'Wolkers zat hier vaak te schrijver Hotel Centraal 'Jammer dat veel koks geen Frans meer spreke 'Laat de rest maar zitten, beste man' D, ÉNBOEK maandag 28 juli 1997 977 Met een zonnetje op het water is het decor De Watergeus in Noorden een troosteloze aan- perfect Een breed terras boven een tuin waar blik. Geen ziel heeft zin in een vaartochtje de hortensia's over de Nieuw- volop in bloei koopse Plassen, staan. Een stei- IS Oiripf TYlPf 1 11 f71 fhf Het is dan gri's' ger waar aange- IVCllllvl lllvl Lil izjivi 1L grauw en nat en de lijnde bootjes steiger blijft leeg. zachtjes wie- Afeien in De Wa gend op hun baasje wachten. In de verte is nog tergeus, dat gelukkig over een open haard be- net de watertoren bij De Meije te zien. Maar schikt. bij slecht weer biedt het uitzicht vanuit hotel foto henk bouwman Toen zijn huishoud ster er een tijdje niet was, dineerde de Franse schrijver Mar cel Proust vrijwel elke dag in een hotel. Hij vond het heerlijk om daar te zitten en te kij ken naar de gasten die onder het genot van een wijntje en met een zeer zedig gezicht de giftigste roddels over elkaar verspreidden. Proust had een vaste ober, Nicolas. Op een avond zat de auteur zonder geld. Hij vroeg aan Nicolas of hij hem wat kon lenen. Dat deed de goede man. Toen het op afrekenen aankwam en Nicolas hem twintig francs wisselgeld terug wilde geven, zei de auteur met een genereus ge baar: 'Laat de rest maar zitten, beste man'. Of Proust Nicolas ooit nog heeft terugbetaald, vermeldt de geschie denis niet. Bellen met Hotel Centraal Voor wie een stukje wil reserveren in Hotel Centraal staat een speciaal telefoonnummer open. Het onderwerp moet natuurlijk wel di rect of indirect te maken hebben met hotels. Boekingen: 06 - 53474513. Het Witte Huis in Oegstgeest komt langzaam los van zijn rijexamenverleden fames en heren, jongens en meisjes. Hedenmorgen om 9.00 uur precies heb ik de sleutel van onze bus offi cieel overgedragen aan mijn gewaardeerde collega de heerP. van derKooij. Overigens heb ik uitermate veel waardering vooral mijn collega's. Mocht ik de afgelopen dagen de indruk hebben gewekt dat dat niet het geval is. dan was dat niet zo bedoeld. Nu ik aan het einde ben gekomen van mijn loopbaan als buschauffeur, wil ik_graag van de gelegenheid ge bruik maken om een aantal mensen van ganser harte te bedanken. Om te beginnen wil ik een woord van dank richten aan de hoofdredactie van hetLeidsch Dagblad die mij in staat heeft gesteld deze wondermooie taak te verrichten. Ik beschouw het als een voorrecht voor deze kwaliteitskrant te mogen werken. Nimmer was het mijn bedoeling om kritiek te uiten op het hoofdredactionele beleid, noch in journalistieke, noch in personele zin. Waar ik in mijn columns mogelijk de indruk heb gewekt te solliciteren naar een overplaatsing naar Oost-Gronin gen. berust dat op een misverstand. Ook Auto Peter, beter bekend als de firma Huur Mij. ver- dienteen speciale vermelding. Onze dank voor het kos- tenloos ter beschikking gestelde wagenpark is groot. Mocht de indruk zijn gewekt dat wij graag zouden zien dat u uw fantastische wagens nog vandaag komt opha len. dan berust dat op een misverstand. Ook de suggestie als zouden wij geen prijs meerstellen op uw adverten ties. moet naar het land der fabelen worden verwezen. Tenslotte wil ik mijn moeder niet vergeten, die al mijn columns van de afgelopen week zorgvuldig heeft uitge knipt en ingeplakt. Als het er de afgelopen da gen weieens op leek dat ik sterallures begon te krijgen, dan is dat niet zo. hoor. Ik wil nog ge woon regelmatig bij je komen eten. Ook al heb ik dan met mijn hoofd in de krant gestaan, ik u L blijf een hele gewone 1- jongen. Echt waar. Een jongeman met een camouflagebroek aan en t een verwilderde blik in i zijn ogen loopt door het Wilhelminapark in Oegstgeest. Hij kijkt alsof er zich in het weelderige groen een aantal Viet - cong-strijders bevinden. Maar alleen de mussen, 'die oberkelners van de late ro mantiek', laten daar hun ge kwetter horen. Het Wilhelminapark. Bekend door het psychatrisch zieken huis Endegeest, dat zich op nog geen steenworp afstand be vindt. Maar ook door Hotel Het Witte Huis, waar menig autom- bolist uit deze regio nog heeft 'afgereden'. Drie kleine zalen had het CBR hier. In dit hotel, omzoomd door vredig lommer, hoorden de zenuwachtige kan didaten of ze wel of niet voor hun rijexamen waren geslaagd. Eigenaar R. van Ingen Schenau (40) - „De enige echte, ja!" - die net terug is van een vakantie op het lava-eiland Lanzarote, her innert zich die tijd nog goed. ,,In de volksmond had dit hotel de bijnaam 'Crisiscentrum Nooit Meer Terugkomen'. Ne genentwintig jaar zijn hier rij examens gehouden, maar daar mee zijn we gestopt. Die men sen zaten hier te bibberen van de zenuwen en aan het eind van de dag had je dan voor honderd gulden koffie verkocht. Dat zette geen zoden aan de dijk. Er zijn hier wel mensen door de spanning bezweken aan een hartaanval. Dat heb ik een keer of drie meegemaakt." Hotel Het Witte Huis heeft nogal wat illustere bezoekers gekend. De schrijver en beel dend kunstenaar Jan Wolkers, die is geboren in Oegstgeest, kwam er nogal eens. „Hij zat hier op het terras vaak te schrij ven. Ons hotel komt in zijn boe ken voor als hotel 'Het Groene Hek'. En naderhand sprak ik Hotelpersoneel VJeen koks broek met zo'n minuscuul blauw-wit ruitje draagt chefkok Rob Hufkens, maar een soort pop-art broek, een broek met zwart-witte blokken. Een kei harde broek. Dat wil zeggen: die ene keer dat Hufkens' personeel hem had natgemaakt en daarna in de vrieskist had gelegd. „De volgende ochtend stond mijn broek in mijn kledingkast. Hard als steen, bevroren. Ja, die gein tjes halen ze soms met je uit." Hufkens is al sinds zijn acht tiende jaar werkzaam in het koksvak. Hij heeft het prima naar zijn zin in Hotel Noordzee in Katwijk. „Vooral ons la car te restaurant trekt mij aan. Dat geeft je wat ruimte om creatief te zijn. Kijk, we hebben elk sei zoen mosselen en in het begin zegje: 'Ha, lekker, mosselen!', maar na zo'n week of twee hoeft het niet meer." De chefkok staat, zoals hij het zelf noemt, al heel wat jaartjes 'achter de kachel'. „Ik heb overal gewerkt. In 't Gouden Hooft in Den Haag, in het Pala ce Hotel, noem maar op. Overal is het weer anders. Hier in Kat wijk moet je goed letten op de hoeveelheid die je opdient. Want de Katwij- ker wil 'veul voor waainig'. Maar nog steeds vind ik dit een heerlijk - ygk JJgJ. zat er g] van jongs af aan in dat ik kok zou worden. We hadden thuis nog zo'n granie ten aanrecht en daarop mocht ik dan van mijn moeder toffees maken." Wat de hygiëne in keukens be treft, zijn de eisen de laatste tijd nogal aangescherpt. „Als we vroeger het eten op het bord hadden geplaceerd, maakten we de rand van het bord schoon met onze koksdoek. Maar die doek wordt daardoor natuurlijk vuil en dat kan nu dus niet meer. Nu gebruiken we daar voor een stukje van een keuken rol." „Er is in ons vak veel veranderd. Ten goede en ten kwade. Ik vind het bijvoorbeeld erg jam mer dat de meeste koks geen Frans meer spreken. Dat zorgt voor verwarring. Als een kelner een bestelling annonceert, hoor je te zeggen: 'Bon', wat 'goed' of 'okee' betekent. Daarmee geef je te kennen dat je hem hebt verstaan. Maar jonge mensen denken soms dat hem om een bon gaat." „Als een kelner een tournedos Voor 55-plussers serveren wij op woensdag, donderdag, vrij dag en zaterdag tussen vijf en zes uur 's middags een drie gangendiner voor de somma van achtguldenvijftig. We heb ben er bijna geen reclame voor gemaakt, maar door mond-tot- mond-reclame is het een door slaand succes geworden. We hebben soms wel veertig men sen aan tafel." wel eens met hem over zijn beeldende werk. Er is een perio de geweest dat hij gewoon stront tegen een doek gooide en dat dan voor behoorlijk wat geld verkocht. Daar stak hij zelf de draak mee. Ach. het gaat er maar om hoe je het brengt. „Een tijdje geleden heeft Wol kers hrer nog een soort plaquet te ondiuld. Het blijkt dat de be kende Spaanse filosoof Ortega Y Gasset hier in 1937 heeft gelo geerd. In ons hotel schreef hij het voorwoord bij 'Opstand der horden', een van zijn bekendste boeken. Zijn foto hangt hier nu boven de trap. Wolkers hield een praatje over hem. Leuk, maar er was geen touw aan vast te knopen. Het hotel is opgezet door de grootvader van Van Ingen Schenau. Hij wilde een uitspan ning maken aan de doorgaande weg van Amsterdam naar Den Haag, die aanvankelijk langs het hotel liep. Daarmee was hij Van der Valk voor, maar helaas, de tijd haalde hem in. De laatste jaren komen er in het hotel weinig of geen patiënten van Endegeest meer. Dat was vroeger wel anders. Van Ingen Schenau: „We hadden een aan tal vaste klanten. Ze mochten van de leiding twee pilsjes drin ken, niet meer. Begrijpelijk na tuurlijk, want die mensen zaten niet voor hun zweetvoeten in die inrichting. Maar Arie, één van de patiënten, wilde altijd meer. Op een dag werd hij zo dronken dat hij op een kruis punt in de buurt als een agent het verkeer is gaan regelen. Een chaos werd dat. Ik zie hem hier nog naar binnen komen ren nen, met een horde kwade au tomobilisten achter zich aan. Mijn vader heeft hem toen min of meer gered. Ach, ik heb veel psychiatrische patiënten mee gemaakt in mijn jeugd. Maar gek, ik ben er nooit bang voor geweest. Het zijn ook maar ge wone mensen." Van Ingen Schenau verwacht een journalist van De Telegraaf. „Dat komt omdat wij hier zijn begonnen met 'De Open Tafel'. OOK HET LEIDSCH DAGBLAD/ HOTEL CENTRAAL RIJDT IN EEN AUTO VAN HUURMIJ HUURMIJ/AUTO PETER Prijs voorbeeld Transit 69,- per dagdeel, 50 km vrij Rob Hufkens, chefkok van Hotel Noordzee. „De Katwijker wil 'veul voor waainig'." foto hieB* bestelt en kort daarna nog één, annonceer je dat als chefkok met 'encore'. Dus: 'Nog een keer'. Dat zijn noodzakelijke termen die niet voor niets zijn uitgevonden. Als de kok die die tournedos aan het klaarmaken is, dat niet weet, denkt hij: o, met die bestelling ben ik al be zig. En dan gaat het fout. Dan zit de gast die de tweede tour nedos heeft besteld onnodig te wachten." Hufkens is in de loop der tijd steeds meer gaan houden van eerlijke, bijna boerse, gerechten. Voor een mooie vissoep kun je hem wakker maken. En ook een lamsbout, goed gebraden, nog een beetje roze van binnen, ge kruid met een takje thijm, kan zijn goedkeuring wegdragen. In zijn vrije tijd houdt Hufkens zijn vakliteratuur nog steeds bij. „Je moet blijven lezen over je vak. Van een collega heb ik eens een paar kookboeken uit het begin van de negentiende eeuw gekregen. Heel leuk. D|u hoe gerechten soms ki veranderen. Als ik nu blanche' zeg, denk je al vanille-ijsje met daaroïo me chocoladesaus. Mahg dame blanche bestoni' sponkelijk uit citroenijjn leijs en een amandelsa genlijk ook veel logisch uniet?" „En voor de rest hebben we na tuurlijk veel partijen en gasten die zaken te doen hebben in het nabijgelegen Sciencepark. Langzaam komen we los van dat CBR-verleden. Nee, liever

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 6