Kindervoet in de knel De eerste schoentjes Pastips Gemengd liggen 134 ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1997 Ouders kopen vaak verkeerde schoenen voor hun kroost Veel kinderen dragen verkeerde schoenen. Die zijn te ruim, te krap, te smal ofte breed. Ook het materiaal en de pasvorm deugen vaak niet, zo blijkt uit een onderzoek van de Stichting Vakopleiding voor de Detailhandel in Schoenen. De gevolgen zijn niet misselijk: likdoorns, schimmel, voetmisvormingen, klachten aan knie, heup en rug, hoofdpijn of een verkeerde houding. Schoenenverkopers wijzen meteen beschuldigende vinger naar de ouders. „Ze zijn hartstikke eigenwijs en gaan dwars tegen ons advies in. De verkoper, twintig jaar in het vak, zucht. „Ik word soms niet goed als ik zie op wat voor knullige troep kinderen rondlo pen. Afgeleefde, plastic sportschoenen. Slippers waar een kind half naast loopt. Gympies waarin voeten heen en weer zwabberen en verschrikkelijk zweten. Moet je eens ruiken als je die uittrekt. Plastic sandaaltjes die van elke stap een martelgang maken. Allemaal funest voor de voet. Ik vind het ongelooflijk dat ou ders hun kinderen dergelijke rotzooi aan trekken." Het verbaast schoenenwinkeliers aller minst dat meer dan de helft van de peu ters en schoolgaande kinderen - tieners even buiten beschouwing gelaten - geen goede schoenen draagt. Volgens een on derzoek van de stichting Vakopleiding voor de Detailhandel in Schoenen (SVOS) is zestig procent van de aangeschafte schoenen te ruim, te krap, te smal of te breed. Het materiaal deugt niet (synthe tisch), of de schoen biedt te weinig steun aan de voet (slappe gympjes, goedkope sportschoenen, open sandaaltjes, slippers en dergelijke). Eigenwijs En toch verkeren de meeste ouders in de veronderstelling dat ze het goed doen, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek. „Dat is nou net het probleem", zegt een schoenen verkoper. „Veel mensen zijn ontzettend eigenwijs." Peter van Drie, filiaalhouder van Dolcis, heeft inmiddels geleerd zich te schikken in het feit dat de klant wel zijn advies vraagt, maar het vervolgens niet opvolgt. „Zes van de tien klanten doen uiteindelijk wat ze zelf willen. Ze komen binnen, trek ken hun kind schoenen aan en vragen wat ik ervan vind. Als ik vertel dat de schoen niet goed zit, wordt dat voor ken nisgeving aangenomen en kopen ze 'm toch. Tja, wat moet je dan? De klant is ko ning." Ook zijn collega J. Detering, manager bij Van Haren, staat soms te kijken van de onwetendheid van klanten. „Het enige waarop ze letten is of de tenen aan de voorkant een stuk van de rand af zitten. Dan is het wel goed, denken ze. Ze staan er niet bij stil dat die tenen aan de zijkant helemaal in elkaar kunnen worden ge drukt of dat de schoen knelt bij de wreef. Sommige mensen wurmen hun kind met geweld in een model dat ze leuk vinden. Als je ze er op wijst dat de schoen niet goed past, zijn ze beledigd. 'Ik ben niet achterlijk, hoor', roepen ze dan kwaad." T. Barends van Barends Beste Maatjes, een speciaalzaak in kinderschoenen met vestigingen in Haarlem en Hoofddorp, weigert soms zelfs te verkopen. „Als een ouder met alle geweld schoenen wil heb ben die onverantwoord zijn, houdt het bij mij op. Dan vertel ik de klant vriendelijk dat hij maar ergens anders heen moet gaan. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat iemand met mijn spullen de voeten van zijn kind verpest." Barends gaat nóg verder: „Ik neem geen schoenen in de collectie op, waar van ik weet dat ze een misdaad zijn voor de kindervoet. Ook al zien ze er nog zo leuk uit en zal ik er waarschijnlijk veel van verkopen." Prijs De meeste ouders denken dat kindervoe ten wel een stootje kunnen hebben - zo lekker plooibaar en nog niet uitgegroeid - maar niets is minder waar, benadrukken deskundigen. Verkeerd schoeisel op jeug dige leeftijd kan onnoemelijk veel verpes ten. De gevolgen liegen er niet om: lik doorns, schimmel, misvormde voeten, klachten aan knie, heup en rug, hoofdpijn of een verkeerde houding. De meeste ouders zijn echter voorna melijk geïnteresseerd in het model, de kleur en de prijs van de schoen. Kwaliteit en pasvorm vormen sluitposten. Dolcis- man Van Drie:„Ik zie het vooral in deze maand, waarin veel kinderschoenen de deur uitgaan. Tegen ons advies in, kopen mensen ze vaak te groot. Extra dikke sok ken of twee paar sokken over elkaar, en klaar is Kees. Ouders beseffen niet dat te ruime schoenen slecht zijn voor de kin dervoet." Van Drie weet wanneer hij zijn mond moet houden, maar het ergert hem dat zijn deskundigheid en die van zijn mede werkers door veel klanten wordt gene geerd. „Jammer genoeg voor kinderen denken ouders dat ze er verstand van hebben. Ik vind: laat de klant het model uitzoeken en laat ons de pasvorm bepa len. Dan zit je altijd goed." Volgens verkopers is een leren schoen met een goede pasvorm en solide bin nenwerk (ventilerend materiaal of leer) de beste keus. Over sportschoenen - favo riet bij veel kinderen - lopen de menin gen uiteen. „In principe is een sport schoen gemaakt voor één doel: sport", zegt Barends. „Voor dagelijks gebruik is zo'n schoen niet geschikt." Van Haren-manager Detering vindt dat het zo'n vaart niet loopt. „Maar neem dan wel een goede sportschoen. Niet zo'n ding van een paar tientjes, dat van plastic is gemaakt en waarvan de vulling na twee keer dragen al begint om te krullen. Kin deren vinden zo'n model leuk omdat er een Disney-plaatje of iets dergelijks op staat, maar kwalitatief is het niks. Als je een wat duurdere sportschoen neemt met stevig, verzorgd binnenwerk kun je daar kinderen verantwoord op laten lo pen. En je hoeft echt niet per se Nike of Kappa te kopen, hoor. Voor minder geld heb je ook iets goeds." Een sportschoen kan dus, maar niet elke dag, luidt Deterings advies. „Wissel 'm af met gewone Ieren schoenen. In sport schoenen ga je erg zweten. Bovendien trap je ze gauw kapot en slijten de zolen snel. Daar staan veel ouders niet bij stil." De helft van alle kinderen heeft een voet die afwijkt van de gemiddelde breed te. Dat betekent in praktijk dat schoenen hen of te krap of te breed zitten. Daarom hebben speciaalzaken, zoals die van Barends, verschillende wijdtematen van modellen in voorraad. T. Barends: „Van sommige modellen hebben we wel zes wijdtematen. Wat lengtematen betreft lo pen we door tot 44 voor jongens en 42 voor meisjes. Het komt dan ook niet gauw voor dat we 'nee' moeten verko- Ook Van Haren heeft - als enige grote winkelketen - verschillende wijdtematen voor kinderschoenen. En sinds kort houdt de kindercollectie niet op bij maat 35, maar loopt door tot 39. Van Haren-chef Detering: „Kinderen vallen steeds meer in grotere maten. Vroeger had een tienjarig kind maat 34, nu zit het soms al in maat 39. Daar spelen wij op in door schoenen te maken met een wat smallere leest. Dan hoeven kinderen niet langer schoenen aan die eigenlijk voor volwassenen zijn gemaakt." Mode Bij de koop van schoenen laat de klant zich voornamelijk leiden door de mode. Ook bij kinderen in de basisschoolleeftijd is de vraag 'wat draagt de rest op school' vaak doorslaggevend. „Kinderen weige ren soms een voor hun voet geschikt mo del te dragen. 'Ik wilgeen Pipo-schoenen', roepen ze. En hun ouders gaan daarin mee", constateert Barends. Van Haren manager Detering: „Het allerbelangrijkste voor ouders en Idnderen is wat anderen in de klas dragen. Als schoenen met pla teauzolen 'in' zijn, worden die gekocht, ook al zitten ze niet lekker en zijn ze hart stikke onpraktisch." Dolcis-man Van Drie: „Veel mensen ko pen iets vanwege het uiterlijk of de kleur, niet om de pasvorm. Ze willen iets waar mee hun kind voor de dag kan komen. Maar ook scholen stellen soms belachelij ke eisen. Veterschoenen mogen niet, om dat het aan- en uittrekken hij de gymles te veel tijd zou kosten." Naast het model speelt ook de prijs een grote rol bij de keuzebepaling. Uit het on derzoek van de SVOS blijkt dat de meeste ouders kopen bij de grote winkelketens en gemiddeld zo'n 50 tot 100 gulden uit geven voor een paar kinderschoenen. Goede schoenen koop je niet voor een habbekrats, zeggen de managers van Van Haren, Dolcis en Barends. Goedkope winkelketens als Bristol en de Schoenen reus scoren leuk wat de prijs betreft, maar de kwaliteit is er dan ook naar. Detering geeft een voorbeeld. „Neem dit leren bergschoen-model uit onze col lectie. Hetzelfde model kost hij die goed kope zaken drie tot vier tientjes minder. Aan de buitenkant ziet de schoen er het zelfde uit, maar het prijsverschil zit 'm in het binnenwerk. Bij ons stevig materiaal, bij de concurrent karton of een flodder stofje. Na een paar keer dragen is de bin nenzool kapot. Dat soort schoenen ver slijt je drie keer zo snel. Goedkoop is duurkoop, zeg ik maar." De schoenen bij Barends zijn een stuk duurder dan bij Van Haren en Dolcis. Waarom dit grote prijsverschil? „Ik heb een speciaalzaak. Mijn schoenen zijn kwalitatief beter dan die bij de grote win kelketens", zegt Barends. „Het leer is eer steklas. Aan buiten- en binnenkant wordt alle aandacht besteed. Bovendien moeten voor kinderschoenen aparte leesten wor den gemaakt in verschillende wijdtema ten. Dat is kostbaar. Ook zitten er allerlei details in de schoen verwerkt die je niet ziet, maar die de pasvorm ten goede ko men. Onze schoenen zijn vakwerk en dat werkt door in de prijs." Volgens manager Detering van Van Ha ren hoeven verantwoorde kinderschoe nen niet peperduur te zijn. „Ook onze schoenen zijn kwalitatief prima. Met leer aan de buitenkant en stevig binnenwerk van speciaal ventilerend en vochtafvoe- rend materiaal." Bij alle ellende rond kinderschoenen is er één schrale troost, zegt Detering. De mode schrijft brede schoenen voor en dat is de redding van veel voeten. „Alleen meisjes met smalle voeten zijn de klos. Die zwemmen er in." Sommige ouders trekken hun baby schoenen aan, voordat het kind één stap heeft gezet. Onzin, zeggen deskundige schoenen verkopers. „Laat baby's zo lang mogelijk zonder iets rondbanje- ren." Jonge kinderen zijn pas toe aan schoenen zodra ze gaan lo pen. De schoentjes moeten soepel en licht zijn en gemaakt van leer. Ook de naden mogen niet te dik zijn in verband met huidir ritatie. Manager J. Detering van Van Haren is niet zo'n voorstander van degelijke schoenen voor jonge kindervoeten. „Ik vind dat je ba by's beter zo slap mogelijke schoenen kunt aantrekken, desnoods gympjes. Op jonge kindervoeten zit een dikke vetlaag. Als je zo'n voetje in een schoen met een bepaalde pasvorm stopt, vervorm je die laag en krijg je een soort vleesklompjes. Het is beter om een zacht, soepel schoentje te nemen zonder steun. Dan slijt het vet worden de spieren optimaal getraind. Maar eh, eerlijk gezegd zijn lang niet alle collega's het met me eens." Wat is belangrijk bij de aankoop van kinderschoenen: Schoenen moeten staand worden gepast. Schoenen moeten minstens 10 tot 15 millimeter langer zijn dan de langste teen, omdat de voeten tijdens het lopen iets langer worden en naar voren schuiven. Tenen moeten naar alle kanten voldoende kunnen bewegen en groeiruimte hebben. Niet alleen de lengte, ook de wijdte van de voet is van belang. In te smalle schoenen komt de voet in de knel, in te brede schoenen schuiven de voeten te veel heen en weer. Schoenen van leer zijn het beste, omdat dit materiaal 'ademt' (dus geen lakschoenen!) Een gemiddelde kindervoet groeit twee tot drie maten in een jaar. Ouders kunnen zelf nagaan of een schoen nog past, door te letten op rode plekken of irritaties op de voet. De lengte kan worden gecontroleerd door met de vinger aan de binnenkant van de neus van de schoen te voelen. Als daar een kuiltje zit, drukt de teen tegen de neus en is de schoen te klein. U kunt ook de voet omtrekken op een stukje karton, uitknippen en in de schoen leggen. Er moet minstens 5 millimeter over zijn in de schoen. Gymschoenen, regenlaarzen of plastic sandaaltjes zijn niet geschikt voor dagelijks gebruik. Kinderen trekken vaak schoenen aan via de achterkant, zonder de veters los te maken. Dit gaat ten koste van de pasvorm. Uit het informatieve boekje 'Waar wringt de schoen', verkrijgbaar door een briefkaart met naam en adres te sturen aan de SVOS, Postbus 295, 1380 AG Weesp liet boekje kost vijf gulden, over te maken op bankreknr. 38.52.03.292. Het is zonder inspraak gebeurd. Ve len onder ons hebben er nog niets van gemerkt. Totdat je een familielid, vriend of collega moet bezoeken in het ziekenhuis. Of er zelf plotsklaps in opgenomen moet worden. Dan word je geconfronteerd met een tota le seksevervaging. Ze schijnen het van tevoren nog wel te vragen of je bezwaar hebt tegen gemengd liggen. Maar je wordt niet geacht die vraag met 'ja' te beantwoorden. Zo je die euvele moed hebt, dan krijg je on middellijk het etiketje 'lastig'. Want de ziekenhuisorganisatie is afge stemd op maximale beddenbezet ting, niet op seksen die zorgvuldig gescheiden worden gehouden. Ooit waren die gescheiden werelden tussen de seksen heel gewoon. De onderliggende gedachte was waarschijnlijk dat je de kat niet op het spek moest binden. I)us waren er spe ciale jongens- en meisjesscholen. Dames- en heren zwemuren in het zwembad. Ik groeide op met dames- en herenkappers, met jon gens- en meisjesverenigingen, en toen ik als elfjarige in het ziekenhuis belandde, kwam ik op een vrouwenzaal te liggen. T nmiddels is alles wat we doen, in het kader 1 van de gelijkheidsideologie, gemengd ge raakt. Alleen in het ziekenhuis was je nog on verbiddelijk man of vrouw. En nu ligt het ook daar allemaal door elkaar. Men is in de mees te ziekenhuizen het gemengd liggen voortva rend gaan hanteren omdat het zo gemakke lijk is. Het opnamebeleid is ermee gediend en de verpleging hoeft niet meer eindeloos met bedden te schuiven om mannen bij mannen en vrouwen bij vrouwen te plaatsen. Bovendien, zo is het argument, zou de sfeer op de kamers door gemixte samenstelling aanzienlijk zijn verbeterd. Mannen zouden minder grove grappen vertellen, en vrouwen minder zeuren en roddelen. Nog afgezien van het gegeven dat ik deze argumentatie wel erg rolbevestigend vind - niet alle mannen vertellen grove grappen en niet alle vrouwen zijn zeuren - kan het ge mengd liggen in de praktijk de betrokken personen danig in verlegenheid brengen. Een wat oudere vriend van ons werd onlangs ge opereerd aan zijn galblaas. Een fluitje van een cent tegenwoordig, dankzij sleutelgatchi- rurgie. Twee dagen later zat hij alweer thuis aan de koffie. Op de vraag bij zijn ziekenhuis opname of hij er bezwaar tegen had samen een vrouw op een kamer te liggen, was hij niet voorbereid. Maar hij wilde niet ouder wets lijken, dus stemde hij daarin toe. Zijn kamergenote bleek echter een goede beken de te zijn. En haar echtgenoot had tijdens het bezoekuur zichtbaar moeite met het idee: vannacht slaapt J. naast mijn vrouw. Toen het echt bedtijd werd, spraken de twee af, dat zij toch maar het gordijn naast hun bed ge deeltelijk dicht zouden doen. Dan hoefden ze elkaar tenminste niet de hele nacht in de ogen te kijken, of zich hekeken te voelen. Zij legde haar badjas binnen handbereik, voor het geval ze 's nachts naar de wc moest gaan. Zomaar in haar nachtjapon door de kamer lopen, vond ze een beetje te. Voor beide duurden het ziekenhuisverblijf maar kort. Twee nachtjes. Onze vriend is een ervaring, en een verhaal rijker, waar ie- dereen hartelijk om moet lachen. I lij blijft ook volhouden dat dit de enige keer in zijn leven is geweest dat hij met een vreemde vrouw heeft geslapen. 'Niet met, maar bij', verbetert zijn vrouw dan steeds. Van haar had dat niet gehoeven. Zelf heb ik ook voornamelijk gemengde ge voelens over dat gemengd liggen. Een inter- nist die ik over deze gang van zaken sprak, was er zeer verbolgen over. 'Kerst schaffen ze in het ziekenhuis de klassen af, vervolgens het meest wezenlijke wat een mens heeft: je geslacht'. Hij vond het 'onbestaanbaar' dat deze privacygevoelige maatregel zonder slag of stoot is doorgevoerd. Ook een hoofdver pleegkundige liet in een krant weten dat je wat betreft het gemengde liggen 'van paliën ten niet kunt verwachten dat alle schaamte in een keer voorbij is.' Vaak hoor je tegenwoordig de mening dat sekse niet wezenlijk is. Geslacht is iets wat tussen je benen zit, mens zijn zit in je hoofd, is dan de argumentatie. I Iet is een opvatting die wel enige bekoring heeft, maar niet ge tuigt van realiteitszin. Mannelijke en vrouwe lijke geslachtshormonen hebben immers elk een eigen, aantoonbare invloed op de ont wikkeling van onze hersenen. Zelf voel ik mij weliswaar op de eerste plaats mens, maar het vrouwzijn kleurt niet alleen mijn verschijningsvorm, ook mijn gedrag, mijn gewaarwordingen en mijn werkelijk heid. Als sekse niet wezenlijk zou zijn voor onze identiteit, hoe komt het dan dat het zo dfep verankerd is? Sommige dingen vergeet je van mensen: hun naam, haarkleur, plaats waar je ze je bent tegen gekomen. Maar je weet je altijd nog te herinneren of het een man of een vrouw was. HELEEN CRUL N kinderschoenen deugen niet. Zestig procent is te ruim, te krap, te smal of te breed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 45