Jean wil
niet
vergelijken
I
Cliënten eten zalm in huiselijke sfeer
ZATERDAG 12 JUL11997
op afstand. Jean Nelissen als tv-kijker in het torenkamertje van Chateau Neercanne. „De NOS heeft gezegd: 'We moeten geen oud mannenhuis worden, maar jongere verslaggevers een
yen'. Prima hoor, om de jeugd een kans te geven, maar laat ze ervoor knokken zoals ik ook heb gedaan." foto cpd frits widdershoven
ur de France-commentator op afstand
erf* ij lijkt wel dood, zoveel aan-
«1 I dacht valt hem ten deel. Zoveel
lof ook. „Het zijn bijna liefdes-
61 ngen". zegt Jean Nelissen. Hij draait
e wagen de oprit op van restaurant
Neercanne. In de torenkamer is spe-
or 'meneer Nelissen' een televisietoe-
ilaatst. waar we samen een etappe
Dlgen. Nelissen wil thuis geen jouma-
ver de vloer. Die gaan dan zijn huis
ven en dat wil hij niet.
jaar heeft hij in een kasteeltje ge
waar waakhond Jindor ('De schrik
[Seulvallei') de wacht hield. Het beest
Bt met zoveel overgave dat Nelissen
kilt of bloemetje meer kreeg bezorgd,
jet over de grens, in België, een kas-
p iw werd vermoord, gooiden Nelissen
echtgenote de slotdeur achter zich
J|Het landgoed was onmogelijk te be-
en ik heb geen zin om voortdurend
n te kijken. Het beste wat je kunt
onze maatschappij is zo anoniem
eleven."
;zoekt hij alleen nog kastelen. „Dag
Nelissen, ik mis u stem," zegt een
v aan de lunch als Jean passeert op
Ir de torenkamer. De gastheer schudt
hand en de directeur informeert hoe
hem gaat. Iedereen kent 'De onder
van Limburg'. Ze kennen hem als
st, schrijver van (tien) boeken, kas-
of regelaar. Als er moest worden be-
tussen een club en een voetballer,
hulp van Nelissen ingeroepen. Dat
heeft-ie van zijn opa. „Die was voor-
n zo ongeveer alle verenigingen in
veelheid van hoedanigheden heeft
rijk en machtig Nederland ontmoet,
ehouden trots vertelt hij over de
lige premier Van Agt, die ooit een
- I bij hem verbleef. Over hoe hij Den
de sigaar heeft geholpen. Over de
irs in zijn kennissenkring met wie hij
zijn leven zou willen ruilen uit
vrijheid te verliezen. Tegelijkertijd
voelt hij zich gevleid als iemand schrijft dat
hij 'De taal van de armen spreekt'. „Ja. ik ben
een vat vol tegenstrijdigheden."
Hij hangt zijn dure Italiaanse colbert over
de stoel en steekt een sigaar op. „Ik hou er
niet van om met een shaggie achteraf te zit
ten. Ooit kreeg ik in een café whiskey ge
schonken in een limonadeglas met daarop de
lettere Hero. Daar ben ik dus nooit meer te
ruggeweest."
Zijn hang naar wat hij zelf 'Het goede le
ven' noemt, heeft hij niet van zijn ouders.
Met een vader die werkte bij de staatsmijnen
was het thuis geen vetpot. „Maar ik herken
dat gevoel bij mijn opa en heb het verder ge
cultiveerd in Frankrijk. Als je geen ellende
hebt gekend, weet je ook geen welstand te
waarderen. Mijn eerste autootje bij voor
beeld. Daar heb ik meer achter gelopen, dan
ik erin heb gezeten. Daarom waardeer ik nu
dat ik in een aardige auto zit."
Buiten glooit het Limburgse Jandschap.
Binnen raast een peloton renners over het
beeldscherm. „Zie je die omgeving? In welke
sport zie je dat nou? Tafeltennis? Volleybal?
Tennis? Nee! Die prachtige kastelen aan de
Loire krijg je er allemaal gratis bij. Dit is het
enige toeristische programma dat je in een
jaar ziet. Het is veel beter dan dat van Frits
Bom op zijn vieze stranden met half blote
en half dronken mannen."
commentaar hoorbaar. „Dat is mijn collega.
Zat altijd naast ons, 65 jaar oud."
Nelissen is niet verbitterd dat hij er niet bij
is, maar de reden waarom steekt hem wel.
„De NOS heeft gezegd: 'We moeten geen oud
mannenhuis worden, maar jongere verslag
gevers een kans geven'." En zo kwam er een
einde aan het Tour-televisiewerk van Jean
Nelissen, zestig jaar jong. Nelissen: „Prima
hoor, om de jeugd een kans te geven, maar
laat ze ervoor knokken zoals ik ook heb ge
daan. Plaatsmaken voor de jeugd...
Je hoort toch niet anders meer in deze
maatschappij? Typisch Nederlands om alles
aan leeftijd op te hangen. Als je achttien bent,
mag je je rijbewijs halen en als je zestig bent,
ben je een ouwe lui. Een schilder of pianist
stopt toch ook niet op z'n zestigste of vijfen
zestigste verjaardag? Creatieve beroepen
moeten niet gebonden zijn aan leeftijd, maar
aan prestatie. Welnu, ik heb nog van nie
mand gehoord dat het daar aan schort. Ster
ker nog: ik heb het gevoel dat ik gemakkelij
ker verhaal dan vijfentwintig jaar geleden.
niet verbitterd
Of nu de brug van Saint Nazaire in beeld
komt, een ploegleider of rennen Nelissen le
vert bij elk plaatje een verhaal. „Ik heb een
filmisch geheugen met beelden en verhalen
van dertig jaar." En hij vertelt over de onfor
tuinlijke val van een Colombiaan. Over boze
boeren die uit protest tegen de lage varkens-
prijzen levende biggen onder de wagens
gooiden. „Bij een Tour de France hoort geen
vlak commentaar, maar emotie. Want de
Tour heeft een grote mate van artisticiteit.
Het is geen dom gebonk op pedalen."
Als Mart Smeets en Herbert Dijkstra even
stil zijn, is op de achtergrond het Italiaanse
Hij wil afgerekend worden op zijn kunde en niet -
wat de NOS deed - op zijn leeftijd. 'Creatieve
beroepen moeten niet gebonden zijti aan leeftijd,
maar aan prestatie'. Sportcommentator Jean
Nelissen volgt voor het eerst in dertig jaar de
Ronde van Frankrijk vanuithuis. De
omroepstichting vond hem te oud (60 jaar)
geworden. Als pleister op de wonde bood de NOS
hem een verzorgde reis aan naar de Tour. „Maar
ik ga daar niet rondlopen als een halve zool die de
koers niet kan missen.
door MONIQUE DE KNEGT
Door de kennis en routine kost het me min
der moeite."
Zijn ogen zien alles. Een pleister op de elle
boog, een plasser uit de broek. Het onzicht
bare, de afspraken en dubbele agenda's,
maakt de spon alleen maar boeiender. „Wiel
rennen is de maatschappij ten voeten uit. Het
is een perfecte persiflage van de samenleving
waarin ook talloze afspraken in achterkamer
tjes worden gemaakt. Het is een jungle waar
in je honderd keer wordt geflikt. Maar als je
wint, ben je een held. Ik heb Nederlanders in
de 'Acht van Chaam' de grond zien kussen
waarop Jan Janssen liep."
De eenzame renner die op vlak terrein voor
het peloton uitploetert, mag geen naam heb
ben. „Die redt het natuurlijk nooit. Maar dan
heeft-ie toch anderhalf uur de naam van de
sponsor in beeld gebracht. Weet je wat dertig
seconden reclamezendtijd kost?" Ondertus
sen filosoferen Smeets en Dijkstra over de ve
le valpartijen in de tour. Nelissen schudt het
hoofd. „Zeker zo belangrijk zijn de smalle D-
weggetjes waar de karavaan naar verwezen is
Herinnering aan de Tour-tijd van Jean Nelissen. Achter de NOS-monitor
met - natuurlijk - Mart Smeets. foto archief anp
en de kakefonie van geluiden. Motoren, heli
kopters en toeschouwers vertroebelen de
waarneming. Een valpartij vooraan in het pe
loton hoor je niet meer, zodat je te laat rea
geert."
Hij wil zijn collega's niet afvallen en vindt
dat zijn opvolger het 'niet slecht' doet. Maar
anders. En dat is logisch. „Ik kom uit Lim
burg, hij uit Drente. Ik heb dertig jaar erva
ring, talloze verhalen geschreven en tien boe
ken. Het is oneerlijk ons te vergelijken."
Werk genoeg
Hij doet niet moeilijk over zijn ijdelheid.
„Zijn er mensen op vooruitgeschoven posi
ties die nederig zijn? Zonder een gezond por
tie eigenliefde kom je niet zo ver."
Hij is niet vies van reclameboodschappen
en vraagt gerust vijfduizend gulden voor een
half uurtje praten voor een gezelschap dat
hem eigenlijk niet zint. Gehandicapten krij
gen een gratis optreden. „Maar ik ben altijd
journalist gebleven. Onafhankelijk, niet om te
kopen. Een journalist die zijn onafhankelijk
heid verliest, is zijn vak onwaardig."
Tour of geen tour, Nelissen heeft het 'hart
stikke druk'. „Ook als ik een dag blanco be
gin, krijg ik binnen een uur drie faxen en vijf
telefoontjes en zit ik in een pandemonium
van alles en nog wat. Laatst weer een uitgever
die wil dat ik m'n herinneringen opteken."
Tijd voor vrienden of hobby's heeft hij niet of
nauwelijks. De twee maanden geleden aan
geschafte mountainbike staat tot zijn schan
de stil. Zijn vrouw klaagt niet over de lange
werkweken, want ze is er aan gewend. „Het is
hetzelfde als je bent getrouwd met een zee
man. Je weet dat-ie uitvaart. Ik heb zomers
gehad dat ik van wieier- naar wielerronde
reisde en slechts twee weekends thuis was.
Een creatief vak is nu eenmaal niet aan kan
toortijden gebonden. Ik heb me wel eens op
m'n eigen verjaardagsfeest teruggetrokken
om een verhaal te schrijven. Als morgen
Merckx overlijdt. God verhoede het. dan zeg
ik niet: nou m'n uren zitten erop. Dan ga ik
natuurlijk aan de slag."
Eddy Merckx is voor Nelissen de beste ren
ner ooit. „Een soon Hannibal, maar dan zon
der olifanten. Hij was heerser met een verte
rende eerzucht. Ook als zijn overwinning vast
stond en hij naar Parijs kon sloffen, legde hij
toch de zweep erover."
Pessimistisch
Grote Nederlandse renners zijn er niet en
zullen er volgens Nelissen nog maar mond
jesmaat komen. „De levensstandaard in ons
land is te hoog. We hebben het eerder mee
gemaakt met Luxemburg. Er wonen maar
350.000 mensen en ondanks dat, is het een
van de grootste wielematies geweest. Nu
heeft Luxemburg het hoogste gemiddelde in
komen per hoofd van de bevolking. Denk je
dat die jongemannen zichzelf nog zeven uur
per dag willen martelen? Die lopen nu in een
mooi pak zwart geld te beheren. In Neder
land is het niet anders. Mensen willen het
goed hebben. Als je in de wielrennerij wat wil
bereiken, moet je een asociaal leven leiden.
Op de mooiste momenten van je jeugd moet
je de geneugten van het leven opzij zetten.
Het is niet voor niets dat het aantal beroeps
renners in Westerse landen afneemt. Hét
massale is eraf. In de toekomst krijg je een
selecte groep Westeuropese wielrenners met
daarnaast Afrikanen. Hoewel die natuurlijk
een geweldig nadeel hebben: de wegen zijn
er slecht."
Op de televisie ziet Nelissen de etappe eindi
gen in een massasprint. „Volgende week, als
ze de eerste bergen beklimmen op het
vreemde, korrelige asfalt van Andorra, dan
begint het pas echt."
Nelissen pakt zijn spullen bij elkaar en ver
laat met zijn sloffende gang Chateau
Neercanne, op weg naar zijn kantoor, waar
hij een column uitwerkt die hij deze Tour el
ke avond op de «radio uitspreekt. „De hele
dag zijn er reportages en beschouwingen en
daar moet ik driedimensioneel overheen.
Wat ik zo hoor, luisteren er nog best veel
mensen naar."
Niemand wil ontsnappen uit de gevangenis van Monaco
ico heeft de mooiste
genis ter wereld. De
lenen kijken uit over
Uddellandse Zee en
'en iedere dag twee
taltijden van drie
lof. De directeur noemt
'■vangenen 'cliënten'
heeft zijn vrouw
woordelijk gemaakt
rfe menukaart. Maar
Iharles Marson ook
'et, hij krijgt zijn
'ffyangenis niet vol.
onaco heeft een
ijnertd tekort aan
criminelen.
He
Let is een brief die niet elke
gevangenisdirecteur van een
oud-gevangene ontvangt.
„Geachte heer", zo luidt de brief.
„Bij deze wil ik u gaarne bedan
ken voor.de vriendelijkheid mij
te hebben ontvangen. Ik heb een
goede tijd gehad".
Nu is Charles Marson (53) ook
niet een gevangenisdirecteur van
dertien in een dozijn. Zijn inrich
ting gaat door voor de 'mooiste
gevangenis ter wereld' en on
danks hun uitzicht over de Mid
dellandse Zee blijven de meeste
cellen altoos onbewoond -
Monaco heeft niet genoeg crimi
nelen voor zijn gevangenis.
De gevangenis van Monaco, die
dit jaar zijn honderdste verjaar
dag viert, is verzonken in de in
zee uitstekende rots die ook het
zandkleurige paleis van prins
Rainier herbergt. Nergens op de
rots, het duurste stukje grond op
het Oude Continent, is een
naambordje van de gevangenis
te zien en de ingang is vakkundig
aan het oog onttrokken door een
weelderig, mediterraan park. Ve
le honderdduizenden toeristen
flaneren ieder jaar op het dak
van de gevangenis, een stuk van
de rots, zonder dat te beseffen.
De paradijselijke ligging is echter
bedrieglijk, want het is schier on
mogelijk eruit te ontsnappen.
Gevestigd in een oud fort, zijn de
muren vier meter dik. „Geen en
kele gevangenis is voor honderd
procent te beveiligen", zegt
Marson. „Je houdt altijd het risi
co van een personeelslid dat
helpt bij een uitbraak. Maar onze
laatste uitbraak was in 1953."
Sinds dat jaar is er slechts één
poging tot uitbraak gedaan, er
gens eind jaren vijftig. De betrok
kene had een tralie doorgezaagd,
niet beseffend dat daarna nog
twee tralieramen kwamen plus
een zwaar ijzeren rooster, waar
achter een vijf meter diepe
afrond gaapt. Marson: „Daar
naast hebben wij de modernste
veiligheidsproducten. We heb
ben detectors voor rook, voor
gas, en voor beweging. We heb
ben 34 videocamera's waarmee
we 250 plaatsen binnen en bui
ten de inrichting kunnen obser
veren. We hebben twee radarsys
temen. En elk personeelslid heeft
een radio met een knop om de
politie te alarmeren. Als je erop
drukt, heeft de politie drie minu
ten later de hele inrichting om
singeld."
Of deze magische knop vaak
wordt gebruikt? Marson grijnst
verlegen. „Soms drukt iemand er
wel eens per ongeluk op", geeft
hij toe. „Het is waar dat wij hier
niet veel problemen hebben."
Zalm
Uit de gevangenis van Monaco is
de laatste 44 jaar niemand meer
ontsnapt, maar waarom zou ie
mand er ook uit willen ontsnap
pen? Gevangenen krijgen twee
wanne maaltijden per dag, be
reid onder leiding van Marsons
vrouw.
Andrée Marson toont het menu
dat haar vier koks die dag berei
den voor hun dertig gasten. De
lunch bestaat uit een voorge-
rechtje van tomaten in basili
cumsaus, een hoofdgerecht van
zalm en verse groente, en een
dessert van meloen. Diner die
dag: Engelse schotel, gemengde
sla, pepertartaar, chocolade-ijs.
„En dan heeft u haar menu met
kerst nog niet gezienschatert
Marson. „Bij Louis XV (Monaco's
duurste eethuis) betaal je daar
500 francs voor.
Charles Marson is een beminne
lijk man met een gulle lach. Als
een nieuwe gevangene binnen
komt, heet hij hem hartelijk wel
kom en vraagt wat hij kan bete
kenen. „Dit is geen hotel, en de
mensen worden hier van hun
vrijheid beroofd", zegt hij, bijna
verontschuldigend. „Maar de
sfeer hier is heel huiselijk, be
grijpt u. Hui-se-lijk."
Marson houdt ook niet van het
woord 'gevangene'. „Ik spreek
over cliënten of over bezoekers.
Ik heb het nooit over gevange
nen. Nooit. Dat is een woord dat
ik niet in mijn mond neem. Ik
ken het woord gevangenen niet.
Verdachten- ja. Gedetineerden -
misschien. Gevangenen - nee."
Mijn personeelsleden zijn ook
geen cipiers".
Marson heeft dertig mensen in
dienst, zijn vrouw inbegrepen.
Dat is op 99 cellen al niet gek,
maar van die 99 cellen zijn er bo
vendien nooit meer dan dertig
bezet.
Daklozen
Daar kan Marson niets aan doen,
en de rechters van het prinsdom
evenmin, want de straffen zijn
streng genoeg. „Velen van mijn
bezoekers zijn buitenlanders die
een souvenier hebben gestolen
of in het restaurant niet konden
betalen, en hier onherroepelijk
voor enkele dagen terecht ko
men". zegt Marson. „Ik noem
hen mijn tijdelijke cliënten."
Daarnaast heeft de gevangenis
directeur vanzelfsprekend ook
zijn vaste klanten. „Daklozen uit
Frankrijk, die al eens Monaco
zijn uitgezet wegens landloperij.
Als ze terugkeren in het prins
dom, komen ze automatisch
voor een paar maanden hier,
zelfs als ze geen delict hebben
gepleegd. Velen willen dat ook;
ze komen elk jaar een paar keer
om verzorgd te worden. Sommi
gen van mijn cliënten zijn hier al
vijftien keer geweest'
Behalve voor twee drie-gangen-
diners per dag staat de inrichting
ook borg voor een gedegen me
dische zorg. „Wie hier ziek bin
nenkomt, wordt verzorgd of hij
van goud is", verzekert Marson.
„We doen alles, ook tandheel
kunde. Het enige dat we niet bie
den, zijn kronen en kunstgebit
ten."
Vanzelfsprekend heeft Marson
niet alleen kruimeldieven en
daklozen als cliënt. „Maar ik heb
in mijn 25 jaar als gevangenisdi
recteur nog nooit een moorde
naar gehad. De laatste moord in
het prinsdom dateert van 1981,
toen een antiquair werd gedood
door een werknemer. Maar de
twee hadden een homoseksuele
relatie, en die zaak is nooit hele
maal opgehelderd."
De zwaarste jongen is thans een
Israëliër, die enkele jaren geleden
met vijf miljoen dollar een Mo
negaskische bank binnenliep en
werd gepakt wegens poging tot
witwassen. Maar geen enkele van
de dertig bezoekers werd veroor
deeld voor een geweldsdelict.
Van Marsons cliënten komen er
slechts negen uit Monaco zelf,
wat de inrichting een internatio
naal karakter geeft. „Als een bui
tenlander hier zijn tijd wil ge
bruiken om Frans te leren, heb
ben we de middelen daartoe. We
hebben bandjes en handboeken,
en een bibliotheek met 2500 ro
mans. Per jaar krijgen we hier 27
tot 30 verschillende nationalitei
ten binnen."
Voorrecht
Die buitenlanders kunnen desge
wenst hun straf ook uitzitten in
hun eigen land. maar slechts
weinigen maken van dat voor
recht gebruik. Marson: „Ons re
gime is relatief streng. Half zeven
opstaan, 's Ochtends twee uur
wandelen: Geen tv in de cel.
Twee keer per week sport. Maar
wat onze cliënten niettemin be
haagt, is de sfeer."
Van de dertig personeelsleden
zijn er er gemiddeld tien aanwe
zig. „Dat is met dertig gevange
nen dus één op drie", zegt hij.
„In Frankrijk is dat één op veer
tig, in Italië nog meer. En dan
zwijg ik nog over Amerika, waar
de situatie catastrofaal is. In
Frankrijk zit je met vier mensen
in een cel van 12 vierkante me
ter, hier heb je er een van 15 vier
kante meter voor jezelf.
Voorts worden in de gevangenis
van Monaco geen drugs en alco
hol verkocht, en er is volgens de
directeur geen sprake van afper
sing. „Wie in Frankrijk de gevan
genis binnenkomt met een stel
kleren, moet het daar mee zien
te doen. Het gevolg is afpersing.
Wij verstrekken echter alles: sok
ken, ondergoed, korte broek, das,
overkleding, alles, alles, alles."
Marson biedt maar twee midda
gen sport per week, maar dan
komen wel de trainers van de be
roemde basketbalclub van
Monaco les geven. „In hun vrije
tijd, en aan het eind van het jaar
komen de basketbalspelers, pro
fessionals. zelf ook. Het is die
menselijke benadering die mijn
cliënten waarderen.
Of er iets is dat beter zou kun
nen? Charles Marson denkt na.
„Kijk. wij krijgen van de regering
voor de maaltijden een vast be
drag per cliënt. Zo lang ik maar
dertig cliënten heb, ben ik ge
noodzaakt het eten duur in te
kopen. Ik ben dan maar een
klein restaurant. Met negentig
cliënten zou ik kortingen kunnen
bedingen bij de leverancier, en
mijn cliënten een betere kwaliteit
bieden."