PORT
Te weinig loopvermogen
maar techniek voldoende
ITERDAG26JUL11997
'Ik ben rijp voor Oranje' oordeelde Louis van Gaal ooit eens
nadat hij als speler van Sparta een voortreffelijke wedstrijd
tegen Ajax had gespeeld. Maar de top als voetballer zou Louis
van Gaal nooit bereiken. Dat lukte hem later wel als trainer van
Ajax, de club die hij drie landstitels, een UEFA-Cup en een
Europa Cup bezorgde.
Toen Van Gaal eind vorig jaar zijn vertrek uit Amsterdam
bekend maakte, kreeg hij vele verzoeken van auteurs om een
biografie te mogen uitgeven. Van Gaal weigerde echter zijn
medewerking. Voor voormalig Leidsch-Dagbladjournalist
Meindert van der Kaaij (37) was dat geen reden om ervan af te
zien. Door het lezen van kranten- en tijdschriftartikelen en het
voeren van circa 80 vraaggesprekken (onder meer met de
Leidse voetballers Wouter Holverda, Leeridert de Goeij en
Alfons Groenendijk) reconstrueerde hij de loopbaan van Louis
van Gaal als voetballer en als trainer. Hieronder een
voorpublicatie uit het boek; een deel van het hoofdstuk over de
periode dat Van Gaal bij Sparta speelde.
Verslaggevers uit de Rotterdamse regio
waren van tevoren ingeseind door
Sparta's persman Ad Lam. Op de perspre
sentatie van het eerste elftal zouden zij
een nieuwtje krijgen. Lam hield woord. Op
dinsdag 1 augustus 1978 liep daar uit de
spelerstunnel van Het Kasteel een slunge
lige speler die zij vorig seizoen nog bij Tel
star, het slechtste team van de eredivisie,
waren tegengekomen.
Dat het primeurtje een nieuwe speler
zou betreffen, hadden de heren journalis
ten wel verwacht. Ruim drie weken voor
de start van het seizoen '78/79 kampte de
nieuwe trainer-coach Mircea Petescu met
een lelijke tegenvaller. Sparta-scout Hans
Sonnevelt had het oog laten vallen op de
aanvallend ingestelde rechtshalf van de
Engelse club Blackpool, Phil Henderson.
Die gaf echter op het allerlaatste moment
toch de voorkeur aan een andere Engelse
club, mede omdat zijn vrouw Nederland
niet zag zitten. Even twijfelde Sparta nog
over het aantrekken van Eus Marijnissen.
maar toen die toch voor NEC tekende, zat
de club met een probleem.
In het seizoen daarvoor ha'd de Roe
meense oefenmeester echter prettig sa
mengewerkt met een speler die bij Telstar
op huurbasis speelde. Zo opende Sparta
de onderhandelingen met FC Antwerp, de
rechtmatige eigenaar van Louis van Gaal.
De clubs werden het eens en zo kocht
Sparta de bijna zevenentwintigjarige Van
Gaal voor het in die tijd voor hen kolossale
transferbedrag van honderdzestigduizend
gulden.
Een belangrijke doelpuntenmaker was
Louis van Gaal niet, getuige het totaalaan
tal van negenentwintig treffers. Dat Van
Gaal in acht jaar tijd maar liefst 249 com
petitiewedstrijden speelde, hing samen
met zijn zeer geringe gevóeligheid voor
blessures. Dat geldt overigens voor zijn
gehele profcarrière, die in totaal rijf-
tieneneenhalf jaar in beslag nam.
Een ander opvallend statistisch gegeven
over Van Gaal botreft het geringe aantal
gele kaarten dat hij van scheidsrechters
v oorgehouden kreeg. Dat waren er vijf in
totaal. Geen enkele voor grof spel, want hij
was er bepaald de speler niet naar om zijn
tegenstander een rotschop te verkopen.
Ook een bikkelharde tackle zat niet in de
bagage van Van Gaal. Alle kaarten waren
voor het maken van aanmerkingen op de
leiding.
Rode kaart
Slechts één rode kaart staat op het conto
van Van Gaal. Die kreeg hij in een oefen
wedstrijd tegen een amateurclub. Tijdens
die oefenpot liep hij zich van het begin af
aan te ergeren aan de scheidsrechter. Op
een gegeven moment kon hij zich niet
langer inhouden en maakte een opmer
king. volgens Van Gaal in zeer correcte be
woordingen. Dat kwam hem onmiddellijk
op een reprimande te staan van de besn
orde arbiter. 'Als je morgen in de kranten
wil staan, snorremans, moet je me een ge
le kaart geven.' Die uitdagende opmerking
kwam Van Gaal prompt op geel te staan.
Louis onplofte: 'Als je morgen op de voor
pagina wil staan, moet je er nog een ge
Meindert van der Kaaij
gpi mw\
Meindert van der Kaaij, Louis
van Gaal, een voetbalbiografie.
Uitgeverij Kwadraat, 224 pagi
na's. ISBN 90 6481 277 2. Prijs:
f 29,90. Vanaf 29 juli verkrijg
baar in de boekhandel.
ven,' blafte hij er nog achteraan. En dus
kon hij richting kleedkamer vertrekken.
De Rotterdamse verslaggevers vonden
Van Gaal direct al een goede aanwinst. Zij
konden zich nog herinneren hoe behendig
deze middenvelder was met de bal bij Tel
star. Wel braken zij zich het hoofd over de
vraag op welke positie hij bij Sparta moest
gaan spelen.
De voorspelling van de journalisten dat
er eigenlijk geen plaats was voor Van Gaal,
kwam uit. Hij had het dan ook vooral in
het begin moeilijk bij Sparta. Na eerst zelfs
nog enkele wedstrijden op de bank naast
Petescu te zijn begonnen, kwam hij te
recht in het centrum van het middenveld.
Het Rotterdamse publiek was aanvankelijk
niet gecharmeerd van zijn speelstijl, die
zichvooral kenmerkte door het lang vast
houden van de bal.
Kritiek
Zelf trok hij zich weinig van de kritiek van
pers en publiek aan. "Lk ben sterk aan de
bal en ik heb een goede pass in de benen.
Daarnaast heb ik tactisch inzicht. Ik mag
wel zeggen dat ik tactisch erg sterk ben,'
zei hij halverwege het seizoen in een inter
view met Voetbal International. Op de
stelling dat hij overkwam als een luie, au
toritaire speler zei hij dat hij nu eenmaal
geen loper is en net als anderen na de
wedstrijd doodmoe is. 'Ik kan er niets aan
doen wanneer 't publiek dat niet ziet.'
Behalve het publiek, bleken ook niet al
zijn medespelers gecharmeerd te zijn van
zijn prestaties. Zo zat volgens verschillen
de medespelers een vlekkeloze wreeftrap
niet in zijn bagage. In de ballen over een
grotere afstand zat altijd een draai doordat
hij de bal te veel met de binnenkant van
de voet raakte. 'Hij heeft nog niet één keer
goed gespeeld,' zei keeper en veteraan
Pim Doesburg over Van Gaal tegen Voet
bal International. 'Het spel gaat min of
meer aan hem voorbij, zijn acties drukken
het tempo. Aan de bal is Van Gaal sterk,
maar je ziet hem de bal vrijwel nooit in
een beweging versturen, steeds weer die
terugdraaiende beweging waarna de pass
volgt op een speler die inmiddels staat ge
dekt. Tot nu toe redt hij het niet. Hij be
weegt zich in het tempo van amateurni
veau.' Medespeler Ton Marijt had al snel
een bijnaam voor Van Gaal: Olie B. Bom
mel, vanwege zijn waggelende loopje.
Veel openlijke kritiek was afkomstig van
Leen de Goeij. Het waren vooral Van Gaals
neigingen om in een groep te domineren
en bij alles het voortouw te nemen, die
hem vreselijk irriteerden.
Toen in de zomer van 1978 Petescu en
Van Gaal van Telstar overkwamen, speel
de Leen de Goeij twee jaar bij Sparta. 'Zelf
kan hij het ontkennen, maar feit is dat
Louis zeer arrogant en zelfbewust over
komt. Anderen kijken de kat even uit de
boom, Louis niet. Aanvankelijk stond
Louis niet bij de eerste elf. Maar vanaf het
moment dat hij wel in de basis stond,
werd Louis al snel steeds bepalender. Hij
had natuurlijk ook die leiderskwaliteiten.
Eerlijk gezegd houd ik niet van spelers die
met de trainer meelullen. En het was wel
duidelijk dat Van Gaal en Petescu twee
handen op een buik waren.'
De Goeij vertrok in de zomer naar Shef
field United, maar niet voordat hij in Voet
bal International nog eens een flink boek
je opendeed over Petescu en Van Gaal.
'Van alle academici spant Louis van Gaal
de kroon. Die jongen heeft totaal geen
zelfkritiek. Wanneer de opstelling van
Oranje bekend wordt gemaakt, is hij
steeds teleurgesteld omdat hij er niet bij
is. Hij vindt zichzelf altijd beter dan de
jongens die in Oranje spelen. Hij was nau
welijks bij Sparta of hij riep al dat de
meeste spelers er niets van konden.' zo
fulmineerde De Goeij in Voetbal Interna
tional
Wie ook bepaald niet blij was met de
leidersrol die Van Gaal steeds meer naar
zich toe trok, was Barry Hughes, die in de
zomer van 1980 bij Sparta kwam. De in
Wales geboren trainer werd aangetrokken
om de club weer uit het dal te halen. Maar
vooral moest hij Sparta's eerste weer dat
zelfvertrouwen geven en op die bekende
onverschrokken en eigenzinnige manier
laten voetballen.
Vanaf het begin was het als water en
vuur tussen geinponem Hughes en de se
rieuze Van Gaal. De ruzie liep na een
maand competitie zo hoog op, dat het be
stuur moest ingrijpen. Een gesprek in de
bestuurskamer kon een breuk op het nip
pertje voorkomen.
Dat Hughes altijd een bepaalde wrok te
genover Van Gaal bleef houden blijkt wel
uit zijn boekje Entertrainer, een autobio
grafie die hij in 1987 samen met Voetbal
International-verslaggever Johan Derksen
Louis van Gaal in het shirt van Sparta. Op de achtergrond Pim Doesburg die bepaald niet hoog opgaf over de toenmalige middenvelder: ,,Hij be
weegt zich in een tempo van amateurniveau." foto robertcollette/voetbal international
Leidse journalist publiceert biografie Louis van Gaal
schreef. Het boek ritselt van de hatelijke
opmerkingen over zijn aanvoerder.
De uitsmijter in Entertrainer is de con
statering van Hughes dat het met Sparta
fout is gegaan op het moment dat Louis
van Gaal 'serieus genomen werd en de
sfeer begon te bepalen'.
Blijkbaar is in de loop der jaren Hughes
respect voor Van Gaal als trainer aanzien
lijk gegroeid. 'Wie kan nu zeggen dat hij
vijf jaar achter elkaar prijzen wint terwijl
voortdurend spelers weggaan en hij niet
het geld heeft om absolute toppers terug
te kopen?'
In de acht jaar die Van Gaal bij de Rot
terdamse club doorbracht, speelde hij bij
na altijd centraal op het middenveld: 'met
de punt naar achteren'. Een enkele keer
speelde hij op een andere plaats. En juist
dat werden memorabele wedstrijden in de
carrière van Van Gaal. Eén daarvan is
Sparta - Ajax op 4 november 1981. Die
dag posteerde Barry Hughes hem als vier
de aanvaller vlak achter spits David Log-
gie. Met de punt naar voren dus. 'Die
Schoenaker wist niet hoe hij het had, iede
re keer ging ik over hem heen," zei Van
Gaal na afloop van de wedstrijd.
De wedstrijd, waar toen maar liefst zes
tienduizend mensen in de stromende re
gen naar toe kwamen, werd met 5-3 in het
voordeel van de Rotterdamse club beslist.
Van Gaal speelde die dag voortreffelijk en
scoorde na tien minuten een prachtig
doelpunt. Hij kon tegen Loet van Schelle-
beek over zijn doelpunt zijn geluk niet op.
'Zag je hoe ik 'm meenam, die bal? En die
Schoenaker maar trekken aan mijn
shirtje.' Na deze beweging passeerde hij
de uitgelopen doelman Piet Schrijvers met
een schot buitenkant links.
Oranje
Na die glorieuze wedstrijd tegen zijn
jeugdliefde blaakte de toch al zelfbewuste
Van Gaal helemaal van zelfvertrouwen.
Bloedserieus beantwoordde hij de vraag
van verslaggever Van Schellebeek of hij
zich rijp voelde voor een plek in Oranje.
'Kijk, ik geef eerlijk toe dat ik te weinig
loopvermogen heb. Dat is helemaal niet
erg, zolang er spelers zijn die voor mij wil
len lopen, zoals nu bij Sparta. Als dat in
Oranje net zo zou gebeuren, zeg ik: ja, ik
ben er rijp voor. De techniek en het in
zicht heb ik. Het is aan Kees Rijvers
(bondscoach, MvdK) om uit te maken of
dat voldoende is.'
Ook buiten het veld roerde Van Gaal
zich bij Sparta danig. Als vakbondsman in
spe blies hij de ingedutte spelersraad bij
Sparta weer nieuw leven in. Wanneer een
speler in financiële problemen zat, stond
Van Gaal op om voor hem bij het bestuur
wat meer geld te bedingen.
'Louis was natuurlijk een eigenwijze
man en de meeste mensen vinden dat
soort types niet het prettigst om mee om
te gaan,' zegt Wouter Holverda die afkom
stig was van de Leidse amateurclub
Roodenburg. Hij arriveerde in hetzelfde
jaar als Van Gaal bij Sparta. Alleen was
Holverda twintig jaar en keek hij behoor
lijk tegen Van Gaal op. 'Ik denk dat hij heel
veel dingen had waardoor iedereen het ei
genlijk best vond dat hij de leider werd.
Hij deed. dat namelijk heel erg goed. Hij
was de beste belangenvertegenwoordiger
die we ons konden indenken. Natuurlijk
kon hij je wel eens op het trainingsveld op
heel vervelende wijze op je fouten wijzen.
Maar daar heb ik altijd wel van geleerd.
Want verstand van voetbal had hij natuur
lijk toen al. Dat is bij Ajax niet uit de lucht
komen vallen.'
De opvolger van Hughes in augustus
1983 was Bert Jacobs en die pakte het an
ders aan met Van Gaal. Vanuit Hongkong
had Jacobs een contract voor een jaar
kunnen regelen met Sparta. Doordat de
competitie in Hongkong later stopt dan
hier, kon hij pas naar Rotterdam komen
op het moment dat de voorbereidingen in
Nederland voor het nieuwe seizoen al wa
ren begonnen.
Jacobs was koud thuis of voorzitter Bou
wer hing al aan de lijn. Na wat over
koetjes en kalfjes te hebben gepraat kwam
Bouwer to the point. 'Zeg Bert luister eens,
wij hebben bij Sparta een aanvoerder en
die wil voordat de eerste training begint
nog graag een persoonlijk gesprek met je.'
Jacobs was een jaar weg geweest uit Ne
derland en kon zich niet herinneren dat
dat de gewoonte was. 'Aan de andere kant
dacht ik: waarom niet? Praten kan nooit
kwaad. En na het gesprek dacht ik: waar
om gebeurt dit niet vaker?' De nieuwe
trainer en Van Gaal spraken over de speel
wijze van Sparta, over afzonderlijke spe
lers en over de balans in het team.
De opvolger van Bert Jacobs, Theo
Vonk. bekent eerlijk: 'Ik zag in het begin
wel op tegen samenwerking met Van
Gaal.' Hij had via via al de nodige berich
ten over hem vernomen, onder andere dat
hij zo dominant en eigenwijs was. Daar
kwam bij dat Vonk een beginnend trainer
was. Sparta was zijn eerste club als hoofd
trainer. Omdat Vonk zich had voorgeno
men het roer stevig in handen te houden,
was het de verwachting dat het tussen Van
Gaal en hem zou gaan botsen.
Scène
Dat viel achteraf allemaal best mee, vol
gens Vonk. Hij geeft wel toe dat de invloed
van Van Gaal groot was. 'Hij was bij ons
informeel leider, veel meer dan een gewo
ne aanvoerder. We werkten uitstekend sa
men. We zetten soms tijdens voor- of na
besprekingen dingen in scène. Louis en ik
deden alsof we kwaad op elkaar werden,
puur om de ploeg aan het praten te krij
gen of om jongens wakker te schudden.'
Toen Vonk bij Sparta kwam. zat Van
Gaal al zes jaar bij de club. De trainer ver
baasde zich erover hoe volgzaam de ande
re spelers naar de aanvoerder luisterden,
ook de jongens die niet als gemakkelijk
bekend stonden. 'Ik kan me herinneren
dat ik tijdens een wedstrijd merkte dat
linksback John de Wolf in het centrum
was gaan lopen. Toen ik in de rust vroeg
waarom hij dat deed, zei hij heel simpel
dat Louis dat had gezegd. Toen Louis goe
de argumenten daarvoor had, ging ik er
mee akkoord. Dat was typisch iets voor
Louis. Hij corrigeerde in het veld als spe
ler. Elke trainer zou willen dat hij zo'n fi
guur erbij had lopen. Louis was mijn rech
terhand.'
Vonk is ervan overtuigd dat Van Gaal
een 'heel sociale jongen is'. Mensen heb
ben volgens hem een totaal verkeerde in
druk van Van Gaal. Hij kan soms keihard
overkomen maar dat is hij niet. 'Misschien
komt dat door zijn harde kop. Ook heeft
hij natuurlijk een dwingende manier van
praten. Hij meent wat hij zegt, is recht
door zee en goudeerlijk. We zijn elkaar wel
eens in de haren gevlogen, met woorden
dan, maar dan was het altijd snel weer
goed. Want Louis is niet rancuneus.'
Trainer worden
Van Gaal besloot aan het eind van het sei
zoen '85/'86 om een punt achter zijn
loopbaan als voetballer te zetten. Licha
melijk voelde hij zich na wedstrijden niet
meer zo fit als vroeger, wat niet zo gek was
omdat hij op dat moment bijna vijfender
tig jaar was. Bovendien kon hij zich steeds
minder goed motiveren om rijf keer per
week de rit van de kop van Noord-Hol
land naar Rotterdam te maken. Het be
stuur van Sparta, met name Floor Bouwer,
trachtte het boegbeeld op andere gedach
ten te brengen, maar tevergeefs. Al veel
eerder had Van Gaal het in zijn kop gezet
dat hij trainer wilde worden en dat vak be
gon hem, nu het lichaam tegen begon te
stribbelen, steeds aantrekkelijker te lijken.
Zijn afscheid bij Sparta verliep echter
niet zo glorieus als op basis van zijn ver
diensten voor de club verwacht mocht
worden. De wedstrijd tegen FC Den Bosch
op 11 mei 1985 werd, met nog enkele
competitieronden te gaan, zijn laatste op
Spangen. Daarna kreeg hij last van een
blessure en liet hij de wedstrijd tegen For-
tuna Sittard lopen om zich te sparen voor
de laatste competitiewedstrijd tegen Ajax.
Maar hij was niet op tijd fit. Zonder Van
Gaal won Sparta toch met 3-1 van het
Ajax met Johan Cruijff aan het hoofd.
Vlak na deze wedstrijd voerde Louis van
Gaal, zoals gebruikelijk, namens de spe
lers het woord. Niemand van de spelers
kon zich herinneren dat ooit iemand an
ders dan Van Gaal een toespraak hield.
Van Gaal zelf werd niet toegesproken,
misschien wel omdat niemand gewend
was om een speech te geven. En dus was
er geen ereronde op hét groene gras van
Spangen, geen officieel bedankje voor
acht jaar hondstrouwe toewijding.
De outsider
A. is al drie weken in de ban van
de Tour, met name van de ploeg
die ik samenstelde om namens
mij aan het Tourspel van deze
krant deel te nemen, maar voor
al is zij gegrepen door de gigan
tische geldprijs die in Parijs op
de winnaar van het Tourspel ligt
te wachten.
Mijn ploeg werd door A vanaf
de proloog aangeduid als onze
ploeg. Dit vond ik charmant.
Hier sprak een groot vertrouwen
uit van A. in mijn keuze van de
wielrijders, die zij in de wandel
gangen van ons huiselijk leven
liefkozend aanspreekt als onze
jongens. Onze jongens die voor
ons over de Franse wegen aan
het liardfietsen zijn voor onze
prijs. Onze hoofdprijs, natuur
lijk, want dat tweede plaatsen in
de sport en dan vooral in de
wielersport, niets te betekenen
hebben, die wijsheid heeft A
ruimhartig van Smeets. Dijkstra
en Rooks overgenomen.
Alleen het hoogste telt, zegt A.
En dan met een blik alsof zij
voor de hoofdprijs in gedachten
- en naar ik vrees niet alleen in
gedachten - al lang de bestem
ming weet, hoeveel is het eigen
lijk, die hoofdprijs?
Gauw een paar honderd gul
den.
Ook weinig.
Het is wat je weinig noemt.
Drie weken plezier en als je
mazzel hebt nog geld toe-
Mazzel? Je hebt toch nage
dacht over onze ploeg?
Nagedacht zou ik dat niet wil
len noemen.
Hoezo, niet nagedacht? Je hebt
toch niemand genomen alleen
omdat-ie zo'n leuke naam heeft?
Ook.
Wie dan bijvoorbeeld?
Vroeger nam ik Bernaudeau
altijd. Ber, nau, deau... en dan
ook nog Jean. René. Een gedicht
haast. Reed altijd een goed voor
seizoen, maar opgebrand voor
de Tour begon. Toch nam ik al
tijd Bernaudeau. Mooie naam
voor een Tourwinnaar. Boven
dien dacht ik ieder jaar, je weet
nooit, misschien rijdt-ie ze op
eens allemaal op een uur. Maar
dat deed-ie dus nooit.
Hebben wij Bernodo dit jaar
weer?
Nee. En Anquetil trouwens
ook niet.
Waarom Anquetil niet?
Voornamelijk omdat-ie dood
is. Maar Buenahora heb ik wel.
Waarom Buenadinges?
De naam, wat dacht je! Bo
vendien heeft nagenoeg nie
mand Buenahora. Ik dacht zo,
stel dat Buenahora een keer de
goeie benen heeft en de etappe
wint, dan lach ik iedereen uit.
En? Heeft-ie al de goeie benen
gehad?
Nog niet.
Wanneer zou-ie volgens jou
dan de goeie benen moeten heb
ben?
In het hooggebergte. Hoopte
ik.
En? Komen er nog hoge ber
gen?
Dat niet. 'n Kwestie van dom
me pech.
Daar hebben we dus niks aan,
aan die Buenaenzovoorts.
Hij rijdt in elk geval nog. Dat
is al wat. Want wie de pijp aan
Maarten geeft, zoals Museeuw,
Baldato en Gotti, die levert me
vijf strafpunten op.
Hadden wij die soms, Mu
seeuw. Baldato en Gotti?
Waarom denk je dat ik dat zo
goed weet!
Zorg dan dat je dat de volgen
de keer war eerder weet. Hebben
wij (kijkt op naar tv-scherm
waarop nu juist Didier Rous zijn
glorieuze laatste meters in
Montbeliard aflegt) déze dan
misschien wél in onze ploeg?
Natuurlijk niet. Rous gold als
een outsider.
Waarom hebben wij die niet
in onze ploeg, outsiders?
Die heb ik wel. Eén om precies
te zijn. De volslagen onbekende
Pool Dariusz Baranowski heb ik
bij de eerste tien van het eind
klassement voorspeld. Dat komt
door Jaskula, ook een Pool. Een
paar jaar geleden de grote onbe
kende in de Tour. Zat tot in de
straten van Parijs bij Indurain
op de bagagedrager. Daarom
dacht ik. een Pool bij de eerste
tien, waarom niet.
En? Gaat meneer Baranogivat
dat halen?
Zou nog kunnen. Als-ie zon
dagmorgen in Disneyland een
beetje vroeg opstaat en voor dag
en dauw aan de etappe naar
Parijs begint, dan kan-ie nog
voor een verrassing zorgen, al is
zelfs dan de kans klein.
Studio
Sport