O
'Tweede Brienenoord
..„\i m is nu al moe
Versterven
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1997
Hogere belasting
iddels heeft Anemaat wat gas teruggeno-
"3 ii en verklaard dat het totale verkeer zorgt
«ieen belastingpatroon dat zeven jaar ge-
0 onmogelijk kon worden voorspeld. Bij
|fensporteurs is echter de indruk blijven
Sen dat Rijkswaterstaat, immers Zélf ont-
,?)er van de brug, zulke opmerkingen
3ct om fouten in eigen huis te verhullen,
als er inderdaad sprake is van een alge-
P maatschappelijk-technische oorzaak
?r verkeer, andere belasting van het weg-
^Bwaarom doet het verschijnsel zich dan
op die ene brug voor? Dan zou Rijks-
jwstaat toch dagwerk moeten hebben aan
|Bnderhoud van al die tientallen bruggen
^leen stalen basculeklap?
'tk merkwaardige is, dat Rijkswaterstaat
H cijfers paraat heeft over het huidige ge-
I'an de brug. Wie er naar vraagt moet
:n met gegevens van 1995. Toen reden
elijks tussen de 170.000 en 180.000
gen over het gedeelte dat nu voor re-
werk is afgesloten. Maar is dat meer of
dan in 1987 (toen de ontwerpers van
g achter de tekentafel kropen) werd
tomen? Rijkswaterstaat moet op die
iet antwoord schuldig blijven. Men is
niet in geslaagd de stukken met de be-
'ijfers uit het archief op te diepen,
uist deze prognoses zouden volgens
gen weieens de sleutel tot het raadsel
i vormen, want dat Rijkswaterstaat op
tonisch front steken heeft laten vallen
n het staalwereldje buitengewoon on-
hijnlijk geacht. Dat de fout bij de aan
ligt die de klep heeft gebouwd, Hol-
Sa Kloos BV uit Krimpen aan de IJssel, is
'A«I
Laat ik eerst zeggen waar dit stukje niet
over gaat. Het gaat niet over 't Blauw-
börgje, en het gaat niet over de manier
waarop bij mensen die op sterven na dood
zijn, het sterven soms bespoedigd wordt.
Daar valt veel over te zeggen, en iedereen
heeft een andere mening, en die respecteer
ik allemaal, of althans de meeste, zolang ik
ook mijn eigen mening mag hebben, maar
die ga ik hier niet vertellen. Dit stukje gaat
enkel over het woord ervoor: versterven. En
dat die nieuwe betekenis enkele weken ge
leden, ineens, hupsakee, bijna van de ene
dag op de andere, er was. En dat iedereen
die meteen ook kende: door geen eten en
drinken meer te geven, bespoedigt men het
sterven van mensen die uitzichdoos ziek
zijn, en voorkomt men een soms langdurig
en pijnlijk wachten op de dood.
Of dat mag of moet, daar zal ik dus niets
over zeggen. Het gaat mij er nu alleen
om dat het woord versterven al heel lang
bestond, maar deze nieuwe betekenis nog
niet. Die staat in nog geen enkel woorden
boek. Plotseling verschenen, juli 1997.
Ik geloof niet dat de mensen van 't Blauw-
börgje de uitvinders van die nieuwe bete
kenis zijn, of dat ze dit bestaande woord als
eersten zijn gaan gebruiken voor deze me
thode. In kleine kring zal dat al wel langer
het geval zijn. Maar sinds vorige maand be
hoort het ineens tot de taalschat van ons al
lemaal. En je kan d'r donder op zeggen dat
in de volgende editie van Koenen en Van
Dale en Verschueren de nieuwe betekenis
erbij zal staan.
Voor de televisie hoorde ik De Hoop
Scheffer zeggen, dat hij het een afschuwelijk
woord vond. Hij zei er niet bij waarom. Dat
heb je wel vaker met politici. Waarschijnlijk
vindt hij het alleen maar een afschuwelijk
woord omdat hij datgene waar het naar ver
wijst, afschuwelijk vindt. Hij is het niet eens
met de genoemde methode, en noemt dan
ook maar meteen het woord ervoor een af
schuwelijk woord. Het is alsof je de naam
"De Hoop Scheffer' een rot-naam vindt,
omdat je die man niet mag. Maar hij is zelf
het levende bewijs dat iemand als hij nog
best een mooie naam kan hebben.
Laten we eerlijk zijn: met het woord 'ver
sterven' is niets mis. Integendeel. En de
nieuwe betekenis is heel natuurlijk verbon
den met de al bestaande betekenissen. Ver
sterven is overlijden, wegsterven. Vaak met
de bijgedachte van: langzaam, bijna onge
merkt. Mensen kunnen versterven, maar
ook bijvoorbeeld een geluid kan versterven:
langzaam wegsterven. Versterven is ook
onthechten, neigingen naar aardse driften
beheersen, zich onthouden van aardse ge
noegens.
't Is waarachtig niet vergezocht om het
verplegende versterven ook zo te noemen.
Het is overlijden, maar langzaam, bijna on
gemerkt. En ook: door onthouding van zo
iets aards als eten en drinken.
Wat nu versterven is gaan heten, is eigen
lijk een bijzonder geval van wat altijd al
versterven heeft geheten. Dat komt in de
taal vaak voor. Zo is de pil in feite een bij
zonder soort pil; zo is de vriendin van mijn
zoon een speciale vriendin. En niet zo lang
geleden had 'ongesteld' de veel ruimere be
tekenis van 'een beetje ziek, zich niet lekker
voelend', maar het is versmald tot enkel
nog die ongesteldheid van iemand die on
gesteld is. Het nieuwe versterven is evenzo
een specifiek geval van het oude algemene
re versterven.
Ik zie eigenlijk maar één tekortkoming bij
de nieuwe betekenis van versterven. Dat
is deze: gezien de betekenis zou het eigen
lijk wel goed van pas komen als er ook een
zogenaamd object of lijdend voorwerp bij
zou passen. In taalkundige termen: als het
een overgankelijk werkwoord zou worden.
Dan zou men zonder spotternij kunnen
zeggen: de tijd is aangebroken dat we hem
versterven. Of: we zullen haar versterven.
'Zolang dat nog niet gaat, zegt men: we laten
hem versterven.
Aan de andere kant. misschien zou dat
ook weer te actief zijn. Want essentieel aan
de nieuwe betekenis is immers dat men iets
niet doet, maar nalaat.
De tijd zal het uitwijzen, hoe dit werk
woord zich ontwikkelt. Niet op eigen hout
je, maar als symptoom van wat er omgaat
in de samenleving.
Jfc -
Personeel van Rijkswaterstaat bezig met herstelwerkzaamheden.
foto gpd cees kuiper
De tiveede Van Brienenoordbrug in Rotterdam is pas
zeven jaar in gebruik en nu al treedt scheurvorming op
in het wegdek. Dat stelt de deskundigen vooreen
raadsel. Terwijl ernaast de eerste Brienenoord' met een
houten dek uit de jaren zestig geen krimp geeji, knettert
op de constructie uit 1991 de lasapparatuur om de
eerste sporen van 'vermoeiingsverschijnselen' weg te
werken. Zijn er bij de bouw dan toch fouten gemaakt?
De tweede Van Brienenoord. De brug is pas zeven jaar in gebruik en nu al treedt scheurvorming op in het wegdek. Het stelt de deskundigen voor een raadsel. foto gpd jaaprozema
volgens de deskundigen al even onaanneme
lijk.
TU-docent Noordhoek, die deel uitmaakt
van een team deskundigen dat al jarenlang
onderzoek doet naar vermoeiingsverschijnse
len in staal, gaat wat dieper in op de dikte
van het gebruikte staal: „Natuurlijk kun je
een brug bouwen die nooit scheuren zal ver
tonen. Dan moet je 'm gewoon enorm zwaar
maken. Maar dat wordt veel te duur. Zo ga je
ook niet te werk. Je ontwerpt zo economisch
mogelijk. Je gaat steeds lichter en lichter. Dat
kan dankzij de moderne staalsoorten zonder
enig probleem." Secretaris R. Lutke Schipholt
van het Staalbouwkundig Genootschap in
Rotterdam bevestigt dat grif. Hij haalt er een
syllabus bij vol met technische specificaties
van de tweede Van Brienenoordburg; een
boekwerk dat ironisch genoeg ook een bij
drage bevat van ir. H. Crucq van Rijkswater
staat over hoe goed het kwaliteits-controle-
systeem bij deze brug is ontwikkeld. In de
syllabus staat ondermeer dat door de con
stante verbetering van de staalkwaliteit voor
beweegbare bruggen in de afgelopen kwart
eeuw, de massa per vierkante meter met bij
na de helft is teruggebracht.
Het wegdek op de basculeklap van de
tweede Van Brienenoordbrug is door die ont
wikkeling slechts 12 millimeter dik. Een heel
normale dikte voor een brugdek als dit, zegt
Lutke Schipholt.
De Delftse onderzoeker Noordhoek: „Na
tuurlijk ontwerp je een brug niet met de be
doeling dat er scheuren ontstaan. Krijg je
scheuren, dan is het niet goed. Althans - als
die scheur ontstaat gedurende de levensduur
die voor de brug is berekend. En iedereen is
het erover eens dat deze scheuren te vroeg
zijn ontstaan."
De universitair medewerker voegt er overi
gens aan toe dat scheuren op zich niet alar
merend hoeven te zijn. Ze komen voor in
veel stalen constructies, zelfs in vliegtuigen.
„Er is niks aan de hand als je ze tijdig repa
reert."
Ook voor Noordhoek is het gissen naar een
verklaring voor het verschijnsel dat zich voor
doet op de Rotterdamse brug. „De zaak al
leen toeschrijven aan een zwaardere belas
ting door intensiever verkeer vind ik een
beetje eenzijdig. Het is bij dit soort proble
men altijd een samengaan van meerdere din
gen. Misschien zitten er fouten in het las
werk, dat kan altijd voorkomen. En verder,
dat zou ook kunnen, is Rijkswaterstaat wel
licht uitgegaan van verkeerde aannames over
de belasting."
Die mogelijkheid bestaat, geeft de ontwer
per van de brug, de inmiddels gepensioneer
de ingenieur B. H. Coelman, toe. „Het kan
natuurlijk altijd dat de jongens die ons de ge
gevens leverden, de toekomstige verkeers
drukte niet goed hebben ingeschat." Aan de
toegepaste technieken of het gebruikte mate
riaal ligt het in geen geval, zegt Coelman
resoluut. Bruggen zoals de tweede Van Brie
nenoord zijn in binnen- en buitenland bij
tientallen gebouwd. Zonder dat ook maar
één keer problemen ontstonden. „De zaak is
gewoon dat het in dit geval om de drukstbe-
reden brug van Nederland gaat. Daarom ook
komt het probleem op andere plaatsen niet
voor."
Slag om de arm
Dat de Van Brienenoord-corridor in het uit
gestrekte Rotterdamse havengebied tot de al
lerdrukste verkeerspunten van Nederland be
hoort staat buiten kijf. Ook al is een vergelij
king met andere bruggen eigenlijk alleen ge
rechtvaardigd als die bruggen eveneens een
beweegbare klap hebben, dan nog spreken
de cijfers voor zich. Veel grote verkeersbrug-
gen scoren zelfs vandaag de dag nog niet de
drukte die tien jaar geleden al op de Van
Brienenoord werd gemeten. In 1987 passeer
den daar gemiddeld 135.000 voertuigen per
werkdag. De verkeersbrug bij Gorinchem
haalde in 1995 nog geen 90.000 voertuigen.
De toch intensief gebruikte brug bij Zaltbom-
mel kwam in dat jaar uit op circa 100.000
passages per dag. En een andere belangrijke
schakel in het internationale verkeer, de
Moerdijkbrug, eindigde eveneens rond de
100.000 voertuigen. Zulke gegevens zijn voor
ir. W. J. Anemaat als woordvoerder van Rijks
waterstaat voldoende reden om de vermoei
ingsverschijnselen die de Rotterdamse brug
plagen voorlopig te blijven toeschrijven aan
het verkeer. Maar hij houdt een slag om de
arm: het onderzoek door de Bouwdienst kan
natuurlijk toch altijd wijzen in de richting van
andere oorzaken. Zoals technische fouten of
kwaliteitsmanco's. „Ik zeg alleen nog eens
nadrukkelijk dat er op dit moment geen en
kele aanleiding bestaat om zoiets te veron
derstellen. Er is geen reden om wie dan ook
op het matje te roepen."
We zijn er allemaal bij geweest. We
hebben er met onze neus bovenop
gestaan. Zulke dingen gebeuren. Je
beseft het wel, maar je let er niet op.
Als niemand het opschrijft, is over
tien jaar niet meer te zeggen wan
neer het gebeurde. Daarom zal ik
het opschrijven. Niet voor nu, maar
voor later. Dus knip dit stukje uit,
en leg het in uw woordenboek, leg
het in de familiebijbel of bij uw be
grafenispolis.
Want het gaat over de nieuwe bete
kenis van het woord "Versterven'.
Vragen rond vroege scheurvorming
r. W. J. Anemaat is deze dagen een
veelgeplaagd man. Als hoofdbeheerder
we infrastructuur bij Rijkswaterstaat Di-
gelje Zuid-Holland moet hij dagelijks hele
ooipen lastige vragen beantwoorden. Het
koelende daaraan: het zijn telkens dezelfde
jiin. Zoals: Wat is de oorzaak van deze
defurvorming? Hebben de ingenieurs van
ige/waterstaat bij het ontwerp soms bereke-
oeijsfouten gemaakt? Op welke verkeers-
n, fflioses was hun ontwerp gebaseerd?
>enn de aannemer wel de goede kwaliteit
'ori gebruikt?
is lip zulke suggesties ga ik niet eens meer
ijktjzegt Anemaat als hij wordt geconfron-
en d met de mening van enkele staaldeskun-
dem die het vermoeden hebben uitgespro-
erHdat de brug 'te licht' is geconstrueerd.
>p inaat: „Ik kan alleen maar herhalen wat
jaivele malen eerder heb gezegd: voor ons
zidalleen sprake van vervroegd onderhoud,
igler is er niets aan de hand. Die brug is
>k «slecht, er mankeert niks aan. Die staat
I \s niet op instorten. Mag ik de vergelijking
n cjén met een auto? Als je daar een deuk in
n f, koop je toch ook niet meteen een nieu-
jiefragen? Dan laat je die deuk repareren."
)igaij vertaald: de veelbesproken scheur- en
anivorming in het stalen wegdek van de
julebrug (dat deel van de brug dat kan
jnHlen geopend voor de scheepvaart) is he-
^tfal geen ernstig euvel. Het is vervelend,
de(r niet schadelijk. Alle ophef is eigenlijk
tijpdig. Je slijpt de scheuren uit, last de boel
inil aan elkaar, zet er voor alle zekerheid
tiejpaar stalen platen onder en dat is dat.
■ripiiieuw laagje asfalt eroverheen en je ziet
brofterlijk geen barst meer van. Die brug kan
vla/jaren mee.
Onderzoek
laa^esenteert Rijkswaterstaat de aanpak van
tViiprobleem. Snel. adequaat en zonder op-
hetAan gratuite oplossingen uit het wereldje
bef ruggenbouwers - 'Snij de beschadigde
ia($n uit het wegdek en leg er nieuwe stalen
ie jpi voor terug' - heeft Anemaat geen en-
Ie i boodschap. „Iedereen mag opperen
vJe wil, maar ik ga er vanuit dat onze ei-
i( |f eskundigen meer dan voldoende kennis
dfis hebben om deze zaak tot een goed
ijf te brengen. Tenslotte hebben wij als
ienjwaterstaat al tweehonderd jaar ervaring
hetfet bouwen van bruggen.
3enidertussen wordt natuurlijk wél onder
en 1 gedaan naar de oorzaken van de
f e4urvorming. De experts van de Bouw-
,ve*t van Rijkswaterstaat kruipen speurend
in jjhet wegdek en luisteren met ultrasonore
jjjj|ratuur naar het inwendige van het staal.
een dag of veertien hopen ze hun be
fingen te publiceren.
ai voorschot op de uitslag nam Rijkswa-
aat echter al begin deze week. Toen werd
ïn persbericht gemeld dat 'de intensiteit
oogte van de belasting' wel eens veel kan
laren, omdat die afwijkt van de verwach-
2n ten tijde van de bouw. Anders gezegd:
aat veel meer en veel zwaarder 'verkeer
de brug dan indertijd werd aangeno-
t
porden als 'aslasten' en 'breedbanden'
len automatisch vertaald als een be-
lldiging aan het adres van de transport-
Dr, en dat leidde vanzelfsprekend tot ge
erde reacties uit die hoek. De vervoerders
jerden de zwartepiet toegespeeld te krij-
En schreef minister Jorritsma nog niet
vorig jaar aan de Tweede Kamer dat het
nik van breedbanden geen invloed heeft
le kwaliteit van het Nederlandse wegen-