1
DRIFTSTRAAT
11
Veertig uur schommelen
voor een wereldrecord
'Ik ga hier
ooit meer weg,
dat is zeker
Leiden Regio
RDAG 30 AUGUSTUS 1997
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving. Bewoners vertellen over de plezierige kan
ten van hun woonomgeving maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag: de Driftstraat in Leiden.
la-hoepen, of touwtje-springen. „Geef mij vroeger
maar. Ondanks de armoede was het toen veel ge
zelliger." Ook het 'glippertje' heeft de tand des
tijds niet kunnen doorstaan. Het treintje-op-wie
len bracht ooit socialistische kopstukken als Drees
en Den Uyl naar de Driftstraat, waar zij op de plek
van het huidige buurthuis hun verkiezingspraatjes
hielden. ,,De hele wijk was toen SDAP", herinnert
ze zich. ,,Op 1 mei marcheerden ze dan met vlag
gen door de straten naar de Kaasmarkt en de
Stadsgehoorzaal. Een prachtig gezicht was dat."
Ondanks de melancholie blijft ze echter van de
Driftstraat houden, alsof ze het ook rïiet kan hel
pen. ,,Ik ga hier nooit meer weg, dat is zeker. Ze
zullen me mijn huis uit moeten dragen", zegt tan
te Mien vastbesloten.
Behalve het buurthuis is ook de kerk een onmis
baar baken in de Driftstraat. Tegenwoordig zijn
het de baptisten die op zondag de klokken luiden,
maar dat is wel eens anders geweest. „'De hoedjes'
noemden wij ze altijd", zegt Alice van der Maat,
„Want het was echt zo'n strenge gemeente." De
activiteiten van de gereformeerden en de her
vormden, die het sobere gebouw tot twee jaar ge
leden bevolkten, gingen niet onopgemerkt voorbij.
De familie Van der Maat hield er een 'echt zon
dags gevoel aan over', maar niet iedereen is even
enthousiast. Annie Kerkvliet: „Van half tien tot tien
werd die klok aan een stuk door in werking gezet.
We zijn met het ding opgegroeid, dus als Ifij kapot
was viel het onmiddellijk op. Nu doen ze het nog
maar vijf minuten, maar mijn man is er wel blij
mee. Hij kon er nooit van slapen."
Tante Mien heeft de kerkgangers regelmatig zien
komen en gaan. Van een prettige verstandhouding
met de buurt was geen sprake. „Ik stond een keer
voor mijn raam, toen er net een vrouw de kerk uit
kwam. Ging ze me gewoon staan uitlachen. 'Heb
je dat in de kerk geleerd', heb ik toen geroepen.
En: 'Pas op, anders kom ik zondag ook naar de
kerk hoor'. Daarna heb ik haar nooit meer gezien.
De streng-christelijke normen strookten bepaald
niet met het spontane, vrijpostige leven in de
Driftstraat, onderkent ook Annie Kerkvliet. „We
hadden de gewoonte om rond die tijd in nachtpon
of ochtendjas buiten te zitten, daar kreeg je dan
regelmatig commentaar op", zegt ze. „Maar de
nieuwe mensen zijn heel aardig, hoor. Ze groeten
je, en zijn altijd wel in voor een praatje."
En zoals het geloofsleven in de Driftstraat veran
dert, verandert ook het leven zelf. Cor Brandt (67)
woont met zijn vrouw Wil (61) al meer dan dertig
jaar tegenover het buurthuis, en ziet de straat al
maar jonger worden. „Volgens mij ben ik nu de
op-één-na oudste, de rest is allemaal weg of dood.
Vroeg of laat vallen er mensen af, dat hou je toch
niet tegen. Maar dat interesseert me helemaal
niks. Het is goed dat hier meer jongere bewoners
komen, want 'hoe ouder, hoe sjacherijniger', zeg ik
altijd maar." Net als vele anderen piekert Brandt er
niet over om te vertrekken. „Ik ga nooit meer weg
uit de Driftstraat. Tenminste, niet eerder dan het
moment waarop Van der Luit bij me op de stoep
staat."
'Je kunt er behoorlijk zeeziek van worden
Waarin deze week: de Leidse
wethouder circussen ook
mediacircussen in zijn portefeuille
probeert te krijgen en een nieuwe
naam een oude club verbergt.
Dames en heren! Kordaat baant
Alexander Pechtold zich een
weg door een haag van journa
listen, fotografen en cameramensen. Met
een zwierig gebaar mikt hij een helderblau
we dossiermap op zijn bureau. „Dames en
heren", herhaalt hij. „Ik heb goed nieuws."
De fotografen duwen elkaar weg voor het
mooiste plaatje van de wethouder.
De lucht was grijs en de regen kletterde op
de ramen van zijn werkkamer. Maar de
D66-wethouder had het daarnet toch zelf
gelezen: tijdens het weekeinde krijgt de zon
greep op het weer en stijgt het kwik, zondag
tot dichtbij een zomerse 25 graden. En
Pechtold dacht: zwemmen!
Hij belde een ambtenaar van de sector
Sport en Recreatie van de dienst Cultuur en
Educatie en samen kwamen zij tot het be
sluit om de buitenbaden De Zijl en De Vliet
nog een maandje open te houden. Septem
ber kon weieens net zo mooi worden als au
gustus. De buitenzwemmers zouden hem
dankbaar zijn, de kassa's bleven rinkelen.
De wakkere ambtenaar belde meteen een
journalist. En vertelde hem dat de zwemba
den, die eigenlijk zondag zouden sluiten,
nog vier weken openblijven. Tss, dat mag
wel in de krant, zei de pennenlikker. En al
dus geschiedde.
In zijn wethouderskamer zat intussen
Alexander Pechtold nog wat te denken. Zijn
gedachten maalden in het rond. Hij over
woog de kansen op een hittegolf in septem
ber, piekerde over Bouterse en Van Mierlo,
vroeg zich af of nachtvorst in de nazomer
weieens voorkwam en dacht eraan het KN
MI te bellen.
Die zwembaden nog een maandje open,
bedacht hij, dat was eigenlijk best wel een
goed besluit van hem. Daar kon hij mis
schien goede sier mee maken. Mooi ver
haaltje in de krant, met een grote foto van
hem. En weer belde hij die ambtenaar van
de sector Sport en Recreatie van de dienst
Cultuur en Educatie.
„Van der Luit", zei de wethouder. „Ik wil
een persconferentie beleggen. Over die
zwembaden." Oei, dacht de ambtenaar.
„Dat nieuws heb ik net op straat gegooid,
Alex!" „Dan raapje het maar weer op. Ik
wens mij te profileren." De ambtenaar deed
nog een dappere poging het berichtje uit de
krant te houden, maar de persen draaiden
reeds.
En dat was jammer, want het was vast een
fijne persconferentie geworden. „Dames en
heren. Ik heb goed nieuws. De buitenbaden
blijven een maand langer open." Daar
steekt een verslaggever zijn pen in de lucht.
„Waarom hebt u dat besluit genomen?"
Pechtold gaat er eens goed voor zitten.
„Daar wil ik graag antwoord op geven. Om
dat de weersverwachtingen voor komende
zondag heel gunstig zijn. Het wordt mis
schien wel 25 graden. En ook de dagen
daarna wordt het misschien wel mooi. En
dan willen mensen graag buiten zwem
men."
Daar hebben de verzamelde journalisten
niet van terug. 'Oh', zeggen zij en de wet
houder zegt: „Als er verder geen vragen zijn
tekening maarten wolterink
wil ik u danken voor uw aandacht." Als het
blijft regenen of het weer anderszins tegen
valt belegt Pechtold een nieuwe persconfe
rentie. Om de ontijdige sluiting van de ba
den aan te kondigen.
Laagdrempelig, klantvriendelijk,
veelzijdig, deskundig. Dat was,
naar eigen zeggen, de sector
Sport en Recreatie van de dienst Cultuur en
Educatie. Maar kennelijk was dat niet goed
genoeg. Want na morgen bestaat die ge
meentelijke club niet meer.
De dienst Cultuur en Educatie is gereorga
niseerd, het hoofd van Sport en Recreatie
afgeschminckt. Tijd voor iets nieuws dus.
En zo wordt maandag het Sportbedrijf Lei
den geboren. De oude club krijgt een nieu
we naam, die ruikt naar dynamiek en mo
derne zakelijkheid. Heel anders weer dan
de geur van geitenwol, die hangt rond de
naam Leidse Sportstichting, zoals diezelfde
club vroeger heette.
Sportbedrijf Leiden wordt laagdrempelig,
klantvriendelijk, veelzijdig en deskundig. En
heeft de ambitie dat iedere bezoeker van
een sporthal of een zwembad straks kan
zien, dat 'ie in een accomodatie van het
Sportbedrijf Leiden is. Kwestie van een
bordje, zou je denken, maar dat zullen ze
wel niet bedoelen.
Prettig is de naamswijziging vooral voor de
ambtenaren die er werken. Want op de
vraag 'wat doe jij nou voor de kost?' kunnen
ze voortaan een simpel antwoord geven.
Ooit liep een klein slootje vanaf de Lage Rijndijk
volkswijk de Kooi in. De Drift bestaat inmiddels
niet meer, maar de straat die naar het watertje
werd vernoemd leeft nog altijd. Hoewel het karak
ter van de Driftstraat verandert, blijven de bewo
ners van het kronkelende weggetje houden. „Ik ga
hier pas weg als de begrafenisondernemer voor de
deur staat", zegt de een. „Ze zullen me mijn huis
uit moeten dragen", voorspelt een ander.
De Driftstraat is soms net een camping. Een alle
gaartje van oude panden en nieuwbouw, waar de
humor nog op straat ligt. Het buurthuis De Kooi,
dat als een campingwinkel het ontmoetingspunt
vormt, ligt precies in het midden. Daarnaast be
vindt zich de kerk, en even verderop kunnen de
kinderen hun energie in de speeltuin kwijt. En dah
zijn er altijd nog de bewoners. Recht voor z'n raap,
met het hart op de tong. 'Denkend aan de Drift
straat hoor ik smartlappen en levensliederen', zo
iets.
Terwijl een vrouw van middelbare leeftijd het vet
uit de koekenpan in het straatputje giet, slaan an
deren in hun tuinstoelen het alledaagse leven ga
de. „Het is hier altijd gezellig", meent Kobus van
der Maat (60). Met weemoed denkt hij wel eens te
rug aan vroeger, toen de mensen elkaar nog open
tegemoet traden. Maar de tijdgeest houdt nie
mand tegen, ook de oudere bewoners niet. In de
31 jaar aan de Driftstraat heeft hij veel zien veran
deren. „De nieuwe mensen zijn toch jonger, en
daar heb je dan minder contact mee", zegt hij. „Ie
loopt niet meer zo makkelijk bij iemand binnen,
maar dat is volgens mij meer een maatschappelijk
probleem." „We hebben het desondanks geweldig
naar ons zin", vult echtgenote Alice (57) aan.
Vooral de authentieke 'Driftstraters' hechten veel
waarde aan het volkse karakter van de wijk. Waar
bij ze goed beseffen dat 'volks' ook minder positief
kan worden opgevat. „Vroeger beoordeelde men
de Kooi nogal negatief. Het stond bekend als ar
moedig en asociaal, en zo'n naam blijft toch han
gen", zegt Kobus van der Maat. „Maar de hele wijk
is nu een stuk opgeknapt, en het is hier zeker niet
slechter geworden
Zoon Remco (31), geboren en getogen in de Drift
straat, noemt het zelfs 'de Jordaan van Leiden'. „Ik
kom hier altijd met veel plezier terug", zegt hij.
„Vroeger zat ik bij m'n vader op het zitje voor op
de fiets, nu kom ik zelf met m'n kleine aangere
DE EU ira/gADEKj LMG92 OPEN
maa iic uwREAtcrie oppit gutrfK/Gevmc
BEUt4GR!)fêN!EUWt?
De Driftstraat, ook wel 'de Jordaan van Leiden' genoemd.
den. 'Kom maai- binnen, hoor', roepen de mensen
dan. Dat vind ik wel uniek, want waar zie je dat nu
nog? Echt, ik ben er bijzonder trots op dat ik hier
geboren ben."
Ook Annie Kerkvliet (52) heeft de mensen zien ko
men en gaan, en niet alleen de mensen. „Vroeger
stikte het hier van de winkels. We hadden een
melkboer, een groentenboer, een kruidenier. Nu
heb je alleen nog van die grote supermarkten ver
derop." Dat valt echter in het niet met het verdwij
nen van het oorlogsmonument, dat een kleine 30
jaar geleden via het badhuis naai" de Atjehstraat
verhuisde. „Dat vind ik zo erg. Als klein meisje be
sef je het niet zo, maar het heeft wel altijd in mijn
geheugen gegrift gestaan." Haai' twee opa's en een
oma worden met een plaquette op de zuil herin
nerd, en dat maakt de verplaatsing bijzonder zuur.
„Hij moet terug in de straat waar 'ie hoort, want er
is al teveel met die mensen gezeuld." Bij 'de naald'
worden nog altijd op vier mei de doden herdacht,
maar dus niet meer in het perkje op de Driftstraat.
„En het stond daar zo mooi", meent ook 'tante'
Mien Mulder (65). „Er was een bankje waar je rus
tig op kon zitten, en het monument was prachtig
onderhouden. Het moet absoluut terugkomen,
foto hielco kuipers
maar wie zijn wij?" De huidige staat van het plant
soentje is haar toch al een doom in het oog. De
honden poepen maar raak, terwijl het baasje even
de andere kant opkijkt, en ook stikt het er van het
grofvuil. „De mensen gooien alles maar op straat,
en je ziet de gemeente het niet ophalen. Dan kun
nen ze er beter parkeerplaatsen van maken", vindt
Als er iemand met nostalgie aan vervlogen tijden
denkt, is het tante Mien wel. Ze verhaalt over de
immer bedrijvige Gunningschool, die verdwenen
is. Over de kinderen die niet meer buiten hoe
'f eerste zes schommelaars zitten vrij relaxed op de schommel. foto loekzuyderduin
't Jok op de schommel. Zijn uur zit er bijna
op. „Ik heb al 25 jaar niet geschommeld
maar het valt best mee", zegt hij. „Als je
ontspannen blijft zitten gaat het goed. En
het is gezellig op het plein. Maar ja, straks
gaan de muziek, de biertap en de mensen
naar huis, en dan zitten wij hier nog. In de
nachten zal het wel afzien zijn. Dan moe
ten we elkaar maar een beetje op de been,
ehh, op de schommel houden."
Toch is Huig er niet van overtuigd dat zijn
team het gaat halen. „Het kan koud wor
den en gaan regenen. Dan zit je natuurlijk
niet lekker meer, al zijn er regenpakken
voorhanden. En je moet een uur achtereen
schommelen, anders lig je eruit. Zojuist
kwam er iemand hartstikke misselijk van
de schommel af. Hij heeft het uur wel vol-
gemaakt, maar lukt dat een tweede keer
ook? Je kunt er behoorlijk zeeziek van wor
den."
ommelen, een leuk kinderspel. Maar
tig uur achter elkaar, nou nee. In Kat-
aan de Rijn denken ze daar anders
Afgelopen donderdag om zeven uur
men op het schoolplein van basis-
aj3ol 'De Horizon' aan de Mgr. Bekker-
at zes schommels in beweging. Van-
,r g om elf uur 's ochtends houdt het ge-
ommel pas op. Tenminste, als er nie-
ïd tussentijds is uitgevallen,
serste zes schommelaars zitten vrij re-
id op de schommel. Bakje koffie erbij,
en pilsje, het gaat best. Op het plein is
druk en gezellig. Dweilband 'De Pret-
en' zorgt voor opwekkende muziek, de
nproviseerde bar doet goede zaken.
Adorn het schommelen heeft de Noord
se Space-expo gezorgd voor een ten-
ïstelling. Wie dat wil, kan voor vijf piek
in de evenwichtstrainer. Intussen schom
melen de deelnemers gewoon door. Jurylid
Jan Lange houdt in de gaten of het regle
ment wordt nageleefd. „Een team bestaat
uit 5 mensen, die met elkaar veertig uur
moeten volmaken. Deelnemers moeten
minimaal 1 uur achtereen geschommeld
hebben voordat hij of zij kan worden afge
lost. Dat wisselen mag maar 10 seconden
in beslag nemen en er mag niet worden
aangeduwd."
Ook het uitzwaaien van de schommel is
belangrijk. Die uitzwaai moet minimaal
één meter zijn. Dat wordt gecontroleerd
door een teller die op de schommel beves
tigd is. „Een uitzwaai van minder dan een
meter wordt niet geteld", zegt Jan Lange.
„Mochten alle teams de veertig uur vol-
schommelen, dan heeft het team met de
meeste slagen gewonnen."
Huig Sip (33) zit namens jongerencentrum