oPORT Jfm W ereldkampioen jaagt het veld voor zich uit O Nathalie Geeris: vrouw van tweehonderdduizend gulden r Daily Mirror: 'Geef gas of je krijgt de zak' Hier-op-aan bDAG 12 JULI iyy/ j Voor de eerste keer in vijf jaar tijd start Damon Hill in de j Engelse Grand Prix zonder ook maar een schijn van kans op t de overwinning. De wereldkampioen van 1996 is dit seizoen gedoemd het Formule 1-veld voor zich uit te jagen. Een sterker bewijs hoe afhankelijk een Formule 1 -coureur is van het materiaal is niet te bedenken. Damon Hill: van held tot schlemiel; van hero tot zero. }e£ronste wenkbrauwen, duistere blik. Gro- e pupillen focussen in de verte. Als van een 3 longerig beest dat op het punt staat zijn lelager frontaal aan te vallen. Met open vi- ier. De ogen van Damon Hill zijn de mooi- ;te in de Formule 1. Ze tonen bezieling, Brouw, vechtlust en eerlijkheid. Karakter- Brekjes die de 36-jarige wereldkampioen Bolop bezit. Silverstone. Een onooglijk klein dorp, V vaar de rust doorgaans slechts verstoord (j, vordt door de plaatselijke melkboer die net zijn waar langs de pittoreske huisjes )e! ioerst. Op racedagen is het andere koek. I )an zijn de landerijen volgepropt met ten en en caravans. Rook stijgt op van de bar- leques. De Engelse vlag gaat in top; het erendeel voorzien van het opschrift )AMON'. ij de ingang van het rennerskwartier is in groot gat in het hek gesneden. 'Auto- raphs' staat er op een plank geschilderd, rmen steken naar binnen, met het pro- rammaboekje in de hand. Damon Hill ilijft een kwartier lang handtekeningen uit telen. Dan moet hij weg, voor een praatje et de pers. Horden fans laat hij teleurge- teld achter. Damon Hill is een fenomeen. Vorig jaar cwam hij naar de Britse Grand Prix met een traatlengte voorsprong in het WK. Toen vas hij al razend populair, maar toch zat let een tikje scheef met zijn reputatie. In en Williams-Renault voorop rijden, dat ras immers geen kunst. Pas nu de vader an drie kinderen de trage en onbetrouw- lare Arrows-Yamaha bestuurt geniet hij het espect dat hij eerder verwacht had. „Mis- chien is het wel een beetje medelijden," egt hij. „Maar van de andere kant denk ik ok dat men nu pas in de gaten heeft dat tijn succes bij Williams niet zomaar uit de icht is komen vallen." Frank Williams, de aan de rolstoel ge luisterde teameigenaar, schopte Hill eind vorig jaar als een zwerfkat op straat. Een kort telefoontje met de mededeling dat hij niet meer van Hills diensten gebruik wenste te maken; dat was alles wat Williams over zijn hart kon krijgen. Enkele weken na zijn 'ontslag' maakte Hill bekend dat hij voor Arrows zou gaan rijden. De Formule 1-wereld stond perplex. De wereldkampioen bij een team dat vorig jaar precies een WK-punt veroverde: door Jos Verstappen behaald nota bene. De drijf veer tot het opmerkelijke besluit was twee ledig. Enerzijds een berg geld, maar ook het vertrouwen met Arrows aan te kunnen kno pen bij de topteams. Over zijn financiële positie hoeft Hill zich geen zorgen te ma ken. De achttien miljoen gulden die team- maat Pedro Diniz betaalt voor een Formule 1 -stoeltje vloeien linea recta in de beurs van Hill. Maar het sportieve aspect? Een drama. Hill vertrouwde erop dat Tom Walkins- haw van Arrows een winnend team kon maken. Arrows vertoeft al sinds 1978 in de Formule 1, maar won nog nooit een Grand Prix. Walkinshaw, een geslepen vos in het metier die in het verleden alles wat hij aan raakte in goud zag veranderen, kocht de armlastige renstal op. „Toen waren voor mij de voorwaarden geschapen voor een sterk team," zegt Hill. Spijt van zijn besluit zegt hij niet te heb ben. „Als je alles vooraf weet, is het erg ge makkelijk." Wat Damon Hill niet kon we ten, is dat Arrows een toonbeeld van onbe trouwbaarheid zou worden (of beter gezegd blijven). Verstappen finishte in 1996 slechts in vier van de zestien races. Hill zit op sche ma. Twee keer zag hij halverwege het sei zoen pas het zwart-wit geblokt. „Dat is niets om grappig over te doen, maar het is helaas wel de realiteit en ook af en toe frustre rend." Hill wordt wellicht de eerste wereldkam pioen sinds 1979 (Jody Scheckter) die er in 'the year after' niet in slaagt op het podium Damon Hill (rechts), hier op Silverstone geflankeerd door Michael Schumacher „Formule 1 is een teamsport. Ik ben geen ontwerper en ik kan geen motoren bouwen. Mijn invloed is maar heel beperkt. Ik wil succes, maar ik weet dat het op korte termijn moeilijk is." foto opd te eindigen (even afgezien van Nigel Mansell en Alain Prost, die met een titel op zak het Formule 1-toneel vaarwel zeiden). Toch blijft hij positief in zijn benadering. „Ik ben nog even gedreven als altijd. Een paar keer waren we dicht bij een goede uit slag, maar telkens ging er iets kapot. For mule 1 is een teamsport. Ik ben geen ont werper en ik kan geen motoren bouwen. Mijn invloed is maar heel beperkt. Ik wil succes, maar ik weet dat het op korte ter mijn moeilijk is." Geluk, dat is wat Hill nodig heeft. „Een Grand Prix waarin alles meezit." Misschien voor eigen publiek, in Silverstone? „Wie weet. Ik heb me voorgenomen de longen uit mijn lijf te rijden. Een beetje regen zou ook niet slecht zijn, want dan groeien mijn kansen. Het is een mooi gevoel als wereld kampioen voor mijn eigen fans te rijden. Je proeft het enthousiasme al, terwijl ik nog geen meter gereden hebben. Een leuk re sultaat zou een extra stimulans voor het he le team zijn." Zijn niet aflatende gedrevenheid om van de ondermaatse Arrows-Yamaha een betere auto te maken en het feit dat Williams sinds zijn vertrek een flinke stap terug heeft moe ten doen, hebben het respect voor Hill al leen maar doen toenemen. Zodanig zelfs dat hij bij meerdere teams als nummer een op het wenslijstje staat. Benetton, McLaren, Sauber en Prost zouden volgend jaar maar wat graag met Hill in zee gaan. „Dat streelt mijn ego, maar ik concentreer me liever op mijn werk bij Arrows. Ik weet zeker dat we komend jaar een betere auto hebben. Op dit moment zie ik nog geen aanleiding Ar rows te verlaten." SILVERSTONE GPD Waartoe een boulevardblad al niet in staat is. 'I'll sack flop Hill', tekende de Daily Mirror gisteren op uit de mond van Tom Walkinshaw, de teambaas van wereld kampioen Damon Hill. Met andere woor den: de blunderende Hill kan ergens an ders emplooi gaan zoeken. Maar op het einde van de dag bleek de heisa niet meer dan een storm in een glas water. Er ging een schok door het renners- kwartier. De wereldkampioen op de wip. Uit de mond van Walkinshaw tekende de krant fabelachtige quotes op. 'Hill doet zijn werk niet goed. Hij bezorgt mijn au to's een slechte reputatie.' Of nog erger: 'Geef gas of je krijgt de zak. Er zijn genoeg jonge en snelle rijders... en nog een stuk goedkoper ook.' Voor Walkinshaw was het bewuste krantenartikel aanleiding het cassette bandje op te eisen van de betreffende journalist. Die band kreeg hij uiteraard niet, waarna de teambaas dreigde met een rechtszaak en demonstratief het circuit verliet. Maar wel zonder een tegenverkla ring af te leggen. De toch al veelgeplaagde Damon Hill zat met de gebakken peren. Hij werd de hele dag achtervolgd door horden journa listen en kon zich amper concentreren op zijn echte werk: het racen. Pas aan het einde van de dag wilde de wereldkam pioen ingaan op de materie. Dat ging als volgt. Vraag: Damon, wat vind je van de uitspraken van je teambaas? Antwoord: 'Ik weet echt niet waar je het over hebt'. Dan, na uitleg over wat Walkinshaw geroepen zou hebben: 'Overal waar iets niet gaat zoals je het graag zou zien, raken mensen gefrustreerd. Dat is heel normaal en niets om zoveel heisa over te maken.' Maar het zagen aan zijn stoelpoten is begonnen en Hill raakt met de seconde geïrriteerder. De donkere ogen spuwen vuur. Na een paar nietszeggende antwoor den waarin hij iedereen een aai over de bol geeft, is plotseling de maat vol. Vraag: Denk je dat je bij Arrows blijft? 'Ik denk dat ik nu wel genoeg vragen heb beant woord. Tot ziens.' Weg is hij. Het motor home in, de deur met een smak achter zich sluitend. De Daily Mirror zal vandaag ongetwijfeld een smakelijk vervolg publi ceren. 4 athalie Geeris: „Ik geloofde mijn ogen niet toen ik die papieren onder ogen kreeg. Ik kon een bedrag met heel veel nullen verdienen. Dik wee ton. Mijn ogen stonden op steeltjes. Nee, ik heb niet lang getwijfeld." foto gpd Blonde haren, blauwe ogen. Nathalie Gee ris, Hollands glorie uit Haarlem, wist niet haar overkwam toen ze vorig jaar de wes terse wereld verliet om in het Land van de Rijzende Zon carrière te gaan maken als voetbalster. „Ik voelde me een buitenaards wezen. Overal waar ik kwam werd ik van top tot teen bekeken. Ik sprak de taal niet, kon niets lezen, miste mijn ouders en vrien den. Ik werd haast wanhopig, want ik had wel een contract getekend". De Nederlandse maakte van de nood een deugd. Ze ging naar het gemeentehuis en vroeg de namen en telefoonnummers van alle buitenlanders in het vissersstadje Shi- mizu (300 km ten zuiden van Tokio) en or ganiseerde voor hen en haar Japanse colle ga's een feestje. Sindsdien is Nathalie Gee ris niet alleen populair bij de Japanners en de 53 'gajins' (buitenlanders) die in de stad wonen, maar speelt ze ook de sterren van de hemel omdat ze goed in haar vel zit. Nathalie Geeris voelt zich aan de voet van Mt. Fuji in haar element. Ze heeft Japanse les, woont in een aardige flat, is in een wip met haar wagentje aan het zwoele zand strand en heeft vele vrienden. Bovendien toont ze niet alleen haar talenten in het sta dion (20.000 zitplaatsen) van Suzuyo Shimi- zu FC, maar is ze ook in het nabijgelegen Karaoke-café een graag geziene gast. „Ik moet mezelf regelmatig knijpen om te be seffen dat ik niet droom. Het gaat allemaal zo snel. Pas negen jaar geleden ben ik be gonnen met voetballen. Negen jaar, wat is dat nou. Ik vraag me wel eens af wat er zou zijn gebeurd als ik in die gedenkwaardige wedstrijd van Oranje tegen Zweden (in 1992) niet tweemaal had gescoord". Haar kwaliteiten werden destijds opge merkt door een coach van een Amerikaans college-team. „Hij vroeg of ik in New Hampshire wilde komen spelen en stude ren. Ómdat ik net het CIOS had afgerond en wel zin had in een avontuur, zei ik: 'ik wil het wel drie maanden proberen'. Die drie maanden zijn uiteindelijk tweeënhalf jaar geworden. Net toen ik overwoog in Amerika te blijven, stonden in december 1995, twee Japanners voor de deur. Ze waren op zoek naar een voetbalster voor hun team in Shi- mizu. Ik wist niet wat ik hoorde. Maar ik moest nog examen doen en had mijn ou ders ook al drie maanden niet gezien. De Japanners zeiden: het seizoen begint over twee maanden. Ga rustig terug naar Neder land als je dat wilt en dan zorgen wij dat er op Schiphol een ticket voor je klaar ligt. Je kunt een contract voor een paar maanden krijgen. Dan kun je altijd nog terug als het niet bevalt." Nathalie Geeris leefde in een roes. „Ik kwam in januari vorig jaar aan voor m'n proeftijd. Dat ging zo goed, dat ik meteen een jaarcontract kreeg aangeboden. Ik ge loofde mijn ogen niet toen ik die papieren onder ogen kreeg. Ik kon een bedrag met heel veel nullen verdienen. Dik twee ton. Mijn ogen stonden op steeltjes. Nee, ik heb niet lang getwijfeld. Geld maakt niet gelukkig. Toen Geeris enige tijd in Japan verbleef en het nieuwe er af was, kreeg de Haarlemse die nog een aantal seizoenen voor het Sassenheimse Ter Leede uitkwam, heimwee. „Ik liep tegen muren op, heb dagen achter elkaar zitten janken. Pas toen ik dat feestje had georgani seerd en ik andere mensen leerde kennen, voelde ik me meer in m'n element. Nu be sef ik pas hoe bevoorrecht ik ben. Niet al leen vanwege mijn salaris, al is dat voor Ne derlandse begrippen te gek voor woorden, maar ik realiseer me vooral dat ik de enige ben van de 44.000 voetbalsters in Neder land, die professioneel speelt en in Japan enorm in de watten wordt gelegd". Volgende week tekent Geeris-san een contract dat haar in ieder geval de komende zes maanden, maar waarschijnlijk nog een jaar aan Shimizu FC bindt. .Afgelopen sei zoen eindigden we als vierde in de Ladies Leaque. We mikken nu op een hogere klas sering". Met de hulp van de nieuwe speelsters uit Zweden, Amerika en China hoopt Geeris op meer samenhang in het team. „En mis schien kunnen we nu ook eens wedstrijden op kracht winnen. Ik ben met mijn 1.68 me ter en 62 kilo een reuzin tussen al die Ja panse voetbalsters van nog geen 50 kilo gram. Je kunt bijna door die meiden heen kijken. Bij de maandelijkse vetmeting ko men ze niet verder dan een percentage van twaalf procent. Ik overtref hen met 18 pro cent lichaamsvet ruimschoots, maar ik houd dan ook meer van het leven". Noem de naam Dick van Dijk en de voetballiefhebber zal zich de vijfde minuut van de Europa Cup-finale tussen Ajax en Panathinaikos, 2 juni 1971 op Wembley, herinneren. Bovenstaande zin is de ope ningszin van het artikel dat De Volkskrant wijdde aan het over lijden van Dick van Dijk. In de tweede zin herleeft de bewuste vijfde minuut: Barry Hulshoff passte naar Piet Keizer. De linksbuiten nam de bal aan, passeerde zijn tegenstander met gemak, zette voor en Van Dijk werkte de bal met de bovenkant van zijn hoofd in de verre hoek. Bij het stuk is een foto ge plaatst, waarop Van Dijk met ogen waaruit ongeloof en verba zing spreken de bal nakijkt. De bal in kwestie is niet zichtbaar. Wel te zien: de op het verkeerde been gezette Griekse keeper. Zoals de ware liefhebber nog weet raakte Van Dijk de bal ei genlijk verkeerd. Zijn timing liet hem in de steek, waardoor de voorzet van Keizer slechts Van Dijks hoofd schampte, vandaar ook de grote ogen van de doel- puntmaker toen hij de bal, zijn bal, alsnog in de uiterste hoek van het doel zag belanden. Daar had Van Dijk niet op gerekend en als hij er zelf niet op rekende, hoe had dan die arme keeper het kunnen bedenken: nee, zo ver wonderlijk was het al metal niet dat Takis Ikonomopoulos, want zo heette hij, zijn heil zocht bij de verkeerde paal. (Ik herinner mij dat Ikono mopoulos secondenlang als ver steend op de grond bleef zitten, waarschijnlijk treurend om me juffrouw Zeta Apostolou, een Griekse sexbom, hier en daar zelfs beter bedeeld dan Dolly Parton, die Ikonomopoulos bij winst op Ajax een gezamenlijk weekendje in een grot op Kreta in het vooruitzicht had gesteld, maar dit terzijde). Van Dijk zei later dat dit doel punt hem van binnen deed gloeien: ,,Ik stond in brand. Ik had ze allemaal wel aan willen kijken, die mensen die tegen me zijn. Geliefd was Van Dijk in Am sterdam namelijk allerminst. Hoewel hij in 84 eredivisieduels voor Ajax 57 doelpunten maak te, vond men Van Dijk temidden van de godenzonen Cruijff, Kei zer en Swart een vreemde, logge eend in de bijt. Een beetje fleg matiek was Van Dijk ook wel en voor het oog traag, maar zijn ge voel voor de juiste positie was enorm en ook beschikte hij over een geweldig killersinstinct. Maar in de Watergraafsmeer haalde het verwende publiek de neus op voor Van Dijk Men ver geleek de van FC Twente wegge- - kochte goalgetter graag met zijn bijna-naamgenoot Dick Van Dyke, die in de naar hem ver noemde TV-serie de rol van on handige echtgenoot speelde naast Mary Tyler-Moore, voor die tijd een stuk, maar zelfs voor toen wat al te braaf. Als Van Dijk dan eens een kans miste, want dat kon hij ook meesle pend, werd hier en daar op de tribunes cynisch de tune ge neuried van de Dick Van Dyke Show. Scoorde Van Dijk wél, dan beklaagde men zich er gere geld over dat het geen mooi doelpunt was - alsof er ook lelij ke goals bestaan! Nee, de echte voetballiefheb ber dacht van de week terug aan die ene wedstrijd: FC Twente- Ajcix, dat was Dick van Dijks fi nest hour. Het was (heb ik opgezocht) op 3 november 1968. Een koude dag, oostenwind. Van de repor tage in Sport in Beeld herinner ik mij slierten mist boven het grotendeels nog onoverdekte Diekman Stadion. De koukleu mende massa, verborgen onder wollen mutsen, hield zich warm door onophoudelijk te zingen 'Twente hier-op-aan, Twente hier-op-aan... Met hier-op-aan werd bedoeld het doel van Ajax-keeper Bals. Hier ging het inderdaad onop houdelijk op aan. Ajax, het gro te Ajax van Cruijff, Keizer en Swart, werd overspeeld. In een 90 minuten durende roes werd het 5-1 en verdreven tivee goals van Theo Pahlplatz en drie van Dick van Dijk voor even de kou. Die drie goals, dddr dacht ik meteen aan, toen ik woensdag op teletekst las dat Dick van Dijk dood is. Frank Snoeks is verslaggever van Studio Sport

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 21