'Een gokker kan altijd maar kort winnen'
Achter de schermen was het
hij Ruddlesaltijd al mis
M ens en [ie f
Leiden Regio
naar Space Science Park bij Estec
'Hebbes!'
~|AANDAC 8 SEPTEMBER 1997
chef hans jacobs, 071 -535641 -4, plv.-chef rudolf kleun. 071-5356436
leiden «ruud sep
Iets meer dan een jaar geleden
vierde het personeel van
Ruddles een feestje. In de eerste
zeven maanden van haar be
staan had de Engelse pub een
omzet van één miljoen gulden
gedraaid. Alle reden dus om de
champagne te laten knallen. Zo
leek het tenminste. Want terwijl
aan de oppervlakte alles nog
koek en ei leek, stapelden ach
ter de schermen de problemen
zich op.
Op één punt is het van het
begin af aan mis gegaan met
Ruddles: de eigenaars gunden
elkaar het licht in de ogen niet.
Mark Snoeck en Wim Schreiner
waren door de Grolsch brouwe
rijen bij elkaar gebracht omdat
de één verstand had van Engel
se cafés en de ander van restau
rants. Samen zouden zij de ide
ale combinatie vormen om
Ruddles, een pub met een uit
gebreide keuken, te gaan draai
en. Het pakte echter anders uit.
Wie precies wie heeft opge
licht blijft onduidelijk. Snoeck
vertelt dat hij na de openings
avond de kas opmaakte en het
geld naar de bank wilde bren
gen. „Maar Wim zei: wat nou
naar de bank brengen, we zijn
vandaag toch helemaal niet
open geweest? En hij verdeelde
het geld: duizend gulden voor
mij en vijfduizend voor hem
zelf."
Op initiatief van Schreiner
werd Jan Groenenweg erbij ge
haald als derde eigenaar en
boekhouder. Volgens Groenen
weg was Snoeck het kwade ge
nius. „Hij is de grootste oplich
ter die er Nederland rond loop
Hij heeft 135.000 gulden mee
genomen uit het bedrijf. Me
neer Snoeck is de voornaamste
oorzaak van alle problemen.
Groenenweg en Schreiner
kregen het via de rechter voor
elkaar dat Snoeck zijn positie
als directeur van Ruddles moest
inleveren. Zij konden aanneme
lijk maken dat hun compagnon
een bedrag van 70.000 gulden
had verduisterd. Snoeck ziet om
in wrok. „Ik ben te goed van
De Engelse pub toen alles nog koek en ei leek.
vertrouwen geweest. Ik heb van
alle uitgaven netjes bonnetjes
ingeleverd. Maar ja, als de boek
houder die vervolgens in de pa
piervernietiger gooit... Ik ben
gewoon het slachtoffer gewor
den van een geslaagd opzetje."
De rechtzaak tegen Snoeck
was niet de enige juridische
procedure waar de pub in het
eerste jaar van haar bestaan
mee te maken kreeg. Schreiner
had in februari 1996 de merk
naam Ruddles bij het Benelux
merkenbureau op zijn naam ge
zet. Ruddles was echter naast de
naam van de pub ook de naam
van een Engelse brouwerij die
in 1992 door Grolsch was opge
kocht. Schreiner kon zijn gang
gaan omdat de naam buiten het
Verenigd Koninkrijk niet be
schermd was. Maar de brouwe
rij zat met een groot probleem.
Juist op het moment dat
Grolsch het Engelse ale op gro
tere schaal in de lage landen
wilde gaan verkopen, ging één
van de kroegeigenaren er met
de naam vandoor.
Grolsch stapte naar de rech
ter, en eiste niet alleen de terug
gave van het recht op de naam,
maar ook het schrappen van de
FOTO HENK BOUWMAN
kroegnaam 'Ruddles'. Zo ver
hoefde het uiteindelijk niet te
komen. Schreiner en de brou
werij kwamen overeen dat
Grolsch zou betalen voor de
overname van de naam, en dat
de pub gewoon zijn naam
mocht houden.
Terug naar het begin. In ze
ven maanden tijd draaide de
pub een omzet van één miljoen
gulden. Leg daarnaast de balans
over het eerste jaar, en er valt
het een en ander op. De pub
ging half januari open, dus aan
het eind van het boekjaar zaten
er bijna twaalf maanden op.
Toch komt de omzet over het
hele jaar maar nauwelijks uit
boven de omzet van de eerste
zeven maanden. Op papier blijft
de teller steken op 1.170.000
gulden.
Volgens Groenenberg is
Snoeck de oorzaak van alle el
lende. volgens Snoeck hebben
zijn compagnons de zaak een
voudigweg leeggezogen.
Dan nog iets. Met zo'n enor
me omzet verwacht je ook een
winst die er zijn mag. Maar dat
valt helemaal tegen. Het boek
jaar wordt afgesloten met een
batig saldo van niet meer dan
3.127 gulden. Voor dat laatste
heeft Groenenberg wel een ver
klaring. ,,Als je drie eigenaren
hebt waarvan er één niets uit
voert, dan zorg je er natuurlijk
voor dat je zo weinig mogelijk
winst overhoudt." Met andere
woorden: de twee nog bij de
zaak betrokken aandeelhouders
bedeelden zichzelf een vorste
lijk salaris toe.
Inmiddels heeft Groenenberg
aan zijn beide partners laten
weten dat hij uit Ruddles wil
stappen. Hij heeft zijn aandelen
te koop aangeboden. Zowel
Snoeck als Schreiner heeft plan
nen om de tent alleen voort te
zetten. Schreiner, wiens Zoeter-
meerse restaurant eveneens in
surséance verkeert, is al enige
tijd in Engeland op zoek naar fi
nanciers. Zijn antwoordappa
raat laat een schier eindeloze
reeks piepjes horen ten teken
van de vele tientallen ingespro
ken boodschappen.
Ook Snoeck heeft zo zijn
plannen, al heeft hij zich de
laatste anderhalf jaar vooral met
andere Engelse kroegen bezig
gehouden. Met Heineken
maakte hij een plan voor een
kleine keten van Engelse pubs
onder de naam Abbot Arms. In
Leiden ging begin dit jaar de
eerste Abbot open, de tweede
vestiging in Hoorn opende on
langs de deuren en in Amster
dam wordt over drie weken
nummer drie gelanceerd. Aan
kroegen in Rotterdam en Delft
wordt nog gewerkt.
Curator C. de Weerdt zal
waarschijnlijk op korte termijn
proberen om met één van de
twee aandeelhouders tot een
sanering van de schulden te ko
men. Maar er zijn ook andere
gegadigden voor overname. De
Grolsch brouwerijen hebben al
een exploitant op het oog die
van Ruddles een Ierse pub zou
moeten maken. Om ruimte te
maken voor die nieuwe exploi
tant heeft de brouwerij vorige
week voor de rechter ontbin
ding van het huurcontract met
Ruddles geëist. Volgende week
doet de rechter uitspraak in de
ze zaak.
n dllfrlkenburgOpperste concentratie en een vaste hand maakten zaterdag het verschil bij het ringrijden in Valkenburg. Het spel is onderdeel van
-n stje plaatselijke feestweek. Naast de jaarmarkt, op 10 en 11 september, staan op het programma van de Oranjevereniging en het Paardenmarkt-
?e''flomité onder andere nog een kermis, koppel klaverjassen en een taptoe.
et if FOTO DICK HOCEWONINC
aadl
bedrijven ondergebracht dat daar op grond
van de EG-regels niet mag zitten. De EG-re-
gels bepalen dat een bepaald percentage
van de werknemers buitenlander moet zijn.
Bij Estec is dit wel het geval, bij de andere
bedrijfjes, die ook voor de ruimtevaart wer
ken, niet. Daarom moeten deze aan de
ruimtevaart gelieerde bedrijven verhuizen.
Zowel Estec als de bedrijven zelf willen
dat ze in de buurt van het ruimtevaartcen
trum gevestigd blijven. Voor het bedrijfster
rein is daarom een vijf hectare groot perceel
aan de andere kant van de Zwarteweg vrij
gehouden. Het ligt daar tegen het nieuwe
bedrijvenpark 's Gravendijk aan.
Het inmiddels begonnen haalbaarheids
onderzoek moet uitwijzen hoeveel ruimte
er precies nodig is en of het bedrijfsterrein
economisch en financieel haalbaar is. Het is
de bedoeling dat het terrein commercieel
draait. De bedrijven moeten zelf de kosten
betalen. Mocht dat niet lukken, dan heeft
de provincie Zuid-Holland wat geld be
schikbaar. Uit de gisteren gepresenteerde
begroting van de provincie blijkt dat voor
dit soort hulpprojecten voor het Midden-
en kleinbedrijf in 1998 en de daarop volgen
de jaren jaarlijks een miljoen gulden be
schikbaar is.
Wanneer het niet lukt een bedrijfsterrein
van de grond te krijgen, is een bedrijfsver
zamelgebouw een mogelijkheid.
een onderzoek naar de haalbaar
van een bedrijfsterrein voor onderne
en die zaken doen met het Europese
tevaartcentrum Estec in Noordwijk.
de gemeente Noordwijk, de provincie
Holland en de Kamer van Koophandel
en daarvoor een overeenkomst geslo-
3lannen voor het bedrijfsterrein - dat
Science Park moet heten - leven al
Ie jaren. Over ongeveer een maand
er duidelijkheid zijn over de haalbaar-
"rïjjij Estec is momenteel een flink aantal
071j is vrijdagmiddag 4 uur. Borreltijd voor
s 07,patiënten in het Sint Elisabeth Gasthuis-
Ototi|aan de Caeciliastraat in Leiden. Terwijl
07ipen hoek van de kantine een accor-
:NTiES>nist het lied 'Droomland' uit zijn instru-
°t07itt s'eePt> schenkt Pedro Philips zich een
EN h-biertje in. Pedro, wiens gezicht er nog
lallend zorgeloos uitziet („Wij hebben in
familie allemaal een babyface, één van
p ooms heet zelfs Baby), is door de sui-
j ziekte zijn beide benen kwijtgeraakt. De
sch at^terstomp is nog in verband gewikkeld,
ntvanjwond is onstoken en moet - Pedro ver-
jj zijn gezicht in een grimas van pijn -
P0STfden schoongeschraapt. Het is als met
ssetti heimwee: nog dagelijks heeft hij pijn in
en, slwenen die hij niet meer heeft.
'eenijk ben 8 jaar geleden nog eens terugge
dacht* naar eiland waar ik ben geboren
onnftlpgegroeid". zegt hij, terwijl hem op een
esprePtic schaaltje wat vlammetjes en bitter-
letjes worden voorgezet. „San Pedro de
coris in de Dominicaanse Republiek,
amah! huis waarin ik woonde was veel kleiner
1 toen ik nog kind was. In je jeugd is alles
ot, je kijkt tegen de dingen op. Een ge-
idc.nl pn huis is voor een kind een paleis waar
pij van allerlei avonturen kan beleven,
toen ik terug was, zag ik dat dat huis
verzakt. Dat de ruimte waaronder we
len gespeeld, was verdwenen."
was erg driftig in mijn jeugd. Als ze
me keken, dan vroeg ik al of ik soms
lenhlvan hen aan had. En dan stond ik
">en klaar met mijn vuisten. Er woonden
mensen op het eiland. Ze vormden
twee procent van de bevolking, maar
Ikten wel de dienst uit. Frank Sinatra
artnel er een enorme villa op een heuvel en
pssis ook. Ze kregen alles belastingvrij,
uurelde gewone mensen moesten voor een
leegiPer'oontje voor hen werken. Ik deed
p niet aan mee. Ik was een soort com-
pist, maar dan één zonder partij."
sseiJMijn vader was metselaar. Maar hij kon
sse Inlijk van alles. Ons huis had hij zelf mét
7 ooivriend van hem gebouwd. Hij was tech-
|h. repareerde radio's. Ik heb nooit zo
ni8ijd met hem kunnen opschieten. Maar
fcchien lag dat ook wel een beetje aan
pelt. Ik heb altijd gegokt, ook in die tijd.
jokte goed en veel. Op het eiland zat ik
sse KI volwassenen te gokken. En ik won! Dat
het ergste. Mijn vader hoopte altijd dat
frloor. Maar dat gebeurde dus niet."
k Zaterdags had ik corvee. Dan moest ik
en I schoenen poetsen. We woonden vlak
uur(AtP een bergketen aan, de wegen waren
pg. en mijn vaders schoenen hadden
endvp erg onder te lijden. Hij droeg van die
fcwarte schoenen, die gangsterschoe-
e ezi Bij het poetsen moest ik goed uitkijken
eeiki^ met de zwarte schoensmeer niét het
ïlkunp leer raakte, anders had je de poppen
het dansen. Als dat wel gebeurde,
00ufsf ik het overdoen. Telkens weer."
plijn vader was een muzikale man. Hij
draaide platen voor
de radio. Zelf speel
de hij geen instru
ment. Ik wel. Ik heb
trompet gespeeld.
Maar na verloop
van tijd kreeg ik een
trompetgeul in mijn
lippen en dat had ik
er niet voor over.
Bovendien begon
één van mijn bo
ventanden los te zit
ten. Ik doe het nu
nooit meer."
„Zo'n veertig jaar
geleden ben ik naar
Nederland gegaan
om in Leiden wis-
en natuurkunde te
gaan studeren. Met
sterrenkunde als bij
vak. Daarnaast deed
ik zo'n beetje de
boekhouding voor
café De Scarabee,
een bekende tent in
die tijd. Toen de ei
genaar zich terug
trok, heb ik de zaak
gepacht. Meer dan
tien jaar heb ik de
Scarabee gedraaid.
Een erg mooie tijd.
Maar ik zoop te
veel. Kijk, als ik wat
kreeg aangeboden,
dan dronk ik het
ook op. Ik ging niet
met een glaasje ap
pelsap zitten om
daaruit telkens
maar een klein slok
je te nemen, zodat
de klanten dachten
dat het whisky was.
Dat vond ik min."
„De bovenste eta
ge van het pand was
verbouwd tot woon
ruimte. Die huurde
ik. Ik gokte in die
tijd ook, ik ben altijd
blijven gokken. Dus
ik pokerde met de
huisbaas om de
huur. Ik won vaak.
Daarnaast had ik
het bridgen, ook een
grote passie van me.
's Avonds ging ik
vaak stappen in
Noordwijk. Als ik te
veel had gedronken,
wat regelmatig
voorkwam, liet ik mijn auto staan en nam ik dinnetje rijden in mijn Alfa. Zat ik me vrese-
een taxi. Af en toe liet ik een of ander vrien- lijk aan haar te te ergeren omdat ze mijn
Pedro Philips. Eén van de eerste Antillianen die het straatbeeld van Leiden kleur
gaven. Gokker van de eerste orde, gewiekst pokeraar en bridger. Zwaaide als
kastelein zo'n tien jaar lang de scepter in café De Scarabee, volgens menigeen in
de jaren zestig ,,een wereldzaak". Nu ten gevolge van suikerziekte zijn beide
benen zijn geamputeerd, leidt Pedro een sober en teruggetrokken leven. „Ik ben
geruisloos uit het openbare leven verdwenen. Suiker, tja. Je vraagt je af hoe iets
wat zo zoet klinkt, zo wreed kan zijn."
naam
versnellingsbak in elkaar draaide."
„Ook in Nederland ben ik doorgegaan
met gokken. Ik
woonde in een huis
waar een gokker in
zat. Speelde roulet
te, black jack. Ik
won bijna altijd. Je
moet bij het gokken
goed in de gaten
houden dat je altijd
maar kort kunt win
nen. Toen ik door
kreeg dat croupiers
het balletje zo kon
den gooien dat al
leen de bank maar
won, ben ik ermee
opgehouden. Daar
was voor mij geen
lol meer aan. Maar
ik hou nog steeds
van gokken."
„Na de periode in
de Scarabee, heb ik
nog in andere kroe
gen gewerkt. In De
Bontekoe bijvoor
beeld en in De Plan
tage. In die tijd wa
ren ze me al aan het
onderzoeken. Ze
dachten eerst dat ik
malaria had. Pas na
heel veel onderzoe
ken kwamen ze er
achter dat ik leed
aan acute suiker
ziekte. De dag waar
op ze de ziekte con
stateerden, was
mijn bedje in het
AZL al gespreid. Na
tuurlijk had ik er al
veel last van gehad.
Ik dronk 's nachts
soms twee liter wa
ter. Dat was mijn
grootste ergernis. Ik
heb toen 22 maan
den in het Acade
misch Ziekenhuis
gelegen. Eerst werd
mijn ene been
geamputeerd omdat
het aan het afster
ven was. Daarna
kreeg ik ook last van
mijn andere been.
Om de bloedtoevoer
naar dat been te re
gelen, werd ik ter
hoogte van mijn
sleutelbeen geope
reerd. 's Avonds - ik
was toen weer thuis
- kreeg ik daar in
eens een enorme bal. Dat bloed hoopte zich
daar op. Doordat een taxi-chauffeur heel
kordaat optrad en wist waar ik in het zie
kenhuis moest zijn, ben ik in leven geble
ven. Nu ben ik ook mijn andere been
kwijt."
„Het is uit met het mooie leven. Pech, ja.
Voor de dood ben ik niet bang. Vroeg of laat
gaan we allemaal. Ik geloof in God. Maar ik
geloof niet dat God je helpt. Waarom zou
God je moeten helpen? Daarvoor ben ik ook
geen lid van de katholieke kerk. Het gaal
mij erom tot een groep mensen te behoren
bij wie ik me thuis voel. Ik geloof wel dat er
een hemel is waar alles altijd goed gaat."
„Ik heb ook veel mazzel gehad. In het
AZL ben ik op een zeker moment naar een
vrouwelijke dominee toegestapt en heb
haar gevraagd of ze geen euthanasie kon
den verrichten. Maar dat is dus niet doorge
gaan. De mensen die daar werken, konden
dat voor hun geweten niet doen. En nu wil
ik het zelf niet meer. Ik heb in mijn leven
veel leuke mensen leren kennen. Dat is ook
veel waard. Maar innerlijke rust heb ik
nooit gehad. En nu is het: blijf zitten waar je
zit en verroer je niet. Ik vind het wel jam
mer dat er te veel tijd is verspeeld met het
zoeken naar wat ik nu precies had. Co-as
sistenten in het ziekenhuis hebben een tijd
lang verschrikkelijk in me gesneden, maar
op een gegeven moment zei iemand daar:
'Nu moet het afgelopen zijn. Anders gaan
jullie je papiertje maar in Utrecht halen."
„Vroeger ging ik nog wel eens een kopje
koffie drinken in De Bontekoe. Eén borreltje
erbij. Nu kan ik geen drank meer verdragen.
Ik word er onmiddellijk ziek van. Ik rook
nog wel, maar drinken doe ik niet meer. Ik
wou dat het andersom was geweest."
„Na vijfentwintig jaar in Nederland ben ik
naar huis gegaan. Dat was toen mijn vader
overleed. Hij woonde op Aruba. Ik ben toen
ook naar Curasao gereisd. Met zo'n klein
vliegtuigje. Wat een narigheid in zo'n kist!
Ik heb maar 'n slokje whisky genomen.
Maar de piloot werd kwaad op me, zei dat
dat niet erg respectvol was tegenover hem.
Ik zou best nog eens willen. Maar nuchter
in zo'n rammelkast de oversteek maken,
met al die haaien daar beneden, nee. En ik
heb er geen rolstoel en moet dan met zo'n
soort schaatsplank over het eiland. Daar
voor zijn mijn armen te zwak."
„Op mijn vrije dagen ging ik vroeger eens
in de week naar Rotterdam. Naar een Antil-
lianenclub. Je dronk er een biertje, legde er
een kaartje, danste wat of hing gewoon wat
rond. Nadat mijn benen waren geampu
teerd ben ik er nooit meer geweest. Ik ben
gewoon verdwenen. Mijn vriend Fanny is
één dag voor mijn eerste amputatie overle
den. Ik zou nog wel eens willen kijken wie
er allemaal nog zijn. Ach, één keer moet je
pech ophouden. Het klinkt uit mijn mond
misschien wrang, maar één keer komt alles
op zijn pootjes terecht. Ja toch?"
Pedro Philips (58) na woelig leven in rolstoel