irik Nordholt: een dankbaar mens
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1997
Erik Nordholt (58) vertrekt per 1 september als korpschef van de
politieregio Amsterdam-Amstelland. Hij wordt adviseur van het
korps en van de minister van binnenlandse zaken. Afscheid van
een veelbesproken korpschef.
„Ach, als ik mensen ruimte heb gegeven voor het uiten van
frustraties, vind ik dat fijn.
Bij zijn installatie - op 1 juni 1987
- in het Amsterdamse Concertge
bouw, maakt Erik Nordholt dit ge
baar om zijn tevredenheid met het
korps aan te geven.
foto archief buro dijkstra
Nordholt als gastheer van een de
legatie PvdA-Kamerleden. Het ge
zelschap bracht op 20 mei 1988
een bezoek aan het bureau War
moesstraat Van links naar rechts
Aad Kosto, Wim Kok, Erik Nord
holt en Piet Stoffelen.
foto archief anp
e commissaris vertrekt
Vis Erik Nordholt poseert voor de
fotograaf, gebeurt er van alles om
hem heen. Voorbijgangers groe-
blijven staan. De hoofdcommissaris zelf
ikt links en rechts een praatje. Ook met
l, de schilder op de brug bij hem om de
k. Nordholt houdt van deze plaats, de Re-
rsgracht. Vanuit een auto wordt hem de
gevraagd. Het uniform, ook dat van een
ifdcommissaris te Amsterdam, nodigt
(toe nu eenmaal uit. Nordholt roept zijn
uffeur erbij. ,,Ik ben meestal gereden, ken
de weg niet."
'n buurtgenoot glimlacht om de .belang
ing die Nordholts aanwezigheid veroor-
-| i. ,,Zo, de laatste dag als hoofdcommis-
^fs?" De twee voorafgaande uren heeft de
tiebaas zich juist daarover laten bevra-
In zijn kantoor, achter zijn bureau, ver-
ht hij dat er van een vertrek uit Amster-
geen sprake is. „Ik blijf aan het korps
tonden." En dat lucht op. „Als ik heie
had moeten stoppen, zou ik het daar
moeilijk mee hebben."
iordholt laat het korps op orde achter. Ei-
lijk is hij van de laatste decennia de eerste
tiechef van Amsterdam die zo prettig
gaat. De rust rond het korps is hersteld
het begin van de jaren '80 toen het 'hoe-
en snoeren' van dienders, de dood van
Hans Kok en het gezagsverlies van de
psleiding de Amsterdamse politie in dis-
brachten. Vriend en vijand zijn nu be-
Itoe te geven dat de burger in Amsterdam
blij is met de politie. Het personeel van
dholt loopt met hem weg, is gemotiveerd
boekt successen waar het de cijfers be-
De opsomming wordt hem aan het ein-
van het gesprek voorgehouden. „Het
trots' neem ik niet in de mond. Ik
id het een voorrecht om hier te werken,
inlijk voel ik 'dankbaarheid', maar dat zeg
iet. Is me te EO-achtig."
loe anders was het in 1987 toen Nordholt,
drie jaar hoofdcommissaris in het Noor-
de Groningse Grote Markt verruilde voor
Dam. „In het begin vond ik het maar
s, Amsterdam. Ik heb erg moeten wen-
Hij werd, na enig tegenstribbelen, bin-
i «gehaald door toenmalig burgemeester
y van Thijn. Zijn salaris werd met een toe-
op het niveau van een minister-presi-
gebracht; alles bij elkaar ongeveer
000 gulden. „Ik heb altijd gezegd: dat is
maal voor deze functie. Toen later meer
btenaren dergelijke toelagen bleken te-
•ben, hoorde je er niemand meer over."
vraag wie zijn beste 'politieburgemees-
Iwas, omzeilt hij met tact. „Iedere periode
ft een bepaald soort burgemeester no-
Het is niet de enige vraag waar hij geen
iet antwoord op geeft. De man die de
ste tien jaar meerdere keren maatschap-
ijke problematiek aan de orde stelde, wil
opvolger Jelle Kuiper niet voor de voeten
üpen. En als toekomstig adviseur van de
uster wil hij zijn ideeën daar en niet in de
el1 nt neerleggen. „Als korpschef was het
lei J verantwoordelijkheid zaken aan te kaar-
Ook in de publiciteit. Nu ligt dat anders."
lij joeg Haagse politici nogal eens in de
dijnen. Zelf noemt hij geen namen, maar
•der Heijden (CDA) en (ex-Tweede-Ka-
,(4 'lid) Wiebenga van de WD waren, zacht
i'drukt, zeker niet dol op de sprekende
Öebaas. „Ik accepteer het als mensen het
'met me eens zijn. Maar sommigen wer-
zó geprikkeld dat ze hun gemoed lieten
hun eigen zwakke plekken toonden,
als ik mensen ruimte heb gegeven voor
Uiten van frustraties, vind ik dat fijn."
lij vindt de persoonlijke aanvallen van
de politie valt momenteel niet waar te ne
men.
Het is een van Nordholts zorgen, al tien
jaar. „Ik weet niet hoe het komt. Misschien
ben ik wel te oud. Maar de hele maatschappij
is niet in beweging. De dertigers en veertigers
van nu, daar hoor je toch niets van? Niet bij
de politie, maar elders ook niet." Dan klinkt
het iets zachter: „Misschien heb ik ze te wei
nig ruimte gegeven. Mij wordt wel eens ver
weten dat ik dominant ben. Ze hebben in
mijn korps zo hard moeten werken aan de
veranderingen die ik heb ingezet, dat de jon
gere officieren daardoor eigenlijk al vernieu
wers zijn."
De airconditioning op de Gouden Gang
van het Amsterdams hoofdbureau doet bij de
tropische temperaturen zijn aangename
werk. Nordholt zit ontspannen achter zijn
bureau. Woordvoerder Klaas Wilting, al tien
jaar trouw gezel, luistert toe. Zij zullen elkaar
missen. Er wordt geen koffie maar jus d'oran-
ge geserveerd. Zelfs de bode is in uniform,
ook al beschikt hij niet over een rang. 's Mans
epauletten vermelden slechts een logo met
daaronder 'Politie Amsterdam'. Op dezelfde
gang krijgt Nordholt zijn nieuwe kantoor,
vlakbij zijn opvolger Jelle Kuiper. Lastig voor
de nieuwe man? „Ik zal er niet veel zijn." De
adviseur gaat veel reizen.
In een interview met een lokale Amster
damse krant pleitte Nordholt recent voor één
nationale politie. Het zou weer veel stof doen
opwaaien, voorspelde hij, en zo gebeurde. Na
de laatste reorganisatie van 1993 moet de po
litie met rust gelaten worden, luidde de kri
tiek. „Leuk hoor, die commotie. Maar een vi
sie is niet voor volgende week. Nederland
moet toe naar één politiekorps. Onder één
minister, en wel die van binnenlandse za
ken."
Nordholt laat niet los. Het is zijn stok
paardje voor de afscheidsinterviews. De
korpschef wil er op terug komen. Nadrukke
lijk mét argumenten. „We moeten de Eu
ropese Unie met een grotere eenheid in onze
politie tegemoet treden. Overleg tussen twee
ministers over een aanpak, zoals nu, werkt
niet. En de bestuurlijke context van de poli
tie, met regionale colleges waar soms nissen
de twintig en veertig burgemeesters in zitten,
is bizar. De minister van binnenlandse zaken
heeft met deze wet geen mogelijkheden om
zijn verantwoordelijkheden waar te maken.
Voor de bedrijfsvoering is een grotere organi
satie nodig. En ten slotte is het van de gekke
dat een landelijk project tegen autodiefstal
ergens niet wordt uitgevoerd omdat een regio
niet meewerkt, omdat men niet wil."
Dat de gemeenteraad van Amsterdam
minder geïnteresseerd is in de eigen politie,
is voor Nordholt het bewijs dat de nieuwe
Politiewet niet werkt. „En dan heeft Amster
dam maai- met vijf andere gemeenten te ma
ken. Er zijn politieregio's in Brabant waar het
college 50 burgemeesters telt. Dat werkt toch
niet? Haal het beheer bij burgemeesters weg.
Laat dat desnoods aan de provincie. En zorg
dat burgemeesters, en via hen de lokale poli
tiek, weer meer betrokken raken bij de hand
having van de openbare orde en veiligheid in
him eigen gemeente."
Nordholt pleit er voor om op het platteland
met kleine politiegroepen te werken, zodat
die voor de burgemeester aanspreekbaar zijn.
„In feite de oude Rijkspolitie-situatie. Die
was bij sommige goede groepen ideaal. Dan
had je een adjudant die de zaken met zijn
burgemeester besprak. Over het beheer had
den die twee niets te zeggen. Maai- de rol van
de burgemeester in de openbare orde is heel
belangrijk, dat meen ik."
Na de ontruiming (op 2 april 1996) van een
Nordholt de leden van de ME.
vandaag de dag, in de politiek maar vooral in
praatprogramma's op televisie, bepaald on
smakelijk. „Ze smeren elkaar met het groot
ste gemak vol met stront. Maar als je iets
zonder rimram, zonder kinnesinne of per
soonlijke rancune zegt wat je van iets vindt, is
het vaak zó indringend dat mensen er niet te
gen kunnen."
Liever kijkt hij naar zijn Amsterdamse
'dienders', het woord dat hij als enige
korpschef steevast in de mond neemt. Zoals
zo vaak tijdens interviews, rept hij over wan
delingen waarbij hij met zijn agenten praat.
Ook nu weer. „Dan maak ik een wandelinge
tje over de grachten en zie twee agenten van
het wijkteam Prinsengracht een akkefietje
oplossen. Ze regelen het met een glimlach,
met een grap. Daar gaat een enorm gezag
vanuit."
Maar het politiewerk wordt gevaarlijker.
Agenten moeten meer moed tonen dan vroe
ger, is zijn rotsvaste overtuiging. Het wapen
bezit in Nederland neemt toe, de agressie op
straat evenzeer. „Tegelijkertijd wordt wel van
de agent verwacht dat hij steeds meer met re
de en inzicht oplost. Dat is niet gemakkelijk."
kraakpanden aan het Zeeburgerpad, bedankt
foto archief anp
Nordholt was populair bij zijn korpsen. Le
gendarisch zijn de herinneringen aan hem in
Groningen. Hij kende de ruim 400 agenten
daar bij naam. Dat lukte in Amsterdam niet.
„In het begin had ik het gevoel dat ik acht
korpsen moest leiden." Het verwijt van de
buitenwereld dat het Amsterdamse korps 'ar
rogant' is, spreekt hem niet aan. .Amsterdam
is zo gecompliceerd, ook voor de leidingge
venden, dat we geen tijd hebben om ons met
andere zaken te bemoeien. Dat wordt elders
misschien als arrogant uitgelegd. Ik heb in
'91, '92 en '93 geen vakantie gehad. Wat ik
kon doen, heb ik gedaan. Meer niet. Sorry,
maar het korps moest op orde en de stad
moest veiliger. Daar ging het om."
De IRT-affaire liet hem schrikken van de
vijandschap die hij niet had verwacht. Vooral
uit Utrecht en Haarlem, vanuit de politiewe-
reld maar ook uit het bestuur van die ge
meenten, kwamen verwijten naar Amster
dam. „Ik wist amper wat er in het land leefde.
Dat was voor mij ook niet belangrijk, ik was
in Amsterdam bezig. Ik had geen tijd om
naar vergaderingen te gaan. Ook niet van de
hoofdcommissarissen. Ik heb respect voor ze,
Erik Nordholt sluit zijn koffertje met
1995) voor de IRT-verhoren.
maar die vergaderingen hadden voor mij
geen zin. Als ze me nou eens hadden ge
vraagd 'Het zou fijn zijn als je wat meer...',
maar nee hoor: verwijten. Wij in Amsterdam
zeggen toch ook niets over een ander? Laat
iedereen zijn eigen werk doen.
Zijn ogen verraden woede en ergernis.
Nordholt laveert behoedzaam om de gevoeli
ge onderwerpen heen. Het heeft ook hem ge
raakt. Begin jaren '70 schreef hij het rapport
Politie in Verandering, samen met zijn colle
ga's Straver en Wiarda. Het waren maten; sa
men vormden zij de lichting '59 van de poli
tieacademie. Ze werden aanvankelijk overal
behalve bij de bonden verguisd, maar be
paalden vervolgens voor twintig jaar de poli-
tiegeschiedenis.
Ries Straver en Erik Nordholt, vrienden van
weleer, zijn door de IRT-affaire gebrouilleerd
geraakt. Met Jan Wiarda is het een en ander
uitgesproken, maar vriendschappelijk zijn
ook die twee niet meer; nooit echt geweest
eigenlijk. De laatste twee, drie jaar van zijn
carrière heeft Nordholt wel degelijk moeten
incasseren. Op vragen daarover antwoordt
hij ontwijkend. „Als ik dingen over mensen
waarmee hij was aangetreden (19 oktober
foto archief anp
wil zeggen, doe ik dat niet in een krant maar
tegen henzelf."
De hoofdcommissaris komt over als een
bastion van onkreukbaarheid en wenst dat
zelf zoveel mogelijk in stand te houden. Mis
schien is het zijn uiterlijk? Nordholt oogt im
mer onverzettelijk. Is altijd in uniform, omdat
hij vindt dat dat zo hoort. Zeer recent liet hij
zich ontvallen dat alleen zijn vrouw hem er
voor afspraken buitenshuis uit kan krijgen.
Nordholts zinnen zijn afgesneden. Het is hel
dere mensentaal die goed overkomt bij de
burger.
Arrogant volgens de een, zonder respect
voor gezagsverhoudingen volgens de ander.
Dwingend en eigengereid misschien... Maar
zijn tegenstanders konden niet voorkomen
dat Nordholt hét gezicht van de Nederlandse
politie werd. Het nieuwe gezicht heeft zich
nog niet aangediend. De huidige politiebazen
zijn door de IRT-affaire in hun schulp ge
kropen. Een nieuwe generatie 'wilden' zoals
de lichting '59, met revolutionaire ideeën en
totaal nieuwe politiestrategieën, is in geen
velden of wegen te bekennen. Beweging bij
Erik Nordholt poseert voor onze fotograaf. Nordholt houdt van deze plaats, de Reguliersgracht. foto gpd roland de bruin
Na afloop van top-beraad (14 juni
1996 in Garderen) over de struc
tuur in de hoogste regionen van
de politie-organisatie, neemt Erik
Nordholt afscheid van de burge
meesters Goekoop (links) van Lei
den en Pop van Haarlem. foto
archief» anp