>PORT Schrijvers terug bij de basis Doesburg scheldt keepers uit voor hun eigen bestwil Leninkje? fERDAG 13 SEPTEMBER 1997 Zwalkend mag het beleid van PSV-trainer Dick Advocaat met doelmannen Ronald Waterreus en Georg Koch worden genoemd. Bij het begin van de competitie sprak hij het vertrouwen uit in de Duitser, maar luttele wedstrijden later is dat vertrouwen alweer goeddeels verdwenen. In de topper Feyenoord - PSV van zondag staat Waterreus onder de lat. De snelle wisselingen moeten PSV's keeperstrainer Piet Schrijvers pijn aan het hart doen. Maar hij stelt zich in de eerste plaats op als loyaal werknemer. „Ik heb wel een mening. Maar die krijgt alleen Advocaat te horen." Piet Schrijvers: „Nu trek ik een lange neus naar Ajax." Dikke regendruppels ontsnappen uit een grijs wolkendek en vallen met een zwa re plop op brede kastanjebladeren. Bomen wiegen zachtjes op het ritme van een lich te wind, als de voorbode op een wisseling van het weer. Over de velden van De Herdgang, PSV's rusthaven in de woelige wereld van het topvoetbal, klinkt een bul derende lach. Piet Schrijvers is aan het werk. Een serie ballen ligt op een rijtje. Eén voor één vliegen ze door de lucht, als het martelwerktuig uit de handen van de beul die nietsontziend van de keeper zijn ge vangene heeft gemaakt. Twee palen, een lat, een strak gespannen net en een strookje kaalgeslagen gras. Schrijvers is te rug bij de basis. Hij mag weer doelman onder de doelmannen zijn. De Ermeloër heeft als keepers trainer een volledig dienstverband bij de Brabant se landskampioen. Zijn voorganger Jan Formannoy deed in de zomer aan een merkwaardige loopbaanplanning en koos voor de functie van materiaalman. Min stens zo merkwaardig is de aanwezigheid van Schrijvers in Eindhoven. Hij heeft nooit wat met PSV gehad, een hereniging met Ajax lag veel meer voor de hand. Hij is lid van Lucky Ajax, de eregalerij van oud-spelers in Amsterdam, en heeft vele voetstappen op hoofdstedelijke bo dem liggen. Maar voor de vijftigjarige Schrijvers, oud-international en jarenlang een imposante verschijning in het Ajax- doel, was er in de nieuwe Arena geen plaats. Hoewel keeperstrainer Frans Hoek met Louis van Gaal de wijk naar Barcelona nam, hoewel Morten Olsen tot op heden zonder zo'n assistent zit en hoewel Schrij vers zijn trots op advies van 'hersteltrai ner' Bobby Haarms met verkrampte stem banden verbeet. „Ik ben niet iemand die gaat solliciteren. Vorig seizoen heb ik bij de wedstrijd Ajax - Utrecht een gesprek gehad met bestuurslid Hennie Henrichs. Ik vroeg hem of Hoek wegging en zei dat ik interesse had. Maar Bobby zei dat ik toch een briefje moest schrijven, dus heb ik dat gedaan. Ajax bazuinde rond dat het graag oud-spelers wilde. Ook toen ik bezig was met PSV heb ik Bobby gebeld. Ik ver nam taal noch teken. Nu trek ik een lange neus. Ik ga fluitend naar mijn werk. Maar ik kan mij voorstellen dat veel mensen het vreemd vinden dat ik hier bij PSV train." We moeten het maar op een vreemde speling van het lot houden. Schrijvers 'overkomen' wel meer gekke dingen. Een aardig detail: op De Herdgang loopt hij dagelijks Ernie Brandts, tegenwoordig jeugdtrainer, tegen het lijf. Uitgerekend aan de vroegere verdediger van PSV en het Nederlands elftal bewaart Schrijvers een minder prettige herinnering. De twee kwamen op het WK van 1978 in Argentinië met elkaar in botsing. Als gevolg daarvan miste de doelman de finale tegen het thuisland. De teleurstelling van destijds ligt ver achter Schrijvers en is ruimschoots ver werkt. Zijn staat van dienst als doelman blijft evengoed respectabel. Nadien veran derde echter het verhaal. In zijn pogingen als hoofdtrainer in de voetbalwereld te wortelen incasseerde Schrijvers tegenslag op tegenslag. Hij knijpt nu weer keepers af. Hoe mooi dat ook kan zijn, het strookt niet met Schrijvers' ambities. „Natuurlijk zou ik het liefst hoofdtrainer zijn. Maar je hebt in Nederland slechts 36 clubs en le gio werkloze collega's. De spoeling is dun ner geworden, velen zakken in hun salari seisen. Zo zit ik niet in elkaar. Ik heb mijn prijs." Daar had PSV geen moeite mee. Eén telefoontje van manager Frank Arne- sen volstond. Schrijvers heeft het geprobeerd als hoofdtrainer. Bij Wageningen, zijn eerste werkgever, stond hij twee maanden voor het eind van zijn contract op straat. Hij werkte bij TOP Oss („dat is nog nooit zo hoog geëindigd als onder mij"), bij FC Zwolle en bij AZ. Relatief onbeduidende clubs („je moet onderaan beginnen"), waar het zelden stil was rond Schrijvers. Hij heeft nu eenmaal, als veel generatiege noten, het hart op de tong liggen. „Mis schien is dat mijn makke. Ik zeg de dingen soms ongenuanceerd, heb een hekel aan geslijm. Ik zie dat ook aan Wim Rijsber- gen. Mijn generatie zit anders in elkaar dan de huidige groep trainers. Tegen woordig zijn het meer academici als ze van de cursus komen." Aan Schrijvers zal het niet liggen, zegt Schrijvers zelf. Hij voelt zich ook niet mis lukt. „En overal waar ik heb gewerkt kan ik iedereen recht in de ogen kijken. Ik had als hoofdtrainer de top voor ogen. Maar dan moet je ook geluk hebben. Het gevoel dat bij AZ een paar seizoe nen geleden zijn kansen gingen keren, is blijven hangen. Hij pakte met de Alkmaar- ders een periodetitel in de eerste divisie en sloot datzelfde jaar af op de derde plaats. Schrijvers tekende bij en vlak daarna werd Theo Vonk op voorspraak van suikeroom en huidig voorzitter Dirk Scheringa als technisch directeur aangesteld. Tot zijn verbijstering, zegt Schrijvers. „Ik wist dat er een technisch manager kon komen. Ik wist alleen niet wie. De inkt onder mijn contract was nog niet opgedroogd of de naam werd bekend. Als ik die toen had ge weten, had ik wel even gewacht. Er zou niet getornd worden aan mijn bevoegdhe den, ik zou de baas zijn. Maar Vonk pro beerde steeds zijn opstelling door mijn strot te duwen." Met meer dan gemiddelde belangstel ling volgt Schrijvers de recente soapserie in Alkmaar. De degradant is bezig zich te ontdoen van Vonk, nieuwe man Willem van Hanegem moet zijn eerste rustige werkdag nog krijgen. „Vonk krijgt nou een koekie van eigen deeg. Zo ondervindt hij eens wat hij anderen heeft aangedaan. Ik ben verbitterd over die periode. Bij AZ is mij de kans op een kampioenschap ont nomen. Als het anders was gelopen, had Schrijvers hier nu misschien niet gestaan als keeperstrainer. Bij PSV maakt hij dus van de nood een deugd. In Eindhoven ook belandde hij midden in de discussie over twee keepers. De Duitser Georg Koch kwam in de zomer over van Fortuna Diisseldorf, terwijl Ro nald Waterreus ondanks kritiek uit de spe lersgroep als vaste waarde gold. Schrijvers beaamt het spanningsveld. Hij is niet in de positie naar buiten toe een oordeel te vel len. „Concurrentie is gezond. Anders word je als eerste keeper te snel gemakzuchtig. Deze jongens zijn allebei full-prof, ze we ten hoe het werkt. Iedereen heeft zijn me ning over de keuze voor de eerste keeper. Ik ook. Maar die leg ik wel alleen bij Advo caat neer." Het pleit leek in het voordeel van Koch beslecht. De Duitser keepte een prima wedstrijd in de voorbereiding tegen Ar senal, op basis daarvan stond hij zegge en schrijve vier wedstrijden, inclusief het duel om de Johan Cruijff-schaal, onder de lat. Woensdagavond volgde tegen De Graaf schap de wisseling van de wacht. Water reus heeft een nieuwe kans gekregen, on der druk van het snel naderende avontuur in de Champions League behandelt Advo caat zijn keepers als gemakkelijk uitwissel bare pionnen. Terwijl er volgens Schrijvers duidelijke afspraken waren gemaakt. „Waterreus en Koch hebben in de voor bereiding gelijke kansen gehad, ze kregen even zware wedstrijden. Advocaat had een duidelijke afspraak: om en om keepen, geen gekloot met halve wedstrijden. Op een gegeven moment moet je dan kiezen, klaar. Het heeft ook geen zin om telkens van keeper te wisselen. Een doelman hoort voor een periode van een wedstrijd of acht het vertrouwen van zijn trainer te krijgen. Anders gaat hij kapot." Als altijd in het wereldje van de profs bleken de afspraken geen knip voor de neus waard. Bij PSV speelt zich een spel af voor twee heren. Schrijvers noemt zichzelf het 'klankbord' voor beiden. „Je hoort als keeperstrainer toch eerder de privé-pro- blemen. Die kun je dan doorpraten met de hoofdtrainer. Ze zijn mij allebei even lief. Ik ga ook niet de verschillen tussen Koch ofWaterreus aangeven." Koch of Waterreus in doel. Schrijvers hoeft er geen verantwoording over af te leggen, ook niet na woensdag. „Dus dat doe ik niet. hoe graag de buitenwacht dat ook zou willen. Laatst zat de televisie nog tien minuten naar mijn ordeel te vissen. Van dat gesprekje is helemaal niets uitge zonden." Hij is geen hoofdtrainer. „Als kee perstrainer van een topclub werk je met topkeepers, van wie je de stijl niet kunt veranderen. Het is meer een kwestie van onderhouden." Op het trainingsveld lacht Schrijvers zijn bulderende lach. „Ik ben geen type om achter het bureau te zitten." Nog vier vijf jaar geeft hij zichzelf als trainer. Misschien blijft hij doelman onder de doelmannen. Soms gaat hij zo te keer op het trainings veld, dat omstanders ervan schrikken. Achter de hekken zien en horen argeloze bezoekers van de Kuip de meest ver schrikkelijke dingen. „Dan komt Hans Ha- gelstein een dag later binnen en zegt: 'Pim, ik heb er weer één'. Een brief van een mevrouw die schrijft 'Schandalig, me neer Doesburg staat de keeper uit te schelden voor rotte vis'. Altijd vrouwen die zulke brieven schrijven. Dan stappen ze hier uit een bus en weten ze niet wat ze horen. Waar ik het lef vandaan haal, vra gen ze dan om zo'n arme jongen over hoop te schelden. Dat kan toch niets met voetballen te maken hebben, zeggen ze dan." Feyenoorders kijken er niet van op. De werkwijze van de man die zelf het doel van Oranje, Sparta en PSV verdedigde en nu keeperstrainer is bij de KNVB en Feye noord, heeft nooit ter discussie gestaan. Doesburg levert al jaren vakwerk af en zorgt dat er bij het Nederlands elftal en in Rotterdam-Zuid topkeepers onder de lat staan. Op dit moment geeft hij zijn hele ziel en zaligheid aan het klaarstomen van Jerzy Dudek, de jonge Pool die Ed de Goey moet doen vergeten en in wie Doesburg een groot talent ziet. Bij PSV is de eerste buitenlandse doelman al afgeserveerd, in de Kuip zal dat volgens de Rotterdammer niet gauw gebeuren. Arie Haan laat de begeleiding van de aanvankelijk met plankenkoorts kampen de Dudek over aan Doesburg, in wie de trainer van Feyenoord een blind vertrou wen heeft. Van de harde kritiek die Dudek bij zijn eerste wedstrijden kreeg, trok de technische staf zich weinig aan. Doesburg maakte zich er alleen maar boos over. „Die jongen", zegt hij aan het begin van een cruciale periode (PSV, Juventus, Man chester United etc.) voor zijn doelman en de rest van het elftal, „heeft veel klasse in huis. Het enige waarmee hij te maken had was plankenkoorts. Technisch is hij vol maakt, zijn reflexen zijn waanzinnig en als je ziet hoe snel hij uit zijn doel komt, dan weet je dat hij nu al een soort libero achter de verdediging is. Er zijn weinig keepers die zo veel snelheid hebben bij het uitko men. Ook Ed de Goey had dat niet." Het probleem, wist Doesburg al voordat hij zijn ontdekking uit Knurow voor de leeuwen gooide, was dat Dudek moest knokken tegen de reputatie van een man die voor het grote geld bij Chelsea had ge kozen. „Het is voor geen enkele keeper ge makkelijk om iemand te doen vergeten die hier acht jaar heeft gespeeld en van wie de mensen helemaal idolaat waren. Pim Doesburg: „Voor mij is het een uitdaging om van Dudek iets te maken." Maar die mensen moeten wel zo eerlijk zijn om in te zien dat De Goey hier is op gestapt. Er was niemand die hem kon te genhouden." Dudek is een ruwe diamant, die vroeg of laat zal schitteren. Het polijsten is een klus, waarvoor de handen van Doesburg jeuken. „Voor mij is het een uitdaging om van deze jongen iets te maken. Ik zag hem anderhalf jaar geleden in de winter op Varkenoord een oefenwedstrijd spelen met een Pools elftal en wist meteen dat hij iets bijzonders had. De eerste indruk is vaak de beste. Ik heb een jaar lang in het tweede kunnen zien hoe hij zich ontwik kelde. Voor mij was dat genoeg om het ge vecht aan te gaan. Er komt heel wat voor kijken om zo'n jongen aan de top te bren gen. Of Dudek de Europese top haalt, durft Doesburg niet te garanderen. Hij hoopt en denkt dat de Pool de capaciteiten ervoor heeft. „Het ligt aan hemzelf. Mijn inbreng is niet doorslaggevend. Ik probeer hem te vormen, te kneden en hem een hoop te le ren. Hij is een goede jongen, hij wil graag en dat laat hij elke dag zien." Terwijl andere jaren een spanningsveld moest worden gecreëerd om De Goey tot topprestaties te dwingen, heeft Doesburg in mentaal opzicht voor een andere bena dering gekozen. Het gevloek en getier is voor even verdwenen. „Dudek heeft dat niet nodig. Bij hem moet ik juist voor rust zorgen. Ed had spanning nodig. Die moest ik op zijn flikker geven, omdat hij lui en gemakzuchtig was. En zo verdomd eigen wijs. Ik ben ook al eigenwijs en daardoor botste het soms vreselijk. Spraken we we ken niet met elkaar. Maar het is nooit uit de klauwen gelopen. Dan keepte Ed weer een formidabele wedstrijd en zei ik dat hij klasse had gekeept. Zo was ik dan ook wel weer. Konden we er samen weer een tijdje tegenaan." In die sfeer, zo wist Doesburg, haalde hij wekelijks het allerbeste uit zijn pupil. Het moeizame begin van De Goey bij diens nieuwe werkgever, in het hartje van Lon den, onderstreepte nog eens hoe juist de aanpak van Doesburg was geweest. „In een andere sfeer maakte hij opeens fou ten. Misschien is hij te gauw tevreden ge weest. Hier, in Rotterdam, was Ed 'the king'. Dat gaf niet, ik hield hem toch wel scherp. Maar bij Chelsea werken ze an ders. Ed kwam ook slecht in het trainings kamp van het Nederlands elftal binnen. Hij was een beetje ziek, misschien dat het daaraan lag." Lange tijd dacht Doesburg dat Oscar Moens de opvolger van De Goey in de Kuip zou worden. Een ras-atleet, net als De Goey en Dudek lang en slank, geze gend met geweldige reflexen. Eén van de weinige Nederlandse keepers die naar hetzelfde niveau zou kunnen stijgen als Van der Sar, De Goey en Hesp. „We wil den hem hier wel hebben. Maar hij wilde niet achter De Goey op de bank zitten. Nu zit hij bij AZ. Laat hem in de eerste divisie maar bewijzen dat hij zo'n goede keeper is. Dat valt niet mee, hoor. Als je vooruit wil gaan, moet je bij een topclub spelen. Moens heeft die kans voorbij laten gaan. Hij hcefi het aan zichzelf te wijten dat hij niet bij Feyenoord of een andere grote club zit. Wie tekent er nu voor tien jaar bij AZ? Daar maak je alleen de penningmees ter maar blij mee." Sommigen verbazen zich erover dat Doesburg zijn geluk vindt in het trainen van keepers. Dag in, dag uit op het trai ningsveld in de regen, in de modder en in de kou. Hij lacht daarom. Doesburg zegt een gelukkig mens te zijn en zich geen an der leven te kunnen voorstellen. Hoofd trainer zou niets voor hem zijn. „Dit werk is me op het lijf geschreven. Hoe veel kee pers hebben het nu gemaakt als oefen- meester? Ik ken alleen Frans Körver die nog in de eredivisie zit. Keepers zijn indi vidualisten. De echten hebben allemaal een tik, zijn uitzonderlijk in hun gedrag en vallen altijd buiten de groep. Tactiek inte resseert ons helemaal niet. Een keeper is alleen maar met zichzelf bezig. Vroeger kon de trainer een heel verhaal vertellen, maar ik luisterde toch nooit." Doesburg voelt zich lekker in de scha duw van Haan, met wie hij kan lezen en schrijven. Voor de hoofdtrainer van de Stadionclub heeft hij veel respect gekre gen. „Er zijn weinig oefenmeesters die zo'n goede organisatie hebben neergezet. Daar horen ook Geert Meijer en Marcel Bouts bij. Samen vormen we een hecht team. Haan is een man met een strakke discipline, maar dat hebben de spelers no dig. Het heeft inderdaad lang geduurd voordat het publiek hem een beetje is gaan waarderen. Komt ook omdat hij be slissingen heeft moeten nemen die niet al tijd sympathiek overkwamen. Maar hij doet alles in het belang van de club. Ik maak hem elke dag mee en durf te zeggen dat hij een perfecte trainer is." In de Champions League houden de cri tici hun hart vast voor Feyenoord. „Het wordt een testcase, voor alle spelers. Maar ik denk dat we positief gaan verrassen en meer punten gaan pakken dan de meeste mensen denken. Ook voor mij is het weer een nieuw podium. Als Feyenoord tegen Manchester United speelt, kan ik genieten van een man als Schmeichel. Ik ken wei nig keepers die zulke fantastische spelher vattingen hebben. Hij gooit met een slin gerworp zomaar een linksbuiten aan. Vre selijk gedreven ook, net als ik. Daarom spreekt hij me ook zo aan." Bij Feyenoord, in de competitie, in de Europa Cup, bij het Nederlands elftal, op het trainingsveld, Doesburg lijkt eeuwig op een vulkaan van spanningen en uitbar stingen te leven. Hij zegt daar geen moeite mee te hebben, het is zijn drijfveer. Zelfs bij zijn gezin, zijn twee keepende zonen Pim jr. en Danny, voelt hij spanning als hij in zijn vrije tijd de velden afstruint. „Ik zou willen dat het ontspanning voor me was. Maar ik vind het nog erger dan kijken naar Dudek bij Feyenoord. Je eigen vlees en bloed, hè. Vreselijk om je zoon onder de lat te zien staan en mensen langs de lijn te horen schelden. Misschien komt het omdat mijn kinderen hun hele leven al de dupe zijn geweest van het feit dat hun vader keeper was. Daar hebben ze vreselij ke problemen mee gehad. Ze zijn altijd uitgescholden door maffe ouders langs de lijn. Als een kind twaalf jaar is, vindt hij dat erg, hoor. Pim is zelfs bij Sparta ver trokken op zijn 18ste, omdat hij al het ple zier kwijt was. Nu staat hij bij de amateurs van Feyenoord in het doel. Hij reageert niet meer op opmerkingen, maar mij doet het nog steeds pijn. Twee weken geleden was ik bij Capelle-Feyenoord, toen ik aan de overkant van het veld weer iemand dingen hoorde roepen over zijn 'kolere- vader'. Ik vond dat zo erg, dat ik erop af ben gegaan. Ik werd er doodziek van. Die man schrok zich rot, dat ik opeens naast hem stond. Ik zei: 'Je moet je grote kop eens houden, klootzak'. Snap je dat ik in die sfeer niet graag ga kijken. Meestal ben ik binnen vijf minuten weer weg." Of Duitsland tegen ëlf Portuge zen ook gelijk had gemaakt, valt toch nooit te bewijzen (het tegendeel, dat Portugal met 11 tegen 11 wèl overeind gebleven was. overigens evenmin), dus wat doe je dan als Portugees? Natuurlijk, dan geef je de scheidsrech ter de sch uld. Zouden wij ook gedaan hebben. Gilberto Madail, de voorzitter van de Portugese voetbalbond, schreef het voor zijn land bijna zeker fatale gelijkspel in Berlijn volledig op het conto van de scheidsrechter. ,,lk heb nog nooit eerder, nationaal of internatio naal, zoiets meegemaakt. Rui Costa liep weg, zei niet eens iets tegen de arbiter en kreeg toen de rode kaart, omdat hij niet snel genoeg liep. Zonder die belache lijke ingreep hadden we een goe de kans gehad de voorsprong te behouden. Portugal had bij winst een on verwacht goed vooruitzicht ver kregen op directe plaatsing voor het WK in Frankrijk. Duitsland was, als het 0-1 was gebleven, bange weken tegemoet gegaan en zeer waarschijnlijk waren de dagen van Berti Vogts dan geteld geweest. Maar het liep anders. Batta is zijn naam. Mare Batta, 43 jaar, uit Marseille. Inderdaad, Marseille. Fr wonen in dit rovershol van Frankrijk vast ook heel eerbiedwaardige mensen, natuurlijk, ze heten niet allemaal Tapie, maar of Batta daartoe behoort? Zijn ge lijkenis (kleine gestalte, kalend hoofd met nog een randje git zwart haar, kromme neus) met die Smurfenhater Gargamel is me te opvallend om voor Batta een hand in het vuur te steken, laat staan twee handen, ik kijk wel uit. De Portugese speler kreeg rood wegens 'tijdrekken'bij het verla ten van het veld. Inderdaad, nog nooit vertoond. Had Rui Costa er écht een potje van gemaakt, bijvoorbeeld door zijn veters eerst nog even op nieuw te strikken, dan was het te prijzen geweest als de scheids rechter, demonstratief wijzend opzijn horloge, een minuutje of wat extra had laten spelen. Maar rood was bespottelijk. Te meer daar Rui Costa, zoals ook uit de televisiebeelden bleek, in het geheel niet treuzelde. Goed, hij ging niet naar de kleedkamer alsof de duivel hem op de hielen zat, maar een sukkeldraf was het ook niet: Rui Costa liep ge woon naar de kant. Met één man meer slaagde Duitsland er daarna in gelijk te maken. De Duitsers hebben nu aan een gelijkspel (thuis) tegen Albanië genoeg om Frankrijk te halen. Portugal moet hopen op een uitglijder van Oekraïne in Armenië om nog in aanmerking te komen vooreen ultieme kans als nummer twee. Is Portugal in Berlijn aan een complot tenonder gegaan en zo ja, aan welk complot? Je zou kunnen bedenken dat de Fransen op hun WK liever Duitsland erbij hebben dan Por tugal. Daar zit iets in, want Duitse supporters hebben meer geld te besteden dan Portugese en bovendien drinken ze meer bier. Kortom, Duitsers kun je er, alleen al uit economisch motief, maar bij hebben. ,,Allez Batta, patriot, kunt u vooreen aandeel in de winst ons belang in Berlijn behartigen, niet te opvallend s'il vous plait, een beetje volstaat. Of knepen de Duitsers zelf hem als een oude dief? „Herr Batta, sincl Sie unseren Freund?" Waarom ziet Portugal niets in een klacht bij de FIFA?Zou Bat ta in Marseille ook een (helaas iets te zuinig) Portugees aanbod in beraad hebben gehad (kdn, als ergens scheidsrechters links en rechts worden omgekocht, dan wel in Portugal) maar stond het Duitse voorstel hem meer aan? Was dat misschien in de vorm van een leninkje - komt jaren later pas uit ah de scheids rechter in kwestie, ah het een beetje meezit, al lang dood en begraven is? Niets h uit te sluiten. Evenmin valt uit te sluiten dat Batta op dit moment geniet van een zorgeloze vakantie op zijn Engelse landgoed, overgehouden aan het EK 1996, waarop hij 't beliefde een zuiver doelpunt van Salinas af te wijzen, zodat de Engelsen ten koste van Spanje de halvefinales bereikten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 25