is^JL KERKASIEL ZATERDAGS BIJVOEGSEL Barmhartigheid bestaat r MONIQUE DE KNEGT, MARGIT KRANENBURG VILFRED SCHOLTEN ren en verzekeringsmaatschappijen werken Opvallend De verschillende hulporganisaties stemmen hun hulp in landelijke netwerken af of verwij zen 'klanten' door. Zo is er het Platform Mi granten zonder verblijfsvergunning, waar uit eenlopende clubs zitting in hebben. Het is een merkwaardige coalitie van al genoemde links-radicale actiegroepen en keurige kerke lijke instellingen (met veelal een CDA-stem- mende achterban) als de Generale Diaconale Raad van de Hervormde Kerk en de interker kelijke organisatie Inlia. „We zitten politiek niet echt op één lijn", zegt Den Hollander van het Autonoom Centrum, een radicale or ganisatie in Amsterdam-West. „Maar we vin den elkaar in de tekortkomingen van het vreemdelingenbeleid." Het Centrum wil 'niet in de hulpverlening verzuipen' en daarom ook politieke actie voeren. „Anders is de hulpverlening alleen maar water naar de zee dragen." Pikant detail is wel dat de kerken veruit het meeste geld voor de hulpverlening bij elkaar sprokkelen, waar de andere organi saties ruimschoots van meeprofiteren. De kerken mogen dan gematigder zijn dan de linkse actiegroepen, het beleid aan de kaak stellen doen ze wel. Bijvoorbeeld met kerkasiel. Anders dan in de Middeleeuwen is de kerk geen vrijplaats meer voor vluchtelin gen of criminelen waar ze konden ontkomen aan de wraak van de bevolking of autoritei ten. „Juridisch hebben wij geen poot om op te staan", vertelt Connie van de Broek, die als medewerker van De Vuurdoop in Tilburg het kerkasiel van zeven Iraniërs in Helmond on dersteunt. „Kerkasiel is louter symbolisch. Om te laten zien dat we het oneens zijn met het beleid en dat we deze mensen niet willen laten uitzetten. Als de politie zou willen, kun nen ze zo binnenvallen. De namen hebben we doorgegeven aan de korpsleiding. De Vuurdoop is aangesloten bij het katho lieke Netwerk Religieuzen voor Vluchtelin gen, dat vooral in het zuiden van Nederland actief is. „Het is steeds moeilijker geworden om in Nederland asiel te krijgen", verklaart Van de Broek zijn betrokkenheid. „Wij zetten ons daarom in voor de mensen die anders buiten de boot vallen." Al bijna 40 dagen ver blijven in de Bethlehemkerk in Helmond ze ven uitgewezen Iraniërs. Zij bivakkeren in een zaaltje van het kerkelijk centrum 't Tref punt. Het is een drukte van belang in de keuken. Daar wordt de afwas gedaan van de maaltijd die de Iraniërs de avond ervoor aan 100 ker- kleden en andere genodigden hebben aange boden. In de woonkamer is het stil. Op tafel ligt een nog lang niet afgemaakte puzzel van de Nachtwacht. Het doodt de lange wachttijd een beetje. Net als praten met de kerkelijke vrijwilligers. De buitendeur is op slot. De Iraanse mannen mogen alleen een ommetje maken als er een vrijwilliger mee gaat. Maar ook hier blijkt het stilzwijgende gedoogbe leid. Met de burgemeester en de politie is af gesproken dat zolang het kerkasiel loopt, de Iraniërs niet hoeven te vrezen opgepakt te worden. Met spanning wordt gewacht op de hoor zitting die de Tweede Kamer volgende week houdt over de veiligheidssituatie in Iran. Als de resultaten daarvan bekend zijn, komt er wellicht een eind aan de 'estafette' van het kerkasiel. Om de 40 dagen wordt gewisseld in verband met IS DEZE DEUR ALLEEN GEOPEN TUDENS DE KERKDIENSTEN INGANG VIATREFPUNT van kerk. Begin september is De Duif in Am sterdam, waar onder meer Jos Brink voor ganger is, aan de beurt. Tegelijkertijd zitten er, georganiseerd door Inlia, in het noorden van het land bij acht kerken nog eens 30 Iraanse asielzoekers. Daarnaast schuilen er, buiten dit officiële kerkasiel om, nog eens 43 uitgeprocedeerden in de Rotterdamse Pauluskerk. Aandacht De tijd dat kerkasiel in stilte werd verleend, is voorbij. De hulporganisaties zoeken met de estafette naar aandacht en publiciteit in de hoop daar politieke munt uit te slaan. „Als vluchtelingen dichtbij komen en een gezicht krijgen, blijken mensen heel behulpzaam. Al leen blijft het moeilijk voor mensen om de slag te maken van een individu naar de groep. Die vriendelijke hardwerkende Turkse buurman mag blijven, maar de rest niet", verwoordt Rian Ederveen van Vluchtelingen in de Knel de dubbele moraal van de Neder lander. Zij wijst erop dat de geboden hulp een druppel is op een gloeiende plaat. De meeste illegalen vinden een plekje in Nederland bij een landgenoot die al een status heeft en ge woon een matras bijschuift in zijn vaak al krappe woning. Of het hier om politieke vluchtelingen gaat of economische geluks zoekers deert veel hulpverleners niet. „Dat is een schijntegenstelling", meent Rens den Hollander van het Autonoom Centrum. Bij het Eindhovense Vluchtelingen in de Knel wordt in de helft van de gevallen de hulpverlening gestaakt vanwege de uitzicht loosheid. Deze vluchtelingen duiken onder in de illegaliteit, gaan toch naar huis of zoeken hun geluk in een ander buitenland. „Heel pijnlijk en frustrerend. Maar soms heeft het geen enkele zin hier in Nederland te blijven." 130 ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1997 wijl de regering strenge woorden 'eekt, stelt de samenleving zich steeds •ndelijker op tegen illegale chtelingen. Artsen, ziekenhuizen, olen en kerken stellen hun deuren m, burgers geven onderdak en de itie knijpt een oogje toe. s een vluchteling dichtbij komt en i gezicht krijgt, blijken mensen heel lulpzaam." Als buren vroegen wie die flam boyant geklede zwarte mensen in zijn huis waren, dan zei hij 'vrien den'. Doodsbang als hij was dat iemand de il legale Zaïrese vrouw met drie kinderen bij de politie zou aangeven. Toen bleek dat de wijk agent van zijn onderduikers wist, maar geen actie ondernam, ebde de angst weg. Verpleegkundige in een rijtjeshuis. Alleen wonend en wars van het vreemdelingenbe leid dat de regering voert. „Het vluchtelin genprobleem is heel complex, maar dat bete kent toch niet dat regels zo bureaucratisch en harteloos moeten zijn? Neem nou die hon gerstakers uit Iran of zo'n familie Gümüs. Daar moet niet eens discussie over zijn." Voor Wil was het niet meer dan normaal dat hij zijn huis zou delen met uitgeproce deerde asielzoekers. Hij meldde ziéh bij de stichting 'Vluchtelingen in de Knel' in Eind hoven en had vervolgens een half jaar een Zaïrees gezin over de vloer. Het viel hem niet mee. „De vrouw was depressief, lag grote de len van de dag op bed en keek nauwelijks naar de kinderen om. Door het grote cultuur verschil was het ook moeilijk afspraken ma ken. Tsja, en dan kom je ook de lelijke kant jes van jezelf tegen. Af en toe wil je een beetje dankbaarheid horen terwijl die vrouw in een uitzichtloze situatie verkeert." Na een half jaar trok het Zaïrese gezin tot opluchting van Wil in bij een legale Zaïrese vriend, waarna ook zij een verblijfsvergunning kreeg. Niet uit het veld geslagen bood Wil opnieuw onder dak. Dit keer aan een Russisch gezin op de vlucht voor de maffia. „Fantastisch. Daar is echt een hele hechte vriendschap uitge groeid." Informeel circuit Asielzoekers die geemverblijfspapieren krij gen, zijn in Nederland niet aan de wolven overgeleverd. Barmhartigheid bestaat nog. Naast hulpvaardige particulieren en kerk asiel, is er een uitgebreid netwerk van organi saties die zich ontfermen over de vluchtende medemens. In hun namen weerklinkt de Hollandse bewogenheid: De fabel van de ille gaal, Vluchtelingen in de Knel, Ondersteu- nings Comité Illegale Arbeiders, Amsterdams Solidariteits Komitee Vluchtelingen. Officieel is het bestaan van vreemdelingen zonder geldige verblijfsvergunning vrijwel onmogelijk geworden. Maar informeel kan er nog veel, zelfs in het door regels keurig aan geharkte Nederland. Juridische bijstand, op vang, wat zakgeld, onderwijs en medische hulp: geen probleem. Op naar schatting 500 adressen in Neder land wordt onderdak geboden aan vluchte lingen die eigenlijk het land uit moeten wor den gezet omdat hun asielverzoek is afgewe zen. Ze zijn illegaal, maar hulpverleners spre ken liever van 'mensen zonder papieren'. „Het woord illegaal veronderstelt crimineel gedrag, terwijl deze mensen geen vlieg kwaad doen. Ze lopen nog niet door rood licht, uit angst aangehouden te worden", weet Henny Groenen, theoloog en medewerker van de Stichting Vluchtelingen in Nood (VIN) die in 1994 is opgericht. De stichting heeft de afge lopen jaren honderden uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen. De vraag is zo groot, dat de tien vrijwilligers alleen hulp kunnen bieden aan de meest urgente geval len: moeders met kinderen en zieken. Ze krij gen onderdak, juridische .bijstand en training in overleven. „In het begin dachten we dat Steun van de samenleving voor het Amsterdamse gezin Gümüs dat het land uit dreigt te moeten. 'De zaak Gümüs' is uitgegroeid tot symbool van de witte illegaliteit. foto archiefanp Samenleving is vriendelijker voor illegalen dan regering we heel stiekem en geheimzinnig moesten opereren met het oog op de politie. Maar nu hebben we de afspraak dat de mensen die onze namen noemen met rust worden gela ten. Sterker nog, de vreemdelingenpolitie komt hier zelf mensen brengen omdat ze vindt dat ze een moeder met vier kinderen niet kan opsluiten." Mensen die bij VIN aankloppen, worden doorgaans tijdelijk ondergebracht bij een ga- stadres. Met de hulp van een goede advocaat wordt ondertussen een nieuwe asielaanvraag voorbereid. Wordt een tweede aanvraag ge accepteerd, dan gaan de vlufchtelingen op nieuw naar een asielzoekerscentrum. Zo niet, dan worden ze ondergebracht in het opvang huis van VIN. Makkelijk Een dak boven het hoofd is niet genoeg. Ook andere voorzieningen moeten worden 'open gebroken', zoals het in het actiejargon heet. Door het aan elkaar koppelen van overheids bestanden is het vrijwel onmogelijk gewor den op een legale manier van overheidsdien sten gebruik te maken. Maar wat officieel niet kan, wordt informeel geregeld. En dat gaat bijzonder makkelijk. In tegenstelling tot wat politiek wordt be weerd, is er volgens hulpverleners wel dege lijk een maatschappelijk draagvlak voor de opvang van mensen zonder papieren. Hon derden inwoners van Rosmalen zijn dona teur van een Eritrese moeder' met vier kinde ren. Dank zij de steun van de bevolking (1500 gulden per maand) woont zij nu in een rij tjeshuis, gaan de kinderen naar school en de sportvereniging. Officieel is het gezin nog al tijd illegaal, krijgt geen uitkering en is onver zekerd. Ondertussen knijpt de politie een oogje toe. In een stad in het zuiden wordt standaard een door de gemeente gesubsidieerde crè cheplaats ter waarde van 14.000 gulden vrij gehouden voor een klein illegaaltje. Even er tussenuit voor een korte vakantie? Dat kan voor niets in een recreatiepark waar een be vriend bestuurslid voor een gratis midweek zorgt. Als dan ook nog de plaatselijke bakker 's avonds het overtollige brood en banket langs brengt, is dat mooi meegenomen. Er valt kortom veel te regelen en te ritselen. Ze ker als het om de gezondheid van illegalen gaat. Op enkele plaatsen kunnen die naar spe ciale spreekuren, waar artsen hen gratis of te gen een geringe eigen bijdrage helpen. De bekendste en oudste organisaties zijn de Am sterdamse Witte Jas, elk jaar goed voor zo'n 3000 patiënten, en de Kmispost op de Wal len. Ook in andere grote steden bestaan er soortgelijke gezondheidsposten. Wie klachten heeft, kan ook naar een eer- stehulpafdeling van een ziekenhuis. Vooral in het weekend wil het daar in de grote steden volstromen met allerlei onverzekerden. Ook hier blijkt dat wat officieel niet mag, groot scheeps door de vingers wordt gezien. Terwijl de woordvoerder van een groot ziekenhuis in de Randstad stellig beweert dat het personeel altijd kijkt naar de ernst van de klachten en misbruik van verzekeringspasjes aanpakt, vertelt een arts van datzelfde ziekenhuis een heel ander verhaal. Hij heeft nog nooit meegemaakt dat ie mand op de Eerste Hulp niet is geholpen, terwijl er officieel sprake moet zijn van me disch noodzakelijke zorg. „Spoedeisend of niet, we kijken naar iedereen. Al komen ze met een schaafwondje." Dat illegalen met een verzekeringspasje van familie of vrienden verschijnen, maakt geen enkel verschil. „Dat merk je pas ach teraf', vertelt hij, „als bijvoorbeeld blijkt dat de uitslag van een bloedonderzoek niet klopt met eerdere gegevens. Of als iemand volgens onze informatie ooit geopereerd is, maar er geen litteken te vinden is." Artsen moeten vaak veel moeite doen om migranten te helpen. „Een derde van onze patiënten spreekt geen Nederlands en heeft helemaal geen kaartje of pasje bij zich", ver telt de EHBO-arts. „Ze kunnen helemaal niet vertellen of ze verzekerd zijn en wat hun scheelt. Wij proberen ze met de Tolkentele foon te helpen. Dat is wel omslachtig als je iemand aan het onderzoeken bent." Naar de huisarts kan ook. Sommige artsen staan er om bekend dat ze illegalen helpen. J. Avezaath in Den Haag is een van hen. De pa pierloze migranten vinden als vanzelf htm weg naar hem. „Het is kennelijk bekend dat ik dat doe en via mond op mond reclame ko men ze bij mij", zegt hij. Avezaath vindt het acute gevaar waarin il legalen moeten verkeren voordat ze recht hebben op hulp, een beetje onzin. „Een hart infarct is dat wel, terwijl een ernstige nier ziekte dat niet is. Maar daar ga je op den duur ook aan dood. Als je daarover begint, verzeil je in onfrisse discussies." Geneesmiddelen voor onverzekerden blij ken altijd wel ergens vandaan te kunnen ko men. Soms geeft een arts iets mee uit eigen voorraad. Ook voorgeschreven medicijnen die een patiënt niet meer nodig heeft en niet 'over de datum' zijn, verdwijnen richting on verzekerden. Apotheken helpen ook en een enkele keer schuift z,elfs een farmaceutisch bedrijf via de achterdeur iets toe. Was het tot voor kort vooral een kwestie van individuele betrokkenheid van artsen, te genwoordig werken medici samen. Ze rich ten netwerken op om samen de onverzeker den in hun regio te helpen. Mevrouw A.L. Nieuwenhuisen, gepensioneerd arts, zet zich in voor een steunpunt in Zwolle. Een aantal huisartsen, specialisten, ziekenhuisdirecteu De Turks/Amsterdamse kleerkamer Gümüs in de armen van Irene van de Boor, woordvoerster van de Voedingsbond FNV. Hij hoefde niet op de vastgestelde datum het land uit, maar mag de uitslag afwachten van Haags overleg op hoog niveau. foto archief anp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 37