Rome timmert aan De Weg Li Huydecoper door EELCO VAN DER LINDEN Via Appia krijgt opknapbeurt voor 'Jubeljaar 2000 De Via Appia heeft alleen op sommige plekken nog Romeinse allure. foto's gpd m drie uur 's middags op een doordeweekse dag laat de Via Appia zich bewonderen zoals t hoort. Rome eet. Een palet van groen, ba- Itzwart en alle okerscharkeringen onder D strak blauwe lucht. De wind ruist lui door pressen en parasoldennen. De stilte is me- icholiek. Ook de schapen die zich laten jlken in de schaduw van de resten van een uaduct, zwijgen. Het cirkelvormige marno en van Cecilia Metella, symbool van de Via ipia, ademt koninklijke rust. De resten van villa en het circus van keizer Massenzio tan ver en fier in het veld. Drieëntwintig eeuwen van geschiedenis Ingen zich op. Plotseling is het niet moei- cvoor de geest te halen hoe deze weg werd jizoomd door villa's, renbanen, grafmonu- Bnten en beeldengroepen. Een weg van jicht en rijkdom, maar ook drama, zoals de liisiging die hier plaatsvond van de opstan- »e Spartacus en zijn zesduizend medesla- n. Een weg van mystiek, want hier zou Je- s Christus zijn verschenen aan de uit Rome Petrus en hem de beroemd ge- irden woorden 'Domine quo vadis?' (Heer, tarheen gaat gij?) hebben toegesproken. Over het basalt van wat de eerste openbare jeljweg van de westerse wereld kan wor- n genoemd, reisden kooplieden, avontü- rs en militaire konvooien. De Via Appia is de ader die de expansie voedde van het pieinse Rijk in zuidelijke richting. De blin- Icensor Appius Claudius Caecus gaf in 312 or Chrisms opdracht tot de aanleg. De weg gon in het hartje van de stad, vlakbij de latijn, een van Rome's zeven heuvelen en idigde 200 kilometer verder in het bij Na- Is gelegen Capua. In de volgende 150 jaar werd de weg via t in de Appenijnse bergen liggende Bene- ntum doorgetrokken tot aan Taranto en islotte Brindisi. Deze havenstad in de 'hak' n de 'Italiaanse laars' zou uitgroeien tot me's 'venster op de Oriënt'. De Via Appia u als voorbeeld dienen voor alle latere con- laire wegen, die zoals bekend allemaal ar Rome leiden, maar ze zou altijd de Ko- jgin blijven. Uitvalsweg j een zomerdag in 1997 is het nog mogelijk Je laten betoveren en terug te keren naar pere tijden. Maar niet voor lang. Auto's ëgen over het geasfalteerde gedeelte, rem- jn geïrriteerd bij het niet meer zoals vroe- t liggende basalt en beginnen een bizarre ps waarvan menig schokbreker het slacht er zal worden. Zo snel als de betovering kwam, is ze weer verdwenen. Pe Via Appia is plots een ordinaire uitvals- jg tussen verwaarloosde monumenten en jmuurde villa's met camera's die het ge- Bfde beschermen tegen rovers. Het stoort t een graftombe is veranderd in een met s begroeide heuvel en vol ligt met bier fles en condooms. Op een stuk zuil kijkt p Afrikaanse prostituée naar balorige 'latin ers' in een zwarte BMW. Het verval is opeens tastbaar en schrij- öd. Vandalen hebben voor de zoveelste Br met spray de ogen zwart gemaakt van beelden van de weinige grafreliëfs die er g staan. Usia Prima, priesteres van Iside, kt net als haar twee andere 'grafgenoten' Biederd en triest voor zich uit. Verderop t op een mannelijk beeld te zien hoe ge- jbeerd is een hakenkruis weg te poetsen. "Vie het steeds intensiever wordende ver- Br volgt, wordt definitief ontluisterd: een lend drukke 'autostrada', Rome's rondweg, ijdt de Via Appia letterlijk doormidden. De b's wurmen zich op de te kleine invoeg- ook; het gaspedaal wordt met hoorbaar ge- t eindelijk echt goed ingetrapt. Het bord arop staat dat het verboden is te liften, is Stoot, te lelijk en te misplaatst. Me de moeite neemt de rondweg op te rij- h. na 10 kilometer om te keren en de Appia [vervolgen richting Albaanse heuvelen, ant zich in een archeologisch niemands- d- Op een paar na zijn de monumenten dwenen of liggen ze in brokken verspreid, smachines, autobanden en accu's tonen de vuilstort hier gevarieerder is. De weg is ia onbegaanbaar; alleen de cliënten van voor 'bijzondere projecten', ook al houdt ze problemen met de normale projecten, zoals het betalen van de telefoonrekening, nieuw fax-papier of benzine. Sfeer Paris zegt dat ze er voor tekent als in het jaar 2000 twee zaken gerealiseerd zullen zijn: het herstel van het plaveisel en de tunnel die de rondweg onder de Via Appia laat passeren. „De weg zal, zoals vroeger, vier meter breed zijn. afgezoomd worden door hoge opstaan de randen en aan weerszijden twee brede voetpaden hebben. We zullen proberen zo veel mogelijk de oude basaltblokken te ge bruiken en ze volgens de oude vorm neer te leggen. Waar nodig wordt een vervangende steensoort gebruikt. De kosten liggen rond de 27 miljoen gulden. Ik ben ervan overtuigd dat een compleet andere sfeer zal ontstaan en dat dit weer een rem zal vormen op vandalis me en verwaarlozing.'' De tunnel en de afsluiting van de huidige verbinding tussen Appia en rondweg zullen daar ook een bijdrage aan leveren. Paris be ziet echter een en ander met wat scepsis. „In 1990 werd ons, in het kader van de WK-voet- bal, een brug over de Appia beloofd. Nu is het een tunnel, die bovendien een tot zes rij banen te verbreden rondweg moet herber gen. Een enorm karwei." Dat ze toch opti mistisch is, komt omdat 'in tegenstelling tot zeven jaar geleden' het Vaticaan nu aan haar kant staat. „En zoals bekend, beschikt men daar over een lange arm." Controle Paris hoopt dat er nog wat geld overschiet voor restauratie en een enkele opgraving. De voor de hand liggende onteigening van villa's of terreinen met archeologische monumen ten blijft een taboe. „Je kunt niet om de be woners heen", zegt ze realistisch. „Hun villa's zijn legaal; het is beter een vriendschappelij ke relatie met ze te onderhouden. Zo kunnen we alsnog enige controle uitoefenen en soms wat graven. Natuurlijk moet voorkomen wor den dat er nieuwe bouwsels verrijzen en moet alles wat er in de toekomst verkocht wordt eerst aan de staat worden aangebo den." Paris wenst heimelijk dat dit laatste niet te vaak zal gebeuren. „Het is vreselijk toe te ge ven, maar waar moeten wij het geld vandaan halen om tot aankoop over te gaan? En als we het zouden kunnen kopen, met welk geld moeten vve het vervolgens beschermen en restaureren"? De paradox is totaal en Paris doet er nog een schepje boven op. „Weet je, uiteindelijk ben ik blij dat particulieren de afgelopen de cennia hier hebben gekocht. Als de staat ei genaar zou zijn geweest, was er nu op zeker niets meer te bewonderen. Bovendien is het ook een beetje de geschiedenis van de Appia. Veel Romeinse monumenten zijn gered om dat de kerk of adellijk families ze opnamen in hun plannen." Een mede door Rita Paris ingerichte tentoonstel ling over de Via Appia Antica zal van 10 oktober lot 10 april 1998 ie zien zijn in de stad Lecce in Apulië, in Palazza Memmo. I)e catalogus, in het Italiaans, kost 50.000 lire (fl 60,00) Heel de wereld wacht op het jaar 2000, maar waarschijnlijk nergens is de wisseling van eeuw en millennium zo vaak onderwerp van gesprek als in Rome. Dankzij Paus Johannes Paulus II en burgemeester Francesco Rutelli. De eerste wil groots herdenken dat 2000jaar geleden Christus werd geboren en heeji tot-een Jubeljaar' besloten. De tweede wil in Rome een aantal grote infrastructurele werken realiseren. Met het oog op de 30 tot 40 miljoen pelgruns die paus en burgemeester zeggen te gaan ontvangen, mag de Appia Antica, de 'Koningin der Wegen' uit de Romeinse oudheid worden opgeknapt. Er is eindelijk geld en aandacht voor wat het grootste en meest magnifieke archeologische park van de wereld is, maar ook de speelplaats van vuilstorters, vandalen, hoerenlopers, illegale bouwers, ijdele filmsterren, kardinalen en politici. De weg wordt jaarlijks in het kader van hun studie bezocht door duizenden Nederlandse middelbare scholieren. „Pas als een wet de ViaAppia tot nationaal beschermd gebied verklaart, kunnen we weer rustig ademhalen. voor een archeologisch park liepen stuk op particuliere belangen en desinteresse. Mus solini onderscheidde zich door vooral veel met de grond gelijk te maken en te bouwen, maar het was niets vergeleken met wat zijn landgenoten na de oorlog zouden presteren. Herontdekt „Vanaf de jaren '50 werd de Via Appia herontdekt, maar dit keer door filmsterren, als Sofia Loren, vip's en nouveau riches van allerlei soort", verzucht Rita Paris. „Het hek was van de dam. Er werd gebouwd zonder criteria, monumenten stonden plotseling in een goed afgeschermde tuin of werden leuk verwerkt in de villa zelf. Het activisme van de happy few leek aanstekelijk te werken op de anderen, want in korte tijd verrezen allerlei illegale bouwsels die langzaam maar zeker op een huis gingen lijken. De overheid deed niks, behalve dan geregeld een amnestie af kondigen voor illegale bouwers met het doel alsnog wat belastinggeld te innen. Hierdoor is dus wel bijna alles wat er nu staat perfect legaal." „De Appia werd leeggeroofd en met een onbegrijpelijke desinteresse behandeld. Er werd vuil gestort, men waste er auto's. Naar mate het verkeer groeide, werd de Appia steeds meer een sluiproute. De bekroning van deze ontwikkeling vormde de aanleg, in 1976, van de rondweg. Die werd gewoon bo ven op de Appia gegooid." Het antwoord op de teloorgang werd al gege ven in 1965, toen de Via Appia, ofwel de 16 kilometer van de Aureliaanse stadsmuur tot aan de Albaanse heuvelen, alles bij elkaar 2.700 hectare, tot openbaar park werd uitge roepen door de regio Lazio. Rita Paris noemt het een 'park van papier'. „Vandaag is een zestigste deel van het project gerealiseerd. De rest, verdeeld over 300 personen en bedrij ven, is particulier eigendom." Ze ziet als enige structurele oplossing een nationale wet voor de Via Appia. „Hierdoor krijgt ons ministerie het defini tieve voor het zeggen en wordt een einde gemaakt aan de frus trerende competentiestrijd tus sen lokale, provinciale en regio nale overheden. Belangrijk is dat er een globaal plan komt voor de Appia, waarin de archeologie, de natuur en de landbouw zijn geïn tegreerd en beschermd. Wij stel len voor om die wet niet alleen betrekking te laten hebben op het Romeinse traject, maar op al le 540 kilometer, dus tot aan Brindisi." Voor het zover is, moet Paris roeien met de riemen zie ze heeft en dat zijn er niet veel. „Het jubeljaar 2.000 voorziet in een injectie, niet meer. Helaas is er geen continue aandacht en zorg voor monumenten. Ze wor den alleen in het zonnetje gezet als er grote evenementen op sta pel staan zoals de WK-voetbal, de Olympische Spelen, of zoals nu het Jubeljaar". Paris is wel blij met de cirga 50 miljoen gulden die zijn beloofd Appia kon van alles leveren, van voorgesne den marmer tot zuilen en obelisken. De groei van de kerkelijke economie zorg de ervoor dat de Appia Antica en het omlig gende land een agrarische functie kregen. In de loop der eeuwen verkocht de kerk lande rijen aan adellijke families, die ze later weer in kleine delen doorverkochten aan zelfstan dige boeren. De opdeling is tot op de dag van vandaag doorgegaan en dit bemoeilijkt een efficiënt beheer van het terrein. Aan het einde van de middeleeuwen ver loor de kerk haar aandacht voor de Appia An tica en raakte de weg opnieuw in verval. Pas in de achttiende en negentiende eeuw, onder invloed van de lyrische geschriften van ro mantische geesten als Goethe en Byron, werd de Koningin der Wegen herontdekt. Er werd voor het eerst wat hersteld en zelfs gefiloso feerd over hoe dit gebied van bijna 3.000 hec tare te redden. De op de oudheid verliefde beeldhouwer Canova pleitte er bij Napoleon voor om van heel Rome en de Via Appia tot aan Brindisi een groot openlucht museum te maken. Napoleon had er wel oren naar, maar moest vervroegd af door de zijdeur van de geschiedenis. De plannen van de nieuwe Italiaanse staat heel oude prostituées en erg volkse, pasoli- niaanse schandknapen wagen zich aan een bezoek. Het Romeinse deel van de 'Koningin der Wegen' lóópt dood op zes enorme keien waarvan de herkomst onduidelijk is. Geld Is het gevecht rond het behoud van de Via Appia verloren? Rita Paris tovert een uitdruk king op haar gezicht die staat voor het be kende Italiaanse adagium 'ja, maar nog niet helemaal'. In het kantoortje van de archeolo gische dienst die de onmenselijk taak heeft Rome's immense patrimonium te bescher men, heerst geen grafstemming. Dat komt door deze kleine vrouw van 45 jaar die nu een jaar de Via Appia onder haar hoede heeft en met enthousiasme maar ook realisme vecht voor wat ze waard is. „Het probleem van de Appia Antica is het zelfde ais dat van alle andere monumenten in Italië en heet: geld. Geld om te conserve ren wat er nog is en de sporen uit te wissen van de vreselijke verkrachtingen die de weg vooral de afgelopen veertig jaar heeft onder gaan. Opgravingen en andere ogenschijnlijk logische activiteiten voor een archeologisch gebied van de eerste orde als de Appia, beho ren tot de categorie overdreven luxe." Paris verdedigt een gebied dat altijd geliefd is geweest bij rovers en bouwers. In de middeleeuwen leverden de christenen, voor wie de weg bijna heilig was, een be langrijke bijdrage aan zowel de conservatie als de teloorgang. Kerken verrezen op de resten van Romeinse monumenten die meestal in de buurt lagen van de catacomben. In deze kilometer slange ondergrondse labyrinten aan het begin van de Appia had den duizenden christenen, inclu sief de eerste pausen, hun laatste rustplaats gevonden. De ronde tombe van Cecilia Metella ligt er nog dankzij het feit dat ze in 1302 werd omgebouwd tot versterkte wachttoren en aan een kerk, de San Nicola Capo di Bove, werd 'gekoppeld'. Maar de kerk van Rome had ook behoefte aan bouwmaterialen voor nieu we gebedshuizen en ornamenten voor pleinen en paleizen. En de ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1997 Over Huydecoper hoor je eigenlijk nooit meer. Hij werd geboren in 1695, en heeft geleefd tot 1778. In zijn tijd, en ook nog lang nadien, was hij heel beroemd. Een encyclo pedie uit de 19de eeuw zegt over hem dat hij 'buiten twijfel in onder scheidene opzigten verdient onder de sieraden van Nederland in de 18de eeuw geteld te worden'. Hij schreef toneelstukken en gedichten, maakte vertalingen en heeft ook over taal geschreven. Hij was zelfs zo invloedrijk dat er in die encyclo pedie staat dat hij 'onder de bevor deraars onzer moedertaal voor al tijd eene der aanzienlijkste plaatsen zal innemen.' Bij nader inzien was dat 'voor altijd' een beetje overdre ven, want tegenwoordig is hij nage noeg vergeten. Huydecoper schreef zijn opvattingen over taal niet in een grammatica, niet in ge leerde artikelen en niet in wekelijkse stukjes in de krant. Hij koos een veel origineler ma nier. Hij schreef namelijk, in 1730, een uit voerig commentaar op Vondels 'Herschep pingen', een vertaling van Ovidius. Van re gel tot regel gaat hij Vondels vertaling na, en noteert alles wat hem opvalt, wat hij erg mooi vindt of wat hij niet zo best vindt. Zijn bewondering voor Vondel is groot, maar zelfs Vondel laat af en toe wel eens een steek vallen. Huydecoper is absoluut niet de akelige schoolmeester (de 'taal despoot uit de pruikentijd') zoals Kollewijn hem later wel eens genoemd heeft. Hij is veeleer een van de verstandige, tamelijk li berale en altijd goed gedocumenteerde grondleggers van onze standaardtaal. De man en het boek mogen dan vergeten zijn, de inhoud van het boek leeft nog steeds voort in ons onderwijs. Bijvoorbeeld met de voorkeur voor 'groter dan' (Vondel schrijft af en toe 'groter als'), of met de voorkeur voor 'met wie' boven 'waarmee' als het om personen gaat. Huydecoper was wel een beetje ouderwets, denk ik. Ouderwetser in ieder geval dan Vondel honderd jaar eerder. Vondel ge bruikte geregeld gewone spreektaal in zijn werken, maar Huydecoper moppert dan dat dat een beetje te familiaar is. Daardoor is zijn commentaar ook voor de taalgeschie denis interessant. Vondel schrijft bijvoor beeld ergens: 'Ik walg daarvan'. Ja, zegt Huydecoper, dat hoor je inderdaad wel eens, maar het zou toch beschaafder zijn als hij geschreven had: 'Mij walgt daarvan'. Wie Vondel leest zonder het commentaar van Huydecoper ernaast, zou niets bijzon ders opmerken. Tegenwoordig is 'Ik walg daarvan' immers gewoon, maar blijkbaar was het destijds een nieuwigheid in de spreektaal, die een beschaafde schrijver, al thans volgens Huydecoper, liever niet moest gebruiken. Hetzelfde komen we vaker tegen. Vondel schrijft: 'Hij lust wel melk en room'; I luydecoper tekent daarbij aan: beter ware 'Hem lust wel melk en room'. Intussen zijn we 250 jaar verder, en ieder een zegt 'Hij lust dat' en 'Hij walgt ervan'. De oudere vormen 'Hem lust dat' en 'Hem walgt ervan' zijn totaal verdwenen. Dankzij Huydecoper weten we dat de tegenwoordi ge vormen in Vondels tijd opkwamen, en dat ze aanvankelijk als fout werden gezien. Dat is aardig om te weten, want in onze tijd gebeuren precies dezelfde dingen. Veel mensen, vooral jongeren, zeggen nu 'Ik pas die schoenen niet', waar men vroeger zei, en ik doe dat nog steeds: 'Mij passen die schoenen niet'. En ook nu is er, van de zijde van schoolmeesters, kritiek op dat 'Ik pas die schoenen niet'. Blijkbaar gebeuren er in onze taal van eeuw tot eeuw zeer overeen komstige dingen. Denk maar aan het ge wraakte 'Ik irriteer me daaraan'. Het grappige is dat Vlamingen de zin met 'Ik pas die schoenen niet' heel raar vinden, niemand zegt het daar zo, maar men ge bruikt er wel een paar andere van dezelfde soort, die dan in Nederland weer onbekend zijn. Zo is in Vlaanderen de normale manier van zeggen: 'Ik sta niet met een bril'. Een Nederlander zou, geloof ik, zeggen: 'Mij staat een bril niet', of'Een bril staat me niet'. Maar nooit 'Ik sta niet met een bril'. Een ander voorbeeld van hetzelfde is het Vlaamse 'U bent er eindelijk in gelukt', voor het Nederlandse 'Het is u eindelijk ge lukt'. Bij Kuifje, in 'De Blauwe Ixjtus', lezen we: 'Eenmaal gelukte ik er in dit geheimzin nige bericht te noteren'. En het BRT-jour- naal had het laatst over: 'dat is niet wat we gebruikelijk zijn'. Als we kijken naar Vondel en Huydecoper en wat er sindsdien veranderd is in onze taal, dan valt te verwachten dat 'Ik sta niet met een bril', 'Ik pas die schoenen niet' en 'Ik luk daarin' over honderd jaar volstrekt normaal geworden zijn. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands Een drukke autostrada kruist de Via Appia

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43