Bezeten van (Dutch) swing 7 Lichtvoetig 135 ZATERDAG 12 JUL11997 /Vinter op trombone en Wim Vreeburg op klarinet begeleiden live de cd in café Van Egmond. Ludo Deckers (links) luistert. FOTO UNITED PHOTOS DE BOER/ROB HENDRIKS Als het verleden toekomst heeft in de jazz, zoals de deelnemers aan het North Sea Jazzfestival beweren, dan zit de Flying Dutchman Jazzband geramd. Het orkest wil de sound van I de Dutch Swing College Band uit de jaren zestig laten herleven. Dat lukt 'heel aardig volgens Dé Kaart, de legendarische trompettist van de 'oude' Dutch Swing. Het klinkt als muziek in de oren van de bandleiders, Haarlemmer Hans de Winter en Ixidenaar Wim Vreeburg, met zijn 50 jaar de meest bezeten I jazzfreak van de groep. Hij speelt in vijf bands 'tegelijk' en is niet van plan er eentje op te geven. „Tenzij dit orkest het echt I gaat maken en ik moet kiezen. omaar een zomeravond in café Van Eg- A mond in Haarlem. Aan de bar schuift Hans de Winter zijn trombone in elkaar. Wil je die cd even laten horen?, vraagt hij aan de eigenaar. Vlak na het bevestigende antwoord golft dixieland muziek door het bruine etablissement aan de Kleine Houtstraat. De Winter zet de trombone aan zijn mond en begint mee te spelen. Binnen no time weet de Haarlemmer zich daarbij in de rug gesteund door de maten die met hem mee zijn gekomen. Wim Vree burg onüokt klaterende klanken aan de klarinet, ter wijl Koos van der Hout en Ludo Deckers alleen rit misch kunnen meebewegen omdat ze trompet en contrabas niet bij zich hebben. Volkomen onverwacht deint café Van Egmond een kwartiertje lang op de tonen van musici die twee da gen eerder in Hilversum hebben meegewerkt aan de opnamen voor het demootje, „dat alleen bedoeld is voor promotie-doeleinden. Om toekomstige op drachtgevers te laten horen hoe we klinken." Dat die vermoedelijk nu even niet aanwezig zijn in de uit spanning van de voormalige Telstar-voetballer in het centrum van de stad, doet niet ter zake. Gepromoot wordt: de Flying Dutchman Jazz band die meteen na de start in de huidige zevenmans be zetting een aparte toon heeft gevonden. In de sound en bij het afficheren van de eigen kwaliteiten. „Doel stelling is de muziek die de Dutch Swing College Band speelde in het begin van de jaren zestig in ere te houden en te spelen in de originele bezetting en ar rangementen", meldt het info-A4tje over de band. Het zou als ronkende reclame voor het zoveelste imitatie-orkest kunnen worden afgedaan, als niet een 'levende legende' in zou staan voor de juistheid van die mededeling. „De muziek lijkt er echt op", zegt Dé Kaart die dat als geen ander kan weten, omdat hij sa men met wijlen zijn broer Dick in genoemde periode ('62-'67) deel uitmaakte van de Dutch Swing. Dé Kaart, 63 inmiddels en 'de beste trompettist die Nederland ooit heeft gehad' - de kwalificatie is van Wim Vreeburg en Hans de Winter - mag af en toe nog graag een deuntje meeblazen in allerhande orkesten en jamt ook weieens spontaan in Haarlemse kroegen met de twee die hem zo 'aardig' typeren. Die donder dagavond bij Van Egmond is hij er weliswaar niet, maar hij kan zijn mening op genoeg andere sessies baseren. „Stilistisch is er natuurlijk wel enig verschil, maar ze brengen het aardig met die twee klarinetten. Dat was een van de kenmerken van de Dutch Swing van destijds. Deze jongens kunnen het gaan maken." Wereldband Zulk nieuws reist snel door het jazz-circuit. De Flying Dutchman Jazz Band (herkenningsmelodie: de KLM- mars) wordt dan ook veel gewaagd, stond vorige week zaterdag op het Heineken-festival in Noordwijk, wolijkt her en der feesten en braderieën op en be klimt op 16 of 17 augustus het grote podium tijdens Haarlem Jazzstad. Voor de nabije toekomst liggen er bovendien uitnodigingen om te komen spelen op St Maarten en in Nigeria, waar al eens eerder vier dagen werd opgetreden. „Het is echt een wereldband", lacht Wim Vreeburg die samen met Hans de Winter als aanspreekpunt fungeert. „Voor veel musici is het een droom op het North Sea Jazzfestival in Den Haag te staan en dat zou ik natuurlijk ook prachtig vinden, maar zo heel erg nodig hoeft dat nu ook weer niet. Mijn dromen worden al vervuld. Dankzij dat soort reisjes als naar Nigeria." Vreeburg, in het dagelijks leven fotograaf in dienst van de Leidse universiteit, is tijdens een muzikale trip vorig jaar geboeid geraakt door de primitieve cultuur in Noord-Nigeria en wil op persoonlijke titel terug om een reportage te maken. Dat is op z'n minst op merkelijk omdat hij zijn leven lang slechts één hobby heeft gekend: muziek maken op klarinet of saxofoon. Als tiener begonnen bij de Leidse Bakerstreet Jazz band, rolde hij via de Haarlem Hotpeppers en Harry's Jazz en Bluesband echt het wereldje binnen met rei zen langs de nationale en internationale (Polen, Spanje) podia. Zonder ooit les te hebben gehad - „ik fröbelde maar wat voor mezelf' - speelde hij samen met onder anderen Louis van Dijk en was hij overal te vinden waar wat te leren viel. „Ik nam mijn klari net mee op zakenreizen en vakanties en stapte dan zo een kroeg in om te jammen." Waar het de muziek betreft beschikt de vijftiger nu nog over een vlijt die zelfs bij mieren zelden wordt aangetroffen. Laat staan bij zijn collega's die een stemmig beamen dat hij het wel 'erg bont' maakt met zijn passie voor de jazzmuziek. Vreeburg speelt in vijf orkesten tegelijk. Zoals daar zijn: de Sweetwood Dixie Stompers uit Zoeterwoude en de Leidse Saloonband waarmee hij iets meer dan incidenteel aantreedt. In het Heelkunde Combo, ontstaan op het Academisch Ziekenhuis Leiden, vertoeft hij onder professoren en dixieland spelende chirurgen en hij voert bovendien zijn Freeburg Five over de golven van de mainstream. Tussen alle oefenavonden en optredens door is hij dan ook nog weieens een zondagje thuis bij zijn wouw, in Zoeterwoude. Daar zegt hij dat hij zelf het spelen in de Flying Dutchman Band prefereert. „Muzikaal-technisch gezien is dat toch het hoogte punt", meldt hij over de formatie waarin Rijnsburger Maarten Rooderkerk op z'n banjo mee tokkelt. Onder meer voor KLM-personeel, zoals een paar maanden geleden voor 4000 man van de technische dienst. Ervaring Niet zo weemd dat laatste, nu mede-bandoprichter Hans de Winter (37) in dienst is van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij, als audio-visueel medewer ker. Zoals ook niet zo weemd is dat het betrekkelijk jonge orkest al zo snel en demootje heeft gemaakt: De Winter beschikt over de apparatuur om die zelf te produceren. „En afgezien daarvan kennen alle man nen die in deze band spelen, de studio's", zegt De Winter die trombone-les kreeg van Dick Kaart. „Het zijn allemaal amateurs, maar dan wel amateurs met een brok ervaring. Ze weten waar ze moeten zijn en hebben er bijna allemaal al een keer gestaan. Met de Downtown Jazz band (waarin trompettist Van der Hout speelt) en de Harbour Jazz band (Deckers), bij voorbeeld." De passie voor de inspirerende jaren zestig klanken van The Dutch Swing College, verenigt de zeven. Van hen staat slagwerker Frits Lauwerens bekend als de grootste Dutch Swingkenner en verzamelaar van Ne derland. Hij heeft ook cd's van de 'oude' band uitge bracht, in samenwerking met de weduwe van Peter Schilperoort. De nieuwe Dutch Swing, nog altijd het enige beroepsorkest in Nederland, kan ze iets minder bekoren. „Het speelt heel professioneel, hoor. Maar het plezier spettert er niet meer vanaf, zoals in de ja ren zestig. Destijds waren ze ook al beroeps, maar te gelijkertijd waren ze idealisten", geeft De Winter als zijn mening. „Dat zijn wij ook. We hebben natuurlijk niet de intentie de nieuwe Dutch Swing weg te spe len. Zouden we technisch niet eens kunnen. Nee, ons ideaal is te spelen met het plezier en in de stijl van de Dutch van toen." Die stijl wil de band overigens niet klakkeloos imi teren. „We volgen een paar hoofdlijnen en voor het overige volgen we onszelf', aldus De Winter. „Daar door laten we ruimte voor verrassende wendingen in de arrangementen en daardoor kun je ook meer en thousiasme in de muziek leggen." De sound van de 'oude' Dutch stond voorop bij de formatie van de band - tweede uitgangspunt was het samenstellen van een 'klasse-orkest boven het schnabbelcircuit' in Nederland. Dat circuit draait al jaren in een soort vicieuze cirkel, via de zogenaamde belorkesten die telefonisch worden samengesteld voor de gelegenheid. „Je komt steeds dezelfde men sen tegen in steeds andere bands", legt banjo- en gi taarspeler Maarten Rooderkerk uit. „Er zijn maar heel weinig orkesten die jarenlang dezelfde bezetting hou den, want de notoire schnabbelaars willen niet repe teren. Die haken af op het moment dat de anderen dat gaan doen. Dus heb je dan weer nieuwe mensen nodig. Aan de ene kant krijg je daardoor een laag mu zikanten die overal inzetbaar is. Aan de andere kant kun je daar wat gemakkelijker bovenuit steken als je wel wilt repeteren en investeren in dezelfde bezet ting." En dat willen de leden van de Flying Dutchman- band, die gerecruteerd zijn uit de hele Randstad, zon der uitzondering. In het besef dat er altijd wel een publiek voor dit soort muziek zal blijven. „Geen me- ga-publiek. Maar een bepaalde groep mensen zal de ze sound altijd wel leuk blijven vinden", weet contra bassist Ludo Deckers (wiskundeleraar in Den Haag). Om die te plezieren wensen ze de handen volledig vrij te houden. Daarom is de band op zoek naar een professioneel agent. „Als die erachter gaat staan dan kun je het gaan maken met dit orkest", is de geza menlijke overtuiging van de musici. „Dan kan dit echt een toporkest worden." Amateur „Maar zelfs als het dat wordt, blijf ik amateur", be toogt Wim Vreeburg, „Ik zou er nooit mijn beroep van willen maken. Als je veel gaat rondreizen, raak je gesloopt en geïsoleerd van het normale leven. En ik ben nu al zo weinig thuis, met die vijf bands. Daar wil ik er ook niet een van opgeven. Dat doe ik alleen als het niet anders kan. Als ik moet kiezen." Waar zijn voorkeur dan naar uitgaat, geeft hij niet alleen aan in woorden ('deze band is uniek'), maar ook in daden. Zelfs op zomaar een avond in café Vein Egmond straalt het enthousiasme er vanaf als hij de cd-muziek live begeleidt, samen met Hans de Winter. De klanken van zijn klarinet zwepen iedere gast op die zijn oren niet alleen heeft om zijn hoofd in even wicht te houden. En twee dagen later pendelt Vree burg opgeruimd heen en weer tussen een optreden met het Heelkunde combo in Hilversum en Noord- wijk, waar hij met de Flying Dutchman Jazz Band op een buitenpodium speelt. Hij heeft het er voor over. „Want ik ben bezeten van swing, daarmee speel je al les van je af." Ook Dé Kaart, in Hilversum toevallig invaller in het Combo van chirurgen, is het fanatisme van Vreeburg opgevallen. „Die lange is heel enthousiast en produ ceert een lekker rauw geluid", zegt Kaart wiens me ning door de bandleden zeer op prijs wordt gesteld. De man was ten slotte zo bekend dat Ben Webster in Europa alleen met hem als trompettist wilde werken. „De nummers op de cd klinken ook heel aardig", oordeelt Kaart tussen het uitdeuken van een saxo foon door. „Ik ben bezig een aantal instrumenten op te knappen, daarom was ik er die avond bij Van Eg mond niet. Maar De Winter heeft me die cd apart la ten horen. Als die mannen een beetje gaan repeteren, kunnen ze heel aardig in de buurt komen. Dan wor den het waardige opvolgers van de oude Dutch Swing." Sommige mensen hebben een lie velingswoord. Een woord dat ze het mooist vinden van allemaal, een troetelwoord. Andere mensen heb ben daar nooit over nagedacht, en als hun gevraagd wordt naar hun lievelingswoord, dan weten ze niks. Of ze vullen zomaar wat geks in, zoals 'liefde' of 'sperzieboon'. Wat mij betreft, ik ben nogal gesteld op het woord 'lichtvoetig'. Het is een prettig woord, 'lichtvoetig', vind ik. Het ziet er aardig uit, en het slaat op een belangrijke eigenschap, die overigens sterk ondergewaardeerd is. Ik kom daar nog op terug. Eerst even iets over taalverandering. Over de oorzaken van taalverandering is al veel nagedacht. Taal verandert, maar hoe komt dat? Daar zijn dikke boeken over ge schreven. Soms is het invloed van andere talen, soms is het vereenvoudiging van nut teloos geworden uitzonderingen, soms is het een extra bijzonderheid om zich te on derscheiden van anderen. Efficiënt met re gels omspringen, psychologisch gemoti veerde aanpassingen, logische analogieën, sociaal bepaalde behoefte om net als ande ren te spreken of juist op te vallen door af wijkend taalgebruik. Op z'n tijd komen al die dingen wel eens voor. In de handboe ken is er al heel wat over geschreven. Maar nergens ben ik in de vakliteratuur tegenge komen dat ook smakeloosheid en ontuchti ge gedachten oorzaak kunnen zijn van taal verandering. Daar gaat het vandaag over. We beginnen met het woord 'lichtvoetig'. Mijn lievelingswoord dus. Een van de dingen die ik er zo aardig aan vind, behalve de betekenis, is hoe het is opgebouwd. Het is beeldspraak. Ook schoenmaat 47 kan lichtvoetig zijn, want zelfs de grootste strijk ijzers kunnen huppelen. Het is qua beeld spraakvergelijkbaar met volmondig, hard nekkig, loslippig, wijsneuzig, openhartig en hardhandig. Verstandig mag natuurlijk niet meedoen. Evenmin als gelijkbenig, maar dat komt doordat het enkel letterlijk wordt genomen, en niet van mensen wordt ge zegd maar van driehoeken. Lichtvoetig heeft echter behalve de beeldspraak ook zijn charmante betekenis. Vroeger hoorde in dit rijtje ook 'rondbor stig'. Dat was 'oprecht, openhartig, niet achterhoudend'. Vroeger. Het was ook beeldspraak. Net zo min als schoenmaat 47 een beletsel was voor lichtvoetigheid, was cup AA of minder dat voor rondborstigheid. Vroeger dus. Want het woord rondborstig heeft een proces van verletterlijking doorge maakt, wat zelden gebeurt. Meestal zie je dat woorden naast hun letterlijke betekenis er ook een figuurlijke bij krijgen. Bij rond borstig ging het andersom. Daar moeten dus bijzondere oorzaken voor zijn. Volgens mij: smakeloosheid en ontuchtige gedach- Het woord wordt tegenwoordig enkel nog letterlijk gebruikt: een rondborstige Van Mierlo, Jospin of Tony Blair geeft nu aanlei ding tot gegniffel. We lezen het enkel nog in contexten als 'rondborstige dames' of'deze rondborstige actrice'. Het moet begonnen zijn als een woordspeling. Lang geleden zal het eens grappig geweest zijn. Maar het ver mogen om een u-oordspeling te bedenken is nu eenmaal zeldzamer dan de belangstel ling voor tieten. En zo komt het dat veel mensen die maar aan één ding kunnen denken, nou ja eigenlijk aan twee, de sma keloosheid hebben om het meer dan afge zaagde grapje steeds opnieuw te herhalen. Als het grappige eraf is. heeft 'rondborstig' gewoon een nieuwe betekenis. Wie de vroegere betekenis ervan nog kent, zal zich wel hoeden het woord nog zo te ge bruiken. Niemand geeft graag aanleiding tot gegniffel. Dat borsten een graag gezien aspect zijn van veel vrouwen, wil ik niet ontkennen. Wie daar openhartig voor uit komt, kan rekenen op mijn warme bijval. Maar zij die zich laf verschuilen achter ran zig plagiaat, zijn degenen die deze taal verandering teweeg brachten. Met het woord 'lichtvoetig' zal zo'n ver letterlijking waarschijnlijk niet gebeu ren. De letterlijke betekenis, ook al is het maar maatje 36, heeft met associaties als zweetpatatten, eksterogen en tenenkaas on tegenzeggelijk minder aantrekkelijks. Heer lijk! Daardoor zal ik mijn lievelingswoord nog heel lang kunnen hebben. En mocht het, onverhoopt, toch ook be smet raken, je weet maar nooit, alles lijkt mogelijk, je kunt het zo gek niet bedenken, er zijn al heel wat woorden op deze manier ten onder gegaan en onttrokken aan de ge wone taal, want smakeloosheid en onzedige gedachten zijn alom. dan neem ik gewoon een ander lievelingswoord. Ik weet op 't ogenblik nog niet welk, maar dat zien we dan wel weer. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 39