'Niet toegeven aan eis meer loon' Feiten &Meningen Er is altijd hoop voor Israël en de Palestij nen Duits wint snel aan populariteit in ontwikkelingslanden ■NHL Mtr iK$h VRIJDAG 8 AUGUSTUS 1997 Het eindeloze feuilleton 'Israël en de Pa- lestijnen' beleeft deze dagen een spannen de episode. De hoofdrolspelers doen hun uiterste best hun tegenstander verbaal te intimideren en tegelijkertijd nèt niet zo ver te gaan dat het op een gewapend con flict uitdraait. Als de wapens er dan toch aan te pas moeten komen, is het zaak via media en diplomatie de schuld daarvan bij de tegenstander neer te leggen. Een willekeurig aantal citaten van de afge lopen dag: Premier Netanyahu: „We houden stevig vast aan de maatregelen die wij hebben genomen. We verwachten dat de Pales tijnse Autoriteit zijn verplichtingen na komt als zij verwachten dat wij de onze nakomen.'' President Arafat: „Netanyahu heeft ons de oorlog verklaard en we moeten ons voor bereiden op wat komen gaat. De situatie is ernstig." Netanyahu: „Om de vrede te redden, moet de Palestijnse Autoriteit harde, be slissende, uitgebreide en onmiddellijke stappen nemen tegen de infrastructuur van de terroristische organisaties." Arafat: „Wij moeten onze beweging voor bereiden, opdat wij sterk staan in de ko mende strijd. Wij moeten al onze krach ten. onze spieren, onze intelligentie en onze voedselvoorraden daarop instellen." Netanyahu: „We proberen alleen maar ons eigen volk te beschermen. Ik hoop dat de maatregelen tegen de Palestijnse Auto riteit spoedig overbodig worden." Arafat: „Als meneer Netanyahu het Pales tijnse volk overal de schuld van blijft ge ven, kan hij een enorme explosie verwach ten die niemand meer kan stoppen." Het feuilleton is niet alleen eindeloos, het is ook uitzichüoos. Voor de kwestie 'Israël en de Palestijnen' bestaat geen oplossing. Oorlog is geen oplossing. Het bezet hou den van Palestijnse gebieden is geen op lossing. Aanslagen plegen op Israëlische doelen is geen oplossing. En wat nog wel het ergste is: praten is ook geen oplossing. Premier Rabin wilde pra ten en blies samen met Arafat het vredes proces nieuw leven in. Waarop Rabin werd vermoord. Waarschijnlijk had het duo Rabin-Arafat zijn doel toch niet be reikt, want daar hadden fanatieke groepen aan beide zijden ongetwijfeld een stokje voor gestoken. Netanyahu zette als volgende premier van Israël flink de rem op het vredesproces, hetgeen uitmondde in de huidige crisis. Netanyahu stuurt aan op de ouderwetse machtsverhouding en neemt ouderwetse maatregelen als reactie op ouderwetse Pa lestijnse aanslagen. Israël en de Palestij nen zijn weer terug bij af en misschien komt er zelfs wel een einde aan het wan kele evenwicht van vandaag. Op een men senleven meer of minder wordt daarbij toch niet gekeken en als schelden niet meer helpt, zijn beide partijen niet te be roerd hun geschil met behulp van wapens uit te vechten. Alsof dat een oplossing biedt. Is er dan nog wel hoop voor Israël en de Palestijnen? Jazeker. Nelson Mandela is president van Zuid-Afrika. Oost-Europa is verlost van het dictatoriale communisme en de Kou de Oorlog is niet meer dan een vage herin nering. Dus waarom zou er geen hoop zijn voor Israël en de Palestijnen? Dr. Sebastian Bemile uit Ghana hoopte ooit na zijn studie Duits vertaler te worden. „Toen ik aan de universiteit van Heidelberg stu deerde, zo eindjaren zestig, zaten in Ghana nogal wat Duitse techni sche bedrijven. Als vertaler kon je daar toen vrij gemakkelijk aan de slag." Inmiddels is Bemile zelf do cent Duits en werkzaam bij het In stitute of Languages in het Ghane- se Accra. Wereldwijd spreken 120 miljoen mensen Duits, van wie het meren deel Europeanen. Maar terwijl in het buurland Nederland leerlingen het vak Duits terzijde schuiven, blijkt juist in ontwikkelingslanden een toenemende belangstelling voor de taal. Naast de interesse voor de Duitse cultuur, zijn het voornamelijk economische over wegingen om de taal te gaan stu deren. Aan de Universiteit van Amsterdam vindt deze week een wereldcongres plaats van leraren Duits. Behalve uit Europa zijn de 1600 deelnemers opmerkelijk genoeg ook afkomstig uit landen als Nigeria, Afghanistan, Mexico of de Volksrepubliek China. In een land als Japan geniet het vak Duits zelfs een hoger aanzien dan in Nederland. Volgens de organisatoren van het wereldcongres komt de belangstel ling voor de taal vooral in Afrikaan se landen voort uit het feit dat veel jongeren hopen in Duitsland te kunnen studeren. Om voor een toch al zeldzame beurs in aanmer king te komen, moet men minstens de taal beheersen. In India daaren tegen bestaat al jarenlang belang stelling voor de Duitse cultuur. Een land als Indonesië wendde zich min of meer noodgedwongen tot Duitsland toen de banden met Nederland werden verbroken. De politieke elite studeerde in Duits land en stimuleerde vervolgens de Duitse taal in eigen land. Inmiddels bestaan er in Indonesië zes univer siteiten waar germanistiek kan worden gestudeerd en zijn er acht lerarenopleidingen Duits. Voor de Armeense prof. Melanja Astvazatrjan is het nog een gevecht tegen de bierkaai. Als docent werkt zij bij het instituut voor vreemde talen aan de universiteit van Jere van. In de voormalige Sovjetrepu bliek bestaat echter meer belang stelling voor het leren van Engels. „Op de 75.000 scholen in Armenië kunnen leerlingen twee uur per week Duits onderwijs volgen. Maar de belangstelling is gering. Daarom hebben we een Duits leer- en cul tuurcentrum opgericht om de inte resse voor de taal te bevorderen. Men kan er gratis Duits leren en ook leraren worden er,opgeleid." De ongeveer 700 leraren Duits kun nen in het land echter nauwelijks van hun vak leven. „De meesten hebben er een baantje bij, veelal als tolk. Voor dit congres naar Amster dam komen, was dan ook alleen maar mogelijk dankzij een stipen dium en een reiskostenvergoe ding." Vooral Aziatische landen zien het economische belang van Duits als wereldtaal. In een land als Taiwan moeten in het jaar 2001 tachtig le raren Duits zijn opgeleid. En ook in China begint het nut van een stu die Duits door te dringen. „Het be heersen van de taal geeft een goede garantie op werk", aldus Zhongde Hua, docent Duits aan de universi teit van Nanjing. „De laatste jaren heefrChina meer contacten met landen als Duitsland, Zwitserland of Zweden. Bovendien vestigen zich steeds meer Duitse bedrijven in China en dat biedt voordelen als je de taal beheerst." „Maar het zijn niet alleen economi sche belangen die meespelen. Ook de Duitse literatuur, muziek en his torie genieten een toenemende be langstelling in China." Hua zelf beheerst de taal al ruim dertig jaar. „De sfeer om een vreemde taal te studeren is tegen woordig veel gunstiger als in de ja ren zestig", stelt hij tevreden vast Hua glimlacht fijntje: „Hoewel, vanwege onze contacten met de toenmalige DDR, was het toen toch mogelijk Duits te studeren." De Ghanese dr. Bemile schat dat in zijn land slechts enkele honderden de Duitse taal beheerf „Zeker is dat er op dit momeif ruim duizend van mijn landgl ten in Duitsland studeren, üpl moment is het nog moeilijk vi vinden met de Duitse taal als| ge. We zijn druk bezig het vak het onderwijs te introduceren Ghana telt nu zo'n dertig lerai Duits en die hebben allemaal] werk." „Overigens, verschillende vaij studenten leren naast Duits w Nederlands. Op zich is dat nie vreemd. In Nederland woneni Ghanezen en er bestaan ook$ delsbetrekkingen. Wie de Neo landse taal beheerst houdt zir vooral bezig met het vertalen? documenten." 11 e AMSTERDAM THEA VAN BEEK 1 Het gelijk van CNV-voorzitter Westerlaken Anton Westerlaken is een ras echte dwarsligger in vakbonds- land. Bij zijn aantreden als CNV-voorzitter baarde hij op zien met een oproep aan werk nemers om vijfjaar lang ge noegen te nemen met koop- krachtbehoud. Dat zou goed zijn voor de werkgelegenheid. Het werd hem niet in dank af genomen. Maar na precies vijf jaar voorzitterschap heeft hij het gelijk aan zijn kant gekre gen. Hierdoor gesterkt komt hij nog steeds onomwonden voor zijn mening uit. Waar iedereen het Nederlandse overlegmodel tussen werkgevers en werkne mers roemt, gaat Westerlaken dwars tegen de juichstemming in. „Wat nou 'hosanna polder model?' Het echte werk moet nog beginnen!" Bij zijn aantreden als CNV-voorzitter baar de Anton Westerlaken (42) opzien met een hartstochtelijk pleidooi om vijf jaar lang de lonen te matigen. De vakbonden moesten bij CAO-onderhandelingen slechts inzetten op koopkrachtbehoud. „Want wat hebben we aan extra salaris voor werknemers als ze daardoor zo duur worden dat ze worden ontslagen?", stelde hij destijds. Scepsis en afkeer vielen hem ten deel. Want zulke woorden uit de mond van iemand die werk nemers vertegenwoordigt, klonk toen als vloeken in de kerk. De afgelopen jaren zijn de lonen echter keer op keer gematigd. De vakbeweging heeft met behoud van koopkracht en in som mige CAO's zelfs met minder genoegen genomen. Die houding wordt nu tot in de verre buitenlanden geroemd, omdat het goed blijkt voor de werkgelegenheid. Maar slechts een enkeling weet nog dat Westerla ken de eerste was die hardop durfde te zeg gen dat de tijd hiervoor rijp was. „Dat geeft niets, ik vind het niet belangrijk dat mensen zich dat herinneren, het gaat om het resul taat", zegt hij. Westerlaken, nu vijf jaar voorzitter van het CNV (350.000 leden), komt over als een be scheiden man. Zelfs de eer dat zijn voor spelling is uitgekomen trekt hij niet hele- CNV-voorzitter Anton Westerlaken. maal naar zich toe. Zijn voorganger Henk Hofstede speelde ook al langer met het idee dat de vakbeweging meer moest zijn dan een loonmachine, meent hij. Maar toen Westerlaken het roer van Hofstede over nam, was het leeftijdsverschil tussen de ou de en nieuwe voorzitter bijna twintig jaar. „Dat heeft een rol gespeeld, ik durfde scher per te formuleren. LOONEIS Loonmatiging lijkt echter zijn beste'tijd te hebben gehad. Uit een tussenbalans van het nu lopende CAO-seizoen van de CNV Industrie- en Voedingsbond blijkt dat werk gevers steeds duurdere contracten willen afsluiten, maar minder werkgelegenheidsaf- spraken maken. Aan het begin van het sei zoen lag de gemiddelde loonstijging nog op 2,5 procent. De laatste maanden is dat cijfer opgeklommen naar 3,25 procent. Bij de FNV is ook een opgaande lijn zicht baar. De grootste F'NV-bond AbvaKabo kiest het komende CAO-seizoen voor koop krachtverbetering. FNV-Bondgenoten, het samenwerkingsverband van de Industrie bond, de Dienstenbond, de Voedingsbond en de Vervoersbond, denkt aan een looneis van anderhalf procent boven de inflatie. De verhogingen rijzen nog niet echt de pan uit, maar de trend is duidelijk. Westerlaken waarschuwt voor een al te gre tige houding. „Natuurlijk, ik snap ook wel dat het bij werknemers gaat kriebelen als ze keer op keer lezen dat het bedrijfsleven re cordwinsten boekt, dat de effectenbeurs door een nieuwe grens is geschoten en als ze horen dat topmanagers zich via optiere gelingen verrijken. Wij hebben het werk ge daan, dus wij willen ook poen, denken ze dan. Dat is een logische reactie. Maar daar moeten we niet aan toegeven. Immers, het gras bij de buurman is altijd groener." Hoe lang kan de vakbeweging loonmatiging nog aan de achterban verkopen? „Zolang als we daar een goed verhaal bij hebben. Op bijeenkomsten van CNV-bonden merken we dat kaderleden soms roepen om meer loon. Ik zeg dan altijd: Oké het gaat nu goed met de economie, dus kunnen we er bij FOTO GPD ROLAND DE BRUIN CAO-onderhandelingen best meer voor jul lie uittikken. Maar als de groeicijfers straks weer afnemen en de arbeidsmarkt gaat knijpen en knellen, loop je kans dat je baas mensen gaat ontslaan. Je merkt dat de le den dan toch kiezen voor een wat kleiner bedrag erbij op de salarisstrook." De uitruil tussen loonmatiging en verkorting van de werkweek is echter bijna uitgewerkt. Tot nu toe werden werkgevers die akkoord gingen met een 36-urige werkweek, beloond met een lagere looneis van de bonden. „De tijd is rijp om andere combinaties te maken", zegt Westerlaken stellig. De eis voor de 36- urige werkweek moet worden ingeruild voor afspraken over scholing, verlof en meer zeggenschap voor werknemers. Voor al opleidingen zijn belangrijk. Niemand werkt meer zijn leven lang voor één baas. Door jezelf te blijven ontwikkelen blijf je aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt. Westerlaken: „De vakbeweging moet bo venal de belangen van alle werknemers be hartigen. Het is niet slecht dat de aandacht verschuift naar individuele dienstverlening. Als je maar in de gaten houdt waarom we J het doen. Het paarse kabinet heeft NÉ na het ander gat in de sociale zekerlP slagen. Dan kun je als vakbeweging paar dingen doen: mensen aan hunP overlaten, collectief repareren door#1 ken te maken in CAO's en als dat niel( verzekeringen aanbieden. We kiezeif1 de laatste twee oplossingen. Zo doeip toch iets voor mensen die anders bul boot vallen." L Terugkijkend op de afgelopen kabin^ riode constateert Westerlaken dat p ciaal gezien een mislukking is gewei idee van 'laat de markt haar werk dc wie buiten de boot valt heeft pech' i geslagen. De resultaten zijn bezuinij t op de WAO, bijna-afschaffing van di tewet en de invoering van de nieuwi j staandenwet (waardoor het gros vai duwen geen weduwenuitkering mea krijgt). Die besluiten hebben veel let* rokkend. De politiek is door alle grerr HOSANNA J( o> De voorzitter ergert zich daarom aaijll 'hiep-hiep-hoefastemming' die paaij heeft ten opzichte van het poldermol „Paars was tijdens de kabinetsformaf de grootste strijder tegen het typisch} lahdse overlegmodel tussen vakbevvjl werkgeversorganisaties en overheid'^ primaat moest terug naar de politiel0 nu het goed gaat met de economie hl5 ze daar niet meer over. Nu roepen z£ koor: Hosanna Poldermodel!" 1° De hele ophef rond het succes van h?( dermodel is sowieso flauwekul, \dndjf terlaken. Buitenlandse politici, vakbi werkgevers en journalisten trekken i| naar Nederland om te onderzoekend succesformule van het poldermodel! kaar steekt. „Ze doen net alsof het ier nieuws is. In werkelijkheid is het CNl sinds 1979 mee bezig. In 1982 leidde het akkoord van Wassenaar, waarinr vers en vakorganisaties zwart op witr ben gezet dat ze de handen ineensla!, elkaar niet meer als slechteriken zou? handelen." In de juichstemming rond het overlï del schuilt bovendien een groot geva „We lopen het risico dat we onszelfiL borst gaan kloppen. Dat we denkenr ergste gehad hebben en achterover Ifo gaan leunen. Dat is een vergissing. IC lijk, de economische cijfers laten eeifo stig beeld zien. Maar wie verder kijkfy, dat we er nog lang niet zijn. Lager ojk, den en minderheden blijven in de klj bakken van de arbeidsbureaus hangt bijstandsmoeders kunnen niet rondly Het echte moeilijke werk gaat nu paT nen. Dus wat nou hosanna poldermo UTRECHT SYLVIA MARMELSTEIN TOM JANSSEN Sleurhut ■arjjimKwi De vakantie be- L tfv gon met een ■/vLX surrealistisch gesprek. „Zo, gaat u met de BRUSSEL f 11 karavaan weg! Mag ik weten hoeveel 'em weegt?" Dat hangt af van de hoeveel heid aardappels die we meene men wilde ik zeggen, maar ver zekeringsagent Jules was me al voor: „Meer dan vijfhonderd?" Ik knikte van 'ja', en begon me nu toch af te vragen waarom de assurantiën zo geïnteresseerd waren in het aantal kilo's com fort dat ik over het asfalt naar Italië wilde verplaatsen. Jules keek gepijnigd: „Ai, dan heeft ge een U-plaat nodig. De kara vaan moet geïmmatriculeerd!" Er begon een lichtje bij me te branden. Die laatste term ken de ik nog van mijn verblijf bij het bureau vreemdelingenza ken van de gemeente. 'Immatriculatie' wil zoveel zeg gen als 'invoeren' of 'tot België toelaten'. Maar onze Neder landse sleurhut invoeren, alle kafkaiaanse papieren romp slomp inbegrepen, daar voelde ik niets voor. Om te beginnen was de caravan niet van ons, maar voor een maandje ge leend van Koopman senior. Na vier weken zon zou hij weer boven de rivieren terugkeren. Konden we niet gewoon net als in Nederland een kopie van onze auto-nummerplaat op de caravan schroeven? Daar presenteerde zich een dilem ma: boven de vijfhonderd kilo is dat in België strafbaar. Maar een speciaal caravankenteken aanvragen beginnend met de letter U was met het oog op het eigendom van het ding ook niet mogelijk. Eigenlijk, zo concludeerden we samen, is het in Europa niet toegestaan een caravan te lenen van fami lie in een andere lidstaat. Jules kneep gelukkig een oogje dicht: „De verzekering is in orde. Het is zaak rap het land te verlaten, en wensen dat u niet in België word t aangehouden. Een aardige bijkomstigheid van vakantie is dat je, behalve de gezochte rust en zon, ook weer iets te weten komt over de Eu ropese eenwording, bedachten we. Eikaars spullen lenen gaat zomaar niet. Maar ook leerden we dat de Belgische en Neder landse trekhaken wezenlijk van elkaar verschillen. Zonder inge wikkelde aanpassingen in de bedrading gaan de remlichten van een Belgische caravan ach ter een Nederlandse auto bran: den als je linksaf slaat. Dat is niet alleen verwarrend maar ook levensgevaarlijk. Zo bleek de ken teken verlichting plots een belangrijke functie te heb ben bij het remmen. Floe het verder met de caravan ging? In België zijn we niet aan gehouden, maar wel op de te rugweg, in Duitsland. Dat was op zich een pan-Europese er varing die het waard is om na te vertellen. Vlak voor de grens sommeerde een polizei-be ambte ons met een woest ge baar naar de vluchtstrook: we hadden 110 kilometer per uur gereden en inderdaad: dat was dertig kilometer te snel. De wij ze waarop hij zijn pet opzette, uit zijn auto stapte en slow motion öp ons toeliep beloofde dat het Uur des Oordeels was aangebroken. En daar zaten we niet ver naast. ,,U hebt 110 ge reden!", riep hij nors, het bevel 'Papieren!' vol£ mede de vaststelling: ,,/ltff Wohnwagen mussein 'B'l klebt sein für Belgien. Un haben da een NLfurHollt Hoe reageer je op zoveel i riteit? Ik besloot te kijken] een schooljongetje dat ne potje inkt heeft omgegooi[ verzon ter plekke een ha' lend verhaal over een plc ling ziek geworden vader] hulpvaardige zoon die de] van wel wilde repatriëren betonnen diender toonde} ter geen enkel teken van B dogen. Maar toen hij teru naar zijn bonnenboekjel over zijn schouder: Zwa mark" Op de Autobahn\ de Mercedessen en BM\V tussen als glimmende korf voorbij. Soms is het verda Europa een zegen voor burgers, bedacht ik. Nogil heb ik een politieman zo] standig bedankt voor heti recht een boete te mogenl len. PAUL KOOPMAN CORRESPON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2