'Ik slaap vaker in een hotel dan thuis Hotel Centraal et is nergens ijner dan hier' Zelfs een overstroming jaagt de Leemansen het hotel niet in De geruisloze service van de Four Seasons ENBOËK 1RDAG 2 AUGUSTUS 1997 De kamers van fotograaf en kosmopoliet Michel Szulc-Krzyzanowski eer"/e hebt gastenboeken en gastenboeken. De mooiste lig- verVj,en in de itfeinere hotels en pensions. Met lieve en aan- >det\ioenlijke boodschappen van gasten die zo vreselijk blij aa&zijn dat ze er even helemaal uit konden zijn. Wat heb- tad'ben ze genoten van de aandacht, het fijne eten en de noc'prachtige omgeving. £ot\?e schrijven dingen als: 'Jammer dat het zo snel voorbij hu,Wü'. En: 'Het was zeker voor herhaling vatbaar'. Of het na^hartverwarmende: 'De laatste dag was ik in tranen dat 'n fiet voorbij was'. Dan wel: 'We hadden echt niets meer te ™e'wensen'. Plus: 'Bedankt voor de goede zorgen'. Als hoteleigenaar kun je er dan weer even tegenaan. En idaVjZ5 toevallige lezer annex Hotel-Centraalbusschauffeur- 'redacteurdenk je: verrek. Zó kun je het ook zien. We Unifyewonen inderdaad een prachtig stukje aarde. Laten we eerTdaar niet langer plompverloren doorheen karren, maar lastvjceerop keer genieten van de schoonheid van het, pak oen Weg, polderlandschap. En als je op een hotelboot het rd ejgastenboekje leest, denk je: zo voortkabbelend zie je Hol- land inderdaad opzo'n mooist. Dat is waar ook. .pi zakenhotels zijn de gastenboeken wat zakelijker, Llsmaar toch ook heel aardig. Want het is toch plezierig dat zaken en ontspanning kennelijk zo vruchtbaar sa- men kunnen gaan. Dat mag wat kosten. En dan heb je het gastenboek op deze Hotel-Centraal- pagina, waarin de chauffeur zich uitroept tot dé gast. Om vervolgens het hele boek vol te kalken met zijn ego trips door stad en regio. Over de Hotel-Centraalshirts {ftlie hij draagt, de verhuisauto waar hij zulke ruime bochten mee neemt en de appeltaartjes die hij eet. On the de toad, dan ook nog. Ja in hoor: de paden op, de ijn \lanen in. •riedDat krijg je als je er lij iaeen foto bij zet. Dan herkrijgen mensen steral- na lures. St PAUL VAN DER KOOU itde t Ge >p-s aan Bellen met Hotel Centraal Voor wie een stukje wil reserveren in Hotel Centraal staat een speciaal telefoonnummer open. Het onder werp moet natuurlijk wel direct of indirect te maken hebben met hotels. Boekingen: 06 - 53474513. OOK HET LEIDSCH DAGBLAD/ HOTEL CENTRAAL RIJDT IN EEN AUTO VAN HUURMIJ l ft 0 E R D 0 R P Het onrustbarend kra kende parket in Moskou. Schilderijtjes die. om diefstal te voorkomen, bijna ter hoogte van het plafond hangen. Het hel se. nachtelijke, kabaal in Bangalore. De geruchten van liefde in Parijs. Free lance-fotograaf Michel Szulc-Krzyzanowski, een hotel-addict uit hoofde van zijn beroep, heeft het allemaal mee gemaakt. Veel van de hotelka mers waarin hij verbleef, zijn door hem vastgelegd. „In het Holiday Inn in Santiago de Chi le zie ik opeens de lamp heen en weer gaan. Ik dacht: zie ik dat nou goed of heb ik te veel gedronken? Het bleek een aard beving te zijn, en een flinke ook." Michel Szulc-Krzyzanowski is de zoon van een Poolse bevrij der die hier na de oorlog is ge bleven, een held die 's nachts op de rand van zijn bed de Duitse soldaat zag zitten die hij in een man-tot-mangevecht had gedood. Michel is al zo'n 27 jaar werkzaam als fotograaf. Als hij daarvan zeven jaar thuis is geweest, is het veel. Een kleine greep uit zijn werkzaamheden: hij maakte een grote aidsrepor- tage in Tanzania; verbleef twee maanden in een Senegalees woestijndorp om daar het soci ale leven van de Wolow, een ui terst agressief volk. vast te leg gen en onlangs portretteerde hij de Dynamo's, het nationale voetbalteam van Zimbabwe. „Ik heb meer nachten in hotels doorgebracht dan thuis. In zeer luxe kamers maar ook in een gang waarin ze een bed en een klerenkast hadden neergezet. Als je het interieur van al die hotels bekijkt, krijg je de groot ste gemene deler van wat men denkt dat de mensen mooi vin den. Ik krijg onmiddellijk een naar gevoel als ik zie dat ze de spiegel en de schilderijen heb ben vastgeschroefd. Dan voel je je toch een beetje een dief." „Binnen de kortste keren ben ik de beste maatjes met de recep tionist. Hij is vaak je enige con tact. Hij weet wat er speelt in een stad en kan je aardige tips geven. In Lima raakte ik goed bevriend met een receptionist. Hij regelde een trip voor me. Een hotelkamer in Moskou: een gang waarin een bed en een klerenkast is gezet. FOTO MICHEL SZULC-KRZYZANOWSKI Toen ik later aan de chauffeur vroeg wat die reis nu eigenlijk kostte, bleek dat de receptionist me voor de helft had opgelicht. Ik heb het geld teruggevraagd en hij gaf het onmiddellijk. La ter heb ik hem een dikke fooi gegeven. Kijk, die man vergeet mij nooit meer." „Zoiets neem je op de koop toe. De mensen daar hebben bijna niks en dan krijg je dat. In Nai robi worden de blanken gere geld beroofd. Ze leven in van die grote, koloniale, huizen en krijgen af en toe bezoek van bandieten. Om zich tegen hen te beschermen, hebben ze een stalen kamer laten bouwen. Sta len deur. stalen plafond, stalen wanden. Daar gaan ze in zitten totdat de rovers weg zijn. Dan zijn ze wel alles kwijt, maar ze leven tenminste nog." In de hotelkamers die Szulc-Kr zyzanowski heeft vastgelegd zijn de sporen van menselijk le ven meestal uitgewist. Maar heel af en toe is zijn onopge maakte bed te zien. „Het gaat mij uitsluitend om die interi eurs", zegt de fotograaf. „Ze ge ven me een onthecht gevoel. Als je op reis een ontmoeting hebt, maakt die vaak een extra diepe indruk. Hier ken ik de bakker en de slager zelfs niet. Kijk, ik wil het leven zien. Ik hou niet van kamers met televisie. De prak tijk leert dat je dan de hele avond naar zo'n ding gaat zitten kijken." „Het uitzicht in hotels is altijd weer een verrassing. Heel erger lijk vind ik verkeerslawaai. En dunne kamerwandjes. Je hebt van die stelletjes die extra hard tekeergaan als ze denken dat jij het kunt horen. Zo'n vrouw die daar dan gillend ligt klaar te ko men, niet normaal meer. Als je in je eentje bent, is dat niet leuk. Ik neem daarom ook altijd oordopjes mee." „Natuurlijk zijn er bijna overal prostituees. Maar ik maak daar geen gebruik van, hoewel ze als mens zeer hoog bij mij staan aangeschreven. In Dar-es-Sa- laam heb ik nog eens een tijdje met een prostituee zitten praten en drinken aan de bar. Ik legde haar uit dat ik niks van haar wil de. Dat kon ze maar niet begrij pen. 's Nachts stond ze op de deur van mijn hotelkamer te bonken. De volgende dag kwam ik haar tegen bij de lift. Ze stond op het punt om te vertrekken. Omhelsde me. Het was een om helzing zonder bijbedoelingen, een menselijke omhelzing. De liftdeur ging dicht en ik heb haar nooit meer gezien." „Zoiets ontroert me. Maar je maakt ook rotdingen mee. In Tanzania heb ik een keer een aidsreportage gemaakt. Ik heb daar een jongen ontmoet die aan aids leed. Hij was opgeleid tot monteur, een opleiding waarmee hij alle kaarten in handen had. Hij is gaan rijden op een vrachtwagen. Verdiende In de hotelkamers die Szulc-Krzyzanowski heeft vastgelegd zijn de sporen v wist. Hierboven een kamer in Poona-lndia. goed. Begon een beetje rond te fucken. Hij had vier vrouwen, bij wie hij allemaal een kind had. Toen ik hem vroeg waar om hij dat nou deed, gaf hij een antwoord dat ik nooit zal verge ten: "To test my condition'. Hij had syfilis gehad en wilde weten of hij nog vruchtbaar was." „Ik heb aan sommige vrouwen die met aids waren besmet wel eens gevraagd of ze naderhand geen last kregen van hun gewe ten wanneer ze onbeschermd met iemand naar bed waren ge weest. Maar daar denken ze he lemaal niet aan. Men leeft bij de dag. De mensen die nog op het platteland wonen, dicht bij de natuur, hebben nog dat vredige. In de stad is het knokken om te overleven. Dat maakt hard." „In Angola heb ik een reportage gemaakt over het opruimen van landmijnen. Ze hadden daar ook van die kleine plastic mij nen. Als je daarmee in aanra king komt, ben je zomaar een arm of een been kwijt. Daar steekt een filosofie achter. Als je op een anti-tankmijn trapt, ben je meteen weg. Maar een ge wonde soldaat moet je voeden en verzorgen. Een gewonde sol daat is lastig voor de tegenstan der." „Die wreedheden kom je tegen, ja. Ik heb in een dorpje in Se negal gebivakkeerd om daar een portret te maken van zeven families. Ze gaan daar zeer hard om met elkaar. Kleine jongens die elkaar tot bloedens toe slaan. Dat begrijp je niet. Er zijn soms wel gevaarlijke momen ten, maar ach, fietsen in Am sterdam is gevaarlijker. „Waar ik wel bang voor ben, is een hotelbrand. Ik zat een keer op de zeventiende verdieping van een Londens hotel toen het alarm ging. Ik ga kijken op de gang: niets, uitgestorven. Ik bel de receptie: in gesprek. Ik kijk weer de gang in en zie hele massa's mensen in paniek naar buiten vluchten. In een kamer tegenover mij is een Arabisch echtpaar bezig geld in een atta chékoffer te proppen. Het bleek gelukkig vals alarm te zijn. Maar sinds die tijd kijk ik altijd goed waar zich de nooduitgangen be vinden." CEES VAN HOORE Leiderdorpers op de vlucht voor oprukkend water in Tsjechië Je hebt van die mensen die zweren bij campings. Maakt niet uit hoe veel ellende ze hebben met tent of caravan. Ook al spoelt hun tentje weg, ze gaan 'voor geen goud' in een hotel. Neem bijvoorbeeld Anneke Leemans uit Leider dorp, die in Tsjechië net kon voorkomen dat haar caravan werd weggesleurd door een 'rivier' aan regenwater. Als ze er aan denkt, krijgt ze er nog kippenvel van ('Ik droom er af en toe van'), maar na de Tsjechische nachtmerrie is ze niet van haar geloof gevallen: „Een hotelletje is leuk, als we op wintersport zijn. Voor twee weken, maar niet lan ger." Kostelec nad Orlici heet het dorpje in Oost-Bohe- men dat de familie Leemans onlangs halsoverkop moest ontvluchten wegens het oprukkende re genwater. „Het was doodeng", zegt de Leider- dorpse. „Na vier dagen was het water door de aanhoudende regen tot zo'n hoogte gestegen dat sommige caravans op de camping helemaal in het water stonden. En dan heb ik ook nog eens pure watervrees. De Leiderdorpers hielden het droog, want ze stonden op een hoger gelegen gedeelte van de camping, maar de schrik zat er wel in. „Volgens ons zag het er eng uit, maar de campinghoudster zei dat er geen enkele kans op een overstroming was. 'Dat is in vijftig jaar tijd nooit gebeurd', zei ze tegen ons. De nacht daarop werd er op de deur geklopt: we moesten evacueren." De sluizen in het gebied waren wegens de enor me waterdruk opengezet, dus liep het dal in rap tempo verder onderwater. „Wij behoorden nog tot de weinigen die mét caravan konden vertrek ken. Anderen, die lager stonden, moesten de ca ravan laten staan, omdat-ie geen kant meer op kon." In een nabijgelegen dorpje kwam de groep vluch telingen tot rust. Velen besloten hun heil te zoe ken in een veilig gelegen, droog hotelletje. Maar niet de familie Leemans. Zij bleven trouw aan hun caravan. Na lang zoeken vonden ze een dro ger plekje elders in Tsjechië. „Wel een gedoe. We reden steeds een dal in, zagen dat onder water staan en moesten dan weer keren. We hebben de caravan wel vier keer moeten afkoppelen. Ook volgend jaar trekken de Leiderdorpers er weer op uit met met hun miniatuurhuis op wie len. „Je kan zo lekker je eigen gang gaan met een caravan." ERNA STRAATSMA hems echtpaar twintigste keer in Ossewa (■kenden niet anders willen. 00tEef en Stien van der Born n weekje Noordwijk het 'er"jepunt van het jaar. Deze :aSr is het Arnhemse echt- tot /oor de twintigste keer te in" Ji hotel Ossewa. „Als we 1"fcijn, zitten we af te tellen (eer we weer gaan. er logeerden ze twee we- j hotel Ossewa, maar dat Itnet de krappe AOW niet fin. „I Iet zou wel kunnen, dan kunnen we niet gezel- fedoen met de groep. Als Br een week zijn wel. Je flop vakantie wel je gang 'Jog nooit geweest. Of toch ve hebben daar geen en- a behoefte aan. Het is toch Jef ijk hier?" 'e 'den en familieden vragen vopl eens hoor, of ze nou ens ergens anders heen Maar dat willen ze niet. ?jomen hier nog altijd met 10 lijk veel plezier naar toe. te ^hier zo gezellig. Het is rnpK fijner dan h'er> ec^1 iaMarlijkse weekje Noordwijk ar jen ze voornamelijk door rondom het hotel. Jaren geleden gingen ze nog wel eens wandelen op de boulevard, maar door de handicap van me neer Van der Bom (82) zijn niet meer zo veel uitstapjes moge lijk. Eef van der Born heeft een houten been en zit samen met zijn vrouw, die 78 is, het liefst op het terras van Ossewa. En als het slecht weer is zittep ze bin nen. „Geeft niets, dat we geen wandelingen kunnen maken. We vermaken ons best. Zo'n weekje vliegt om." Het hotelpersoneel spreekt het echtpaar liefkozend aan met 'Ome Eef' en 'Tante Stien'. Ze worden in de watten gelegd door de meisjes en jongens die bedienen, ,,'s Middags krijgen we een paar boterhammen van ze. Maken ze speciaal voor ons. En 's Avonds eten we hier heer lijk. Dat hebben we thuis niet, daar hebben we gewoon een potje. Hier krijgen we een echt diner. Kijk maar eens naar de kaart: chocolademousse, bitter- koekjesbavarois, echt heel lek ker allemaal. En 's ochtends is het trouwens ook heerlijk. Be schuit, roggebrood en crackers, allemaal apart in plastic ver pakt." Morgenavond staat in Ossewa een bingo op het programma en daar verheugt 'Tante Stien' zich nu al op. ,,'s Avonds heb ben we ook zo'n schik. We gaan hier ook heel laat naar bed. Gis teren gingen we naar onze ka mer en toen zei ik tegen Ome Eef: 'Weet je wel hoe laat het is?' Zo wat twaalven, dacht hij. Had je gedacht: het was al kwart over twaalf." ERNA STRAATSMA Ze zeggen DAT het één der beste hotels ter wereld is: De Four Seasons in Toronto. Ik ben er slechts één keer geweest, laat ik zeggen uit economische overwegingen, maar soms moet je toch iets heel aparts meege maakt hebben dat je werkelijk raakt. Al is het maar in je beurs. En, is het goed? Meer dan dat. Formidabel, fantastisch... Kijk, je komt aan, je taxi draait dus de kleine, niet makkelijk te vinden oprit in, je stapt uit en een snijdende december-koude slaat dwars tegen je voorhoofd. De drie portiers die hier buiten werken, dragen lange sjieke jas sen en zware bontmutsen, zijn bedrijvig en gedragen zich ser viel en goed. Vanaf dit moment hoef je eigenlijk zelf niets meer te doen. Je bagage verdwijnt ge ruisloos, inchecken gaat snel en voor je het weet, bewoon je een niet eens zo idioot sjieke, maar wel zeer prettig inge richte kamer, waar ruimte overwint. Ontbijt? Een feest. Vooral de ruimte waar je dat doet. Veel rustigmakende moderne kunst, mooi servies, personeel dat je nauwelijks ziet (en zeker niet hoort) en qua prijs beduidend minder dan, om maar iets te noemen, hotel Derion te Maas tricht. Met de beschaafd aange reikte ochtendkrant en de uit een Italiaanse machine komen de sterke koffie is het hier voor treffelijk wakker worden. Stel je wilt ergens heen. Naar een NHL ijshockeywedstrijd. SMEETS OP KAMERS naar toneel, cabaret, naar een rocker als Tom Cockrane of naar Holly Cole en haar be faamde kerstconcert: de con ciërge regelt het voor je. Holly Cole was dik uitverkocht. Geen kaartje meer te krijgen, zo heet te het, maar op rustige wijze werd nog iets geregeld en luid de de boodschap slechts: U kunt Uw kaartjes daar en daar afhalen. Have a great night'. De kosten (dragelijk) vond ik later terug op mijn rekening. En dan de sportzaal. De inter nationaal verwende reiziger wil soms ook wel zweten en dus is er een workout-room gemaakt. Met fietsjes, step-machines, een loopband en ander gerief. Schuin boven ieder martelwerk tuig hangt een televisietje. Om anderen niet te storen, privacy is immers van groot belang voor de mensen die hier verblijven, ligt er een koptelefoon in een mandje aan je apparaat. Tevens vind je een zap-appa- raatje, dus ga je zitten trappen en je kijkt nieuws, sport of (heel gewoon) CNN. Nu komt het: als je klaar bent en een ander neemt je plaats in. dan ver schijnt een medewerker en die wisselt snel en correct de spon zige schelpjes van de oortele foon; een luxe die ik nooit er gens anders ben tegengekomen. Schone oren dus voor zwetende mensen die hier veel oortjes te verteren hebben. De gezondheidsapparaten heb ben tevens een krantenstan daardje en een houdertje voor een flesje (water met een ge- zondmakend zout waarschijn lijk), maar dat is nog niet alles. Je kunt, als je wilt, in een niet zo groot zwembad stappen en voelt dan de behaaglijke tempe ratuur van het water. Neem ze ven slagen, duik heel even on der, en je zwemt buiten waar het minus twintig graden is en waar je het warme water als een heerlijke cocon om je heen voelt. Je hoofd dampt en het is een verfijnd, prikkelend gevoel dat over je lijf trekt. Daarna sla je handdoeken om van een dikte die he mels aandoet. Diegene die hier de inrichting gedaan heeft. Die gene dus die moest letten op in derdaad triviale zaken als dikte van handdoeken, de kleur bont muts van de portier en de vorm van de borden bij het ontbijt, die heeft haar of zijn werk for midabel gedaan. Alles is smaak vol, past bij elkaar en ademt rust uit. Tot en met die nieuwe koptelefoonsponsjes in de wor kout-room. Chique? Luxe? Overdreven? Het hotel zit bijna het hele jaar vol. En dat is nou het aardige, daar merk je dus helemaal niets van.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 13