Zwarte magie in de bossen Weer helmzelen ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1997 Onze Taal Heksen zijn er in alle soorten en maten. Zo zijn er eifheksen, vrije heksen, stille heksen en hobbyheksen. Een heks is niet per definitie vrouw en je kunt het ook niet worden. Je bent het of je bent het niet. Ben je het wel, dan kun je je vaardigheden ontwikkelen en zelfs een graad behalen in de moderne hekserij. „Het is gewoon een religie. 'Moderne heksen werken in stilte' In het bos bij het Zuid- Friese plaatsje Oranje woud staat alles klaar voor een klein ritueel. Op een open plek naast het bospad walmt wierook, lichtvlekjes dansen over de grond en bloemen ter ere van de Godin staan netjes geschikt in een vaas. Alexsandra en haar leerling hijsen zich in hun hek- senrobes. Zij draagt een witte jurk met een groene cape, hij wurmt zich in eenzelfde wit ge waad met een blauwe lap stof er aan vast gestikt. Het is dat Alex sandra linnen gymschoenen draagt en dat even verderop het wereldse Tjaarda tussen de bo men schemert, anders zou de willekeurige toeschouwer zich in de tijd van Koning Arthur wanen. Ze is heks, een priesteres, maar bijna niemand weet dat. „Ja, mijn familie en sommige vrien den en bekenden. Maar verder heeft geen mens er iets mee te maken." Moderne heksen wer ken nu eenmaal in stilte, zegt Alexsandra. Ze zijn er niet op uit om zieltjes te winnen en ze moe ten zwijgen over de dingen die ze doen. Magie werkt niet als je er over praat en over de rituelen tij dens heksenbijeenkomsten mag nimmer met buitenstaanders worden gesproken. Vrijwel niemand weet dan ook hoeveel heksen Nederland telt. „Er zijn veel verschillende stro mingen", weet Alexsandra. „Erf heksen die kennis hebben geërfd van hun familie, vrije heksen die nergens bij zijn aangesloten, stil le heksen die in alle eenzaam heid werken, hobby- en revival- heksen die zich in groepen heb ben verenigd." WlCCA Voor deze ene keer treedt ze, met medeweten van haar hogepries teres, naar buiten. Omdat Dok- k Alexsandra en haar leerling voeren een bevruchtingsritueel uit. FOTO'S CPD JAN DE VRIES kum laatst aan het bidden sloeg tijdens de Satansnacht en omdat er onder niet-ingewijden angst heerst, angst voor heksen. Alleen de goede verstaander kan zien dat Alexsandra een wicca-pries- teres is. Om haar hals hangt een pentagram, ze heeft lang donker haar en vandaag is ze in het zwart, de kleur van de Egyptische aarde. Anders dan anderen is ze niet, eigenlijk heeft ze een flink Fries hoofd, met een grote neus en lichte, alerte ogen. „Dank je", zegt ze verheugd. „Een mooier compliment kan ik me niet voor stellen. Ik ben hartstikke chauvi nistisch en doe mijn rituelen zelfs in het Fries." Alexsandra loopt niet te koop met haar heksenbestaan. „Ik doe dit puur voor mezelf', zegt ze. „Ja, je hebt hobbyheksen, men sen die het interessant vinden om zichzelf heks te noemen, maar die groep neem ik niet seri eus. Zij zijn bijvoorbeeld alleen in hun vrije tijd heks of ze zoeken een tijdelijke uitdaging." Volgens Alexsandra ben je heks of ben je het niet. „Daarom werven we ook niet. Het valt je toe, het is iets wat voorbestemd is. Mensen die zich in wicca wil len verdiepen, weten ons te vin den. Als je interesse ernaar uit gaat, zie je het overal om je heen en kun je via postbusnummers contact met ons opnemen." Op haar achttiende kwam ze in aanraking met moderne hek serij. „Ik was zoekende, zat niet lekker in mijn vel." Ze werd Ne derlands Hervormd opgevoed maar in de kerk kon ze haar draai niet vinden. „Daar zat ik dan elke zondag, terwijl op de kansel ie mand stond te vertellen wat ik wel en wat ik niet moest doen. Het benauwde me, ik vond het allemaal zo passief." Godin In 1970 ontmoette ze een oudere vrouw („achteraf besefte ik pas dat zij een heks was"! die haar inspireerde. Ze begon boeken over wicca te lezen en ging die kennis uiteindelijk praktiseren. „Het sprak mij aan dat wicca's in een god en een godin geloven. In het christendom is er alleen een god, een mannelijke figuur. Wij hechten belang aan het even wicht tussen de man en de vrouw, de god en de godin. Die vrouwelijke kracht miste ik in de kerk." Twintig jaar lang was Alexsan dra soloheks, ze bekwaamde zich in de leer zonder steun van colle ga's. Pas in 1990 trad ze toe tot 'een coven, een groep van maxi maal twaalf heksen onder leiding van een hogepriesteres. Om haar kring te bezoeken is ze uit en thuis 250 kilometer onderweg, meer wil ze er niet over zeggen. De leerling van haar coven, die anoniem wil blijven omdat de omgeving niets afweet van zijn belangstelling voor hekserij, rommelt in de jute tassen met heksenbenodigdheden van Alex sandra. Hij moet doen wat de priesteres hem opdraagt en dat valt volgens zijn leermeesteres lang niet altijd mee. „Het gaat erom dat je de god en de godin in jezelf ontdekt. Nou, de meeste mannen vinden dat behoorlijk moeilijk. Zij moe ten plotseling hun overwegend mannelijke ideeën loslaten en ook ruimte geven aan hun vrou welijke kanten. Dat past meestal niet bij de manier waarop ze zijn Daar komt bij dat je niet kunt voorspellen hoe lang het duurt voordat je jezelf neofiet, leerling heks, mag noemen. Alexsandra: „Wicca is een mysterie-religie, de mysteries van het bestaan zijn geheimen die pas na lang zoeken en persoonlijke groei ervaren kunnen worden." Teleurgesteld Het gebeurt dan ook geregeld dat mensen hevig teleurgesteld af scheid nemen van de moderne hekserij, aldus Alexsandra. „Vaak verwachten ze dat ze met magie op een snelle manier macht kun nen verwerven en ook hopen ze soms dat er seksfeesten worden gehouden." Grijzend: „Nou bij ons worden echt geen rituele nummertjes gemaakt. Wij beel den het samengaan van man en vrouw op een symbolische ma nier uit. Je kunt bijvoorbeeld een athame, het werkmes van een heks, in een kelk met water dopen of je schiet een brandende pijl in een meer." Hoe dan ook, veel aspiranthek- sen halen het einddoel niet. Alex sandra vermoedt dat ruim 98 procent er na een kennisma kingsperiode de brui aan geeft. „Het is ook een verrekt zware studie", vindt ze. Leerlingen die zijn toegelaten tot een coven be ginnen met het overpennen van The Law, een boek met wicca-re- gels. Vroeger was het zo dat het boekwerk bij de hogepriesteres op schoot lag en dat de student er op zijn knieën voorzat om het over te schrijven. Alexsandra daarentegen mocht het zittend aan een bureautje in het huis van haar leidster overnemen. In die beginperiode verdiepte ze zich onder meer ook in de kruiden leer, tarot, kabbala en Scandina vische runen. Net als alle aspirant-heksen mocht ze aanwezig zijn bij de vier grote heksensabbats, de oogstfeesten. De kleine sabbats, de zonnefeesten, zijn alleen be doeld voor ingewijden, mensen die hun eerste graad initiatie achter de rug hebben. Die geïni- tieerden, tot wie Alexsandra in middels ok behoort, moeten met de „vier basisbouwstoffen uit het universum, de elementen water, vuur, aarde en lucht gestuurd door de eigen geest" kunnen werken. Moeilijk? Vaag? Alexsandra fronst haar wenkbrauwen. Magie is helemaal niet ingewikkeld, vindt ze. „Pak een kommetje, gooi er van alles in, friemel er wat in, verhit het en je hebt een cake. Jalia, bakken is ook ma gisch. Net als het uitblazen van kaarsjes op een verjaardagstaart. Magie kom je overal tegen. Er bestaat nauwelijks een geloof dat bij de uitvoering van rituelen en erediensten geen gebruik maakt van bijvoorbeeld wierook of kaarsen. Magie is de kern van al le religies." Magie Witte en zwarte magie bestaan niet, denkt de Friese heks. „Ma gie op zich is neutraal. Het is niet goed of kwaad, maar je moet wel weten waar je mee bezig bent als je eraan begint. Magie kan weldoen, maar kan ook vernieti gen, de krachten zijn hetzelfde. Daarom moet je volwassen zijn, stevig in je schoenen staan als je ermee wilt werken." En gelukkig. Iedere heks weet: de energie van magische werken voor negatieve doeleinden keert in het drievoudige terug bij de af zender. Alexsandra kent naar ei gen zeggen bijvoorbeeld een wic ca die last kreeg van open won den en ook Jomanda ervaart vol gens haar de keerzijde van de energieën. „Zij is weliswaar geen heks, maar ze heeft wel gaven. Ze werkt voor Jan en Alleman en merkt nu dat zoiets niet onge straft blijft. Ze is helemaal van de wereld, gaat vaak in retraite om dat ze de maatschappij anders niet aankan." Alexsandra is daarom voor zichtig met magie. Zij zal akelige types niet snel mores leren, maar wel heeft ze naar eigen zeggen ooit haar buren verdreven. Via magie hielp ze het paar aan een nieuwe, mooie woning, ver bij haar vandaan. Ze kan er nu over vertellen omdat de kwestie ach ter de rug is, over haar huidige magische capriolen houdt ze haar lippen op elkaar omdat ze anders niet werken. „Gedeelde kracht is geen kracht, zo noemen we dat", legt ze uit. Soms komen er mensen naar haar toe die om hulp vragen. Dan probeert ze hen via magie te helpen. „Ik kan iemand die een operatie voor de boeg heeft ener gie geven. Of ik kan de spanning tussen echtelieden die met elkaar in de clinch liggen verminde ren." In principe doet ze echter niets zonder toestemming van de betrokkene zelf. „Als ik dat wel zou doen, zou ik kosmisch onbe schoft zijn. Met die gedachte in het achterhoofd zullen heksen anderen ook altijd respecteren. Wij vinden niet dat we het recht hebben om ons ergens in te mengen. Als mensen honger hebben, zal ik er niet uit 'naas tenliefde naar hen toegaan om even een kommetje soep te brengen. Ik kan wel vragen of ze hulp nodig hebben, maar onge vraagd zal ik hen niets geven." Niemand heeft daarom van heksen te vrezen, zegt ze. Ook de christenen in Dokkum niet, die tijdens de zogenaamde Satan snacht in april dit jaar, een ge bedsbijeenkomst organiseerden. „Wicca's zijn geen satanisten", aldus Alexsandra. „Om te begin nen geloven wij niet in een satan, alleen christenen denken dat de duivel bestaat." Volgens haar is de moderne hekserij „gewoon een religie." „Een natuurreligie die afstamt van oude voor-chris telijke religies uit Europa. In wic ca proberen we het evenwicht te vinden tussen het mannelijke en het vrouwelijke, het natuurlijke en het bovennatuurlijke." Gevaarlijk is wicca daarom niet, denkt Alexsandra. „Je moet alleen wel goed weten waar je mee bezig bent. Moderne hek serij maakt veel in jezelf los. Daarom vind ik ook niet dat je op jonge leeftijd tot een coven moet toetreden. Heksengroepen horen pas na lang wikken en we gen over te gaan tot een initiatie. Als je in de knoop zit en zoeken de bent, moet een hogepriesteres zeggen dat je over een aantal ja ren maar eens moet terugkomen. Eerst moet je in het reine zijn met jezelf, dan pas kun je een graad halen." Fluistertoon Terug naar het bos in Oranje woud, ten oosten van Heeren veen. Alexsandra wil best een idee geven van een heksenritu eel. In 'pentagramhouding', staande met het hoofd rechtop, de armen gestrekt naar boven en de benen uiteen roept ze bij wij ze van voorbeeld 'de god' op in haar leerling. Met haar wijsvinger en pink omhoog symboliseert ze de bosgod, de gehoornde. Uit haar mond komen op fluister toon Engelse spreuken en be zweringen. „Dit is om een idee te geven van het ritueel", zegt ze. „In het echt is het veel indruk wekkender, schreeuwen we de spreuken. Als iemand op zo'n moment de godin in mij op roept, bèn ik ook echt de godin, ben ik mezelf niet meer." Even later vindt de Friese heks het mooi geweest. Haar leerling gooit de as uit het wierookvaatje in een plas op het bospad. Ver volgens wandelt hij met de klok mee om het water heen. „Zo, dat is teruggegeven aan moeder aar de", zegt Alexsandra. En met een blik op de verbaasde buiten staander: „Mensen hebben hele rare ideeën over hekserij, maar in feite zijn we gewoner dan je denkt, 's Ochtends laat ik net als anderen de hond uit en ik ben al 26 jaar gelukkig getrouwd met een man die geen heks is." De leerlingheks maakt een stappen de beweging in het water. Ma gisch? Alexsandra grijnst: „Nee, hij trapt gewoon het vuur nog eens uit, om er zeker van te zijn dat er geen bosbrand ontstaat." De krant was nog niet uit of ik werd opgebeld. 'Die helmzelen van jou, dat zijn gewoon helpzelen geweest. Wij als Rotterdammers, wij kennen het woord helpzelen. Kijk maar in het woordenboek. Daar staan ze ge noemd'. De persoon die me opbel de, zei niet wie hij was of waar het over ging. Maar door zijn sonore stemgeluid herkende ik in hem meteen mijn zeer kippige en zeergeleerde vriend uit Leiden. Rot terdammers blijven speciale men sen. En ik begreep ook dat het ging om mijn stukje van die zaterdag. Ik had namelijk iets geschreven over een woord van mijn moeder, helm zelen, dat verder niemand leek te kennen. Intussen weet ik beter. Vooral door een stroom van brieven van lezers. Als het goed is, heb ik iedereen persoonlijk be dankt. De helmzelen mogen dan niet in een gewoon woordenboek staan, er zijn toch genoeg mensen die het woord ook kennen. Vooral in Leiden en Den Haag, en één keer in Haarlem. Helmzelen zijn de bandjes van vooral kinderbroekjes, rokjes en overgooi- ers, van voren parallel, soms met een ver bindingsstuk, van achteren veelal gekruist. Menigeen was stomverbaasd dat een zo ge woon woord blijkbaar helemaal niet zo al gemeen is. Je vindt het zo goed als nergens. Dat het zelen zijn, is niet vreemd. Het woord 'zeel' is, of was, heel algemeen. Het is een brede band, van touw, zeildoek of an der materiaal. Maar waarom helmzelen? Wat heeft die helm ermee te maken? De theorie dat helmzelen een verbastering is van helpzelen, geloof ik niet. Het lijkt me eerder andersom. Als 'helm-' niet meer begrepen wordt, maakt men er iets begrij- pelijkers van. Kwestie van volksetymologie. Met excuses aan mijn zeergeleerde vriend, die wel de prijs krijgt als eerste gereageerd te hebben. Aan deze prijs is overigens geen geldbedrag verbonden. Iemand schrijft: 'Mijn vader is nu 85 jaar en heeft voor de oorlog in Voorschoten in de bollen gewerkt. Daar gebruikten ze helm zelen. Het waren banden van een soort touw die je over je schouders droeg en waar onderaan lussen aan zaten. Deze lussen gingen om de handvaten van een burrie. Een burrie is een soort draagbaar, een lat- tenrek op poten waarmee twee mannen in het najaar het riet het land op droegen en dan uitspreidden over de bollen. Dat werd 'dekken' genoemd.' Ze voegt eraan toe: 'Mijn vader denkt dat helm van hennep komt en dat de helm zelen ooit van hennep werden gemaakt. Ik denk dat hij dit heeft verzonnen.' Dat denk ik ook. Maar interessant is alvast dat de helmzelen dus oorspronkelijk niet iets van kinderkleding zijn. Waarschijnlijk zijn de 'galgjes' aan de kleding van kinderen genoemd naar analogie van de volwassen helmzelen. Een andere lezeres vroeg het aan haar 84- jarige moeder. Die had nog nooit van helm zelen gehoord. Wel van haamzelen. 'Bij haar grootvader op de boerderij in de Ach terhoek droegen de knechts haamzelen. Zij omschreef ze als 'een leren riem over de schouders met een verdikking in de nek en met lussen aan de uiteinden, waarin de handgrepen van de kruiwagen werden ge schoven'. Het gewicht van de kruiwagen werd op deze manier niet alleen door de ar men gedragen, maar ook door de nek, de schouders en de rug.' Ik vermoed dat we hier de bron hebben. Een haam is een leren of houten juk om de hals van trekpaarden. Bij uitbreiding kon dat blijkbaar ook van mensen gezegd wor den. De Achterhoekse haamzelen vinden we dan terug als de Voorschotense helm zelen, beide in de agrarische sector. Alles goed en wel, maar de sprong van haamzelen naar helmzelen is nog niet verklaard. Heette zo'n paardentuig ook wel een 'helm'? Nee. Wat in het oosten van ons land een 'haam' werd genoemd, heette in het westen een 'gareel'. Maar precies dit dialectverschil zou de overstap kunnen verklaren. Als men in het westen de haamzelen leert kennen, wordt dat woord niet begrepen omdat men er de haam niet kent. Dat is de ideale situa tie voor volksetymologie: men vervangt het onbekende woord door een wel bekend woord dat er een beetje op lijkt. Vandaar dat ik vermoed dat de helmzelen een ver bastering zijn van de haamzelen. Althans in bepaalde streken, want het is blijkbaar geen algemeen woord geworden. Voor zover ik nu zie: Den Haag en bollenstreek. En in Rotterdam heeft men daar dan weer help zelen van gemaakt. Of het waar is, weet ik niet. Maar voorlopig lijkt dit me de meest waarschijnlijke verkla ring van het woord. Verrassend is wel, dat zo veel lezers me schreven dat ook hun moeder grossierde in weinig bekende woorden. Daar moeten we het een andere keer eens over hebben. Een aantal attributen dat door heksen wordt gebruikt. „Maar in feite zijn we gewoner dan je denkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 47