Zeus scheurt rond in een oude bestelbus
S
Wijs prentenboekje
van Max Velthuijs
Boeken
Postume poëzie typeert
Herman de Coninck
Classiek gevecht tegen tijd en ruimte
T'OiEW
'Boeken Faulkner zijn niet te verkopen'
IDERDAG 25 SEPTEMBER 1997
Griezelig Kinderboekenweekgeschenk van Paul van Loon
'Het uurwerk van Floor' tweede roman van Leon Gommers
POËZIE BESCHOUWING
HANS WARREN/GPD
Herman de Coninck - Vingerafdrukken
Uitgeverij De Arbeiderspers, 68 pag.,
29,90
Op 22 mei van dit jaar overleed
op 53-jarige leeftijd Herman de
Coninck, de populairste dichter
van Vlaanderen. Kort voor zijn
dood had hij nog een bundel in
geleverd, die nu onder de titel
Vingerafdrukken is verschenen.
De schrijver viel op door zijn
bevlogen nuchterheid en an
dersom, doordat hij alledaagse
voorvallen in een ander licht
wist te plaatsen: doordat nor
male woorden bij hem een
nieuwe glans kregen.
Het is moeilijk om in poëzie
gewone dingen óók gewoon te
laten lijken en die kunst beheer
ste hij als weinig anderen. Leren
dichten is vooral een kwestie
van afleren. Weglaten, zwijgen,
beperken, daar gaat het alle
maal om en De Coninck be
greep dat. In zijn laatste boek
schrijft hij onder meer: 'Ik heb
er bundels en vrouwen over
gedaan om zo weinig te zeggen.
II Om het geinige af te leren,
vervolgens het chagrijnige, om
ten slotte thuis te komen in
het weinige.'
Alle dikdoenerij was Herman
de Coninck vreemd. Zelfs wan
neer hij zijn 'ars poëtica' toe
lichtte, maakte hij zich niet
breed. Abstracte begrippen
worden bij hem verrassend
concreet, bijvoorbeeld wanneer
hij over beeldspraak schrijft:
'Zoals een grootvader van zijn
kleinzoon houdt, zo legt
beeldspraak ergens een arm
omheen. Een beeld moet een
paar maten te groot zijn,. als
een winterjas.'
Vingerafdrukken is om ver
schillende redenen een typeren
de bundel voor De Coninck, óók
vanwege de wisselvalligheid.
Het boek bevat al met al een
ietwat wonderlijke collectie:
drie bewerkingen naar Edmund
Blunden plus een bijbehorende
bespiegeling, een herdenkings
vers voor de schrijver Wim Nee-
tens (met de flauwe woordspe
ling: 'Vandaag Wim Neetens
verstrooid. Dat was hij altijd al
een beetje, verstrooid'). Ook
andere gelegenheidsgedichtjes
werden gul een plaats gegund.
Verder krijgen we een aantal
reisgedichten te lezen, die aan
vankelijk als proza zijn gepubli
ceerd. Ze waren 'daar niet te
vreden mee, wilden uit hun
context, wilden regels kwijt en
er andere bij', verklaarde de
dichter in een nawoord.
De kwaliteit van zijn werk
mag door zo'n selectiebeleid
ongelijk zijn, hij spreekt in zijn
oeuvre steeds met één warme,
liefdevolle en een tikje senti
mentele stem. Het enige is dat
die stem In de loop der jaren
steeds berustender is gaan klin
ken. 'Alles is zoveel dat een
klein beetje ook nog bijna alles
is', schreef hij in Half mei,
avond. Maar in deze bundel
gaat het vaker over de kuhst
dan over het leven. Steeds zoekt
hij naar een antwoord op de
vraag wat poëzie is, onder meer
in het hierbij afgedrukte ge
dicht. Elders lezen we: 'Ik denk
dat poëzie de wetenschap is van
het missen. Heel goed weten
wat, dat maakt het wetenschap,
en daar dan op wachten.'
Deze woorden zullen vast niet
zo bedoeld zijn geweest, maar
ze zijn geschikt om de geschie
denis in te gaan als laatste
woorden van de dichter Her
man de Coninck.
Vingerafdrukken op het venster
Ik denk dat poëzie iets is als vingerafdrukken
op het venster, waarachter een kind dat niet kan slapen
te wachten staat op dag. Uit aarde komt nevel,
uit verdriet een soort ach. Wolken
zorgen voor vijfentwintig soorten licht.
Eigenlijk houden ze het tegen. Tegenlicht.
Het is nog te vroeg om nu te zijn. Maar de rivieren
vertrekken alvast. Ze hebben het geruis
uit de zilverfabriek van de zee gehoord.
Dochter naast me voor het raam. Van haar houden
is de gemakkelijkste manier om dit alles te onthouden.
Vogels vinden in de smidse van hun geluid
uit, uit, uit.
'Vroeger in kinderboeken' is
het thema van de Kinder
boekenweek 1997, die zich
afspeelt van 1 tot 11 okto
ber. Om dat thema een
beetje hanteerbaarder te
maken, is als motto gekozen
voor 'De Tijdmachine'. Bij
zondere aandacht dit jaar
dus voor historische boeken
en informatieve werken
over voorbije tijden. Grie
zelauteur Paul van Loon,
buitengewoon populair bij
de Nederlandse Kinderjury,
schreef het geschenkboek
en veelvoudig Griffel- en
Penseelwinnaar Max Velt-
huijs tekende (en schreef)
het premie-prentenboek.
De Kinderboekenweek
wordt uiteraard weer om
lijst met tal van activiteiten.
Een paar evenementen lo
pen al. Zo is in het Letter
kundig Museum/Kinderboe
kenmuseum in Den Haag de
expositie 'Griezelig goed'
van start gegaan: een ten
toonstelling waarin voorzit
ter Paul van Loon en de le
den van zijn literaire Griezel
Genootschap te kijk worden
gezet. In de Koninklijke Bi
bliotheek van Den Haag is
eveneens tot en met 1 fe
bruari de expositie 'Een
koude hand' te zien, die een
overzicht geeft van twee
eeuwen griezelliteratuur in
de Lage Landen.
v S
Katjesdrop wordt gemaakt van gemalen katten. Dat heeft
Raoul, de hoofdpersoon van het door van Paul van Loon
geschreven Kinderboekenweekgeschenk, zich ooit door
een oom laten wijsmaken. Dat fabeltje heeft hem een
grote aversie tegen drop opgeleverd. Die aversie wordt
zijn redding.
KINDERBOEKENWEEK 1997 - 1 t/m 11 OKTOBER
GESCHENKBOEKEN RECENSIE
INGE VAN DEN BLINK/GPD
Lyc-drop - Paul van Loon Met tekeningen
van Camila Fialkowski Uitgave van de
Stichting Collectieve Propaganda van het
Nederlandse Boek tgv de Kinderboeken
week 1997 Tijdens de Kinderboekenweek
(1-11 oktober) gratis bij aankoop van
19,50 aan kinderboeken
Drop eten en televisie kijken
zijn verslavend, dat weet ieder
een. Maar onschuldig zijn die
verslavingen in Lyc-drop niet.
Raoul en zijn buurmeisje
Lindsay zien hun ouders in
zombies veranderen en de we
reld om hen heen steeds angst
aanjagender worden door een
speciaal soort dropjes en door
de televisiezender TV12.
De lezer vermoedt al snel dat
er iets loos is met die dropjes en
die tv-programma's. Maar hoe
het precies zit, blijkt pas op het
allerlaatst. Zo hoort dat in een
spannend griezelverhaal.
Lyc-drop is inderdaad grieze
lig. Het allerengste wat kinderen
zich vermoedelijk kunnen voor
stellen, dat hun eigen ouders
onverschillig worden, onbe
trouwbaar en uiteindelijk zelfs
agressief, dat gebeurt in dit
boek. ledereen wordt een wolf.
Ook Raoul en Lindsay gaan er
aan, op een weerwolven-haartje
na. want natuurlijk loopt het
verhaal goed af.
Die goede afloop is te danken
aan een bovennatuurlijke su
perheld, een reïncarnatie van de
Griekse oppergod Zeus. Hij
krijgt, heel geestig, de gedaante
van een ruige heavy metal-rock
ster die rondscheurt in een ou
de bestelbus. Zo heeft Lyc-drop
nét een laagje meer, geleend uit
de klassieke mythologie. Zoals
meestal bij Paul van Loon, heeft
het verhaal ook een romantisch
kantje: tussen Raoul en Lindsay
bloeit een prille verliefdheid op.
Het enige wat je op dit vak
kundig geschreven boekje zou
kunnen aanmerken, is dat Van
Loon de slechte wolven wel erg
hardvochtig in elkaar Iaat trem-
men door zijn wrekende opper
god. Die slechterikken zijn toch
ook maar omgetoverde gewone
mensen, als ik het goed begre
pen heb.
Maar misschien is het onzin
om dergelijke zachtzinnige be
denkingen te hebben over een
lekker spannend griezelverhaal.
Daarin is slecht gewoon slecht,
en goed gewoon goed. En het
kwaad moet gestraft. Dat ge
beurt afdoende. Hoewel Paul
van Loon wreed genoeg is om
in de laatste regel van zijn ver
haal toch weer wat onheil te
voorspellen. De griezel.
'Olifant en de Tijdmachine
PRENTENBOEK RECENSIE
INGE VAN DEN BLINK/GPD
Olifant en de tijdmachine - Max Velthuijs Tijdens de
Kinderboekenweek te koop voor 3,95
Olifant vindt het leven fijn. Hij loopt
door zijn tuin, 'de bloemen bloeiden en
alles stond er prachtig bij'. Zo mag het
eeuwig duren, van hem. Olifant is zich
zo weinig bewust van de tijd, dat hij
zelfs zijn verjaardag bijna vergeet. Maar
Krokodil denkt er wel aan. Hij brengt
Olifant een cadeautje. Een tijdmachine.
De tijdmachine tikt, en ieder uur komt
er een koekoek uit te voorschijn.
De koekoeksklok brengt orde en re
gelmaat in Olifants leven. Maar het tijd
loze genieten is voorbij. Olifant reali
seert zich nu voortdurend hoe snel de
tijd eigenlijk gaat. 'Zo word ik alsmaar
ouder en ouder, dat gaat me veel te
vlug!' Hij gooit zijn cadeau de deur uit.
Dat blijkt niet afdoende. De klok tikt
door. Olifant stampt het apparaat woe
dend in elkaar. Klaar. Maar Krokodil
vertelt dat dat niet helpt. Ook zonder
klok verstrijkt de tijd. De zon gaat op en
onder, iedere dag.
Tegen de tijd kun je je niet verzetten,
leert Olifant. 'En als je heel oud bent,
dan ga je dood'. Een wijze les, uitge
beeld in Velthuijs' bekende, liefdevolle
stijl. Olifant is niet zijn mooist geteken
de- dierfiguur, vind ik, met die rare ver
dwijnende kin en die konijnige flaporen.
Maar Olifant en de tijdmachine is wèl
een wijs prentenboek.
Max Velthuijs
Olifant en de tijdmachine
ROMAN RECENSIE
WIM VOGEL
:rs - Het uurwerk van Floor,
mj De Bezige Bi), 198 bldz., pnjs
36,50.
lal worden ze geschreven
lente van het schrijvers-
djjp. Als een jeugd nostalgi-
trekken krijgt en volwas-
:id onherroepelijk wordt,
ontwaakt de kleine Johan-
begint Anton Wachter te
en en wordt Kees de Jon-
econfronteerd met de rau-
erkelijkheid, die wel raad
met loze dromers. De
;.fie roman van Leon Gom-
(1958), Het uurwerk van
past perfect in die lange,
ire traditie waarin een jon-
aan het begin van zijn pu-
-■ it, het gevecht met de fei-
angaat.
ezelfde traditie maakt het
eenvoudig oorspronkelijk
o. Waar de inhoud als een
jn ijs vastligt, biedt alleen de
een uitweg. Gommers' ro-
valt dan ook vooral op
zijn eigenzinnige stijl:
barstige zinnen die zich
- iltijd onmiddellijk laten be
an, veel familietaai, veel
Limburgse dialect. Zo'n
grendelt af en isoleert,
tde wereld voor de twaalf
hoofdpersoon beperkter
hij voor iemand van die
1 al is.
de lezer toch in gesprek
en komen met zijn roman-
kiest ook Leon Gommers
le van ouds bekende truc:
ter ego, een tweede ik die
entaar levert, die stimu-
oproept tot verzet, die
lurend probeert de twee
ien met elkaar te verzoe-
Die tweede ik heet hier
en, zoals dat hoort, is hij
lenvoeter van het in zich-
ekeerde, angstige, overge-
;e Limburgse knaapje,
isolement heeft externe
teme oorzaken. Een moe-
ie jong overlijdt, een afwe-
ader, ondergebracht wor-
ij oma waar aardige en
"ge ooms en tantes
op bezoek komen en in
geval elke zondag de illu-
":en één grote gezellige
te zijn. Daarbij horen
ijk de nodige rooms-ka-
folklore en een benau-
Idorpsleven.
Nobelprijswinnaar 1949 bij honderdste geboortedag al vergeten
buure, Cees Buddingh', Doeschka
Meijsing, Martin Ros, Carel Pceters en
Hella S. Haasse een titel van Faul
kner in hun lijstje op. In de recent
verschenen aflevering van het tijd
schrift Armada, over de mooiste boe
ken uit de wereldliteratuur, komt de
naam Faulkner één keer voor.
LITERATUUR BESCHOUWING
Leon Gommers.
Gommers' antiheld is geen
partij voor die familie met haar
vocabulaire van honderddrieën
twintig woorden ('Ze praten bij
ons thuis honderduit over van
alles maar zeggen niet zoveel en
hebben meestal ruzie over
niks.'). Hij weet dat hij zich al
tijd en overal door alles en ie
dereen laat ringeloren. Op zijn
voetbalclub wordt hij door ka
meraadjes in elkaar geslagen,
'hij houdt niet van Feijenoord
met al die daden.' Op school is
hij bang, vriendjes worden ner
gens genoemd. Onzichtbaar
zijn, vindt hij 'het fijnst van al'.
'Ik voel mijzelf een vreemd mij
worden zonder dat iets mij van
binnen of buiten aanraakt.', en
dat terwijl het binnen in hem
'woedend en woest' is.
Hoe tragisch het leven van
deze eigentijdse Woutertje Pie-
terse ook verloopt, hoe bijzon
der zijn gevecht tegen de bui-
publiciteitsfoto
tenwereld met behulp van een
eigen taal ook is, toch voelde ik
mij zelden betrokken. Zijn ver
zet tegen de actualiteit, gesym
boliseerd in een vijftigtal gede
monteerde en opnieuw in el
kaar gezette kermiswekkers die
in een performance-achtige op
stelling door hun wijzerstand
een eigen taal spreken, is een
aardige maar geforceerde
vondst. Nooit is er sprake van
een directe confrontatie. Er
wordt vooral rondgekeken in
het eigen hoofd en tegen de
binnenkant van-de eigen sche
del.
Het uurwerk van Floor is de
zoveelste loot aan een rijke, lite
raire boom. Ongetwijfeld een
noodzaak voor de auteur. Jam
mer dat ik de hoofdpersoon,
zijn geschiedenis en zijn ge
vecht tegen tijd en omgeving al
kende.
THEO HAKKERT/GPD
,,Nog steeds dorsten wij hier in Hol
land naar romans van William Faul
kner. Maar ze zijn niet eens in Ameri
ka te krijgen", schreef Simon Vestdijk
in 1948. Bijna een halve eeuw later is
de situatie volledig omgekeerd. Ter
wijl de boeken van William Faulkner
in Amerika ruimschoots voorhanden
zijn en de universiteit van Mississippi
jaarlijks in augustus een drukbezoch
te internationale conferentie over de
schrijver houdt, is in Nederland mo
menteel geen enkel boek van Faul
kner in vertaling leverbaar.
William Cuthbert Faulkner werd op
25 september 1897 geboren. De hon
derdste geboortedag van Faulkner
die in 1962 overleed is in tal van
plaatsen in de wereld aanleiding zijn
oeuvre in de schijnwerpers te plaat
sen. In zijn geboortestad Oxford
wordt een standbeeld onthuld. De
universiteit van Rennes in Frankrijk
organiseert een vierdaags congres,
waar Amerikaanse auteurs als Toni
Morrison, Richard Ford, William Sty-
ron en Alice Walker van hun schat
plichtigheid aan Faulkner komen ge
tuigen. Alice Walker's succesroman
The Color Purple ademt geheel de
sfeer van Faulkner. Maar in Neder
land is het stil.
De Bezige Bij, de uitgeverij die toch
jarenlang de hoofdwerken in vertaling
heeft uitgebracht, doet niets aan Faul-
kner. „Natuurlijk was de honderdste
geboortedag een mooi aanknopings
punt geweest", zegt een redacteur.
Een andere legt uit waarom De Bezige
Bij desondanks de kans heeft laten lo
pen Faulkners boeken opnieuw onder
de aandacht te brengen: „Faulkner
staat ieder jaar bij ons op de agenda
van de redactievergaderingen. We
zouden graag willen, want het is een
schitterende auteur, maar de ervaring
heeft geleerd dat zijn boeken niet te
verkopen zijn. Boekhandelaren willen
ze niet inkopen; lezers willen ze niet
aanschaffen. Het is triest en ook on
begrijpelijk bij zo'n belangrijk auteur,
maar het is zo. Faulkner raken we aan
de straatstenen niet kwijt."
Nobelprijs
Het kan vreemd lopen met literaire
reputaties. Wie er encyclopedieën en
andere naslagwerken op naslaat leest
zonder uitzondering dat het werk van
William Faulkner een van de meest
waardevolle pogingen tot vernieu
wing van het verhalend proza is ge
weest. Niet voor niets won hij de No
belprijs voor literatuur van 1949, die
William Faulkner (1897-1962). In Nederland is momenteel geen enkel boek van de
ze schitterende auteur in vertaling leverbaar. publiciteitsfoto
overigens eind 1950 werd toegekend.
Hij. wordt steevast in één adem ge
noemd met andere vernieuwers als
Marcel Proust, James Joyce, Gustave
Flaubert, Franz Kafka en Robert Mu-
sil.
Tal van hedendaagse schrijvers, on
der wie Hugo Claus en opvallend veel
Zuid-Amerikaanse auteurs, toppers
als Gabriel Garia Mérquez en Mario
Vargas Llosa incluis, hebben herhaal
delijk verklaard dat Faulkner van cru
ciaal belang voor hun schrijverschap
is geweest. Vorig jaar nog kreeg
Graham Swift het terechte verwijt dat
zijn met de Booker Prize bekroonde
roman Last Orders/Laatste Ronde qua
structuur en basisidee van het verhaal
was afgekeken van Faulkners Ai I Lay
DyinglUitvaart in Mississippi.
Maar waar Proust, Joyce, Flaubert
en Kafka nog steeds worden gelezen
en opnieuw vertaald en uitgegeven,
lijkt William Faulkner in Nederland
compleet in de vergetelheid te gera
ken. En nog vrij snel ook. Toen de Bij
enkorf in 1984 elf notoire veellezers
om hun favoriete boeken vroeg, na
men acht van hen Nico Scheepma
ker, Maarten 't Hart, Jaap Goedege-
Theorieën
Je kunt er tal van theorieën op los
laten. Je zou met enige reden kunnen
stellen dat Amerikaanse schrijvers uit
voorbije decennia, en dan met name
de modernisten waar Faulkner dé ex
ponent van was, het sowieso niet
goed doen bij het Nederlandse le
zerspubliek. Zo werd begin jaren ne
gentig een begin gemaakt met de ver
taling van de trilogie U.S.A. van John
Dos Passos (1896-1970), maar bij
mijn weten is het derde deel nooit
verschenen. En de namen van
D.H. Lawrence, Ernest Hemingway,
T.S. Eliot en Ezra Pound mogen dan
nog altijd bekend klinken: wie leest ze
nog in Nederland?
Bij Faulkner komt daar ontegenzeg
gelijk nog één aspect bij. Zijn boeken
zijn geen gemakkelijke kost. Zijn taal
gebruik is uiterst grillig en zijn zinnen
zijn lang. Op de eerste bladzijde van
Absalom. Absalom! (uit 1936, en met
The Sound and the Fury/Het Geraas en
het Gebral en Light in August/Licht in
Augustus zijn beste boek) staan twee
volzinnen. De derde loopt door tot op
een kwart van de volgende bladzijde.
In een tijd dat de Nederlandse lite
ratuur door snelschrijverij, columnis
me en oppervlakkigheid dreigt te im-
ploderen, is het lezen van Faulkner
monnikenwerk geworden. Zeer be
vredigend voor doorzetters, dat wel.
Wie eenmaal in de ban is van 's mans
bezwerende, beeldende proza, waarin
je het hart van de personages werke
lijk hoort bonzen, wil alles van hem
lezen. Maar ook dan blijft het lastig.
Thematisch echter zou het werk
van William Faulkner nog steeds een
groot publiek kunnen aanspreken en
dan met name de roman Light in Au
gust, waarin hij de rassenproblema-
tiek van de zuidelijke Verenigde Sta
ten behandelt. Vestdijk schreef al:
'Het lot van een Joe Christmas
(hoofdpersonage in het boek - red.) in
Light in August leert ons meer om
trent het negervraagstuk. de martiale
dromen van Reverend Hightower uit
dezelfde roman meer omtrent de bur
geroorlog en daardoor geslagen won
den, dan dikke sociologische of histo
rische werken, of een romanoeuvre,
dat daaraan gelijkstaat."