'Light rail' wondermiddel tegen onrendabele lijnen Een gehandicapte verbetert de sfeer' Binnenland Sprinter ging vooraf aan Light rail Een klein beetje harder, en een vrachwagen valt zomaar om IENSDAG 23 JULI 1997 CPD Geassocieerde Pers Diensti Licht materiaal laat trein vaak en op veel plaatsen voorrijden n S t o lig korte spoorlijntjes in Nederland zijn bestempeld vi onrendabel'. Van één ervan was inmiddels al beslo- dat het een buslijntje wordt, maar de provincie rijssel en minister Jorritsma proberen het alsnog eens 50 orden over de handhaving van de treindienst. 'Light lijkt de oplossing voor het probleem van de dure ex- w tatie van spoorlijnen. Voor de Nederlandse Spoorwe- .Jj komt dat neer op een nieuwe manier van denken: )epken met licht materieel, op regionale lijnen. Licht 'ol erieel, dat niet zo duur in aanschaf is, dat goedkoper koi en zich bovendien goed leent om er in grotere fre quentie mee te rijden. zoek van Talbot een paar maan den proeven mee in ons land en verkondigde bij herhaling dat het vervoermiddel (nog) niet door de NS was gekozen en dat het echt alleen om een test ging. Overigens hebben de Duitse Spoorwegen er al een groot aan tal van besteld. LONKHUYZEN Leeuwarden en Sneek begin dit jaar een kleine, nte trein. Het was geen /aarte, maar een gloed- product van Talbot, de nt. De NS deed er op ver- Treinen zijn van oudsher groot, zwaar en comfortabel. Er bestaan diverse 'maten', maar ze zijn allemaal gebouwd vol gens de beproefde, degelijke constructieopvattingen van de spoorwegen. Bij het nadenken over de toekomst zijn de afgelo pen tijd in Europa projecten ontstaan die tot de verbeelding spraken, zoals mooiere restau ratiewagens, smaakvolle bistro wagens en zelfs zogenoemde 'hoteltreinen'. Technisch werd er ook heel wat gesleuteld: hogesnelheids treinen, kantelbakken en de toepassing van de drukcabine- techniek uit de luchtvaartindus trie. Zo moest de trein de con currentie aangaan met de auto en het vliegtuig en in die cam pagne werden ook stations ver beterd: multifunctioneel, maar vooral leefbaarder gemaakt. Recentelijk richt de aandacht zich steeds meer op het concept van 'light rail': kleine, lichte trei nen. Door hun lagere aanschaf prijs en hun lagere bedrijfskos ten zouden ze de oplossing kunnen zijn voor het probleem van de onrendabele lijnen. Een ander idee om die lijnen renda bel te maken zou zijn de ritfre- quentie te verhogen: kwartiers diensten waar halfuursdiensten waren. Die service is voor reizi gers aantrekkelijk, maar als zo'n traject ook voor andere (snel)treinen wordt gebruikt, kan dat problemen opleveren. Van steeds mooier, sneller en comfortabeler gaat de ontwik keling nu naar doelmatig, fre quent en eenvoudig, maar wel gerieflijk. Eerst ging het om het aantrekkelijk maken van de 'hardware': de treinen en de stations. Nu komt het accent op de 'software': grotere frequentie en een lijnennet zo fijnmazig als maar mogelijk is. Lichter mate rieel moet dat kunnen waarma ken. De lagere exploitatiekosten zijn hierin cruciaal. 'Light rail' is de aanduiding voor een railvoertuig dat welis waar een trein is, maar vaak doet denken aan een luxe uitge vallen tram of bus. De associatie is niet zo gek, want om gewicht (kosten) te verliezen maken de bouwers veel gebruik van de bouwmethoden die in autobus sen worden toegepast. Dat wordt nog verfijnd door zoge naamde modulaire bouw: delen kunnen op verschillende ma nieren worden samengesteld: eenwagen-, tweewagen- of drie- wagenstel. De Talent bijvoor beeld kan geleverd worden met elektrische aandrijving, maar ook met dieselmotoren. De 'Talent' wordt gebouwd in Aken door de 'Waggonfabrik Talbot', die heel veel materieel aan de NS levert. Midden 1995 kwam de eerste uit de fabriek, in 1996 begonnen de proefrit ten. Een echt nieuw concept is het niet. Vooral in Duitsland, maar ook wel in andere landen rijden al heel wat licht uitge voerde treinen op korte trajec ten. Ze hebben allemaal onge veer dezelfde technische karak teristieken: snel optrekken, geen al te hoge topsnelheid, zuinig met energie, gemakkelijk in on derhoud en vriendelijk voor het milieu. De Duitse Spoorwegen hebben al 120 treinen van het type Talent besteld en men heeft er al een scala van andere fabrikaten en typen rijden. Het belang van lichte rail is onder meer af te leiden uit een overheidsstudie naar het open baar vervoer in het midden van de volgende eeuw. Daarin staat dat de ontwikkeling zal gaan in de richting van steeds meer op de individuele reisbehoefte af gestemd openbaar vervoer. Dat wijst op fijnmazige netten, niet te grote, maar graag wel te kop pelen eenheden en liefst op een vrije baan, bijvoorbeeld in eigen tunnels, zoals de metro dat al heeft. Voor het reizigerscomfort biedt de modulaire bouw ook nogal wat mogelijkheden: alle draaistellen krijgen dubbele vering (rubber- en luchtvering), alle voertuigen kunnen naar wens worden ingericht met banken, stoelen, fietsenrekken, enz. Dat biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid een trein in de loop van de dag een ander inte rieur te geven: 's morgen com pacte rijen stoelen voor het fo- renzenvervoer en daarna wat ruimere, comfortabeler opstel ling voor toeristen. De NS heeft plannen om 25 light-railtreinen te kopen. Welk type en in welke configuratie is nog niet besloten. Ook is nog lang niet besloten waar light rail lijnen zullen komen. Vaststaat wel dat er geen light rail trein komt op de lijn Leeuwarden - Sneek-Staveren, want daar rijdt de Wadloper en dat type wordt momenteel helemaal ver nieuwd en gemoderniseerd. Het zal nog 15 jaar mee moeten. De eerste diensten komen waarschijnlijk in de Achterhoek of in Zuid-Limburg, want daar rijden treinen die aan vervan ging toe zijn, zoals de vroeger befaamde 'Blauwe Engel', die nu overigens gewoon geel is. De Randstad en het gebied rond Utrecht hebben ook behoefte aan lichte rail. Er is een akkoord tussen de overheid en de NS dat de on rendabele lijnen in ons land voorlopig gehandhaafd blijven, maar ze moeten wel rendabel worden. Misschien dat een paar lijnen in handen komen van busmaatschappijen. Enkele streekvervoermaatschappijen hebben al laten weten geïnte resseerd te zijn in de exploitatie van spoorlijntjes in hun regio. Zo heeft de NZH voorgesteld om het regionale spoorwegnet ten noorden van het Noordzee kanaal en de spoorlijn Haarlem- Uitgeest te verweven met het streekbusnet om dat in nauwe samenwerking met de NS te ex ploiteren. Voor het zuidelijk deel van de Randstad is een plan in de maak voor koppeling van de stedelijk railnetten (metro en tram) van Rotterdam en Den Haag aan de Hofpleinspoorlijn en de Hoek van Hollancüijn van de NS. In de Leidse regio wordt gedacht aan een railverbinding van Katwijk naar Alphen aan den Rijn, gedeeltelijk via het be staande spoor. Voor het verste delijkte zuiden van Noord-Hol land met Amsterdam, Haarlem, Schiphol en de IJmond zijn plannen voor stadsgewestelijk railvervoer. Daarin kunnen ein delijk ook metro, sneltram, ring- lijn en de 'prik' onder Amster dam door (de Noord-Zuid-lijn) en de verbinding IJmuiden- Haarlem-Schiphol-Weesp hun rol kunnen spelen. Voor al dat regionale verkeer lijkt licht railmaterieel een goe de keus. Helemaal nieuw is een en ander overigens niet. De al jaren bekende 'Sprinters' van de NS zijn lichte treinen die ooit zijn ontworpen om dienst te doen op het Amsterdamse me tronet. Het formaat van de tun nelbuizen was daarop afge stemd. Uiteindelijk konden de gemeente Amsterdam en de NS het niet eens worden, anders hadden we ruim twintig jaar ge leden al een samengaan van metro en stadsgewestelijk NS- verkeer meegemaakt. In de Haagse satellietstad Zoetermeer verzorgen de NS-Sprinters het stedelijk openbaar vervoer. RIEN POLDERMAN orthodoxe aanpak IJsselbrug maakt einde aan bierdoppen plakken MUIDEN «JAN SMIT [ehandicapte bestaat niet. een, ook iemand met een verstandelijke handicap, hikt over de nodige talen- Hulpverleners moeten het ld opbrengen om die te sti- len. Alleen zo kan er een komen aan de bemoede- ran de gehandicapte, rard van der Ziel, hoofd dagcentrum De IJsselbrug (Overijsselse IJsselmuiden. het niet genoeg benadruk - de maatschappij moet op- len verstandelijk en licha- gehandicapten te isole- Die kunnen veel meer dan eeste mensen denken. ,,Als ideren nooit leert zelfstan- worden, leren ze het ook der Ziel kan bogen op ja- mge ervaring in de hulpver- ig. Hij werkte onder meer n gezinsvervangend tehuis Gelderse Hattem en zes- jaar in De Ambelt in Zwolle, orthopedagogisch centrum moeilijk opvoedbare jon- l Sinds drie jaar heeft hij iding over De IJsselbrug. zijn komst schrok hij zich •Het leek hier wel een cre- irium. Bezoekers vulden jen met koffiedrinken, (roomden toe als de bel Dat deed mij denken de periode dat ik in Honga- ferkte in een tehuis voor zi erkinderen. Die zwierven 'n der over het terrein. Ze ïn een keer per dag eten; brood in emmers. Een har- eng lokte ze naar de trog." middels is de situatie op De brug drastisch gewijzigd, erm bezoeker is geschrapt, dagverblijf kent alleen nog 'medewerkers. Die maken op allerlei manieren ver gelijk voor de maatschap- kunnen aan de slag op drillende projecten. Eén de bekendste is het voet- over de IJssel bij Zalk. Ge- icapten runnen het pondje ddels twee jaar zonder pro- >en. Van der Ziel: „In eerste ntie verklaarde iedereen ;ek. Zelfs het ministe- Op een wel heel speciaal zadel kan Saskia een keer per week paardrijden. rie hing afkeurend aan de lijn. Maar na een werkbezoek zijn ze inmiddels om." Naast het voetveer heeft De IJsselbrug een eigen kwekerij (De Stormgieter), een manege, een fabriek in Dalfsen en - bin nenkort - een dierenverblijf (het Zoddepark). Verder kunnen de gehandicapten aan de slag in het dagverblijf. Daar verrichten zij de meeste administratieve en huishoudelijke werkzaamheden zelf. Ook is er intern een com puteropleiding. De ervaring die gehandicap ten zo opdoen, maakt sommi gen rijp voor een functie in de maatschappij. Die doorstro ming lukt aardig, al houdt de animo bij het bedrijfsleven niet over. „Onterecht". meent Van der Ziel. „Een gehandicapte verbetert de sfeer. Mensen krij gen meer zorg voor elkaar. Bo vendien komen werkgevers die een gehandicapte in dienst ne men voor een smak subsidie in aanmerking." Van der Ziels onorthodoxe aanpak stuit echter ook op weerstand. Ouders vragen zich af of hun kinderen nog wel ge handicapt mogen zijn. Krijgen ze niet teveel verantwoordelijk heid? Loopt de uitkering geen gevaar? Kwekers uit de omge ving vreesden concurrentiever valsing. De zorgmanager gaf ze gelijk. Met die toevoeging dat ze de gehandicapten dan maar zelf in dienst moesten nemen. Dat argument sneed hout. Inmid dels werkt De Stormgieter zelfs veel in opdracht van diezelfde kwekers. Overigens is Van der Ziel zich er terdege van bewust dat ge handicapten niet alles kunnen. Daarom zijn op alle locaties deskundigen aanwezig. De eindverantwoordelijkheid ligt echter bij de medewerkers. Zo moet het Zalker voetveer bin nen enkele jaren op eigen be nen staan. Met een gehandicap te als directeur. Die huurt ver volgens extern deskundigheid in. Ook die opzet stuit op kritiek. Van der Ziel krijgt tot in den treure te horen wat er allemaal fout kan gaan. Veel trekt hij zich daarvan niet aan. „Wat heb ik te verliezen? Ik ga alleen af als ik het niet probeer. Dan zat ieder een hier nu nog steeds bierdop pen te plakken. Ze kunnen mij hooguit ontslaan. Steun vindt hij bij de vele po sitieve reacties vanuit het hele land. Van collega-hulpverleners, maar ook van gehandicapten. Zo bestaat er voor de manege een lange wachtlijst. Om die weg te werken gaat het paardrij- centrum binnenkort aanzienlijk uitbreiden. Van der Ziel put veel energie uit zijn werk. Maar hij zal zich niet op de borst kloppen. „Op complimenten zit ik niet te wachten. Ik heb mij altijd inge zet voor mensen die op één of andere manier vastzitten. Met de nadruk op helpen. Uiteinde lijk zijn het de medewerkers die het hem doen." DEN HAAG MAAIKE OPPIER Twee vrachtwagens per week vallen er in Ne derland om. Een keer in de twee weken gebeurt dat op de grote weg, met alle fileproblemen van dien. Aanpak van het wankele evenwicht tussen comfort in de cabine en veiligheid is nodig. 'Een gekantelde vrachtwagen is de oorzaak van deze file'. Een mededeling die nogal eens voorkomt in de verkeersinformatie. Naar schat ting zelfs één keer in de twee weken. Want uit onderzoek van de moeizaam beschikbare cijfers valt op te maken dat er gemiddeld twee vracht wagens per week in Nederland kantelen, met eens in de twee weken eentje op de grote weg. De file- en veiligheidsproblemen die dat ople veren. zijn enorm. Een file na een gekantelde vrachtauto duurt gemiddeld twee uur en heeft een gemiddelde lengte van vijf kilometer. De schade in geld is niet berekend, maar files in het algemeen kosten jaarlijks miljoenen. Een vrachtwagen valt niet zomaar om, zou je denken, maar niets is minder waar. Vaak maakt de verhoging van de snelheid met maar een paar kilometer per uur uit of een vrachtwagen om gaat of niet. En als hij eenmaal gaat (vaak in bochten), is hij niet meer te corrigeren. Het aanvoelen van dit kritieke punt is voor de chauffeur ontzettend moeilijk. Om het zware werk van de chauffeurs zo comfortabel mogelijk te maken, is de vering in de voertuigen steeds verder uitgebreid en verbeterd. „Daardoor is het gevoel dat de chauffeur heeft met het voertuig enorm afgenomen", zegt ir. Boudewijn Hoog- velt van de afdeling Voertuig Dynamica van TNO Wegtransport die onderzoek heeft gedaan naar het fenomeen kantelende vrachtwagens. Gebleken is volgens Hoogvelt dat kantelen op elk moment van de dag of nacht kan voorko men. Ook onder normale omstandigheden: dro ge weg in goede conditie. Ook de leeftijd of er varing van de chauffeur speelt geen rol. Wel blijkt de gereden snelheid en concentratieverlies bij de chauffeur door afleiding of vermoeidheid mee te spelen. „De informatie over de toestand van het voertuig dringt nauwelijks of te laat door in de cabine, omdat het comfort in de ca bine hoog is. Er zit vering in het chassis, in de cabine en de bestuurdersstoel". Als wetenschapper is Hoogvelt voorzichtig met het gebruik van cijfers. „We hebben die uit verschillende bronnen moeten putten. Uit pro cessen-verbaal uit '94-'95, enquêtes onder transporteurs en via ongeval-specialisten in de politieregio's. Lang niet alle kantelongevallen worden geregistreerd. We spreken van schattin gen". Ook over de oorzaken is Hoogvelt terug houdend in zijn oordeel, maar een aantal be langrijke factoren is wel naar voren gekomen. „Bochten, uitwijken, een afgeleide bestuurder, snelheid en de berm. In het algemeen kan wor den gesteld dat het vaak niet één enkele oorzaak betreft, maar een combinatie van factoren die elkaar meestal versterken. De combinatie 'snel heid en bocht' heeft een belangrijke invloed op (het voorkomen van) zulke ongelukken. Net als de hoogte van het zwaartepunt. Bijna alle voer tuigen die bij een kantelongeval betrokken zijn geraakt, waren vol beladen. Er is geen verschil gevonden tussen voertuigen met luchtvering of bladveren". De ongelukken die er gebeuren, zijn veelal eenzijdig; bij een op de zeven van zulke onge lukken valt een gewonde of een dode. Het ministerie van verkeer en waterstaat, maar ook de vervoersbranche zelf heeft belang bij het oplossen van de problemen. In het rap port van Hoogvelt, dat inmiddels bij het minis terie ligt en waarover de minister een aanbeve ling moet doen, suggereert hij chauffeurs perio diek een speciale opleiding te geven. „Vergelijk het met een slipcursus voor particulieren. De chauffeurs hoeven niet opnieuw te leren rijden, maar om meer voeling te krijgen met hun voer tuig en te ervaren hoe een vrachtwagen aan voelt die op het punt staat te kantelen. Er zijn rijscholen die dit soort vrachtwagens met zij- wielen beschikbaar hebben". Ook de infrastructuur zou moeten worden aangepast. „Bochten indelen in categorieën naar zwaarte en overzicht bij voorbeeld". Ook de regelgeving verdient aandacht. „Regels met betrekking tot kantel-stabiliteit van zwaar ver keer moeten op korte termijn worden ontwik keld en ingevoerd. Er is nu al een richtlijn voor tankwagens met gevaarlijke stoffen in ontwikke ling. Maar er is geen duidelijk regelgeving met betrekking tot stuwage. Hier moet zeker naar gekeken worden Rij-simulator Hoogvelt zelf zou het liefst een rij-simulator ontwikkelen, waarin alle kritische situaties kun nen worden nagebootst. „Net zoals in een vlieg- simulator voel je daarin alle bewegingen. Het gaat dan om een cabine die rolt, zwenkt en alle kanten uit kan. TNO Technische Menskunde heeft een simulator, maar die is niet totaal be weeglijk". Ook is er een waarschuwingssysteem in ont wikkeling. Dat systeem moet de chauffeur aan geven dat hij een bocht te hard ingaat. „Dit kan- tel-waarschuwingssysteem is een uitbreiding van het kantel-monitor-systeem dat wij samen met BK-Gas hebben ontwikkeld". Gezien de moeite waarmee Hoogvelt aan zijn gegevens over de ongelukken kwam (een kaart van Nederland waarop hij en zijn collega's op eigen initiatief in '93-'94 met spelden aangaven waar volgens de radio een kantelongeluk was gebeurd, getuigt daar nog van), pleit hij ook voor betere registratie van ongevallen en een vervolgonderzoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 7