In de voetsporen
/an Spyridon Louis
De man die kon vliegen viel keihard op aarde terug
(ERDAG 9 AUGUSTUS 1997 »i
I
De marathon vindt zijn oorsprong in het verhaal van de
boodschapper die eeuwen geleden van Marathon naar Athene liep
om de overwinning op de Perzen te melden. Feit of legende? Het
harde bewijs ontbreekt in elk geval. Pheidippides zou na het
overbrengen van het grote nieuws dood zijn neergevallen. Gerard
j Nijboer kende nooit slechtere momenten dan in 1982. toen hij in
Athene Europees kampioen werd. Vandaag (vrouwen) en morgen
[mannen) worden op de WK nieuwe, heroïsche verhalen geschreven
op de klassieke afstand.
Op de drukke, bochtige weg tussen Mara-
thonas en Athene is een blauwe streep ge
trokken. De 'ideale lijn' met een lengte van
42.195 meter. Voor Gerard Nijboer was het
in 1982 de leidraad naar victorie, naar de
lauwerkrans in het oude Panathinaikon sta
dion. Tevens de kortste weg naar een 'col
laps' in de hitte, hoewel de ineenstorting
nog juist uitbleef.
Nijboer vocht onderweg een zware strijd
met zichzelf. „Ik heb steeds de gedachte
aan uitstappen moeten onderdrukken. Ik
kon het niet maken natuurlijk, ik lag alleen
op kop. Na 32 kilometer wist ik ook dat ik
zou winnen, maar ik heb nooit zo afgezien
als hier. De coördinatie was helemaal weg.
Je duwt je lichaam voorover en je loopt, je
gaat. Meer niet. Het voelt als lopen op
plankjes met elastiekjes."
Het werd een marathon vol Griekse chaos,
uitlaatgassen en het gevaar van kramp en
hittestuwing. Het was de marathon met de
herinnering aan dat moment dat koploper
Nijboer plotseling stopt om zijn veters vast
te maken.
Nijboer had de derde en vierde verversings-
post gemist en daarmee belangrijke liters in
het gevecht tegen vochtverlies. „Na vijftien
kilometer, vlak voor de tafel, demarreerde
Waldemar Cierpinski en sloeg met één veeg
alle bekers van tafel." Een tactische rots
treek van de olympisch kampioen van 1980,
waarover Nijboer zich ook nu niet boos
maakt. Hij had zich op de chaos ingesteld
en bleef ook kalm toen vijf kilometer verder,
bij de volgende waterpost het publiek niet
achter, maar voor de tafel stond. Weer een
beker gemist. Nijboer won de helletocht
naar de Europese titel uiteindelijk in 2.15,16
uur. „Een matige tijd", zegt hij nu nog. De
rest was er nog beroerder aan toe.
Maar niet zo erg als boodschapper Pheidip
pides. die op een warme septemberdag in
het voorjaar van 490. voor Christus met vol
ledige wapenuitrusting van Marathon naar
de Akropolis zou zijn gelopen om de Athe-
ners het grote nieuws van de zege op de
Perzen over te brengen. De geschiedenis
wil, dat hij na de woorden 'Verheugt U, wij
hebben gewonnen' dood zou zijn neerge
vallen. Van uitputting.
Herodotus, de voornaamste geschiedschrij
ver uit die jaren, beschrijft hoe Pheidippi
des in twee dagen op en neer naar Sparta -
een afstand van 230 kilometer - rent om
daar hulp te vragen in de strijd tegen de
Perzen. Die zijn met hun machtige vloot en
leger geland in de baai bij Marathon en ma
ken zich op voor de slag met Atheners. Als
Sparta op aanraden van de priesters wil
wachten op de eerste volle maan, besluit
het Atheense leger zonder hen tot de aanval
over te gaan. Ze stormen van de heuvels
rond Marathon af en drijven het Perzische
leger de zee en een nabijgelegen moeras in.
Vreemd genoeg rept Herodotus - die juist
zo gedetailleerd te werk ging - met geen
woord over een boodschapper, die het
nieuws naar Athene brengt. Wel zijn er an
dere bronnen, waaruit blijkt dat er sprake
was van een 'imerodromos', een bood
schapper. Zo beschrijven Heraklides en
Loukianos wel dat verhaal, maar zij noe
men de boodschappers Thersippos, Eucles
en Filipides.
Professor Thomas Yiannakis van de
Atheense universiteit komt bij alle verwar
ring over de juistheid van de historie tot de
conclusie dat het verhaal wel degelijk waar
is, maar dat Herodotus een vergissing heeft
gemaakt door in zijn verhaal de boodschap
per achterwege te laten. De 'imerodromi'
waren in die tijd zo gewoon, dat Herodotus
het niet de moeite waard vond. Een omis
sie, vindt Yiannakis. Maar vast staat dat
Pheidippides de enige officiële boodschap
per in het Griekse leger was.
Het absolute bewijs ontbreekt. Ook kan ei
genlijk geen sprake zijn van het begrip
'klassieke afstand'. Voor de boodschapper
lag zeker niet een ideale, blauwe lijn te
wachten. Pheidippides, Eucles of wie dan
ook, moet de kortere route door de bergen
van zo'n 35 kilometer hebben genomen.
In 1890 legden Griekse archeologen de graf
heuvel bij Tymbos - nabij Marathon - bloot,
waar de restanten werden gevonden van de
192 Atheense strijders, dié in de Slag bij
Marathon waren gesneuveld. De Franse
historicus en kenner van de oude Olympi
sche Spelen Michel Brèal bezocht die op
gravingen en raakte onder de indruk van de
verhalen. Brèal bezocht in 1894 het congres
aan de Parijse Sorbonne waar werd beslo
ten tot de eerste, moderne Olympische Spe
len in Athene. Hij wendde zich tot baron
De finish van de marathon in 1896. Spyridon Louis won het nummer op de eerste moderne Olympische Spelen. foto cpd-archief
Pierre de Coubertin met het voorstel de his
torische loop tussen Marathon en Athene
op het olympisch programma te zetten. De
Griekse organisatoren waren meteen en
thousiast bij het idee de glorieuze zege op
de Perzen zo te herdenken.
Op 10 april 1896, een koele dag, werd die
eerste olympische marathon gehouden. De
start was bij de graftombe van Tymbos. De
afstand veertig kilometer, over een route die
eerst langs de noordkust van Attika voerde
en vervolgens tussen de bergkammen door
naar Athene.
Spyridon Louis, een waterdrager uit het
dorpje Maroussi, won en is in Griekenland
al even legendarisch als Pheidippides. Hij
had een gefortuneerd mens kunnen zijn,
maar verkoos zijn geschenken na de zege te
gebruiken om paard en wagen aan te schaf
fen, zodat hij verder kon gaan met zijn le
ven als waterdrager. Hij overleed in 1940,
arm en eenzaam.
De marathon was het grote succes van de
Olympische Spelen van 1896. De vraag
bleef echter lang wat precies de afstand
moest zijn. De aloude marathon tussen
Hopkinton en Boston kende een lengte van
24,5 mijl (ruim 39 kilometer).
Tijdens de Olympische Spelen van Londen
in 1908 werd gelopen van de tuin van
Windsorcastle naar White City Stadium
over een lengte van 42 kilometer. De Engel
se koningin wilde echter de start vanuit
haar slaapkamer te zien en op haar verzoek
werd die 195 meter verlegd. Pas in 1923
werd internationaal besloten, dat de af
stand van die marathon de officiële moest
zijn.
In Marathonas herinnert weinig aan de ge
schiedenis van boodschappers en waterdra
gers. Bij de entree van het dorp ligt een
marmeren plateau met een drempel, de
startplaats voor de jaarlijkse loopwedstrijd
naar het oude Panathinaikon Stadion. De
deelnemers volgen het blauwe spoor van
Spyridon Louis, dat alleen bij Tymbos een
lus maakt, als rond de oude graftombe
wordt gelopen. Maar die wedstrijd wordt -
sedert een kwart eeuw - niet voor niets in
oktober gehouden. De hitte en smog die
Nijboer in 1982 trof, zijn dan aanzienlijk
minder dominant.
Nijboer werd Europees kampioen op een
vroege avond in september. „De smog, dat
was toen ook al vreselijk, al heb ik er niets
van gemerkt. Maar het speelt wel een rol bij
zo'n zware wedstrijd." Reden waarom nu
bij het WK al 's morgens om acht uur wordt
gestart.
Desondanks is sportarts Peter Vergouwen,
tevens teamarts van de Nederlandse atle-
tiekploeg, furieus. „Een marathon in augus
tus in Athene? Crazy! Ik vind dat het niet
kan. Medisch is het niet te verdedigen. Het
vochtverlies is enorm, de lichaamszouten
raken in wanverhouding, de huishouding
van mineralen raakt in de war. De optimale
temperatuur voor een marathon is zo'n
veertien graden. Hier loop je tegen hittestu
wing aan."
Een protest noemt Vergouwen zinloos.
„Maar eigenlijk zou er zo'n stap moeten ko
men. Ik ben heel blij dat er geen Nederlan
der aan de start staat. Ik zou dan toch ver
antwoordelijk voor hen zijn."
AÜeten verkondigen een andere mening.
Robert de Castella, de ervaren Australische
wereldkampioen van 1983 die in Athene
aanwezig is als commentator voor de tv,
zegt: „Het wordt juist prachtig. Je hebt nu
eenmaal twee soorten marathons. De snelle
marathons, die onder koele omstandighe
den worden gelopen, en de kampioen
schappen die vaak in de hitte zijn. Er is
meer risico, maar geen gevaar. Je loopt veel
schade op, vooral in de spieren. Het herstel
duurt ook veel langer. Maar als je daarvoor
de tijd neemt, is er niets aan de hand."
Nijboer mag dan in 1982 enorm hebben af
gezien in Athene, ook hij noemt een mara
thon in deze omstandigheden niet onver
antwoord. „Je doet het jezelf aan. Er zijn er
gere dingen. En er zijn ook zwaardere ma
rathons. Dit parcours telt enkele stukken
vals plat, maar is verder toch vrij vlak." Nij
boer weet wel, dat de winnaar van vandaag
en morgen een specifieke voorbereiding
moet hebben gehad, zoals hij destijds. Ge
traind op de hitte, ingesteld op chaos. „Bo
vendien", zegt hij, „maakt het lopen van
een klassieke marathon tussen Marathonas
en Athene het wel speciaal.
Bob Beamon ontfermt zich over nooddruftige Amerikaanse jeugd
De zon brandt genadeloos aan de vlekkelo
ze Griekse hemel. Op het voorhoofd van
Bob Beamon (50) parelen zweetdruppels.
De ouderdom heeft inmiddels vat op hem
gekregen. De pr-man van Xerox en mascot
te van de Amerikaanse ploeg is bijna 100 ki
lo zwaar, traag, maar nog helder en scherp
van geest. „Zal ik eens iets verklappen",
hallucineert hij, „ik plan een comeback als
verspringer. Acht meter moet nog haalbaar
kunnen zijn." Beamon schertst.
Hij probeert zijn gehoor te shockeren, zoals
hij bijna dertig jaar geleden de wereld ver
bijsterde met zijn .ruimtevaartsprong.
Olympische Spelen Mexico 1968. Bob Be
amon zette de tijd even stil. Maar zelfs de
mooiste momenten kunnen niet eeuwig
duren. „8,90 meter was gisteren. Ik ben nu
bezig met de dag van morgen."
Hij ontwerpt in Miami stropdassen, schil
dert en speelt percussie. Hij houdt zich be
zig met fondswerving en próbeert de nood
druftige Amerikaanse jeugd te motiveren
met peptalks. „Hoop in plaats van dope."
Volgend jaar wordt een televisie-film uitge
bracht en ligt zijn autobiografie in de boek
winkels. 'De man die kon vliegen.' Het ver
haal van de moderne Icarus. Van de gewe
zen bendeleider in Queens/New York, de
kansloze wees, de analfabeet die zich door
één enkele supersprong heel even op een
andere planeet bevond. Maar daarna kei
hard op aarde terugviel.
Twee gebroken huwelijken, grote financiële
moeilijkheden, psychische problemen. „Ik
was totaal niet voorbereid op roem", zegt
hij. „De levens voor en na de 8,90 meter
waren totaal verschillend. Eerst wilde ik de
beste worden, daarna \Vas ik de beste. De
motivatie was weg. Na de Spelen heb ik
mijn studie weer opgepakt en ben ik werk
gaan zoeken." Hij werd van school gestuurd
omdat hij participeerde in een boycot door-
zwarte atleten. Vervolgens ging hij aan de
slag als vertegenwoordiger voor de meest
uiteenlopende producten en doelen. „Tot
en met het comité ter voorkoming van hoge
Bob Beamon: „De levens voor en na de 8.90 meter waren totaal verschillend. Eerst wilde ik de beste worden, daarna was ik de beste. De motivatie
was weg. Na de Spelen heb ik mijn studie weer opgepakt en ben ik werk gaan zoeken." foto wfa
bloeddruk toe."
Beamon zou nooit meer dezelfde zijn als
voor zijn ultieme jump. De aarzelende per
soonlijkheid werd in het keurslijf van on
metelijk kampioen gehesen. Na de Spelen
sprong hij nooit verder dan acht meter. Hij
probeerde nog een comeback en werd in
1973 kortstondig prof toen hij als kermisat
tractie her en der ver sprong. Hij werd om
ringd door bloedzuigers met dollartekens in
de ogen. Beamon dacht miljonair te wor
den, maar had op een gegeven moment
geen sou meer op zak. Wat bleef was de
herinnering.
Aan die gedenkwaardige achttiende oktober
1968. Toen Bob Beamon het luchtruim
koos, bleven zelfs de vogels beschaamd zit
ten. „Hij vloog en vloog. Alsof hij nooit
meer zou landen", sprak de legendarische
Jesse Owens. Beamon bleef zweven, alsof
de zwaartekracht geen vat op hem kreeg.
Uiteindelijk viel de destijds 22-jarige atleet
toch uit de hemel en zette zijn afdruk een
halve meter verder in het zand dan ooit een
mens tevoren.
„Mijn gedachten waren volkomen leeg. Ik
zweefde tussen tijd en ruimte." Beamon
zeeg neer in ongeloof. Een collaps van emo
ties. Hij sloeg de handen voor zijn ogen en
huilde tranen van intens geluk. Bob Be
amon was onverslaanbaar die dag. „Ik ge
loof dat ieder mens in zijn leven ooit één le
vensgrote kans krijgt. Eén heel speciaal,
magisch moment, dat zijn of haar leven ri
goureus kan veranderen." 8,90 meter. 'De
skywalk' blokletterden de kranten. Het was
een take-off in de atletiekgeschiedenis.
Hij voegde een nieuw bijvoeglijk naam
woord aan het woordenboek toe: Beamo-
nesque. Vertaald: exceptioneel, extraordi
nair. „Jarenlang had elk telefoontje iets van
spanning. Ik was bang dat iemand me zou
vertellen dat het record was gesneuveld." In
augustus 1991 was het zover. Mike Powell
was de gelukkige. „Een vriend belde 's och
tends. Iemand had 8,95 meter gesprongen.
Het bericht had iets opwindends. Maar wie
was die atleet ook alweer", speelt Beamon
zijn rol. Beamon de fantast, de clown. Zijn
gedachten wervelen soms alle kanten op.
Hij groeide op zonder ouders. Zijn vader zat
in de gevangenis en zijn moeder stierf toen
hij een baby was. ,,Aan tbc en longontste
king. Precies een maand voordat een vaccin
tegen tbc was gevonden." Een eeuwig litte
ken op de ziel. Meerdere zouden volgen.
„Toen ik 17 was ontdekte ik dat mijn vader
niet mijn echte vader was."
Beamon leefde in bittere armoede, maar
benutte zijn 'magie moment'. ,,Als mijn
dromen uit komen, kunnen die van jou ook
werkelijkheid worden." De man, die aan de
Adelphi Universiteit in New York een graad
in de antropologie en sociologie kreeg, slaat
zijn vleugels nu uit op een ander vlak. „Ik
kreeg nieuwe vrienden, de wil om te leven,
te overleven. Ik had een piek-ervaring in
mijn sportcarrière. Ik ga voor goud op an
dere terreinen van het leven." De grootste
sprong van Beamon was niet de 8,90 meter
in Mexico, maar de metamorfose van
kansloze jongeling tot groot voorbeeld voor
de jeugd.
19
Trainingskamp
Voetballers, die in een trai
ningskamp, bij voorkeur in
groepjes van vier, gezamenlijk
iets doen, om de groepssfeer te
verhogen of elkaar beter te leren
kennen, dat is zo oud als de weg
naar Rome, maak daar Norg
van. Daar bestaat ook een goed
ingeburgerd Nederlands woord
voor: klaverjassen.
Maar kennelijk kun je vandaag
de dag ook profvoetballer wor
den zonder over die vaardigheid
te beschikken. Ik snap dat niet.
Voetballers horen te kunnen
kaarten, ze horen dat ook leuk te
vinden en ze horen dat uren
achter elkaar te doen.
De vier van Norg gingen, gege
ven het feit dat het kaartspel ze
te mach tig is, terwijl de anderen
troeven zaten te tellen, iets an
ders doen.
Dat mag, uiteraard binnen van
zelfsprekende grenzen.
Tv-kijken bijvoorbeeld, toege
staan.
Een boek lezen, vooruit, voor de
ze keer.
Flipperen (Norg staar bekend
om zijn flipperkastdichtheid, die
hoger is dan het landelijk ge
middelde), best. Een klaverjas-
cursus volgen, nog beter.
Biljarten (maar wie niet kaart,
weet ook geen raad met een keu.
vreemd, maar het is zo, al ben ik
zelfde uitzondering hierop, ik
kaart met de besten mee, maar
een Ceulemans zou ik mezelf
niet noemen). Vroeg naar bed
gaan (al is dat wat uitsloverig).
Nintendospelletje spelen. Boter,
kaas en eieren. Ganzenbord.
Walkman opzetten (bij voorkeur
vioolconcert van Brahms). Me
dunkt, mogelijkheden te over.
Een biertje drinken, ja, vier of
vijf desnoods, ofmalibu-jus', ra
zend populair onder voetballers,
in een lokale Drentse dansgele
genheid, want die heb je daar,
Drentse dansgelegenheden, daar
staat Drenthe bekend om en dan
je in het zweet werken op de
dansvloer dat de Oder er niets
bij is en tegen de Norgse schonen
fluisteren dat je een speler van
Ajax bent, niks mis mee, maak
ze in Norg maar wijs dat je bij
Ajax de nieuwe Gabrich wordt
genoemd, maakt niet uit, die
Norgse meiden weten tegen die
tijd van a noch b, maak daar c
van, maar raak ze niet aan.
Raak. Ze. Niet. Aan. De grote
kunst is het natuurlijk om dat
de trainer niet te laten merken,
dat je gedronken hebt. Desnoods
eet je na het laatste mixje een
stuk zeep op, zodat hij niets
ruikt. En zal de trainer het wel
merken, wat dan nog? Een boete
zal het gevolg zijn. En aanzien,
een seizoen lang, bij medespelers
die de hele avond zoals het voet
ballers betaamt hebben zitten
kaarten, terwijl jij een wereld
avond hebt gehad. In Norg.
(Wellicht gebeurde er vroeger, na
het klaverjassen, ook wel 'ns
war, maar daar vernamen wij
toch zelden iets van, smeuiger
dan het verstoorde trainings
kamp van ADO heb ik het niet
gehoord).
ADO, let wel, het grote ADO van
Ernst Happel, bevond zich eens
vooreen Intertotoduel in Kla-
genfurt. Op de avond voorliet
duel met Austria KI. smeerden
de spelers 'em en masse uit het
hotel. Ze slopen letterlijk achter
de rug van Happel langs, die in
de lobby van het hotel voor een
ti>-scherm whisky zat re hijsen,
dachten ze. Dat dachten ze goed,
met dien verstande dat Happel
behalve whisky aan het hijsen
ook aan het wachten was op zijn
favoriete programma op de Oos
tenrijkse televisie - Happel was
immers een Oostenrijker: een
soort Eén van de Acht, maar dan
zonder Mies Bouwman.
De spelers hielden buiten taxi's
aan en droegen de chauffeurs op
naar het casino te rijden.
Happel zag die avond zijn ge
liefd programma op de Oosten
rijkse w, live opgenomen in het
casino in Klagenfurt.
Halverwege de show trad een
goochelaar op, die een stuk of
tien vrijwilligers uit de zaal
vroeg lietn bij een nummer te
assisteren. Happel herkende in
deze tien zijn keeper, achterhoe
de, middenveld en bijna de hele
voorhoede, bestelde een whisky
en nog één en liet zijn spelers die
nacht om vijf uur wekken voor
een gru welijke duurloop.
Nadien is Happel er nooit op te
ruggekomen.
Frank
Snoeks is
verslagge
ver van Stu
dio Sport