aan een doodzonde. Aan een uit- reid ambtenarenapparaat bestaat geen oefte. Dat werkt als een moloch en kost denvol geld. De gemeente doet het met dienaren. Dat kan, omdat veel werk dt uitbesteed. Commerciële bureaus on- :oeken een probleem en brengen verslag Rapporten zijn in Putten dan ook over algemeen helder, duidelijk en vooral lees- e financiële voordelen haalt de gemeen- ic uit de honderden vrijwilligers die het Jieentebestuur veel werk uit handen ne- i daardoor forse besparingen op de i opleveren. Vrijwel nergens in Ne- is de bereidwilligheid om voor een istuiver de gemeenschap te dienen zo Getuige de talrijke en bloeiende ver- nngen en instellingen die Putten tegen ktief geringe subsidies rijk is. Niemand kan ontgaan. Op elke belangrijke kruising of pnde in Putten geven gele bordjes de rich- van een clubhuis, sportvereniging, Igkoor, naaikrans of culturele instelling, tyethouder Mosterd: „Vanouds zijn we een s gemeenschap. Dan is het vanzelfspre- 1 dat je iets voor elkaar over hebt zonder i salaris voor te vragen." Ter i clubhuis, sportvereniging, zangkoor, naaikrans of culturele instelling. Putten: de goedkoopste gemeente van Nederland aanmoediging krijgen instellingen en vereni gingen die vrijwilligers leveren, vierhonderd gulden per jaar en voor iedere onbezoldigde hulpkracht nog eens een tientje. Maar zijn door dit sobere beleid en die met miljoenen gevulde oude sok toch niet 22.000 Puttenaren tekort gedaan? Wie er voorbijgan gers in de dorpskern naar vraagt, wordt even vreemd aangekeken. 'We hebben weinig te klagen', is kortaf de algemene opvatting. Of de waarheid wordt gesproken is vers twee. Puttenaren vertellen zelden aan 'buutenlan- ders' wat hen werkelijk beroert. Ogenschijnlijk ontbreekt het de Puttenaren inderdaad aan niets. Het zwembad met een tropisch binnenbad is de parel van het dorp. Wie geen boek kan of wil kopen, leent het in de bibliotheek, Ouderen kunnen bridgen, bil jarten en sjoelen in het cultureel centrum Stroud. Alle gehandicapten hebben een aan gepaste woning en kunnen zich op kosten van de gemeente met een taxi verplaatsen. En de vrijwillige brandweer doet qua profes sionaliteit niet onder voor een beroepskorps. De vrijwilligers slepen de hoogste prijzen weg op landelijke wedstrijden. Met de infrastructuur van het dorp is het eveneens in orde. Alles is keurig onderhou den. Geen stoeptegel ligt los, geen kuiltje valt in het wegennet te ontdekken. Het openbaar groen ligt er geordend bij. 'Kom daar in de grote steden eens om', schamperen au tochtone Puttenaren, die gemeenteraden el ders verwijten dat zij vaak het eerst de plant soenendienst wegbezuinigen om 'hqgere' ambities te kunnen financieren. 'Zinloze prestiges, meneer, waar je niets voor koopt', redeneren ze. Kritiek Niettemin valt er op de voorzieningen in Put ten wel wat af te dingen. Het bestuur van de Stichting Welzijn Ouderen (SWO) dramt nu al tien jaar om subsidie voor een beleidsme dewerker. Maar B en W en een meerderheid in de raad zijn tot op heden niet te vermur wen. Alhoewel op aandrang van het CDA een uitbesteed onderzoek is ingesteld naar het 'nut' van zo'n medewerker. In omliggende gemeenten als Ermelo en Harderwijk is een beroepskracht ter onder steuning van het ouderenbeleid de gewoon ste zaak van de wereld. Volgens de SWO is Putten de enige ge meente in Gelderland waar een gemeentelij ke ouderenbeleid ontbreekt. Kritiek op het stringente uitgavenbeleid hebben niet alleen de vertegenwoordigers van de ouderen. De voormalige raadsleden drs. B. Paasman (Progressief Putten) en fis caal-jurist mr. J. Buiter (CDA) en oud-waar nemend gemeentesecretaris en dorpshistori cus K. Friso, betreuren eveneens ,de gemeen tepolitiek op sommige punten. Gedrieën vin den ze het diep droevig dat Putten nauwe lijks geld heeft willen besteden aan het be houd van monumenten. „Om commerciële belangen is de oude dorpskern midden in de jaren tachtig gesloopt", zegt Paasman. „Daar en in het buitengebied stonden prachtige, weliswaar verwaarloosde, 18de eeuwse boer derijen, en oude tabaksschuren. Het is dood zonde dat dit cultureel erfgoed niet voor het nageslacht bewaard is gebleven." Putten hecht weliswaar aan traditie en cul tureel historisch besef, maar het moet vol gens Friso geen geld kosten. „Afbreken van monumentale gebouwen kun je maar één keer doen", zegt hij niet zonder cynisme. „De Kerkstraat was een juweel. Maar ambtenaren hebben met plezier die panden laten afbre ken. Ze stimuleerden het hij de raad." Vol gens Buiter waren het vooral de belangen van de middenstand die het zwaarst wogen. „Op de plek van die unieke boerderij in de Kerkstraat zijn winkels gebouwd", stelt hij, „zo'n afschuwelijke schoenendoos." Zijn opvatting is dat elke gemeente de plicht heeft om, als de financiën het toelaten, oude waardvolle panden op te kopen en te restaureren. Maar in Putten met z'n miljoe nen reserves wordt anders geredeneerd: een mens moet leven en van oude stenen kun je niet eten. Buiter: „Toen ik in de raad zat, was er een potje van 50.000 gulden voor restaura ties beschikbaar. Belachelijk, daar hoort een paar miljoen in te zitten." Maar het college en de raad liggen er niet wakker van. Zakelijke overwegingen lagen aan de sloop ten grondslag. Net als de van zelfsprekendheid van een actief vrijwiligers- korps, vindt de gemeente dat het redden van monumenten een taak is van particulieren met veel geld en passie. Tot de plicht van een gemeente rekent Bui ter ook een optimaal geoutilleerde openbare bibliotheek. Maar wethouder Mosterd laat op eventuele nieuwe investeringen dezelfde re denering los als op een beleidsmedewerker voor het ouderenbeleid. In de Puttense 'bieb' werken slechts twee beroepskrachten, de rest van het werk doen vrijwilligers. „Het is hoog tijd voor uitbreiding", vindt het ex-raadslid. „De ruimte is te klein en bovendién heeft de gemeente nog geen cent gestoken in multi mediale activiteiten, zoals Internet en moge lijkheden met cd-rom." Spaarpot Waaraan houdt Putten nog meer geld over? Jaarlijks krijgt de gemeente van het Rijk en kele miljoenen om er gehandicapten mee te helpen. De gemeente hield daar de afgelopen drie jaar bijna twee miljoen gulden aan over. Dat fortuin zit in een aparte spaarpot van de algemene reserves. Maar valt er nu niets meer voor gehandicapten te doen? Voor het eerst schieten de ogen van wet houder Mosterd vonken. De suggestie alleen al dat de gemeente over de ruggen van min- der-validen de reservekas zou spekken .vindt hij een belediging. „Ik zou me diep moeten schamen als dat het geval zou zijn", zegt hij fel. „Elke lantaarnpaal die we ervoor zouden kopen, is onaanvaardbaar. We verstrekken geld en middelen aan een ieder die dat daad werkelijk nodig heeft." Zo werden van het overgebleven geld naar zijn zeggen stoepen en trappen rond het ge meentehuis aangepast voor gehandicapten. Twee gezinsvervangende tehuizen kregen een busje. Maar voor het resterende geld vond hij een 'noodzakelijke' noch 'nuttige' bestemming. „Met de reserves hopen we ook het gehandicaptenbeleid in de toekomst op peil te houden", zegt de wethouder. „Je weet maar nooit of de rijksoverheid op den duur gemeenten kort op de Wet Voorzieningen Gehandicapten." Een vooruitziende blik op z'n 'Puttens' heeft de gemeente ook waar het subsidies betreft voor sportverenigingen, hobbyclubs, muziekkorpsen, zangkoren, showbands en culturele instellingen. Om het 'betaalbaar te houden' gaan aanvragen voor investerings subsidies (bovenop de vaste vergoedingen) meerdere keren door de politieke mangel. Per jaar dwarrelen op het gemeentehuis ver zoeken binnen ter waarde van vierenhalf mil joen gulden. In de knip van de betreffende wethouder zit slechts 125.000 gulden. Bij dergelijke pogingen meer geld uit de gemeentekas te peuren, is het college vooral zakelijk. Putten koestert de opvatting dat je beter eenmalige investeringen kunt doen. dan als gemeente later op te draaien voor de tekorten op de exploitatie van zo'n vereniging. „We geven liever die ene keer wat meer uit", zegt Mosterd, „dan dat we ons ga rant stellen voor een sluitende financiële be drijfsvoering." Maar voordat de gemeente geld steekt in bijvoorbeeld een uitbreiding van de manege of een verbouwing van de kantine van de voetbalclub, moet het bestuur eerst aantonen dat tweederde van de kosten zelf kan worden opgebracht. „Lukt ze dat", legt Mosterd uit, „dan is het draagvlak onder de leden en de bevolking bewezen en hoeven wij ons geen zorgen te maken over een kloppende exploi- Slimme methode In Putten geldt simpel de onwrikbare regel dat elke club of instelling in principe z'n ei gen broek moet kunnen ophouden. Zo za melt de zwemvereniging Triton wekelijks duizenden melk- en sappakken in voor her gebruik in Finland. De gemeente heeft daar toe een perscontainer aangeschaft om die pakken plat te slaan. Maar het apparaat moet wel worden bediend door een zwemmer van Triton. De vuilniswagen waarmee de leden dit afval ophalen is gratis, maar voor de chauffeur van de gemeente moet de zwem vereniging betalen. De netto-opbrengst voor de sportclub be draagt 'slechts' 1800 gulden per jaar. Daaren tegen verdient de gemeente een veelvoud aan dit systeem doordat het volume aan huisvuil aanzienlijk is afgenomen. Daarnaast heeft Putten een slimme methode bedacht om de kosten van de gescheiden afvalverwer king te drukken. Behalve een relatief laag vastrecht van 160 gulden per jaar, zijn de Puttenaren verplicht vuilniszakken te kopen waarop de gemeente een tarief heft. Zo be paalt iemand zelf de kosten; de vervuiler be taalt. Op die manier kan Putten het zich met ge mak permitteren het exploitatietekort van vier ton per jaar van het zwembad aan te vul len. Het is de enige uitzondering die de ge meente maakt op het strikte subsidiebeleid. Maar dat vindt de wethouder geen geld dat in het water is gegooid. 'Iedereen profiteert ervan' is het argument voor deze uitzonder lijke bijdrage. Op soortgelijke luxe openbare voorzieningen passen gemeenten volgens Mosterd wel een miljoen gulden bij. Die gulhartigheid gaat zeker niet op voor Puttenaren die op een bijstandsuitkering zijn aangewezen. In de bewoordingen van Mos terd wordt 'streng doch rechtvaardig' al aan de poort van de sociale dienst geselecteerd. De gemeente telt zegge en schrijve 150 uitke ringsgerechtigden. Het aantal werklozen is navenant. Puttenaren weten dat zij in 'het zweet des aanschijns het brood moeten ver dienen'. Het handje ophouden is er niet bij. Mosterd, onder meer houder van de porte feuille Sociale Zaken, meent dat juist door die scherpe selectie bij aanvragen voor bij stand altijd iets extra's kan worden gedaan voor de minima. Die aanvulling op de uitke ring krijgt de betrokkene echter nooit in han den. De kosten voor bijvoorbeeld een lid maatschap van een voetbalclub kunnen bij de gemeente worden gedeclareerd. Betutte ling? Ja, maar niemand in Putten krijgt de kans de zaak te bedonderen. Zo zit Mosterd ook de werklozen achter de vodden. Hij be middelt vaak met succes bij de arbeidsvoor ziening in Harderwijk. Weliswaar komen werklozen niet ten laste van de gemeente, maar de wethouder doet er alles aan om te voorkomen dat zij zich straks bij zijn bij standloket melden. Dat is goed voor degenen die op deze manier weer aan het werk komen en de gemeentekas. 'Draagt elkanders lasten' is de Puttenaren op het lijf geschreven. ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1997 Ruim zeven miljoen zijn er inmid dels 'vernietigd'. Afgevoerd als oud vuil. Als continu fokproduct, aan een ketting gelegd op de harde on dergrond van een rooster, hadden ze eigenlijk al geen leven. Mis schien heeft de varkenspest ze be hoed voor een totale uitputting van de slijtageslag die onze samenle ving varkens oplegt. We krijgen er geen confronterende beelden meer van te zien. Maar de varkenspest is ons land nog niet uit. Bij de straat, die aan mijn huis grenst, staat nog steeds een bord met de tekst: 'Var kenspest, transport verboden'. Ie dere keer als ik het bord zie, vraag ik me af waarom het fokken en het massaal doden van pasgeboren biggetjes nog door gaat. Dan hoor ik weer dat geluid, een aan zwellende, schokkende aanklacht tegen onze beschaving. Ik was die dag in juni al vroeg aan.het wandelen rond de Mooker- plas. Dansende zwaluwen boven mijn hoofd, wiegend fluitenkruid in de bermen, het oogverblindend blauw van de lucht als een koepel om mij heen. Opeens bereikte een gehuil mijn oren, dat naarmate ik ver der wandelde. oorverdovend bezit nam van de hele omgeving. „Dat zijn de var kens", zei mijn metgezel, wijzend naar de stallen in het landschap. „Ze moeten bin nenblijven. Het zijn er veel te veel. Ze be schadigen elkaar." Ik ben altijd tegen de bio-industrie ge weest. En zeg nou niet dat ik dan ook geen vlees moet eten. Want dal doe ik al jaren zo min mogelijk. Als we allemaal maar twee keer per week vlees zouden eten, en daarvoor de prijs zouden betalen die nodig is om kippen, varkens en kalfjes meer welzijn te geven en het milieu te spa ren, dan zouden we bovendien ook nog eens de honger van de mensen in ontwik kelingslanden grotendeels de wereld uit helpen. Want onze varkens worden met hun voedsel, tonnen soja, gevoerd. We leven in een tijd waarin economische wetten alle aspecten van ons leven regeren. Dat heeft geleid tot de 'verdinging' van het dier. Beroofd van zijn waardigheid, van zijn recht op een natuurlijk leven, is het een product geworden zonder rechten, zonder respect. Wat het dier overkomt, overkomt vroeg of laat ook de mens. We zijn een onderdeel van de keten. Nu al zie je om je heen hoe mensen die econo misch niet meer rendabel zijn, louter wor den beschouwd als een kostenfactor. Zo'n opvatting leidt tot stopwatchz.org in de thuiszorg en tot levenbeëindigend hande len in verpleeg- en ziekenhuizen. Hoe is het allemaal zo gekomen, waarom hebben wij als samenleving die ontzie ling van het leven toegestaan? In zijn aangrijpend boek: 'Hoe God ver dween uit Jorwerd', beschrijft Geert Mak een aantal oorzaken. Zoals hel geld 'dat ongekende krachten' los maakte. En de 'vooruitgang' die het boerenbedrijf deed afbrokkelen, en van 'boeren' een eenzaam, gemechaniseerd vak maakte, in de wurg greep van de schaalvergroting en de lenin gen van de bank. Niet alleen God verdween, maar vooral de waardigheid van mens en dier. Voordat Mak zijn bestseller schreef, was er al het boek van Elizabeth Mollisnn, over lx- Roe, een dorp in Frankrijk. Het is hetzelfde ver haal. Boeren en ambachtslieden verdwe nen uit het dorp, evenals de kerk, de school, het gevoel voor seizoenen, de ken nis van de natuur, de hartelijkheid, het ge meenschapsgevoel en de feesten. Met de aanzienlijke grotere welvaart, deed ook de onverschilligheid zijn intrede. Mollison maakt een uitstervend ritueel mee, het zelf slachten van een vari en. Drie mensen houden de zeug in haar eigen om geving vast, de vierde steekt snel een mes door zijn keel, waardoor zij niet meer kan schreeuwen en versuft raakt door het bloedverlies. Tot haar verbazing en ontroe ring, begint de boer zachtjes tegen het dier in zijn doodsstrijd te praten: „Rustig maar, meisje. Je wilt niet dood. Kalm aan, kalm Mollison constateert dat deze laatste, 'ou derwetse' boeren nog zo dicht bij de na tuur staan en hun eigen vee zo goed ken nen, dat ze het noodzakelijke slachten er varen als het afscheid van een dierbaar, vertrouwd wezen. Boeren zijn tegenwoordig 'agrariërs'. We kunnen de klok niet terugdraaien. En vals sentiment over vroeger is een valkuil waarin ik niet terecht wil komen. Maar nu het varkensvlees uit de intensieve veehou derij inmiddels al net zo duur is als de scharrelvarkensvlees en de totale kosten van de varkenspest eind van dit jaar naar schatting vier miljard belopen, is de tijd rijp om het roer radicaal om te gooien. Want de werkelijke prijs van het karbo- naadje en de ham - de immense dieren mishandeling, de aantasting van ons milieu, de torenhoge subsidies voor de sec tor en de ongeloofwaardigheid van onze beschaving - is veel te hoog geworden. /illigers van het Historisch Genootschap Putten aan het werk op landgoed Schovenhorst. HELEEN CRUL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 41