>PORT
Schrijvers
terug bij
de basis
Doesburg scheldt keepers uit voor hun eigen bestwil
Leninkje?
fERDAG 13 SEPTEMBER 1997
Zwalkend mag het beleid van PSV-trainer Dick Advocaat met
doelmannen Ronald Waterreus en Georg Koch worden
genoemd. Bij het begin van de competitie sprak hij het
vertrouwen uit in de Duitser, maar luttele wedstrijden later is
dat vertrouwen alweer goeddeels verdwenen. In de topper
Feyenoord - PSV van zondag staat Waterreus onder de lat. De
snelle wisselingen moeten PSV's keeperstrainer Piet Schrijvers
pijn aan het hart doen. Maar hij stelt zich in de eerste plaats
op als loyaal werknemer. „Ik heb wel een mening. Maar die
krijgt alleen Advocaat te horen."
Piet Schrijvers: „Nu trek ik een lange neus naar Ajax."
Dikke regendruppels ontsnappen uit een
grijs wolkendek en vallen met een zwa
re plop op brede kastanjebladeren. Bomen
wiegen zachtjes op het ritme van een lich
te wind, als de voorbode op een wisseling
van het weer. Over de velden van De
Herdgang, PSV's rusthaven in de woelige
wereld van het topvoetbal, klinkt een bul
derende lach. Piet Schrijvers is aan het
werk.
Een serie ballen ligt op een rijtje. Eén
voor één vliegen ze door de lucht, als het
martelwerktuig uit de handen van de beul
die nietsontziend van de keeper zijn ge
vangene heeft gemaakt. Twee palen, een
lat, een strak gespannen net en een
strookje kaalgeslagen gras. Schrijvers is te
rug bij de basis. Hij mag weer doelman
onder de doelmannen zijn.
De Ermeloër heeft als keepers trainer
een volledig dienstverband bij de Brabant
se landskampioen. Zijn voorganger Jan
Formannoy deed in de zomer aan een
merkwaardige loopbaanplanning en koos
voor de functie van materiaalman. Min
stens zo merkwaardig is de aanwezigheid
van Schrijvers in Eindhoven. Hij heeft
nooit wat met PSV gehad, een hereniging
met Ajax lag veel meer voor de hand.
Hij is lid van Lucky Ajax, de eregalerij
van oud-spelers in Amsterdam, en heeft
vele voetstappen op hoofdstedelijke bo
dem liggen. Maar voor de vijftigjarige
Schrijvers, oud-international en jarenlang
een imposante verschijning in het Ajax-
doel, was er in de nieuwe Arena geen
plaats. Hoewel keeperstrainer Frans Hoek
met Louis van Gaal de wijk naar Barcelona
nam, hoewel Morten Olsen tot op heden
zonder zo'n assistent zit en hoewel Schrij
vers zijn trots op advies van 'hersteltrai
ner' Bobby Haarms met verkrampte stem
banden verbeet. „Ik ben niet iemand die
gaat solliciteren. Vorig seizoen heb ik bij
de wedstrijd Ajax - Utrecht een gesprek
gehad met bestuurslid Hennie Henrichs.
Ik vroeg hem of Hoek wegging en zei dat
ik interesse had. Maar Bobby zei dat ik
toch een briefje moest schrijven, dus heb
ik dat gedaan. Ajax bazuinde rond dat het
graag oud-spelers wilde. Ook toen ik bezig
was met PSV heb ik Bobby gebeld. Ik ver
nam taal noch teken. Nu trek ik een lange
neus. Ik ga fluitend naar mijn werk. Maar
ik kan mij voorstellen dat veel mensen het
vreemd vinden dat ik hier bij PSV train."
We moeten het maar op een vreemde
speling van het lot houden. Schrijvers
'overkomen' wel meer gekke dingen. Een
aardig detail: op De Herdgang loopt hij
dagelijks Ernie Brandts, tegenwoordig
jeugdtrainer, tegen het lijf. Uitgerekend
aan de vroegere verdediger van PSV en het
Nederlands elftal bewaart Schrijvers een
minder prettige herinnering. De twee
kwamen op het WK van 1978 in Argentinië
met elkaar in botsing. Als gevolg daarvan
miste de doelman de finale tegen het
thuisland.
De teleurstelling van destijds ligt ver
achter Schrijvers en is ruimschoots ver
werkt. Zijn staat van dienst als doelman
blijft evengoed respectabel. Nadien veran
derde echter het verhaal. In zijn pogingen
als hoofdtrainer in de voetbalwereld te
wortelen incasseerde Schrijvers tegenslag
op tegenslag. Hij knijpt nu weer keepers
af. Hoe mooi dat ook kan zijn, het strookt
niet met Schrijvers' ambities. „Natuurlijk
zou ik het liefst hoofdtrainer zijn. Maar je
hebt in Nederland slechts 36 clubs en le
gio werkloze collega's. De spoeling is dun
ner geworden, velen zakken in hun salari
seisen. Zo zit ik niet in elkaar. Ik heb mijn
prijs." Daar had PSV geen moeite mee.
Eén telefoontje van manager Frank Arne-
sen volstond.
Schrijvers heeft het geprobeerd als
hoofdtrainer. Bij Wageningen, zijn eerste
werkgever, stond hij twee maanden voor
het eind van zijn contract op straat. Hij
werkte bij TOP Oss („dat is nog nooit zo
hoog geëindigd als onder mij"), bij FC
Zwolle en bij AZ. Relatief onbeduidende
clubs („je moet onderaan beginnen"),
waar het zelden stil was rond Schrijvers.
Hij heeft nu eenmaal, als veel generatiege
noten, het hart op de tong liggen. „Mis
schien is dat mijn makke. Ik zeg de dingen
soms ongenuanceerd, heb een hekel aan
geslijm. Ik zie dat ook aan Wim Rijsber-
gen. Mijn generatie zit anders in elkaar
dan de huidige groep trainers. Tegen
woordig zijn het meer academici als ze
van de cursus komen."
Aan Schrijvers zal het niet liggen, zegt
Schrijvers zelf. Hij voelt zich ook niet mis
lukt. „En overal waar ik heb gewerkt kan ik
iedereen recht in de ogen kijken. Ik had
als hoofdtrainer de top voor ogen. Maar
dan moet je ook geluk hebben.
Het gevoel dat bij AZ een paar seizoe
nen geleden zijn kansen gingen keren, is
blijven hangen. Hij pakte met de Alkmaar-
ders een periodetitel in de eerste divisie en
sloot datzelfde jaar af op de derde plaats.
Schrijvers tekende bij en vlak daarna werd
Theo Vonk op voorspraak van suikeroom
en huidig voorzitter Dirk Scheringa als
technisch directeur aangesteld. Tot zijn
verbijstering, zegt Schrijvers. „Ik wist dat
er een technisch manager kon komen. Ik
wist alleen niet wie. De inkt onder mijn
contract was nog niet opgedroogd of de
naam werd bekend. Als ik die toen had ge
weten, had ik wel even gewacht. Er zou
niet getornd worden aan mijn bevoegdhe
den, ik zou de baas zijn. Maar Vonk pro
beerde steeds zijn opstelling door mijn
strot te duwen."
Met meer dan gemiddelde belangstel
ling volgt Schrijvers de recente soapserie
in Alkmaar. De degradant is bezig zich te
ontdoen van Vonk, nieuwe man Willem
van Hanegem moet zijn eerste rustige
werkdag nog krijgen. „Vonk krijgt nou een
koekie van eigen deeg. Zo ondervindt hij
eens wat hij anderen heeft aangedaan. Ik
ben verbitterd over die periode. Bij AZ is
mij de kans op een kampioenschap ont
nomen. Als het anders was gelopen, had
Schrijvers hier nu misschien niet gestaan
als keeperstrainer.
Bij PSV maakt hij dus van de nood een
deugd. In Eindhoven ook belandde hij
midden in de discussie over twee keepers.
De Duitser Georg Koch kwam in de zomer
over van Fortuna Diisseldorf, terwijl Ro
nald Waterreus ondanks kritiek uit de spe
lersgroep als vaste waarde gold. Schrijvers
beaamt het spanningsveld. Hij is niet in de
positie naar buiten toe een oordeel te vel
len. „Concurrentie is gezond. Anders word
je als eerste keeper te snel gemakzuchtig.
Deze jongens zijn allebei full-prof, ze we
ten hoe het werkt. Iedereen heeft zijn me
ning over de keuze voor de eerste keeper.
Ik ook. Maar die leg ik wel alleen bij Advo
caat neer."
Het pleit leek in het voordeel van Koch
beslecht. De Duitser keepte een prima
wedstrijd in de voorbereiding tegen Ar
senal, op basis daarvan stond hij zegge en
schrijve vier wedstrijden, inclusief het duel
om de Johan Cruijff-schaal, onder de lat.
Woensdagavond volgde tegen De Graaf
schap de wisseling van de wacht. Water
reus heeft een nieuwe kans gekregen, on
der druk van het snel naderende avontuur
in de Champions League behandelt Advo
caat zijn keepers als gemakkelijk uitwissel
bare pionnen. Terwijl er volgens Schrijvers
duidelijke afspraken waren gemaakt.
„Waterreus en Koch hebben in de voor
bereiding gelijke kansen gehad, ze kregen
even zware wedstrijden. Advocaat had een
duidelijke afspraak: om en om keepen,
geen gekloot met halve wedstrijden. Op
een gegeven moment moet je dan kiezen,
klaar. Het heeft ook geen zin om telkens
van keeper te wisselen. Een doelman
hoort voor een periode van een wedstrijd
of acht het vertrouwen van zijn trainer te
krijgen. Anders gaat hij kapot."
Als altijd in het wereldje van de profs
bleken de afspraken geen knip voor de
neus waard. Bij PSV speelt zich een spel af
voor twee heren. Schrijvers noemt zichzelf
het 'klankbord' voor beiden. „Je hoort als
keeperstrainer toch eerder de privé-pro-
blemen. Die kun je dan doorpraten met
de hoofdtrainer. Ze zijn mij allebei even
lief. Ik ga ook niet de verschillen tussen
Koch ofWaterreus aangeven."
Koch of Waterreus in doel. Schrijvers
hoeft er geen verantwoording over af te
leggen, ook niet na woensdag. „Dus dat
doe ik niet. hoe graag de buitenwacht dat
ook zou willen. Laatst zat de televisie nog
tien minuten naar mijn ordeel te vissen.
Van dat gesprekje is helemaal niets uitge
zonden."
Hij is geen hoofdtrainer. „Als kee
perstrainer van een topclub werk je met
topkeepers, van wie je de stijl niet kunt
veranderen. Het is meer een kwestie van
onderhouden."
Op het trainingsveld lacht Schrijvers zijn
bulderende lach. „Ik ben geen type om
achter het bureau te zitten." Nog vier vijf
jaar geeft hij zichzelf als trainer. Misschien
blijft hij doelman onder de doelmannen.
Soms gaat hij zo te keer op het trainings
veld, dat omstanders ervan schrikken.
Achter de hekken zien en horen argeloze
bezoekers van de Kuip de meest ver
schrikkelijke dingen. „Dan komt Hans Ha-
gelstein een dag later binnen en zegt:
'Pim, ik heb er weer één'. Een brief van
een mevrouw die schrijft 'Schandalig, me
neer Doesburg staat de keeper uit te
schelden voor rotte vis'. Altijd vrouwen die
zulke brieven schrijven. Dan stappen ze
hier uit een bus en weten ze niet wat ze
horen. Waar ik het lef vandaan haal, vra
gen ze dan om zo'n arme jongen over
hoop te schelden. Dat kan toch niets met
voetballen te maken hebben, zeggen ze
dan."
Feyenoorders kijken er niet van op. De
werkwijze van de man die zelf het doel
van Oranje, Sparta en PSV verdedigde en
nu keeperstrainer is bij de KNVB en Feye
noord, heeft nooit ter discussie gestaan.
Doesburg levert al jaren vakwerk af en
zorgt dat er bij het Nederlands elftal en in
Rotterdam-Zuid topkeepers onder de lat
staan.
Op dit moment geeft hij zijn hele ziel en
zaligheid aan het klaarstomen van Jerzy
Dudek, de jonge Pool die Ed de Goey
moet doen vergeten en in wie Doesburg
een groot talent ziet. Bij PSV is de eerste
buitenlandse doelman al afgeserveerd, in
de Kuip zal dat volgens de Rotterdammer
niet gauw gebeuren.
Arie Haan laat de begeleiding van de
aanvankelijk met plankenkoorts kampen
de Dudek over aan Doesburg, in wie de
trainer van Feyenoord een blind vertrou
wen heeft. Van de harde kritiek die Dudek
bij zijn eerste wedstrijden kreeg, trok de
technische staf zich weinig aan. Doesburg
maakte zich er alleen maar boos over.
„Die jongen", zegt hij aan het begin van
een cruciale periode (PSV, Juventus, Man
chester United etc.) voor zijn doelman en
de rest van het elftal, „heeft veel klasse in
huis. Het enige waarmee hij te maken had
was plankenkoorts. Technisch is hij vol
maakt, zijn reflexen zijn waanzinnig en als
je ziet hoe snel hij uit zijn doel komt, dan
weet je dat hij nu al een soort libero achter
de verdediging is. Er zijn weinig keepers
die zo veel snelheid hebben bij het uitko
men. Ook Ed de Goey had dat niet."
Het probleem, wist Doesburg al voordat
hij zijn ontdekking uit Knurow voor de
leeuwen gooide, was dat Dudek moest
knokken tegen de reputatie van een man
die voor het grote geld bij Chelsea had ge
kozen. „Het is voor geen enkele keeper ge
makkelijk om iemand te doen vergeten
die hier acht jaar heeft gespeeld en van
wie de mensen helemaal idolaat waren.
Pim Doesburg: „Voor mij is het een uitdaging om van Dudek iets te maken."
Maar die mensen moeten wel zo eerlijk
zijn om in te zien dat De Goey hier is op
gestapt. Er was niemand die hem kon te
genhouden."
Dudek is een ruwe diamant, die vroeg of
laat zal schitteren. Het polijsten is een
klus, waarvoor de handen van Doesburg
jeuken. „Voor mij is het een uitdaging om
van deze jongen iets te maken. Ik zag hem
anderhalf jaar geleden in de winter op
Varkenoord een oefenwedstrijd spelen
met een Pools elftal en wist meteen dat hij
iets bijzonders had. De eerste indruk is
vaak de beste. Ik heb een jaar lang in het
tweede kunnen zien hoe hij zich ontwik
kelde. Voor mij was dat genoeg om het ge
vecht aan te gaan. Er komt heel wat voor
kijken om zo'n jongen aan de top te bren
gen.
Of Dudek de Europese top haalt, durft
Doesburg niet te garanderen. Hij hoopt en
denkt dat de Pool de capaciteiten ervoor
heeft. „Het ligt aan hemzelf. Mijn inbreng
is niet doorslaggevend. Ik probeer hem te
vormen, te kneden en hem een hoop te le
ren. Hij is een goede jongen, hij wil graag
en dat laat hij elke dag zien."
Terwijl andere jaren een spanningsveld
moest worden gecreëerd om De Goey tot
topprestaties te dwingen, heeft Doesburg
in mentaal opzicht voor een andere bena
dering gekozen. Het gevloek en getier is
voor even verdwenen. „Dudek heeft dat
niet nodig. Bij hem moet ik juist voor rust
zorgen. Ed had spanning nodig. Die moest
ik op zijn flikker geven, omdat hij lui en
gemakzuchtig was. En zo verdomd eigen
wijs. Ik ben ook al eigenwijs en daardoor
botste het soms vreselijk. Spraken we we
ken niet met elkaar. Maar het is nooit uit
de klauwen gelopen. Dan keepte Ed weer
een formidabele wedstrijd en zei ik dat hij
klasse had gekeept. Zo was ik dan ook wel
weer. Konden we er samen weer een tijdje
tegenaan."
In die sfeer, zo wist Doesburg, haalde hij
wekelijks het allerbeste uit zijn pupil. Het
moeizame begin van De Goey bij diens
nieuwe werkgever, in het hartje van Lon
den, onderstreepte nog eens hoe juist de
aanpak van Doesburg was geweest. „In
een andere sfeer maakte hij opeens fou
ten. Misschien is hij te gauw tevreden ge
weest. Hier, in Rotterdam, was Ed 'the
king'. Dat gaf niet, ik hield hem toch wel
scherp. Maar bij Chelsea werken ze an
ders. Ed kwam ook slecht in het trainings
kamp van het Nederlands elftal binnen.
Hij was een beetje ziek, misschien dat het
daaraan lag."
Lange tijd dacht Doesburg dat Oscar
Moens de opvolger van De Goey in de
Kuip zou worden. Een ras-atleet, net als
De Goey en Dudek lang en slank, geze
gend met geweldige reflexen. Eén van de
weinige Nederlandse keepers die naar
hetzelfde niveau zou kunnen stijgen als
Van der Sar, De Goey en Hesp. „We wil
den hem hier wel hebben. Maar hij wilde
niet achter De Goey op de bank zitten. Nu
zit hij bij AZ. Laat hem in de eerste divisie
maar bewijzen dat hij zo'n goede keeper
is. Dat valt niet mee, hoor. Als je vooruit
wil gaan, moet je bij een topclub spelen.
Moens heeft die kans voorbij laten gaan.
Hij hcefi het aan zichzelf te wijten dat hij
niet bij Feyenoord of een andere grote
club zit. Wie tekent er nu voor tien jaar bij
AZ? Daar maak je alleen de penningmees
ter maar blij mee."
Sommigen verbazen zich erover dat
Doesburg zijn geluk vindt in het trainen
van keepers. Dag in, dag uit op het trai
ningsveld in de regen, in de modder en in
de kou. Hij lacht daarom. Doesburg zegt
een gelukkig mens te zijn en zich geen an
der leven te kunnen voorstellen. Hoofd
trainer zou niets voor hem zijn. „Dit werk
is me op het lijf geschreven. Hoe veel kee
pers hebben het nu gemaakt als oefen-
meester? Ik ken alleen Frans Körver die
nog in de eredivisie zit. Keepers zijn indi
vidualisten. De echten hebben allemaal
een tik, zijn uitzonderlijk in hun gedrag en
vallen altijd buiten de groep. Tactiek inte
resseert ons helemaal niet. Een keeper is
alleen maar met zichzelf bezig. Vroeger
kon de trainer een heel verhaal vertellen,
maar ik luisterde toch nooit."
Doesburg voelt zich lekker in de scha
duw van Haan, met wie hij kan lezen en
schrijven. Voor de hoofdtrainer van de
Stadionclub heeft hij veel respect gekre
gen. „Er zijn weinig oefenmeesters die
zo'n goede organisatie hebben neergezet.
Daar horen ook Geert Meijer en Marcel
Bouts bij. Samen vormen we een hecht
team. Haan is een man met een strakke
discipline, maar dat hebben de spelers no
dig. Het heeft inderdaad lang geduurd
voordat het publiek hem een beetje is
gaan waarderen. Komt ook omdat hij be
slissingen heeft moeten nemen die niet al
tijd sympathiek overkwamen. Maar hij
doet alles in het belang van de club. Ik
maak hem elke dag mee en durf te zeggen
dat hij een perfecte trainer is."
In de Champions League houden de cri
tici hun hart vast voor Feyenoord. „Het
wordt een testcase, voor alle spelers. Maar
ik denk dat we positief gaan verrassen en
meer punten gaan pakken dan de meeste
mensen denken. Ook voor mij is het weer
een nieuw podium. Als Feyenoord tegen
Manchester United speelt, kan ik genieten
van een man als Schmeichel. Ik ken wei
nig keepers die zulke fantastische spelher
vattingen hebben. Hij gooit met een slin
gerworp zomaar een linksbuiten aan. Vre
selijk gedreven ook, net als ik. Daarom
spreekt hij me ook zo aan."
Bij Feyenoord, in de competitie, in de
Europa Cup, bij het Nederlands elftal, op
het trainingsveld, Doesburg lijkt eeuwig
op een vulkaan van spanningen en uitbar
stingen te leven. Hij zegt daar geen moeite
mee te hebben, het is zijn drijfveer. Zelfs
bij zijn gezin, zijn twee keepende zonen
Pim jr. en Danny, voelt hij spanning als hij
in zijn vrije tijd de velden afstruint.
„Ik zou willen dat het ontspanning voor
me was. Maar ik vind het nog erger dan
kijken naar Dudek bij Feyenoord. Je eigen
vlees en bloed, hè. Vreselijk om je zoon
onder de lat te zien staan en mensen langs
de lijn te horen schelden. Misschien komt
het omdat mijn kinderen hun hele leven al
de dupe zijn geweest van het feit dat hun
vader keeper was. Daar hebben ze vreselij
ke problemen mee gehad. Ze zijn altijd
uitgescholden door maffe ouders langs de
lijn. Als een kind twaalf jaar is, vindt hij
dat erg, hoor. Pim is zelfs bij Sparta ver
trokken op zijn 18ste, omdat hij al het ple
zier kwijt was. Nu staat hij bij de amateurs
van Feyenoord in het doel. Hij reageert
niet meer op opmerkingen, maar mij doet
het nog steeds pijn. Twee weken geleden
was ik bij Capelle-Feyenoord, toen ik aan
de overkant van het veld weer iemand
dingen hoorde roepen over zijn 'kolere-
vader'. Ik vond dat zo erg, dat ik erop af
ben gegaan. Ik werd er doodziek van. Die
man schrok zich rot, dat ik opeens naast
hem stond. Ik zei: 'Je moet je grote kop
eens houden, klootzak'. Snap je dat ik in
die sfeer niet graag ga kijken. Meestal ben
ik binnen vijf minuten weer weg."
Of Duitsland tegen ëlf Portuge
zen ook gelijk had gemaakt,
valt toch nooit te bewijzen (het
tegendeel, dat Portugal met 11
tegen 11 wèl overeind gebleven
was. overigens evenmin), dus
wat doe je dan als Portugees?
Natuurlijk, dan geef je de
scheidsrech ter de sch uld.
Zouden wij ook gedaan hebben.
Gilberto Madail, de voorzitter
van de Portugese voetbalbond,
schreef het voor zijn land bijna
zeker fatale gelijkspel in Berlijn
volledig op het conto van de
scheidsrechter. ,,lk heb nog nooit
eerder, nationaal of internatio
naal, zoiets meegemaakt. Rui
Costa liep weg, zei niet eens iets
tegen de arbiter en kreeg toen de
rode kaart, omdat hij niet snel
genoeg liep. Zonder die belache
lijke ingreep hadden we een goe
de kans gehad de voorsprong te
behouden.
Portugal had bij winst een on
verwacht goed vooruitzicht ver
kregen op directe plaatsing voor
het WK in Frankrijk. Duitsland
was, als het 0-1 was gebleven,
bange weken tegemoet gegaan
en zeer waarschijnlijk waren de
dagen van Berti Vogts dan geteld
geweest.
Maar het liep anders.
Batta is zijn naam. Mare Batta,
43 jaar, uit Marseille.
Inderdaad, Marseille. Fr wonen
in dit rovershol van Frankrijk
vast ook heel eerbiedwaardige
mensen, natuurlijk, ze heten
niet allemaal Tapie, maar of
Batta daartoe behoort? Zijn ge
lijkenis (kleine gestalte, kalend
hoofd met nog een randje git
zwart haar, kromme neus) met
die Smurfenhater Gargamel is
me te opvallend om voor Batta
een hand in het vuur te steken,
laat staan twee handen, ik kijk
wel uit.
De Portugese speler kreeg rood
wegens 'tijdrekken'bij het verla
ten van het veld.
Inderdaad, nog nooit vertoond.
Had Rui Costa er écht een potje
van gemaakt, bijvoorbeeld door
zijn veters eerst nog even op
nieuw te strikken, dan was het te
prijzen geweest als de scheids
rechter, demonstratief wijzend
opzijn horloge, een minuutje of
wat extra had laten spelen.
Maar rood was bespottelijk. Te
meer daar Rui Costa, zoals ook
uit de televisiebeelden bleek, in
het geheel niet treuzelde. Goed,
hij ging niet naar de kleedkamer
alsof de duivel hem op de hielen
zat, maar een sukkeldraf was
het ook niet: Rui Costa liep ge
woon naar de kant.
Met één man meer slaagde
Duitsland er daarna in gelijk te
maken. De Duitsers hebben nu
aan een gelijkspel (thuis) tegen
Albanië genoeg om Frankrijk te
halen. Portugal moet hopen op
een uitglijder van Oekraïne in
Armenië om nog in aanmerking
te komen vooreen ultieme kans
als nummer twee.
Is Portugal in Berlijn aan een
complot tenonder gegaan en zo
ja, aan welk complot?
Je zou kunnen bedenken dat de
Fransen op hun WK liever
Duitsland erbij hebben dan Por
tugal. Daar zit iets in, want
Duitse supporters hebben meer
geld te besteden dan Portugese
en bovendien drinken ze meer
bier. Kortom, Duitsers kun je er,
alleen al uit economisch motief,
maar bij hebben. ,,Allez Batta,
patriot, kunt u vooreen aandeel
in de winst ons belang in Berlijn
behartigen, niet te opvallend s'il
vous plait, een beetje volstaat.
Of knepen de Duitsers zelf hem
als een oude dief? „Herr Batta,
sincl Sie unseren Freund?"
Waarom ziet Portugal niets in
een klacht bij de FIFA?Zou Bat
ta in Marseille ook een (helaas
iets te zuinig) Portugees aanbod
in beraad hebben gehad (kdn,
als ergens scheidsrechters links
en rechts worden omgekocht,
dan wel in Portugal) maar stond
het Duitse voorstel hem meer
aan? Was dat misschien in de
vorm van een leninkje - komt
jaren later pas uit ah de scheids
rechter in kwestie, ah het een
beetje meezit, al lang dood en
begraven is?
Niets h uit te sluiten.
Evenmin valt uit te sluiten dat
Batta op dit moment geniet van
een zorgeloze vakantie op zijn
Engelse landgoed, overgehouden
aan het EK 1996, waarop hij 't
beliefde een zuiver doelpunt van
Salinas af te wijzen, zodat de
Engelsen ten koste van Spanje de
halvefinales bereikten.