De donkere kant van de Tweede Kamer mn ij schoolhouders lijden aan examenvrees Waterbuffels brengen de mozzarella naar Nederland Binnenland ,G 11 JULI 1997 ANP Algemeen Nederlands Persbureau GPD Geassocieerde Pers Diensten 'Waarom denk je dat de mensen zo afgeven op Frits Bolkestein? Pure jaloezie' rije tijd, een goed salaris en het nodige aanzien; U geen Kamerlid worden? Vooral bij de PvdA en ID regent het aanmeldingen van nieuwkomers die pluk willen beproeven in 's lands bekendste ver aderzaal. Maar doen ze daar verstandig aan? LEO ROGGEVEEN ■t pijksman steekt niet on- tien of banken dat ze >r\ aftellen is. Nog twee en de PvdA-politica -idelijk een punt zetten tie marteling waar haar jdmaatschap op uitge- [s. Als het aan de sociaal- jate ligt, pakt ze morgen «eitje om direct aan de tunnen gaan als (politie- fctschef Zuid-Holland- >aar werkkamers verder- ^iberen de CDA'ers Ad len Wim Mateman juist macht de tijd terug te l, Het tweetal moet van jiijleiding plaats maken jen jongere generatie, voelt daar vooralsnog »or. Als het aan de oud- jen ligt, keren ze ook na tende verkiezingen weer Imoedereerd terug in de jderen fauteuils. Een vak dan het Kamerlid pap is in hun ogen niet Er. politici op de man af "fevraagd wat ze van hun iden, bewegen ze zich I tussen deze twee uiter- jjet is nooit helemaal a nooit helemaal wit. Of antwoorden altijd brecht zijn, mag worden Bid. Aan de koffietafel, de de wandelgangen zijn klere geluiden te beluis- Dan regent het opeens tht zijn de klaagzangen [ellenlange en oerverve- jvergaderingen, waarbij dat het altijd de anderen [een bijeenkomst tot een aken. Het gejeremieer [dagelijkse papierbergen eten worden doorgewor- jnaar in de praktijk voor de ongelezen de papier versnipperaar ingaan - kent ook geen grenzen, en hetzelfde geldt voor de kritiek op de collega's, de onderlinge concurrentie, het haantjesgedrag, de zinloze ritu ele dansen en de leegheid van het bestaan. Kortom, het is één grote treurnis op het Binnenhof. Gerda Dijksman werd het een paar maanden geleden opeens te veel. Na drie jaar groeiende ergernis was de maat vol en wenste ze de schone schijn niet langer op te houden. De FVdA's- ter schreef een vernietigende brief aan haar fractiegenoten en verbrandde daarmee alle sche pen achter zich. Maar dat kon haar niets schelen. In een 'zielloze' fractie als de PvdA viel toch niet te functioneren, luidde haar oordeel. ,Als iemand in de fout gaat, hoor je gegniffel in plaats dat ze je opvangen". Dijksman had zich zoveel van het Kamerlidmaatschap voorge steld toen partijvoorzitter Felix Rottenberg haar in het najaar van 1993 strikte voor een plaats op de kieslijst. Ze was een poli tieagente van 37 jaar zonder po litieke ervaring, maar dat was geen probleem. Rottenberg had het volste vertrouwen in haar. Het eerste jaar in de Kamer verliep ook bijzonder voorspoe dig voor Dijksman. Ze bleek over politiek talent te beschik ken en ontpopte zich in no time tot een gezaghebbend politie woordvoerster. Niets leek een voorspoedige politieke carrière in de weg te staan. Totdat ze ziek werd en maanden verstek moest laten gaan. Na haar ziek bed bleek alles anders. De schellen vielen Gerda Dijksman van de ogen en haar enthou siasme voor het Kamerlidmaat schap nam per minuut af. Begin mei was de maat vol. Ze pakte pen en papier en schreef haar collega's een vernietigende brief, waarin ze gewag maakt van een 'verlammende sfeer, een zielloze fractie en een con stante zuurgraad'. In het enige interview dat ze afstond verwijst ze naar wat oud-fractiegenoot Ruud Vree man 'calculerende collega's' noemde. ,,Die investeren pas in een ander Kamerlid als ze we ten dat ze hem op een ander moment nodig hebben. Om de interruptie-microfoon staan mensen te dringen die praten over dingen die geen burger in teresseert. Niks voor mij, zoiets. Dan denk ik: wat doe ik hier? Wat me ook zo tegenstaat is de koorts om te scoren ten koste van anderen. Dat loopt dwars door alle partijen heen". hardheid PvdA'er Adri Duivesteijn heeft ook best wat aan te merken op de fractie, maar zijn bezwaren liggen niet op het emotionele vlak. Eenzaamheid vindt hij 'in herent aan de politiek': ,,Het Kamerlidmaatschap is in mijn ogen een topfunctie waarbin nen je volledig zelfstandig moet kunnen functioneren. Heb je daar problemen mee, dan moet je er niet aan beginnen. Hetzelf de geldt voor kritiek. Als je je werk serieus neemt, kom je zelf ook ter discussie te staan en daar moet je wel tegen kunnen. Toen ik drie jaar geleden het debat over de volkshuisvesting aanzwengelde, riep dat gelijk een tegenreactie op. Je valt pro fessionals aan en die laten zich niet zomaar aan de kant zetten. Dan gaat het echt hard tegen hard en zijn er weinigen die om je treuren als je onderuit gaat". De tegenwerping dat het toch wel prettiger zou zijn als zo af en toe wél iemand voor je in de bres springt, brengt Adri Dui vesteijn niet van zijn stuk. „Zoals de mensen wellicht we ten heb ik een initiatiefvoorstel ingediend, waarin de rechten van huurders worden geregeld. Dan kom je letterlijk aan de kant van de regering te zitten. Wat mij opviel was dat onder de collega-woordvoerders gelijk een andere stemming heerste. Ze kregen echt iets van: die Dui vesteijn gaan we eens effe aan pakken. En dat deden ze ook. Ik ga daar absoluut niet zielig over doen. Je moet er gewoon op in spelen. Uiteindelijk ben ik het nog leuk gaan vinden ook. Maar het vraagt wel een zekere hard heid. Die kant van het Kamer lidmaatschap wordt geweldig onderschat. Veel collega's den ken dat ze er al zijn als ze een maal in de Kamer zitten. Uit een soort van naïviteit verwach ten ze dat er ook naar elk woord van ze wordt geluisterd. Het te gendeel is eerder het geval". zwaar CDA'er Alis Koekkoek keert net als Gerda Dijksman de Kamer de rug toe, zij het pas na de ver kiezingen en om een andere re den. Hij vindt het hoogleraar schap staatsrecht gewoon leu ker. De behoefte om eens flink naar de praktische politiek uit te halen heeft hij absoluut niet. Zijn kanttekeningen beperken zich tot de categorie klein leed. „Als politicus viel de vorming van het paarse kabinet me bij zonder zwaar. Voor mijn partij, het CDA, was geen rol van bete kenis weggelegd", bekent de christen-democraat. „Gelukkig kon ik mijn grootste frustraties als wetenschapper weer van me afschrijven met een artikel over de kabinetsformatie. Dat is het voordeel van functies die zoveel met elkaar te maken hebben". „Wat me de afgelopen drie jaar verder is bijgebleven, is dat succes in de Kamer in sterke mate afhangt van het gekozen middel. Procedures blijken veel belangrijker dan ik ooit kon be vroeden. Je kunt nog zo'n goed verhaal hebben, als je het mo ment verkeerd kiest, zal er nie mand op reageren. Een collega die een paar maanden later exact hetzelfde zegt, kan zo maar een hele discussie aan zwengelen en met de spreek woordelijke eer gaan strijken". Jaloers op collega's die er bij na dagelijks in slagen om de pu bliciteit te halen, is Koekkoek niet. „Integendeel, ik bewonder types als Bolkestein juist om hun eigenschap zaken ter dis cussie te stellen. Een modem partijleider moet uitstraling hebben anders redt hij het niet. Zelf hoef ik niet zo nodig te sco ren. Ik kan terug naar de univer siteit. Dat geeft een onafhanke lijk gevoel". Als WD'er Jos van Rey, er kend CDA-hater, hoort van Koekkoeks kanttekeningen bij het Kamerlidmaatschap, kiest hij direct de frontale aanval. „Ik heb 78 jaar niets van ze ge hoord; ze zitten nog niet in de oppositie of ze hebben al van alles te klagen. Wat een kroko dillentranen. Ik ben echt ge roerd, maar niet heus. Iedereen die hier zit, doet dat uit idealis me. Dat brengt leuke dingen met zich mee, maar ook verve lende. Dat weet je van tevoren. In 1989 ben ikzelf bijvoorbeeld hard gestraft door mijn partij, omdat ik op een vraag een te eerlijk antwoord had gegeven. Een jaar heb ik buitenspel ge staan om er in 1990 met extra inzet weer tegenaan te gaan. De onzekerheid van het Kamerlid maatschap heb ik nooit als ne gatief ervaren. Ik vind het juist goed. Kamerleden zijn daardoor verplicht om hun stinkende best te doen en dat vind ik geen slecht uitgangspunt", aldus Van Rey. „Je moet je plaats hier ook verwerven". Volgens de liberaal is jaloezie de tweede natuur van menig Kamerlid. „Waarom denk je dat de mensen zo afgeven op onze fractieleider Frits Bolkestein? Pure jaloezie. Niets anders. Op het Binnenhof is die eigenschap sterker ontwikkeld dan elders in de maatschappij. Het Kamerlid maatschap is ook om die reden een hard vak, waar lang niet ie dereen voor geschikt is. Me nigeen onderschat de negatieve kanten ervan. Als ik alleen maar denk aan de ellenlange discus sies en procedures, het kan hier zo verschrikkelijk langzaam gaan. Van sommige onderwer pen weet je van tevoren dat het tot niets leidt - neem de discus sie over de verlaging van de maximumsnelheid tot tachtig kilometer. Toch wordt er dagen over gedebatteerd. En dan ook nog met die bloedserieuze ge zichten! Dan vraag ik me op recht af of ze ooit weieens op de snelweg zijn geweest". Verplichte bijscholing zaait angst onder oudere instructeurs LEX DE JONGE de omgekeerde wereld: tructeurs die lijden aan bvrees. Toch is de angst vreemd, want wie de ^Jhte bijscholingscursus Idelijk verknalt, moet Plpapleren inleveren. De rvje laveert nu tussen Sta en vrees: 'lk word in oijn eer aangetast'. Sjbout weet het zeker: rijgen ze op de bijscho- frsus voor rij-instructeurs lUjn te nimmer te zien. En jk Jju betekent dat hij het na keiflce twintig jaar in de les- [roorgoed voor gezien of dat hij in het vervolg jl zonder het juiste pa- de weg opgaat, laat de p eur liever in het mid- we maar goed beseffen zich de belediging van ize opfriscursus niet zo- in laat leunen, ftiger is boos, en hij niet In het wereldje van de choolhouders zitten de n de ergernis er goed in. ze de verplichting van choling al niet onzinnig, ij iet zeker de zware sanc- het bloed van de rij-in- ïrs doet koken. De 'ge- krijgen precies een half pijt en wie daarna nog jeslaagd, zal zijn lespa- lefinitief moeten inleve- Rijschoolhouders moeten op herhaling: „We zijn natuurlijk niet de slimsten, anders hadden we wel een ander vak gekozen". ingsten te bezweren. Ze- r de oude garde is het niet niks om soms na !n jaren opnieuw de - »anken in te moeten met teilspellende gedachte voortbestaan van hun op het spel staat. Het omgekeerde wereld, 't is daarom niet minder e rijschoolhouders en - eurs lijden aan examen- tten in de piepzak, er- ijbout ruiterlijk. „Ach, irlijk: we zijn natuurlijk slimsten, anders hadden een ander vak gekozen. - is de stress ook zo Mn collega's zijn bang het niveau niet aankun- i zien zich in hun engste n al hun rijschool opdoe- jkort geding dat de drie Slangenorganisaties in de legen de staat hadden pannen, mocht in elk ge val niet baten. Er was geen spra ke van een ongehoorde sanctie, vond de rechter: de bepaling over het verlies van de leslicen- sie was volgens hem gerecht vaardigd. Het vonnis betekende een bittere pil voor de, bonden die nu een nieuwe rechtzaak overwegen. kolder In de tussentijd heeft de verbijs tering op de burelen van de Al gemene Bond voor Auto- en Momrrijschoolondernerners (ABAN) nog niets aan kracht in geboet. Vooral de redenering achter het nieuwe rijscholenbe- leid wekt onveranderlijk erger nis. Het idee dat de verkeersvei ligheid vergroot zou kunnen worden door de rij-instructeurs een theoretische bijscholings cursus voor te leggen, vindt se cretaris Leek zelfs 'te zot voor woorden'. „Dat is echt de grootste kol der die je je maar kunt inden ken", klinkt het geïrriteerd. „Ongelukken zijn juist het ge volg van bestuurders die direct na hun rij-examen al het geleer de in hun pet gooien. U kent ze wel: automobilisten die met een vaartje van honderd door de stad scheuren en in de dichte mist geen greintje gas willen te rugnemen. Denken ze bij het ministerie nu werkelijk dat die wegpiraten verkeerd les hebben gehad?" Met een beetje pech veroor zaakt de bijscholingsdwang zelfs een aanzienlijke slachting onder de instructeurs, vreest de secretaris. Ook zij verwacht dat de ouderen de bijspijkerexa mens nauwelijks aankunnen. Niet in de laatste plaats omdat de vijftigers onder de rij-in- structeurs zonder verplichte les stof al zoveel moeite hebben met de overvolle werkweek. „Met twintig dagdelen vormen deze cursussen een aanslag op hun tijd. En dan praat ik nog niet eens over al de uren die zij thuis vervolgens nog boven de boeken moeten doorbrengen. Ik denk dat het véél instructeurs te veel zal worden". Toch blijken lang niet alle branchegenoten mordicus te gen de verplichte bijscholings cursus. Hoewel ook hij vindt dat de overheid 'met zijn fikken van onze lespapieren af moet blij ven', ziet rijschoolhouder Jan van Ruiten wel iets in een bij spijkerprogramma. jBlst omdat veel rij-instructeurs in nog geen twintig jaar eön lesboek hebben ingekeken, zou het helemaal niet zo gek zijn dat zij de veran deringen in de verkeerswet en in de didactische opvattingen nu eens grondig moeten door nemen. „Dat is toch best een aardig idee, Bart", zo probeert hij de verbolgen rij-instructeur van zijn gelijk te overtuigen. „Ge woon, om de puntjes o.p de i te zetten? Daar doen ze toch nie mand kwaad mee?". Maar de directeur van de Haagse autorij school De Kleynen krijgt bij de instructeur geen poot aan de grond. „Ik voel me in mijn eer aangetast. Ik zie dit als een blijk van wantrouwen Ook Van Ruiten moet on danks zijn gematigde toon toch kwijt dat hij maar weinig heil van de cursussen verwacht. Het is natuurlijk best nuttig om te weten dat je bij het gebruik van een sleeptouw nu geen rode vlag meer hoeft te voeren, maar het verkeer wordt daar niet vei liger op. Zoals ook een paar uurtjes pedagogiek de kwaliteit UNITED PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL van de instructeurs niet onmid dellijk omhoog zal jagen. Op frissen is, kortom, prima, wil de directeur gezegd hebben, maar verwacht er vooral geen onge lukje minder om. Aan de andere kant zijn de rij- instructeurs wel erg somber over hun kansen. Volgens Van Ruiten moet iedereen die zijn vak serieus neemt, de cursus kunnen halen, ook de oudere instructeur met de tweede klas van de lagere school als het ma gere eindpunt van zijn onder wijsloopbaan. Bovendien kan een opfriscursus iets doen aan het beroerde imago waar de rij schoolbranche het zo mee heeft te stellen. Alleen zal die ultieme sanctie dan wel zo snel mogelijk van tafel moeten. „Dat kan echt niet", verklaart de rijschoolhouder beslist. „Een bakker zullen ze ook niet zeg gen dat hij maar moet stoppen als de kennis wat roestig wordt. Daar komt bij dat een rij-in- structeur nu zo'n zesduizend gulden betaalt voor een oplei ding die niet langer dan vijfjaar geldig is. Want daarna moet hij alweer de lesbanken in". MEUEL» THEO HAERKENS Schrikdraad scheidt de acht waterbuffels van de melkkoeien. De dieren mogen niet bij elkaar lo pen want de 'oermnderen' van boer Van der Ei sen uit Meijel en zijn neef maken gehakt van het goedmoedige roodbonte melkvee. Onder elkaar zijn de acht de rust zelve. Goed moedig herkauwend liggen ze dicht bij elkaar in het gras en net als de koeien komen ze onmiddel lijk kijken als er iets te beleven valt. Van der Eisen haalt de beesten hartelijk aan, slaat een arm om de massieve hals, die hij uitbundig beklopt en drukt zijn hoofd tegen de grote kop met de zware hoorns. Knuffel-buffel, zoals de lieveling van het groepje heet, steekt zijn kop nog wat verder de lucht in, sopt met zijn tong over de gladde neus en laat een paar draden kwijl lopen. In één soepe le beweging zwiert Van der Eisen (31) zich op de brede rug van de kolos die deze demonstratie ge lijkmatig ondergaat. Samen met zijn neef impor teerde stierenmester Van der Ei sen vorig najaar uit Noord-Italië dertig buffels: tien koeien en een twintigtal stierkalveren. Ze willen de melk vanaf volgend jaar gebruiken voor de produc tie van mozzarella-kaasjes, pre cies zoals dat in Italië gaat. Het vlees willen ze als een bijzonde re lekkernij aan de man bren gen in de betere restaurants. Waterbuffels of karbouwen zijn afkomstig uit het noorden van India. In het wild vormen kuddes één front, waarbij de volwassen dieren met de kop naar beneden en de vervaarlijk gekromde hoorns vooruit, zelfs tijgers weten te verdrijven. Zo vechten de buffels ook onder linge schermutselingen uit en deze aanpak heeft op de boerderij in het hart van de Peel wat koeienbloed doen vloeien. Sinsdien hebben ze hun eigen wei. In (sub) tropisch Azië worden de dieren vrijwel overal gehouden als landbouwhuisdier. Ze dienen als lastdier en met hun brede poten zijn ze bij uit stek geschikt voor het ploegen van modderige rijstvelden. Ze zijn verzot op water. In Indonesië hoeden kleine jongetjes groepjes buffels, die ze in poelen en stroompjes met veel aandacht schoon- boenen. Toch verliest de tamme buffel zijn stre ken niet helemaal. De dieren mogen vriendelijk zijn tegenover hun vaste verzorger, vreemden kunnen ze agressief bejegenen. mozzarella ,,De consument is niet geïnteresseerd in goed vlees. Die kijkt alleen maar naar de prijs in de supermarkt. Van der Eisen was op zoek naar wat anders nadat hij voor het tweede achtereenvolgende jaar een verlies van honderdduizend gulden moest bij schrijven m de boeken. „Rundvlees is te duur ge worden om te concurreren met vlees uit Austra lië, Argentinië, de VS of Frankrijk", legt boer Van der Eisen uit terwijl hij de koffie opgiet en ter loops zijn drie honden tot de orde roept die door de keuken dartelen. „De consument is niet geïn teresseerd in goed vlees dat vrij is van hormo nen", moppert hij „Die kijkt alleen maar naar de prijs in de supermarkt. De rest kan hem niet schelen." De driehonderd stieren die hij gewoonlijk op stal had staan, heeft hij teruggebracht tot hon derd. Ook met zijn negenhonderd varkens gaat het slecht, want het bedrijf op dé grens van Bra bant en Limburg ligt middenin het pestgebied. De helft van de dieren is inmiddels door de over heid opgekocht en vernietigd. De tijden zijn belabberd en daarom kwam het duo - geïnspireerd door een broer die geregeld in Italië komt - op het idee buffels te gaan houden. Wat zou er mooier zijn dan die kaasjes ook hier te produceren? Bijkomend voordeel is dat buffel- melk niet meetelt voor het melkquotum en dat de dieren een derde meer uit hun voedsel halen dan gewone koeien. Het vlees van de stiertjes willen de ondernemers via exclusieve restaurants slijten. „Het is lekkerder en malser dan gewoon rund vlees." Dat een buffel minder biefstuk oplevert dan een koe en maar een derde van zijn melk, vinden ze geen probleem. Volgens Van dér Eisen waren de slagers die twee stiertjes slachtten, enthou siast over het vlees 'dat bijna niet te verprutsen is'. De me ningen lijken verdeeld want de samenstellers van de Winkler Prinsencyclop'edie houden het erop dat het vlees 'gering is van kwaliteit'. De twintig stierkalveren staan onder een afdak op het lom merrijke bedrijf van Van der Ei sen aan een smal weggetje even buiten het dorp Meijel. Nieuws gierig kijken ze het erf op en vriendelijk drukken ze hun kop tegen de honden die zich lui hebben uitgestrekt in het hooi in de voerbak. De buffelkoeien staan op het melkveebedrijf in Grashoek, een paar kilometer verderop. Ze hebben al zestien kalveren ter wereld gebracht. Van der Eisen is er nog nooit bij geweest. „Dat gaat allemaal vanzelf, net zoals in de natuur." De zes vaarskalveren worden aangehouden en te zij ner tijd ingezet voor de melkproduktie. Net als de magere koeien worden de welvarend ogende buffels machinaal gemolken, al had het nogal wat voeten in aarde voordat ze daar aan ge wend waren. De beesten mogen een rustig karak ter hebben, als de boer de uier aanraakte was het compleet mis. „Het zijn net vrouwen", bromt Van der Eisen. Twee buffelkoeien, die achter een schuur met een geïmproviseerde varkensstal staan, bleven zich verzetten en staan nu droog. Meer knorrend dan loeiend soppen ze door een modderpoel naar het hek om zich te laten aanhalen. De vlakke hand van de boer petst op de grijze huid die slor dig met wat plukken haar is begroeid. „Deze twee moeten maar naar een kinderboerderij", vindt hij. De waterbuffels op de zandgrond in de Peel trekken de nodige aandacht. Nieuwsgierig kwa men de boeren uit de buurt langs om de beesten te bekijken die twee keer zo duur zijn als een nor male koe. Volgens Van der Elzen stellen ze zich afwachtend op. „Ze hebben ons veel succes ge wenst."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 5