Financiële arts heelt pensioenbreuk 'Het is hier pure armoe, ze hebben niets meer' Feiten &Meningen Koele zomer jw xzmww ww Df mm KfrUMH u m Hermeen umoffvz Ontwerper chagrijnig van problemen met brug ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1997 U M N Verzekeraar begint telefoonlijn voor vergeten appeltje voor de dorst Ie hoort veel geweeklaag over het weer. maar ik kan daarin niet meevoelen. Wat is er nu prettiger dan een koele zomer? Je hoeft niet bang te zijn dat er, terwijl je werkt, zweetdruppels van je voorhoofd op het toetsenbord van je elektrische schrijfmachine neerdruppelen. Lang ge leden heb ik eens meegemaakt dat zulke zomerzweetdruppels kortsluiting veroor zaakten. Hitte, ik vind het rampzalig. Je lekt langzaam weg, je voelt je loom en mat. je weet van narigheid niet wat je aan moet trekken, of liever uit moet laten, om niet helemaal uit te drogen. Je eetlust ver dwijnt, je bent de hele dag soezerig, je voelt je hart nadrukkelijk bonzen, en elke beweging kost je de grootst mogelijke moeite. Maar wat ik het allerprettigste vind van zo'n verrukkelijk koele zomer zoals we die nu meemaken is het feit dat je 's nachts tenminste behoorlijk kunt slapen. - Als je. zoals een paar jaar terug, zelfs met het allerdunste lakentje over je heen he vig zwetend wegdrijft in je bed, dan is er wat mij betreft pas echt sprake van een noodsituatie. Dan slaap je ook niet meer, dan dommel je hoogstens. En in die kortstondige periodes waarin je weg dommelt, word je bezocht door de vrese lijkste nachtmerries. Je mag al blij zijn als 't erbij blijft dat je weer rijexamen moet doen of dat je uit een hoogwerker neer stort. Totaal geradbraakt sta je 's mor gens op. Bovendien: hoe warmer het is, hoe meer muggen. Uiter aard ook vanwe ge het feit dat je, als de hitte zin dert, geneigd bent van alles open te zetten. Ik vind 't persoon lijk niet erg dat muggen steken en een piepklein beetje bloed af tappen, maar dat dunne, zeikerige gezoem - dat is om horendol van te worden. Als de Schepper de mug zo had geschapen dat hij niet zoemde, zou ik makkelijker kunnen gelo ven dat God liefde is. Bij het aanhoren van 't gezoem ontwaken mijn laagste in stincten. Dan richt ik mij op in mijn bed en brul ik: 'Ik sla je de hersens in.' Ooit heeft mijn vrouw toen ik dat wild van woede midden in de nacht weer eens riep, kalm gezegd: 'Hoor hem, hij wil precisiewerk afleveren!' Koude, zelfs barre koude, is beslist minder erg dan hitte. Aan koude is iets te doen. Tegen kou kun je je wapenen. Op kou kun je je kleden, thermisch onder goed, één dikke trui, desnoods twee dik ke truien, een gevoerde jas, eventueel zelfs Moonboots. Maar wat moet je doen tegen hitte? Airconditioning? In een mum van tijd zit je te niezen. En 't mag dan eventueel prettig toeven zijn in zo'n gekoelde ruimte, maar als je dan naar buiten stapt, de hitte in, is het alsof er een verstikkende paardendeken over je heen gedrapeerd wordt. Akkoord: in zo'n koele zomer groeien de sperzieboontjes nauwelijks. Maar de voedingswaarde van prinsessenboontjes schijnt verbazend gering te zijn, dus zo bezwaarlijk is dat niet. Eén van mijn vrienden die blijkbaar ervaring heeft, zegt altijd: 'Hitte, heerlijk: pikstanderig weertje, maar wat jammer toch dat je dan te loom bent om ervan te profiteren.' Het eigenaardige is dat zo'n koele zo mer eigenlijk maar één bezwaar kent: ie dereen vlucht weg met van die onzinnige Last minute trips en daardoor is, met na me 's nachts, sprake van meer vliegtuig lawaai dan ooit! MAARTEN T HART medewerker Natuurlijk, het staat veel stoerder om op feesten en partijen de koopsompolissen te vergelijken. Of om op te scheppen over het pakketje aandelen en de koerswinst die erop geboekt is. Over pensioen wordt echter niet gepraat. Dat doet veel te veel denken aan de oude dag. Ondertussen laat half Nederland geld op de plank liggen. Pensioengeld wel te verstaan. AMSTERDAM KARIN SWIERS Zonde, vindt John Sweenen, directeur van Capital Care in Amsterdam. Met de Arn hemse verzekeraar Ohra werkt Capital Care aan vermogensgroei en inkomensbescher ming voor particulieren. Nu stikt het van de financiële dienstverleners en adviseurs in Nederland, maar niet één heeft een Pen sioenbreuklijn. „Heel weinig mensen in Nederland weten dat ze rijk zijn, dat er een bedrag voor ze ligt te rijpen. Allemaal voor mensen die van baan zijn veranderd en pensioenbreuken hebben opgelopen. Er wordt amper rende ment op gemaakt en ze moeten wachten tot hun 65ste voordat het geld loskomt." Sweenen vindt dat onzinnig. Zeker omdat het de basis betreft voor het leven tijdens die oude dag. Als de pensioenbreuken kun nen worden geheeld, scheelt dat misschien weer een koopsompolis. Wie pensioenbreuken heeft opgelopen, en dat kan gelden voor alle mensen die van baan zijn veranderd, kan bellen naar de Pensioenbreuklijn 020-5307082. Wel even een aantal papieren opzoeken in de ordner of schoenendoos. Nodig zijn gegevens over oude werkgevers en de overzichten van de pensioenen die zijn toegezegd door pen sioenfonds of verzekeraar. Zijn deze papieren zoek, dan kan een tele foontje naar een oude werkgever helpen. Is die failliet, dan zijn er verschillende instan ties die kunnen helpen met zoeken, want de pensioenregeling is elders onderge bracht. Probeer bijvoorbeeld het Voorlich tingscentrum Sociale Verzekering, die een handige brochure heeft over het zoeken naar 'vergeten pensioen', inclusief opspo ringsplan (030-2306755). Blijkt het ingewik kelder, dan zijn er nog andere hulpverle ners, zoals de Vereniging Aanpak Pensioen breuk (VAP: 0341-353607) en de Nederland se Bond voor Pensioenbelangen (NBP: 070- 3601921). Volhouden loont, want wie eenmaal de be nodigde papieren heeft, krijgt van Capital Care te horen hoe het slapende pensioen kapitaal kan groeien. Extra investeringen zijn niet nodig, extra premie betalen ook niet. De beller krijgt een offerte thuis, waar in duidelijk staat wat het pensioen oplevert als het bij het pensioenfonds blijft of bij de verzekeraar èn wat herbeleggen kan opleve ren. ,,De fondsen berekenen premievrije pensioenaanspraken tegen het wettelijke rendement van vier procent, terwijl er door actief te beleggen toch al snel een rende ment van tien procent kan worden ge haald." Een rekenvoorbeeldje: Een 53-jarige werk nemer heeft bij een voormalige werkgever een pensioenuitkering van tienduizend gul den per jaar opgebouwd. Draagt hij dit stukje pensioen over aan Capital Care en kiest hij voor een veilige belegging, dan ont vangt hij bij een rendement van acht pro cent een uitkering van iets meer dan negen tienduizend gulden. „Wil de man absolute zekerheid en een garantie op zijn pensioen uitkering, dan hangt daar een prijskaartje aan en is de uitkering iets meer dan vijftien duizend gulden. Maar dat is nog altijd de helft meer dan hij bij het pensioenfonds zou hebben ontvangen. Leeftijd speelt uiteraard een rol, evenals de hoogte van het bedrag en de tijd die er is voor opnieuw beleggen. Ook is van belang met hoeveel procent het pensioenfonds de pensioenaanspraken van de slapers jaarlijks aanpast, kortom het herbeleggen van pen sioengeld is niet in alle gevallen voordelig. Echte vuistregels zijn er echter (nog) niet. Wie wel baat denkt te hebben bij een nieu we belegging, draagt zijn pensioengeld over aan Capital Care, de zogeheten waar deoverdracht. Het aangegroeide kapitaal wordt naar keuze tussen het zestigste en ze ventigste jaar uitgekeerd in een jaarlijkse lijfrente. De procedure is legaal, het kapitaal valt on der de werking van de Pensioen- en Spaar fondsenwet en de overdracht wordt gere geld tegen vooraf wettelijk bepaalde kosten. De pensioenfondsen en verzekeraars kun nen niet altijd gedwongen worden mee te werken, maar meestal lukt het, al «duurt het soms wat lang. „Het bestuur vergadert dan slechts twee keer per jaar", geeft de direc teur een voorbeeld. „Nu is het allemaal nog wat onbekend, maar naarmate meer mensen een aanvraag doen voor overdracht van hun oude pen sioenaanspraken wordt het een gewo procedure." Sweenens Pensioenbreul^ bestaat pas sinds april van dit jaar. Ver ruchtbaarheid is er niet gegeven aan 1\ len van oude pensioenbreuken, maar lopen al zevenhonderd aanvragen. Dq recteur schat dat er in totaal 6,1 miljot| de pensioenpolissen op de plank ligge VAP schat het aantal mensen met oud pensioenbreuken op zo'n anderhalf n joen. Soms moet Sweenen echt wat overtuij kracht gebruiken. „Vooral commercie^ zekeraars vinden het moeilijk om geld te raken. Ze trekken alle registers opei1 bruiken echte smoezen, om het procd lang mogelijk te vertragen. Als je ziet F veel schade hun klanten al hebben gel over de jaren, dan vind ik dat echt sch; lig." Hij herinnert zich nog wel een pa sterke staaltjes. „Ze zeggen dan dat de werkgever eraan mee moet werken. \\j om? De arbeidsrelatie is toch verbrokt ze vragen geld om een berekening te r> ken. Boek het pensioen dan maar ovef der berekening vooraf, zeg ik dan. Verslaggever Onno Havermans bezoekt Nederlandse hulpverleners in de door de watersnood zwaar getroffen Poolse stad Wroclaw. 'Peter! Peeterrr!' De soldaten aan het einde van de pijp hebben moeite boven het ge brul van de dieselmotor uit te komen. Ach ter hen gulpt een constante stroom uit een soortgelijke pijp in de uiterwaarde, vanwaar het water zijn weg zoekt, terug naar de ri vier. Waar die precies zijn bedding heeft, is voorlopig niet te zien. Peter Hageman hoort niemand roepen. De machinist van Waterschap Groot Haarlem mermeer is druk bezig het zoveelste techni- schè euvel op te lossen. Geconcentreerd en een tikje geërgerd. Hij heeft nog één dag, dan moeten er twee pompen draaien bij het dorpje Uraz. Voorlopig werkt er eentje en ook daarop het hij urenlang gezwoegd. „Dit is heel ander werk dan in de Haarlem mermeer. Daar onderhoud ik een paar ge malen. Hier moet ik pompen in elkaar zet ten en wegwezen. Dat lijkt heel eenvoudig, maar de omstandigheden zijn niet best. Het is moeilijk om dat zware materiaal op de juiste plaats te krijgen. In Nederland pakt een kraan in één keer de hele pomp. Hier moetje maar afwachten waarmee ze ko men. De ene keer tilt zo'n kraan een zware pijp en het volgende moment doet 'ie niks meer. Dan sta je drie, vier uur te wachten, want zonder kraan doe je niets. Hageman heeft een dubbele cultuurshock. Nooit in het leger gezeten en nooit in Polen gewerkt. Dat is even wennen. Slapen op een veldbed, met zeven anderen in een leger tent, pal naast de 'bar' van de militairen. Opeens zit hij met zijn neus boven op het kazerneleven: de schijnbaar losse omgang van de Nederlandse militairen en de disci pline van de Poolse recruten bij wie ze zijn ingekwartierd. In Uraz, bij de pompen, is Hageman de baas. De soldaten doen direct wat hij van ze verlangt. „Het zijn chauffetirs, geen techni ci. Maar ze zijn van zeer goede wil. En ze le- Peter Hageman (op zijn hurken) in het Poolse Uraz: „Dit is heel ander werk dan in de Haarlemmermeer." ren snel. Over zes weken zijn deze jongens volleerde pompenbouwers. En dan de Polen. .Aardige mensen hoor, en zeer behulpzaam. Maar alles gaat hier zo langzaam. De mentaliteit is anders. Ik houd van aanpakken, doorwerken. Als je ziet hoe lang het duurt voor hier iets van de grond komt... Het kost een dag voor je mag begin nen. £r moet worden gebeld naar gouver neur, de burgemeester, het ministerie. En dan komt eerst de hele gemeenteraad kij ken of het goed is. Het hoort er allemaal bij hoor, voor die mensen zal het wel heel be langrijk zijn, maar bij ons begint iemand gewoon." Net als iedereen is Hageman gewapend met een grote muggenstift. „Die krengen steken overal dwars doorheen en je kunt wel sme ren, maar als je in de zon staat te zweten drupt al die muggenolie zo weer van je lijf. Op sommige plekken zitten hele zwermen. Alleen bij een draaiende dieselmotor blijven ze uit de buurt." De Nederlandse hulptroepen zijn voorlopig voor zes weken in Polen. Zo doen heel nut tig werk, vindt Hageman. „Toen ik hier kwam was ik nogal sceptisch. Maar als je hier rondkijkt, dat is pure armoe. Ze hebben gewoon niks meer. Ben je in Jelcz geweest? Daar staat nog ruim een halve meter water, waar tweeëneenhalve meter heeft gestaan. Heel droevig als je dat ziet. Alles wat die mensen hebben opgebouwd is in één klap weg. Ik ben blij dat ik gekomen ben. Alle kleine beetjes helpen. Een stuk bos dat onder wa ter staat hoeft niet zonodig leeggepompt, maar als in datzelfde bos veertig, vijftig hui zen staan dan moet dat water weg. Kunnen die mensen tenminste terug naar hun hui zen, al moeten ze dan opnieuw beginnen." Halsoverkop vertrok Hageman een week geleden naar Wroclaw. „Vreemd om ineens hier in Polen te zitten, heel vreemd. Om vier uur 's middags hoorde ik dat ik zou vertrek ken en om zes uur moest ik al op het vlieg veld zijn. Dat ging eigenlijk te snel. Daarom wil ik nu naar huis, om persoonlijke zaken te regelen." Gisteren werd Hageman afgelost en vloog hij naar huis na een enerverende week. Op het splinternieuwe vliegveld van Wroclaw, waar hij en vier andere technici werden af gelost door vier verse krachten, kreeg hij voor de zekerheid nog een tyfus-vaccinatie. Intussen nam coördinator Peter Hulse bosch van Rijswaterstaat in Haarlem, met FOTO ONNO HAVERMh consul Zipser de stand van zaken dooii vijftien pompen zijn ingezet. Volgende< week wordt duidelijk wanneer de Nedfl ders stroomafwaarts kunnen beginnert want ook vanuit Katowice komen verzj ken om hulp. r „Het begint nu goed te draaien", concT deert Hageman tevreden. „En best eeiL mooi land, Polen. Ik zou hier wel een met mijn motor willen rijden, maar ak dan bij de grens kom, valt-ie uit elkaarp Wellicht gaat Hageman over een week( weer terug, als aflossing van de wacht.jj mijn baas mag het. Maar nu snak ik n^ mijn eigen warme douche. £n een lekk pilsje." F TOM JANSSEN Constructie tweede Vein Brienenoordbrug niet afgestemd op moderne vrachtwagens Onaangenaam verrast was ing. B.H. Coelman, toen hij voor het eerst hoorde van de problemen rond de tweede Van Brienenoordbrug. Als ontwerper van de basculebrug, het beweegbare deel van Van Brienenoord II dat met scheuren in het stalen wegdek al wekenlang voor commotie zorgt, voelt Coelman zich per soonlijk betrokken bij de slepende misè re rond de Rotterdamse oeververbin ding. Dat hij al een jaar of vijf is gepensio neerd speelt voor de ingenieur geen rol. De discussie raakt hem persoonlijk. Sug gesties over constructiefouten en ver keerde berekeningen, zoals die de laatste dagen steeds vaker worden gemaakt, stuiten bij de voormalige, nu 68-jarige medewerker van Rijkswaterstaat in de eerste plaats op verbazing. Coelman: „We hebben deze brug eind jaren tachtig 'volstrekt volgens het normale stramien ontworpen. We hebben tientallen brug gen zo gemaakt. Dit soort constructies wordt sinds 1963,1964 zo vervaardigd, en er is nooit trammelant om geweest. Ook niet in Duitsland, waar het principe van de orthotrope rijvloer (wegdek van dun plaatstaal met daaroverheen asfalt, red.) is ontwikkeld. De berichten uit Rot terdam kwamen als een donderslag bij heldere hemel." Coelman krijgt sinds enige tijd regelma tig oud-collega's aan de telefoon die zijn mening willen horen over dè oorzaak van de scheuren in het wegdek van de Rotterdamse brug. De brug is pas zeven jaar in gebruik en dat de constructie nu al gebreken vertoont, wekt bij veel tech nici verwondering. Coelman is nog niet naar Rotterdam ge togen om zich ter plekke van de proble men op de hoogte te stellen, maar heeft zich door zijn contacten al wel een rede lijk oordeel kunnen vormen over de situ atie en de mogelijke oorzaken van de el lende. Het meest plausibel vindt hij de 'giganti sche toename van het verkeer'. Dit ver schijnsel is ook al door de woordvoer ders van Rijkswaterstaat naar voren ge bracht als meest voor de hand liggende verklaring voor de onverwacht snelle vermoeidheid waaraan het staal van de brug ten prooi is gevallen. De tweede Van Brienenoord, verklaart Coelman, behoort tot de 'klasse 60-brug- gen'; dat zijn bruggen die, simpel ge zegd, gebouwd zijn volgens het principe dat ze vrachtauto's van een bepaalde constructie moeten kunnen dragen. Daarbij gaat het om trucks met drie as sen van elk twintig ton met aan elk van die assen vier wielen, die ieder weer een wieldruk hebben van vijf ton. „Die klas se-indelingvoor bruggen bestaat al tien tallen jaren en geldt tot de dag van van daag", zegt Coelman, die vervolgens constateert dat de huidige generatie vrachtauto's volgens andere normen wordt gebouwd, met andere banden en een hogere spanning op die banden. „Dat zorgt voor een andere verdeling van de druk op het wegdek. En volgens mij is dat de meest toonaangevende oor zaak van alle moeilijkheden." De opmerkingen van de vervoerssector dat een zwaardere asdruk, het gebruik van moderne banden en overbelading de problemen op de Rotterdamse ver binding hooguit ten dele kunnen verkla ren, hebben Coelman nog niet bereikt. En de tegenwerping dat de toenemende verkeersintensiteit toch ook op andere bruggen voor soortgelijke problemen zou moeten zorgen, snijdt volgens hem geen hout: „Op de Van Brienenoord is de frequentie van het verkeer veel groter dan waar ook in Nederland." Coelman wijst erop dat enkele jaren ge leden ook het (houten) brugdek van de eerste Van Brienenoordbrug is vervan gen omdat de oude constructie niet lan- :l ger berekend bleek op de verkeel siteit van dat moment. „Er zijn tf kere planken aangebracht, die pli- werden vervolgens met zwaardej^ ten bevestigd en toen was de zaaf- inorde." I De mogelijkheid dat hij voor 'zijif te licht materiaal zou hebben gel voor Coelman geen serieuze opti hebben ons stinkende best gedaf die brug. We zijn helemaal volge regels te werk gegaan", herhaalt r acht hij het mogelijk dat Rijkswaj^ is uitgegaan van verkeerde verke noses. „Ik herinner me de juiste niet meer, maar het kan natuurli dat de jongens die ons de gegeve verden, de toekomstige verkeersi niet goed hebben ingeschat." De onvoorziene scheurvorming brug heeft Coelman niet alleen o naam getroffen, maar ook 'knap nig' gemaakt, zoals hij zelf zegt. gedonder was met de Erasmusbi lacherig tegen m'n collega's, ja jc dat hebben jullie toch niet goed f Nu krijg ik dezelfde verwijten op|c brood. Daar word ik niet vrolijk r ROTTERDAM PETER DE LANGE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2