Saramaccaners,
overlevers in Surinaamse jungle
Toerisme
Reisbranche kiest zeven
nieuwe wereldwonderen
Turkije steeds populairder
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1997
Hun voorouders moesten in opdracht van onder meer
de Nederlanders als slaaf van Afrika naar Suriname ver
huizen. Sommigen wisten te ontsnappen van de koffie-
en suikerplantages en verscholen zich in het oerwoud.
Dankzij de aldaar rondtrekkende indianen leerden ze
hoe te overleven. Nog steeds wonen veel bosnegers, ook
wel marrons genoemd, in het Amazonewoud, ver weg
van de westerse beschaving. De jacht, visserij en klein
schalige landbouw zijn inmiddels geperfectioneerd.
Toeristen zijn welkom, maar alleen in kleine groepjes
en als ze zich houden aan enkele huisregeltjes.
VOOROUDERS BOSNEGERSTAM DOOR
NEDERLANDS TOEDOEN IN
OERWOUD SURINAME BELAND
i slave
De aanblik vanaf de waterkant
is eerder beangstigend dan uit
nodigend. De donkerbruine ri
vier wordt omringd door een
zestig meter hoge groene muur
van woudreuzen en boomstrui
ken. Wegen zijn er niet in Dju-
mu. een dorpje aan de boven
loop van de Surinamerivier. De
rivier is de levensader van het
binnenland en het beste ver
voermiddel is de korjaal, een
smalle boot gemaakt van zo n
woudreus.
De kano lijkt op het water te
zweven; het resultaat van de
perfecte samenwerking tussen
de twee roeiers. De snel nade
rende stroomversnelling is al
lang geen sta-in-de-weg of uit
daging meer, elke verraderlijke
steen die net onder het water
oppervlak ligt, kennen ze uit
hun hoofd en de sterke stro
ming wordt met speels gemak
Michel Hooglied zit in het
voorste puntje van de boot; een
geweer rust op zijn schoot, de
wijsvinger gekruld om de trek
ker. Hij weet dat de meeste die
ren zich pas laten zien als ze
vluchten, dus bedenktijd is
schaars. Jacht is hier nog een
middel om te overleven; de eeu
wige strijd in de jungle.
Hooglied is een Saramacca-
ner, één van de zes bosneger-
stammen in Suriname die oor
spronkelijk afkomstig is uit Afri
ka. In het gebied dat tegen
woordig Suriname heet, had in
1651 voor het eerst op grote
schaal kolonisatie plaats door
zo n 100 pioniers die waren uit
gezonden door Lord Willough-
by van Barbados. Binnen vijf
tien jaar hadden de Engelsen er
zo'n 40 tot 50 winstgevende sui
kerplantages gevestigd. In 1667
veroverde de Zeeuw Abraham
Crijnssen de kolonie. Enkele
maanden daarna werd het offi
cieel afgestaan aan Nederland
in het Verdrag van Breda. Naast
suiker werd er toen ook koffie,
cacao en katoen geteeld.
Tot 1735 was de West Indische
Compagnie vrijwel de enige le-
Suri-
name. Hun aantal groeide ge
staag; van enkele honderden
naar 50.000 rond 1730. Volgens
de geschiedenisboeken was de
prijs die de slaven moesten be
talen extreem hoog. In de perio
de van 1668 tot 1832 werden
zo n 300.000 tot 325.000 slaven
uit westelijk en centraal-Afrika
ingevoerd, toch bedroeg de be
volking aan het eind van deze
periode nog steeds zo'n 50.000
personen. Om ontsnappingen
te voorkomen werden slaven uit
dezelfde stam over de diverse
plantages verspreid en werden
onmenselijk harde straffen uit
gedeeld. Door de extreme om
standigheden en steeds harder
optredende overheersers kreeg
Suriname de reputatie de ge
welddadigste plantagekolonie
in de nieuwe wereld te zijn.
Michel vertelt met gepaste
trots het verhaal van zijn voor
ouders. Slaven die kans zagen
van een plantage te vluchten.
Zij doken het onbekende oer
woud in, waar ze kleine groep
jes vormden. Het enige wat ze
meenamen waren wat aard
vruchten die ook op de planta
ges werden geteeld. Ze stuitten
al snel op de aldaar rondtrek
kende indianen, die medelijden
kregen en hen kennis lieten ma
ken met de rijkdom van het oer
woud. Ze namen hen ook mee
op jacht, toen nog met pijl en
boog. Ook leerden ze hen boten
en hutten maken en manden
vlechten.
Michel vraagt beleefd of ie
mand er bezwaar tegen heeft als
hij tijdens de wandeling een
voorbij waggelende luiaard of
luid schreeuwende aap uit de
boom schiet. Saramaccaners
eten zo'n beetje alles dat loopt,
vliegt of kruipt. Alleen slangen
vlees staat niet op hun menu; ze
denken dat de bosgod Papa
Sneki zich in de tapijtslang (bij
ons bekend als boa constrictor)
verschuilt. Ook dieren met min
der dan een kilo vlees worden
met rust gelaten, omdat de prijs
van patronen de laatste jaren
erg omhoog is gegaan.
Ondanks dat het indruist te
De wereld kent zeven nieuwe wereldwonderen: de Taj
Mahal in India, de Chinese Muur, Petra in Jordanië, de
Nazca-lijnen en Machu Picchu in Peru, de Piramide
van Gizeh in Egypte en de Borobudur in Indonesië. Ze
zijn gekozen door de Nederlandse reisbranche.
Het idee voor de verkiezing komt van het Reisvakmaga-
zine DIT, dat haar lezers in juni opriep zeven nieuwe
wereldwonderen aan te wijzen. Van de officiële Zeven
Wereldwonderen is alleen de Piramide van Gizeh over.
De andere zes waren de Hangende Tuinen van Baby-
Ion, de graftombe van Mausolus, het beeld van Zeus, de
tempel van Artemis, de Kolossos van Rhodos en de
Pharos van Alexandria.
Het bestaan van vele andere prachtige bouwwerken en
monumenten inspireerde het reisvalonagazine tot het
organiseren van de verkiezing van zeven nieuwe won
deren.
In de eerste vier maanden van
dit jaar bezochten iets meer dan
30.000 Nederlandse toeristen
Turkije. In vergelijking met de
zelfde periode in i996 betekent
dat een stijging van 31,98 pro
cent. Directeur Yelman Emcan
van het Turks Nationaal Ver
keersbureau in Amsterdam
voorspelt dat in 1997 een record
aantal Nederlanders zijn land
zal bezoeken.
Suriname heeft 420.000
inwoners, verspreid
over een gebied van
164.000 km2. De mees
ten echter wonen in de
hoofdstad, Paramaribo.
Het tijdsverschil met
Nederland bedraagt vijf
uur (zomer) en de ge
middelde temperatuur
is 27 graden Celsius. Su
riname ligt op negen
uur vliegen van Neder
land. De KLM en SLM
onderhouden geregelde
diensten op maandag en
donderdag naar Para
maribo. Maduro Travel
(070 - 36 44 93 8) in Den
Haag biedt complete
rondreizen aan inclusief
een vierdaags bezoek
aan de Saramaccaners.
De Saramaccaners stellen enige beperkingen
gen de moderne gangbare op
vattingen wat natuurbehoud
betreft, vindt niemand uit de
groep de jacht tijdens de excur
sie een probleem. Alleen besef
ik dat als ik een dier zie en dit
enthousiast mededeel aan de
groep, ik het doodvonnis feite
lijk zelf voltrek.
Veeteelt
De apen zijn de enige dieren die
zich deze dag laten zien, merk
waardiger is het dat de overbe
kende oerwoudgeluiden ont
breken. Iets wat ook al opviel
tijdens de boottocht. Hooglied
zucht diep. „We moeten steeds
dieper het woud in om nog iets
tegen te komen. Soms zijn we
wel een dag onderweg zonder
zelfs maar een grote vogel te
zien. De visserij is hierdoor al
geïntensiveerd. Maar ook de ri
vieren raken steeds leger, dus
moeten we opnieuw iets verzin
nen. Tot nu toe worden alleen
wat kippen gehouden, maar
veeteelt zou veel problemen op
lossen. De stamoudsten begrij
pen niet dat als je het oerwoud
met rust laat de dieren vanzelf
terug keren. Het is voor hen een
onuitputtelijke bron.
Bij terugkomst in het dorp,
waar zoals in elk dorp, wel en
kele familieleden wonen, meldt
hij zijn magere oogst. Het ver
schalken van bijvoorbeeld een
tapir (waarvan schedels bij de
offerplaats liggen) of een jaguar
(waarvan huiden enkele voor
kanten van huizen versieren)
was vroeger gewoon, maar is in
middels een reden om uitbun
dig feest te vieren. Het dorp be
staat uit zes huisjes, waarin erg
kleine deuren zitten zodat de
geesten er niet door kunnen.
Piranha's
Bij de aanlegplaats zwemmen
kinderen in het troebele water.
Tien meter verderop vist een
man met een touwtje op piran
ha's. Voor westerlingen een on
mogelijke combinatie, maar Mi
chel probeert ons ervan te over
tuigen dat er geen of nauwelijks
gevaar bestaat. „Zelfs als je een'
wond hebt, is deze soort banger
voor ons dan wij voor hem.
Maar dat gaat bij blanken niet
op. denk ik."
Het valt pas vanaf het water
op dat de meeste nederzettin
gen bijna onzichtbaar in het
groen zijn verstopt. Reden is dat
de blanke overheersers in het
het binnenland en het beste vervoermiddel is de korjaal, foto's corno van den berg
verleden regelmatig expedities
van huursoldaten de jungle in
stuurden om de weggelopen
slaven terug te halen. Maar de
vele stroomversnellingen waren
voor hen vaak een te grote bar
rière. Ook de kostgrondjes lig
gen verscholen, dit zijn stukjes
grond die door de mannen wor
den ontbost voor landbouw. De
Saramaccaners laten bij het
ontginnen alleen de gigantische
kapokboom staan, omdat daar
de bosgod in kan huizen. Als de
gronden uitgeput raken, wordt
een nieuw kostgrondje aange
legd. Dit gebeurt alleen op stuk
ken die al tot hun voorouders
behoorden; het eigendom ervan
wordt mondeling overgedragen
en levert nog weieens menings
verschillen op. De Saramacca
ners verbouwen alleen voor
zichzelf; handel met bijvoor
beeld Paramaribo is er niet bij.
Ze eten alleen voedsel dat ze
zelf oogsten, als het uit zichzelf
op de grond valt is het een offer
voor Mama Aisa, ofte wel Moe
der Aarde. Ze delen alles graag
de toeristen en gaan uit van
hete
i de r
Michel loopt
enkele
mannen die versierselen voor
een nieuwe woning aan het ma
ken zijn. Ze kijken even op en
gaan daarna rustig verder. Op
één na. ,,Ze vinden het leuk om
contact te maken, maar blijven
op hun hoede. Onverwacht een
foto maken kan de verhouding
snel verstoren. Zeker van offer
plaatsen op andere heilige plek
ken, maar ook van hen zelf.
Sommige vinden het niet erg,
maar de meesten zijn bang dat
hun geest op de foto achter
blijft. Ze rennen verschrikt
weg."
Gevechten
En dat terwijl de Saramaccaners
van oudsher als zeer strijdlustig
bekend stonden, merkt Michel
lachend op. „Bij de ontsnapte
slaven en ook bij nieuwe dor
pen kreeg degene die het
wreedst was het leiderschap.
Gevechten gingen net zo lang
door totdat de sterkste over
bleef. Dat moest wel omdat het
overleven in deze voor ons on
bekende jungle niet eenvoudig
was. Velen hebben dan ook het
leven gelaten, omdat ze al ver
zwakt waren door het harde
werk op de plantages."
Onder het genot van een be
kertje kasiri, een licht-alcoholi-
sche drank van cassave, praat
Michel zonder enige schroom
over het bloedige verleden. Dat
zijn voorouders door de Neder
landers hier zijn beland en dat
hij nu als gids veel Nederlan
ders begeleidt, doet volgens
hem niet meer ter zake. „We le
ven hier gelukkig én in alle vrij
heid, dus is het niet moeilijk om
te vergeven."
Volgens Michel zijn er overi
gens nog wel enkele dorpen in
het Amazonewoud waar blan
ken niet mogen komen. Maar
dit heeft niets met de Saramac
caners te maken, verzekert hij
ons. „De geesten hebben nog
geen vrede gesloten met de
blanke overheersers en als blan
ken worden toegelaten zal er
onheil komen. Veel bewoners
van die dorpen komen overi
gens soms in Paramaribo en
gaan gewoon met blanken om.
Langzaam is ook dat aan het
veranderen. We stellen beper
kingen aan het toerisme, omdat
we trots zijn op onze cultuur."