Wassenaar steunt
ïotestbrief niet
B
NIEUWE RIJN
'Ik heb mijn hele
jeugd hier naar
waarde genoten
Oreert Machineslaat ook
kleine hoekjes niet over
Leiden Regio
a
MG 12 JULI 1997
antleente Wassenaar heeft een brief van drie kustge-
js tegen de komst van een luchthaven in zee niet
^jlkend. De gemeente is wel tegen het vliegveld,
'njjeelt de 'toeristische argumenten' van Katwijk,
uilrijk en Zandvoort niet. Wassenaar wil een stille
ieelts blijven. De gemeente Den Haag (Schevenin-
kerlieft de brief ook niet ondertekend. Het college van
™?f;tad wil eerst de economische gevolgen van een
ile luchthaven in zee bestuderen.
een vliegveld. Hoewel kabinet
en Kamer nog niet over dit rap
port hebben geoordeeld, willen
de betrokken kustgemeentes op
voorhand hun ernstige bezwa
ren kenbaar maken, schrijven
lika
■eds l/NOORDWUK
t eq
Katwijk en Zand-
toeébben gisteren geza-
iun bezwaren tegen de
luchthaven in zee
ministerie van verkeer
itaat gestuurd. De drie
1.1 ien hebben vooral pro-
ïet de milieuvervuiling
ieniliegveld met zich mee
tieii gen. Daardoor vrezen
jui lien hun aantrekkings-
m toeristen te verliezen,
lien1 zij11 kort geleden gea-
door een studie op
van Schiphol. Daarin
locatie genoemd, tien
uit de kust van
oloJk, die mogelijk ge-
r zijn voor aanleg van
De 'Perspectievennota' waar
mee het ministerie de 'nut- en
noodzaakdiscussie' op gang
bracht, repte ook al van een
mogelijke locatie in de Noord
zee. Daarin werd echter geen
exacte plaats genoemd.
In de brief - het resultaat van
een bijeenkomst vorige week in
Noordwijk - lichten de drie ge
meentebesturen hun bezwaren
uitgebreid toe. Ze zeggen in de
eerste plaats bezorgd te zijn om
het milieu: geluidhinder, lucht
verontreiniging, verandering
ine veegmachine die ook in de kleine
komt en geen last heeft van paaltjes en
igversperringen. Sinds een kleine twee
leeft de gemeente de beschikking over
en Machine, een veegmachine voor het
werk. Medewerkers van de dienst
Beheer hebben de afgelopen d^gen
heiden schaal kennis kunnen maken
machine. Aanstaande maandag wordt
iraat officieel in gebruik genomen door
Ier J. Laurier van wijkbeheer.
De Green Machine wordt de komende zes
maanden op proef ingezet in verschillende
Leidse wijken. Na de proefperiode wordt beke
ken of de machine definitief tot de uitrusting
van Milieu en Beheer moet gaan behoren.
De veegmachines waarmee nu de stad wordt
schoongehouden zijn complete wagens met een
bestuurder erin. De nieuwe apparaten worden
bestuurd door een medewerker die er achter
loopt. De machines worden binnen Nederland
onder andere gebruikt door de gemeentereini
ging in Den Haag en Amsterdam.
IS JACOBS, 071 -5356414, PLV.-CHEF RUDOLF KLEUN, 071 -5356436
doet niet mee met actie badplaatsen tegen luchthaven in zee
van de zeestroming en horizon
vervuiling. Daarnaast zou het
transport van en naar het vlieg
veld een forse aanslag vormen
op het gebied langs de kust.
De drie vragen zich af of 'de
toerist terugkomt als hij voor de
kust een vliegveld ontwaart' en
menen dat een evntuele lucht
haven haaks zou staan op het
rijksbeleid dat verbetering van
badplaatsen subsidieert. Voor
de werkgelegenheid in de toe
ristische sector voorzien ze zelfs
desastreuze gevolgen
Behalve inhoudelijke bezwa
ren hebben de ondertekenaars
ook moeite met de procedure
die wordt gevolgd. Ze vinden
'een soort brede maatschappe
lijke discussie volstrekt onvol
doende' en hadden liever ge
zien dat vooraf alle noodzakelij
ke onderzoeken waren uitge
voerd. De gemeentes in Zuid-
Holland zijn niet actief geïnfor
meerd en hebben te weinig
kennis om te beoordelen of uit
breiding van de luchtvaart voor
het nationaal belang onvermij
delijk is. Op een locatie in zee
kan dat 'in ieder geval niet', be
sluiten ze.
Waarin deze week: hoe
Leiden dankzij de
oordopjes weer herrie kan
maken en de paparazzi op
het Wassenaarse
gemeentehuis moeten
inbinden.
3urgl
Mirt
Jarenlang konden de koei
en op de veemarkt naar
hartelust loeien en de
kikkers in de sloot kwaken dat
het een lieve lust was. Bouwvak
kers konden uit de losse pols
met de pneumatische hamer
een betonvloertje slopen en
bromfietsers konden veilig zon
der knalpijp over 's heren we
gen dolen. Kroegbezoekers kon
den middenin de nacht onge
stoord naar huis lallen en muzi
kanten konden met hun elek
tronisch versterkte klanken hele
wijken opvrolijken.
Ach, wat was het leven mooi
voordat de geluidsoverlast werd
uitgevonden. De fanfare mocht
nog gewoon door de straten
trekken en in het park mochten
bandjes gratis en voor niks het
jonge volkje vermaken. Auto
mobilisten die een fietser op de
motorkap dreigden te krijgen
mochten die medeweggebrui
ker even waarschuwen met een
tikje op de claxon. En de haan -
hij kraaide voort.
Nu waren er altijd al regels die
het hanen, koeien, kikkers en
kroegbezoekers verboden om
dat te doen waar ze goed in zijn:
kolereherrie maken. Maar regels
waren er altijd om overtreden te
worden.
Totdat de omwonende (ook al
zo'n moderne uitvinding) de
geluidsoverlast ontdekte. Om
wonenden bleken feilloos in
staat om de gemeente te dwin
gen om de regels die alleen
maar op papier bestonden ook
daadwerkelijk te gaan handha
ven. En dus moest het stil wor
den.
In Leiden gaat wethouder
Alexander Pechtold over het ge
luid. De mensen die het geluid
mooi vinden kunnen bij hem
terecht in zijn functie van wet
houder cultuur, wie het niet
mooi vindt kan bij milieuwet
houder Pechtold klagen.
Met oordoppen op kan Leiden weer vrolijk herrie maken.
Deze week probeerde een om
wonende met de gemeentelijke
regels in de hand te voorkomen
dat morgen in het Van der
Werfpark een popfestival
plaatsvindt. De rechter wees de
eis van de buurvrouw af. Ge
luidswethouder Pechtold kon
opgelucht ademhalen, maar be
sloot wel dat hij dit volgend jaar
niet opnieuw wil meemaken.
Dus moeten de regels worden
aangepast, stelde hij. De cul
tuurwethouder moet maar eens
met de milieuwethouder gaan
praten over een toleranter her-
rie-beleid.
De boze buurvrouw was niet
blij. Zij merkte cynisch op dat
de gemeente nu aan omwonen
den oordoppen moet gaan uit
delen. Daarmee bood zij - waar
schijnlijk tegen wil en dank - de
oplossing voor het geluidspro
bleem. Dat niemand daar nog
aan heeft gedacht, het is zo sim
pel: verspreid voor aanvang van
de Lakenfeesten, Leidens Ont
zet en nog een paar grote eve
nementen huis-aan-huis een
setje oordoppen. Zo krijgt ieder
een zijn eigen, individuele volu
meknop. Kan het mooier? Lei
den kan weer herrie maken.
ritse roddeljournalis
ten staan bekend als
de grofste mensen
TEKENING MAARTEN WOLTERINK
ter wereld. Niks kan de 'papa
razzi weerhouden om de priva
cy volledig te negeren op jacht
naar nieuwtjes. Of het correct
is? Ach, het is ver van huis, dus
vermakelijk.
Onlangs bereikte Wassenaar de
schokkende geruchten dat de
plaatselijke ambtenaren al jaren
als schoolvoorbeeld dienen
voor de Britse stoomcursus 'In
formatie Vergaren.' De meest
gevierde ambtenaren stappen
namelijk eens per week de heli
kopter in om de tuinen van be
roemdheden te fotograferen.
Zonnebril op, oortelefoontje in,
de deur open en een enorme te
lelens als wapen. Onder het offi
ciële mom van controle op ille
gale schuurtjes. Geen minister,
topdiplomaat of andere jet-set
ter wordt overgeslagen. Het
hoogepunt is altijd de trage cir
kel boven de achtertuin van
zangeres Vanessa; baantjes
trekkend in haar niets verhul
lende zwembad. Leuk detail: ze
zwaait altijd vriendelijk terug.
Haar man, de jaloerse zaken
man Hans Breukhoven, heeft
een dak boven het zwembad
gebouwd. En daarmee was de
val gezet. Illegaal, riepen de ver
bouwereerde ambtenaren in
koor. Want dat dak moest weg.
Maar, zoals het een echte Was
senaarder betaamt, gaf Breuk
hoven zich niet gewonnen. Vol
gens het plaatselijk gebruik aan
vaardt men de wil van de ge
meente pas als eerst jarenlang
alle rechterlijke paden van Ne
derland zijn bewandeld. Dus
dat deed Breukhoven ook.
De hoogste rechter gaat nu, na
jaren aandringen, besluiten dat
het dak inderdaad van het
zwembad moet. De ambtena
ren juichen. Het leven lacht hen
toe. Start de helikopter maar!
Helaas voor hen hebben de
raadsleden er dus lucht van ge
kregen. Er moest een onderzoek
komen. Een deskundig bureau
concludeerde dat de ambtena
ren gedwongen werden tot hun
dubieuze praktijken. Door de
traditoneel mondige burger die
de onmogelijkste speurmetho-
den rechtvaardigt en de on
menselijke 'bestuurlijke wensen
op de vergunningverlening
bouwen en milieu', door hogere
heren opgelegd.
De ambtenaren raken dus hun
bevoegdheden kwijt. In het
zicht van de haven gestrand.
Weg privileges. Maar het was
hoogst onethisch, dus terecht.
Rest er nog één probleempje.
Het huurcontract van de heli
kopter loopt tot half 1998 en de
bon is al betaald. „Wie wil de
komende weken met ons mee
vliegen?" vroegen de zich ver
heugende raadsleden aan een
lege publieke tribune. „Nie
mand?"
U bent gewaarschuwd.
Dit is de laatste Stemming van
het seizoen. De politiek is met
reces en wij zijn aan vakantie
toe.
RUUD SEP EN DIMITRI WALBEEK
q
Coeckebaecker, hennipcoper, vlascoper, mande-
maecker, houfsmid, coppedrayer, zoutzieder, tin
negieter, olyslager, warmoesman...
„De Nieuwe Rijn als winkelstraat heeft een stevig
stukje traditie", zegt eigenaar Smitskamp van Het
Oosters Antiquarium. Hij heeft meer gelijk dan hij
zelf misschien weet: de Nieuwe Rijn is van ouds
her een heel bedrijvig straatje.
Dat moet al begonnen zijn rond het jaar 1300,
toen het driehoekje land tussen de Oude- en
Nieuwe Rijn bij de stad werd getrokken. Met een
gevoel van verademing wierp de Leidsche stede
maagd, thans tot volwassen jonkvrouw opge
groeid, het enge keurslijf van zich af. Hooischel
ven, stallen en schuren moesten wijken voor
woonhuizen en werkplaatsen, schreef vorige eeuw
Van Engelenburg over deze stadsuitbreiding. Ook
de uiterwaarden van de rivier werden bebouwd. In
1580 telde het oude deel van de Nieuwe Rijn, tus
sen Hoogstraat en Hooigracht, meer dan dertig
bedrijfjes.
Natuurlijk is er sindsdien het een en ander veran
derd. Anno 1997 zijn er geen hennipcopers en
coppedrayers meer; daarvoor in de plaats zijn er
interieurwinkels en cd-verkopers gekomen. Maar
toch, sommige behoeftes veranderen nooit. Ook
nu zit er een coeckebaecker. René Jacobs is de
tweede generatie in de banketbakkerij en geboren
en getogen op de Nieuwe Rijn.
„Nee, sinds mijn jeugd is hier niet zoveel yeran-
derd. De samenstelling van de bevolking is zo'n
beetje hetzelfde gebleven." Temidden van rijen
coecken die heerlijk zoet geuren vertelt de 29-jari-
ge Jacobs over zijn jeugd aan de Nieuwe Rijn. „Er
waren ook toen al niet erg veel kinderen hier in de
buurt. Tja, wat deed je dan, voetballen op straat
en zo. En wij hadden als enige op dit stuk Nieuwe
Rijn een achtertuin."
Een paar huizen verderop groeide flink wat jaar
tjes eerder Ton de Vrind op. „Ik heb mijn jeugd
hier naar waarde genoten", lacht de 58-jarige sla
ger. Ditmaal worden de herinneringen temidden
van weeë vleesgeuren opgehaald. Heel andere
herinneringen dan die van René Jacobs, want het
was een andere tijd. De Vrind: „Het was hier toen
veel kinderrijker dan nu. Er woonden nog veel
winkeliers boven hun zaak en die hadden allemaal
veel kroost."
De slager denkt met plezier terug aan het kat-
tekwaad dat hij met zijn vriendjes uithaalde. „On
der de brug lagen dekschuiten waarop de marktk
ramen waren opgeslagen. Daar gingen we mee va
ren. En we klommen over het hek van het oude
weeshuis." Aan de andere kant van de Koornbrug
woonde toen nog de familie Hoppezak. Ton de
Vrind weet nog goed hoe hij altijd met Wimpie, de
huidige Hoppezak van de toneelkostuums, via
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omge
ving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar
ook over grote of kleine problemen. Vandaag de Nieuwe Rijn in Leiden.
AFKEVAN DERTOOLEN
diens tuin de Burcht opging. „Het was perfect",
vat hij zijn jeugd in één woord samen.
Slagerij De Vrind bestaat eind dit jaar honderd
jaar. Er zitten opvallend veel van die oude zaken
op de Nieuwe Rijn. Café De Kroon en ijzerhandel
Gebr. Kruyt zijn allebei ouder dan een eeuw en
dierenwinkel Vlieland zit hier bijna 95 jaar. Andere
drijven hun nering al tientallen jaren op de win
kelgracht. Vaak eigen' bedrijfjes, die van generatie
op generatie 'zijn overgegaan.
Zoals Vébé Handwerken. Een 52 jaar oude zaak,
die door de jaren heen een hele ontwikkeling
doormaakte. Eigenaar Luuc Verbeek legt er de
kwast waarmee hij zijn houtwerk aan het schilde
ren is even voor neer. „Mijn opa begon na wat
mislukte handeltjes spelmateriaal te maken voor
de fröbelschool. En mijn vader, die vanwege zijn
suikerziekte geen werk meer had, ging die fröbel-
spullen verkopen. Dat was vlak na de oorlog."
Verbeek laat wat van die zogenaamde gaven van
Fröbel zien, die hij juist heeft opgedoken uit de
kelder. Ze staan uitgestald op de toonbank: hou
ten doosjes met schuifdeksels, waarin kleurige
mozaïekpuzzels en blokken zitten. Eentje bevat
een vijftal gebreide balletjes. „Ik wist zelf niet eens
waar die voor dienden, maar onlangs was hier een
dame die direct riep: wat leuk! dat is de eerste ga
ve'!, Die was bedoeld om kleuren te leren herken
nen."
Vébé ontwikkelde zich langzamerhand tot een
handel in uiteenlopende materialen voor handen
arbeid. „Vouwblaadjes, raffia, pitriet. Vanuit de la
gere scholen was daar toen veel vraag naar. Toen
die handel in elkaar stuikte heb ik de zaak omge
turnd tot handwerkwinkel.
Speelde de kleine Ton nog met Wimpie, nu is er
bijna geen winkelier meer die boven zijn zaak
woont. En de huidige bewoners - vaak studenten
- gaan niet met elkaar om. Jacobs, die nog wel bij
zijn winkel woont: „Er lopen hier mensen rond die
me bekend voorkomen en die ik ook wel gedag
zeg, maar van wie ik niet eens weet of ze naast me
wonen of niet."
Boven boekhandel De Kier - ook al zo'n instituut
op de Nieuwe Rijn - woont Ben Walenkamp, cul
tuurminnaar en initiatiefnemer van kunstzinnige
projecten. Zijn laatste wapenfeit: de Leidse muur
gedichten. Hij bevestigt het verhaal van zijn
buurtgenoot. „Niemand kent elkaar hier. Het is
een heel onpersoonlijk buurtje. Dat vind ik overi
gens helemaal niet erg, ik zoek het niet op."
Walenkamp woont al 21 jaar op de Nieuwe Rijn,
en het bevalt hem prima. „Ik heb een fantastische
slaapkamer met uitzicht op de Hooglandse Kerk.
De eerste ochtendzon kleurt de kerkramen goud.
Heel mooi." En het uitzicht aan de voorkant, over
het water? Walenkamp lacht. „Ik wéét dat ik uit
zicht heb, maar ik kijk nooit naar buiten. Ik heb vi
trages voor mijn ramen hangen en daarvoor nog
wit doek. Uitzicht stoort me als ik aan het lezen of
aan het schilderen of denken ben."
Toch vindt hij het wel leuk dat de markt voor zijn
deur staat. „Een beetje rommelig, daar hou ik wel
van." Net als De Vrind, Jacobs en Verbeek ziet Ben
Walenkamp de komende herinrichting van dit
stuk Nieuwe Rijn met angst en beven tegemoet.
Anders dan de winkeliers echter maakt hij zich
niet druk om de parkeergelegenheid. De bestra
ting en de aankleding, daar gaat het hem om. „Die
nieuwe rode steentjes zijn dodelijk saai!" roept hij
uit. Bloembakken, kunst en vooral ook meer bo
men, dat zou volgens Walenkamp meer variatie
geven. „Een stad moet levendig zijn."
Verderop, tussen Koornbrug en Hoogstraat, liggen
de gewraakte steentjes er al. En daar is men zeer
tevreden met de facelift van de Nieuwe Rijn. "Een
verbetering', "Vol lof, 'Een beschaafd straatje', zijn
de reacties op het kamerbrede tapijt. Hier heeft
niemand het over dooie straten en kale vlaktes
zoals aan gene zijde van de brug. Tineke Doove
van het oeroude De Kroon, ooit beurtschippersca
fé: „Ik kwam pas vanuit de Burgsteeg de hoek om
en ik dacht: goh, wat ziet dat er gelikt uit."
Ze is vooral gelukkig met de nieuwe terrasruimte
langs het water. „De winkeliers zijn daar ook blij
mee", volgens haar en ze voegt eraan toe: „En ook
de marktlui zouden er blij mee moeten zijn. Als
toerist zou ik denken: in die stad kom ik nog een
keer terug."
De marktlui hebben zich jarenlang verzet tegen
terrassen tussen de marktkramen. Die zouden ga
ten slaan in de markt. De gemeente heeft echter
doorgezet, en nu zijn van Van Engelen tot Einstein
de rieten stoeltjes als paddestoelen uit de nieuwe
bestrating geplopt. Alleen meneer Jansen - met
z'n alternatieve publiek toch al een vreemde eend
in de bijt - wijkt af met groene plastic zitjes.
Zou dat opzet zijn? „Nee hoor", zegt mede-eige
naar Klaas. „Volgend jaar zetten we nieuwe neer.
Niet dezelfde als de rest want daar hebben we te
weinig ruimte voor. Waarschijnlijk worden het
stoeltjes met stalen pootjes en een rieten zittink-
je."
Als Klaas ook z'n interieur ooit wil aanpassen,
moet hij maar eens gaan buurten bij Jan van Eg-
mond van kapsalon Alex. Van Egmond knipt zelf
niet, maar gaat over de aankleding van het zaakje.
„Elke keer iets nieuws. Zodat je de mensen ver
rast." Van Egmond weet niet zeker of de buurt wel
begrijpt waar hij mee bezig is. „Er zijn hier op de
Nieuwe Rijn niet zo gek veel stijlvolle winkels."
Van Egmond en zijn partner Alex Koek hebben
sinds drie jaar hun zaak in een bijzonder pandje:
nummer 4, het smalste winkelgeveltje in Leiden.
De twee winkeliers hebben een oude traditie op
gepakt en zijn boven hun zaak gaan wonen. „Le
vendig vóór, en rustiek achter", wijst in zijn bo
venhuis Van Egmond. Aan de voorkant de bedrij
vigheid van de Nieuwe Rijn en aan de achterkant
de uit het groen oprijzende Burcht. Van Egmond
begrijpt niet waarom veel winkeliers de Stevens
hof prefereren. „Ik zeg vol trots dat ik op de Nieu
we Rijn woon."