'Mensen klonen is niet per se verkeer!
'Noodhulp is moeilijk, maar niet voor niets' I
Feiten &Meningen
Vraagtekens
blijven na
politiedrama
Evacuatie kan elke dag nodig zijie-
DONDERDAG 3 JULI 1997
De veelgeplaagde korpschef
Brinkman: Uitgerust met de
tact van een Leopardtank?
FOTO ANP C££5 SPRUYT
NIEUWSANALYSE
Zijn politiecarrière was nog maar net ontloken of
hoofdcommissaris Jan-Willem Brinkman van het
regiokorps Rotterdam-Rijnmond moet alweer op
zoek naar een andere baan. Minister Dijkstal
stuurde de ex-generaal dinsdag de laan uit. Er zijn
geen werkbare verhoudingen meer in het Rotter
damse. concludeerde de bewindsman.
De schade door de 'oorlog' tussen ijzervreter
Brinkman en straatvechter Peper is aanzienlijk. De
korpschef zit met zijn brokken thuis. In Rotterdam
zelf valt ook het nodige te repareren, zowel op het
politiebureau als op het gemeentehuis. Het puin
ruimen kan beginnen. En nu de kruitdampen aan
het optrekken zijn. wil de Haagse politiek het
naadje van de kous weten. Hoewel er opluchting is
dat Dijkstal eindelijk de knoop heeft doorgehakt in
het conflict, stapelen de vragen zich op.
Inzicht in de ware toedracht van het Brinkman-
drama is dringend gewenst. Zo kan worden beke
ken hoe dit soort ellende in de toekomst te voorko
men is. Zo wil het CDA in ieder geval op zeer korte
termijn een hoorzitting regelen, waarbij de betrok
kenen in het drama-Brinkman aan de tand worden
gevoeld over hun rol. Om te beginnen de hoofdrol
spelers.
Allereerst Brinkman zelf. Hij mag dan als een oli
fant door de porseleinkast zijn geraasd in het van
inspraak doortrokken Rotterdamse korps, maar op
wiens gezag deed hij dat? En waarom heeft Brink
man op 2 juni de
bom doen barsten
door keihard de
uitweg te blokke
ren die Peper hem
uit het conflict
bood? Simpelweg
omdat Brinkman
de tact van een
Leopardtank
heeft? Of zat de
oorzaak mis
schien dieper?
Was de ex-gene
raal het zat door
Peper als pion in
diens strategisch
spel tegen de on-
deme mingsraad
en de vakbonden
gebruikt te wor
den?
De tweede
hoofdrolspeler is
korpsbeheerder
Peper. De Rotter
damse burge
meester zag de af
gelopen weken
vele kritische vin
gers op zich ge
richt. Heeft hij zich vóór 2 juni wel volledig ingezet
om het conflict te sussen? Of had hij eerder al stie
kem het vertrouwen in Brinkman opgezegd toen
bleek dat de ex-generaal niet de gehoorzame uit
voerder van zijn strategie was die hij had ver
wacht? En wat te zeggen van de manier waarop
Peper Brinkman, nadat de bom was gebarsten,
openlijk liet vallen?
Ook minister Dijkstal ontkomt niet aan een kriti
sche beoordeling. Over een afvloeiingsregeling
voor Brinkman hoeft de minister de toom van de
Kamer niet te vrezen zolang hij de ontslagen
korpschef een gouden handdruk blijft weigeren.
Mocht de rechter uiteindelijk besluiten dat Brink
man toch een schadevergoeding bovenop zijn
wachtgeld moet krijgen, dan kan Dijkstal zeggen
dat hij zijn poot stijf heeft gehouden.
Dijkstal moet de Kamer wél heel goed kunnen
uitleggen waarom hij zo lang heeft gewacht met
ingrijpen in het conflict. Volgens Dijkstals eigen
partij, de VVD, werd de minister gehinderd door de
huidige Politiewet. Die wet plaatst de minister op
afstand want de korpsbeheerder heeft het in eerste
instantie voor het zeggen. Pas toen de zaak in Rot
terdam was geëscaleerd was, kon de minister tot
actie overgaan. En dat Dijkstal vervolgens nog een
maand extra nodig had om tot een oordeel te ko
men. was ter wille van de zorgvuldigheid, volgens
de WD.
Het CDA meent daarentegen dat de Politiewet
de minister juist geen strobreed in de weg heeft ge
legd om eerder in te grijpen. Over de besteding van
budgetten bij het regiokorps moet de minister zich
inderdaad terughoudend opstellen, maar bij dit
soort belangrijke conflicten had Dijkstal niet ach
terover mogen leunen, aldus de oppositie. Als de
minister niet met een bevredigend antwoord komt,
stuurt het CDA aan op een parlementair onder
zoek.
Ook de rol van het college van regioburgemees
ters moet helder worden. Was het college, fel te
genstander van de door Brinkman voorgestelde
districtsindeling in het politiekorps, niet gewoon
uit op een aanleiding om de korpschef de wacht
aan te zeggen? In dit licht zal de vier jaar geleden
ingevoerde Politiewet nog eens kritisch tegen het
licht moeten worden gehouden. De korpsbeheer
der. in dit geval Peper, en het adviserende college
van regioburgemeesters hebben veel macht. Con
trole is nauwelijks mogelijk want de gemeentera
den hebben geen zeggenschap over de politie.
Daar moet een oplossing voor bedacht worden,
vindt een deel van de Kamer.
Ook de rol van de Rotterdamse hoofdofficier De
Wit is interessant. Waarom slikte hij tijdens het
conflict zijn woorden over de goede samenwerking
met Brinlanan in? De hoofdofficier, in hiërarchie
de gelijke van Peper, was de enige die beslissingen
van Peper had kunnen dwarsbomen door hierte
gen in beroep te gaan bij de Zuid-Hollandse com
missaris van de koningin Leemhuis en procureur-
generaal Docters van Leeuwen. Wat te denken
trouwens van het rapport dat dit tweetal in enkele
dagen in elkaar knutselde en waarin Brinkman
werd gesteund?
Tot slot mag een discussie niet ontbreken over
het 'frisse-wind-beleid': topfunctionarissen van
andere overheidsinstellingen op hoge posten bij de
politieorganisatie zetten in plaats van doorgewin
terde rotten uit het 'old boys network'. Niet dat de
ze nieuwe weg nu meteen weer moet worden ver
laten, maar het is te makkelijk om het hopeloos
mislukte experiment 'Brinkman' als botte pech af
te doen.
DEN HAAG HANS GEURENS
Ethica Inez de Beaufort trekt ten strijde tegen nieuw taboe
OM net UW. vocfc Oe ouetfé l
Te mwaJ ftneoE r
Miupee. les «vvw qeveN- f
s^hoeveel mwp- WILJITjgiyi
Eerste rampenprofessor G. Frerks gaat over derde wereldongelukken
ni
Als je ergens tegen moet zijn, dan is het wel te
gen klonen, zo lijkt het. Het kopiëren van een
mens is een taboe dat we koesteren. Klonen is
eng, fout en amoreel. Maar zeiden we dat vijf
entwintig jaar geleden ook niet over de reageer
buisbaby? Inez de Beaufort, hoogleraar in de
ethiek, trotseert de storm: „Mensen klonen is
niet per se verkeerd."
Ze is voorbereid op zwaar ge
schut. Want ze morrelt aan een
taboe dat in korte tijd is uitge
groeid tot een soort elfde gebod:
gij zult niet klonen. Sinds in
Schotland een lammetje is ge
boren dat een kopie is van haar
moeder, vreest de westerse we
reld de eerste menselijke kloon.
Als in een horrorfilm ziet het
publiek een legertje van Sad
dam Husseins en Tadics voorbij
paraderen. Of een tweede
Cruijff, Michael Jackson of Har
ry Mulisch, die in hun hang
naar onsterfelijkheid een kopie
van zichzelf hebben gemaakt.
Briljante mensen doen wel va
ker enge dingen.
Een paar weken geleden riep
president Clinton op tot een
wereldwijd verbod op het klo
nen van mensen. De president
vindt het kopiëren van mensen
moreel onaanvaardbaar en een
bedreiging voor de samenle
ving. Zo niet Inez de Beaufort,
hoogleraar gezondheidsethiek
aan de Erasmus Universiteit in
Rotterdam. Uiterlijk onbewogen
hoort ze alle doemscenario's
aan. „Er zijn mensen die vinden
dat ethiek moet beginnen
vanuit de emotie. Het gevoel
dat sommige dingen gewoon
niet moeten kunnen. Ik zoek al
tijd naar argumenten. En dan
ben ik niet per definitie tegen
het klonen van mensen."
Schokkend nieuws leidt vaak tot
sterk afwijzende reacties. De
eerste harttransplantatie was
voor heel veel mensen helemaal
geen goed nieuws. Over de eer
ste reageerbuisbaby's werd
schande gesproken. Nu worden
in Nederland jaarlijks duizen
den baby's geboren volgens de
IVF-methode. Die methode
kent nog wel tegenstanders,
maar de meeste mensen vinden
het een mooie kans voor paren
die na veel getob en eindeloze
behandelingen geen kinderen
kunnen krijgen. In een glazen
bakje worden een eicel en een
zaadcel samengebracht. Na de
bevruchting wordt het embryo
terug in de baarmoeder ge
plaatst, waar het kan uitgroeien
tot een kindje.
De bevruchting lukt lang niet
altijd en zeker niet meteen, dus
waarom dat zwaar bevochten
embryo niet splitsen en een
exemplaar in de ijskast leggen,
zodat het wanhopige paar later
nog een tweede kind kan krij
gen? De Beaufort: „Je maakt
dan kunstmatig een tweeling.
Het is een vorm van klonen die
volgens mij geen dramatische
gevolgen heeft voor het kind.
noch voor de samenleving. Ja, ik
denk dat je zo n split-embryo
mag gebruiken."
De Beaufort vindt dat mensen
zo veel mogelijk zelf moeten
mogen beslissen om een opti
maal veilig en plezierig leven te
kunnen leiden. Alleen wanneer
ze daarmee een ander of de sa
menleving schade berokkenen,
overheid ingrijpen. „Je
Eeneiige tweelingen, een natuurlijke kloon, vertonen wel veel overeenkomsten maar ook verschillen. Een
kunstmatige kopie van een mens hoeft dus ook niet exact hetzelfde uit te pakken als het origineel.
ARCHIEFFOTO CPD
moet dus verduveld goede rede
nen hebben om dingen te ver
bieden."
Tegenstanders zeggen dat klo
nen de diversiteit van de natuur
bedreigt. „Onzin", meent De
Beaufort. „Een kloon is niet een
volledig identiek persoon. Een
mens wordt ook gevormd door
zijn omgeving. Dat weten we
ook van eeneiige tweelingen die
los van elkaar opgroeien. Die
mensen vertonen veel overeen
komsten, maar ook verschil
len." En belangrijker: de ethica
denkt dat er geen belangstelling
bestaat voor een menselijke
kloon. „Wie wil er nu een kopie
van zichzelf? Mensen vinden
het oneindig aardiger om een
nieuw wezen te creëren. Als je
ouders zou vragen of ze een
kind willen dat een kopie is van
vader of moeder of een geheel
nieuw wezen, dan kiezen ze
voor het onbekende. Daar ben
ik van overtuigd."
Het Amerikaanse tijdschrift Ti
me vroeg ruim duizend Ameri
kanen of ze een kloon van zich
zelf wilden. Zeven procent ant
woordde met 'ja'. Maar ook al
zou de wens van die mensen in
vervulling gaan, dan nog ziet De
Beaufort weinig kwaad. De di
versiteit van de natuur wordt
met die uitzonderingen volgens
haar geen geweld aan gedaan.
„De natuur zelf selecteert ook.
We worden allemaal langer.
Moeten we dan ook de kleine
mens gaan beschermen?"
Een eventueel kloonkind hoeft
volgens De Beaufort niet te lij
den onder de treffende gelijke
nissen met pa of ma. Misschien
ervaart hij zijn muzikale talent
als opgedrongen en een belem
mering voor zijn ontplooiing.
„Maar je kunt met evenveel
recht zeggen dat het belastend
is voor een kind als het ver
wacht wordt het familiebedrijf
over te nemen. Dat beperkt de
ontplooiingsmogelijkheden
ook."
Een kloon van haarzelf zou ze
vreselijk vinden. Ze heeft drie
kinderen die zowel uiterlijk als
innerlijk van elkaar verschillen
en zo is het goed. Maar wat als
één van de Itinderen ernstig ziek
is en het beenmerg van
'eenzelfde' kindje uitkomst kan
bieden? Zou De Beaufort dan
meewerken aan de creatie van
een genetisch identieke di
„Dat is heel moeilijk. Ik wc e
het niet. Ik zou nu niet zei 6
dat ik daar niet aan mee
werken."
En wat te denken van ouden
wier kind overlijdt en die ie™
graag eenzelfde willen? „Ir
die ouders een vervangkir
raden, omdat het nooit idjQ(
is. Het kind zou eronder li
omdat het voortdurend viftiKC
ken wordt met zijn overleer li
voorganger." milj
Klonen verdient een veel jr ni
anceerder behandeling dag s\
eenduidig 'nee', vindt De i He
fort. Elke situatie is anderenk
Natuurlijk kent ook zij greieri
Ze mag er niet aan denkeiet h
door genetische manipula
een leger domme mensen»
wordt gecreëerd dat alle r?!*-
klussen moet opknappen .R
dat er helemaal geen domgH
mensen meer worden gebj z0
maar uitsluitend intelligei^er
„Dat zijn kwalijke scenaricj g
Maar ik heb veel vertrouw^ 2
het gezonde verstand vanLev
westerse mens, dus zoiets»
niet gebeuren. Ik ben wel ber]
konden uitoefenen op hur
ongeboren kinderen. WillEJli
allemaal krullende Shirley
pies, grote tieten, briljante^)1
ten? Wat willen ze? Je hooi*™
mensen er niet over omda?s e
niet geaccepteerd is, terwifen
het wel heel normaal vindjnt(
de wetenschap ingrijpt onfn
paalde erfelijke ziektes te ven
komen." ex
Vooralsnog ziet De BeauftPnc
voldoende argumenten on
soluut tegen Wonen te zijru^
zijn de toepassingen die or
goed- of afkeuring vragen. t
denk dat we de komende j^g
veel genuanceerder zullen m,
denken over klonen. Eigenj w
zouden we een afspraak n\r0I
ten maken voor 25 jaar." sh
oo
ROTTERDAM MONIQUE DE KNEfrj r
hz
Westerlingen in Afrikaanse landen permanent alert
Sommigen hebben altijd vlieg
tickets en paspoorten gereed
liggen om snel weg te kunnen,
anderen bellen regelmatig de
ambassade om te horen hoe ze
daar de situatie inschatten en of
de evacuatieplannen klaar zijn.
Buitenlanders in Afrika, in dit
geval Nederlanders in Kenya, le
ven voortdurend met het besef
plotseling de benen te moeten
nemen. De een wat meer dan
de ander, maar bijna iedereen
kent een bepaalde spanning.
Afrika blijft een uitermate wis
selvallig continent, waar je van
daag niet weet wat er morgen
kan gebeuren. En er is de afge
lopen maanden meer geëvacu
eerd dan ooit; uit Kinshasa,
Brazzaville, Freetown en Ban
gui.
Is na al deze West-Afrikaanse
hoofdsteden Nairobi aan de
beurt? Later dit jaar worden in
Kenya verkiezingen gehouden
en dat levert nu al regelmatig
spannende en soms geweldda
dige taferelen op in de straten
van de Kenyaanse hoofdstad.
Zozeer dat sommige Nederlan
ders bij ieder opstootje al in pa
niek raken. Moeders snellen
naar school om hun kinderen
vroegtijdig op te halen, anderen
houden de kroost uit veilig
heidsoverwegingen de hele dag
maar thuis. Ook als het slagveld
zich mijlen verder bevindt. Er
zijn zelfs mensen die, nu de
schoolvakanties voor de deur
staan en ze met de hele familie
naar Nederland afreizen, vrezen
dat ze vanwege onlusten mis
schien wel niet meer naar Nai
robi terugkunnen.
Op de Nederlandse ambassade
zijn ze klaar voor eventualitei
ten, maar ze zien op dit mo
ment geen enkele reden voor
paniek. „Er zijn geen voorteke
nen die wijzen op een snelle
verslechtering van de situatie",
meent de politieke secretaris
Norbert Braakhuis. „Onze ana
lyse van de huidige situatie is
dat de zaak niet op springen
staat. Je weet natuurlijk nooit
wat kan gebeuren, maar dat zal
dan niet pats-boem uit de lucht
komen vallen. Het is vergeleken
met het verkiezingsjaar 1992,
toen de provincie Rift Valley ge
teisterd werd door etnisch ge
weld, nu relatief rustig.
Wat Nederlandse burgers in Ke
nya zich vanwege de politieke
spanningen in het land vooral
afvragen is of hun ambassade
hen van de nodige informatie
en adviezen kan voorzien en ge
reed is voor een mogelijke eva
cuatie. „Ja natuurlijkant
woordt kanselier Cor Hersbach.
„Er ligt een plan klaar. Dat be
staat vooral uit hoofdlijnen,
want je moet op basis van wat
er op dat moment in het land
gebeurt toch allerlei ad ho^2
sluiten nemen.|rp
Nog niet zo lang geleden zLj
plannen aangescherpt en ^e]
stemd op die van andere irtlJ
sies in Nairobi. Bovendiens u
alle Nederlanders opnieuw^ c
geroepen zich te registreren
„Zodat we weten waar we i
dereen kunnen vinden. He
natuurlijk onbegonnen wei
om in geval van nood iedet
persoonlijk te benaderen. I
om bouwen we een netwer
van Nederlandse bedrijven
instellingen die via hun kar
ook mensen kunnen bereik
aldus Hersbach.
De kanselier heeft de laatst
verschillende telefoontjes g
kregen van Nederlanders d
vanwege de huidige situatie
Kenya om informatie vroeg
Maar het aantal valt mee ei
paniek bij de bellers is volgi
hem geen sprake. „Op mijc
rige post in Indonesië, waai
vorig jaar erg onrustig was,
hoorde ik van andere amba
des dat ze overstelpt werdei
met telefoontjes. Ik kreeg eL
maar een paar. Nederland»]
zijn blijkbaar toch veel nucfl
der."
tl<
NAIROBI FRANS VAN DEN HOUDT
CORRESPONDENT je,
ei
m
Overstromingen, hongersnood, aardbe
vingen, vulkaanuitbarstingen en de ge
volgen van gewapende conflicten in der
dewereldlanden vormen het werkterrein
van G. Frerks, inspecteur voor ontwikke
lingssamenwerking op het ministerie
van buitenlandse zaken. Voor één dag in
de week wordt hij hoogleraar rampen-
studies aan de Landbouwuniversiteit in
Wageningen, waar hij indertijd zelf niet-
westerse sociologie studeerde.
Vliegtuigrampen zitten niet in het pakket
van de rampenprofessor want 'dat zijn
westerse ongelukken'. Bovendien wordt
daar door anderen al het één en ander
aan gedaan. Dat geldt echter niet voor de
rampen die de arme landen in de Derde
Wereld geregeld treffen. Studenten van
de Landbouwuniversiteit, de opleiding
die zich van oudsher bezig houdt met de
tropische landbouw, lopen er bij stages
in het buitenland geregeld tegenaan en
komen meer en meer terecht bij de
noodhulpverlening. In Wageningen kun
nen ze voortaan rampenstudies als bij
vak kiezen om zich op de hoogte te stel
len van de nieuwste inzichten op dat ge
bied. Een afstudeerrichting is het niet:
„We gaan het bescheiden opzetten",
zegt de nieuwbakken hoogleraar.
Prof.dr.ir.G. Frerks (1954) zit strak in het
pak zoals het een ambtenaar van buiten
landse zaken betaamt, maar hij woonde
jarenlang tussen de kleine boeren in Sri
Lanka. Voor zijn proefschrift deed hij
daar onderzoek naar deelname aan klei
ne coöperaties. Hij evalueerde de effecti
viteit van de Nederlandse ontwikkelings
hulp aan Bolivia en Somalië, maar was
ook als diplomaat verbonden aan de am
bassade in Pakistan.
„Ik ga ervan uit dat de bevolking van
ontwikkelingslanden kwetsbaarder is en
een ramp veel moeizamer te boven komt
dan een westerse samenleving", stelt hij.
„Vooral de mensen op het platteland
hebben geen reserves. Bovendien zijn ze
niet verzekerd en wonen ze in slechte
huizen."
Frerks is ervan overtuigd dat de gevolgen
van overstromingen en hongersnood in
elk geval voor een deel zijn te voorko
men. Hij tekent aan dat Bangladesh
doorgaans „uitstekend weet om te gaan"
met de periodieke overstromingen van
de Ganges die het land ook vruchtbaar
maken.
Hongersnood komt niet uit de lucht val
len. Met satelliettechnieken is vaak al
lang van te voren te zeggen dat het niets
wordt met de oogst. „Je kunt dan tijdig
voedsel importeren, het liefst uit de re
gio. Er zijn ook landen waar strategische
voedselvoorraden worden aangehouden
om problemen het hoofd te kunnen bie
den", vertelt Frerks op doceertoon. In
zijn werkkamer op de achtste verdieping
van 'De Apenrots', zoals het ministerie
van buitenlandse zaken in de volksmond
heet, heerst orde en netheid. Stukken
karton brengen systeem aan in de boe
kenkast en in de hoek kwijnt een yucca
weg.
De grote vraag is of het plaatselijke be
stuur signalen tijdig oppikt en wat er ge
beurt in tijden van burgeroorlog. Vaak
zijn mensen dan extra moeilijk te berei
ken. Het voedsel is beschikbaar, maar
hoe krijg je het op de juiste plaats van
bestemming? En wie betaalt het? Om
antwoorden te vinden op die vragen wil
Frerks nauwe banden aanknopen met
andere disciplines, zoals vrouwenstu
dies.
Niet zelden gaan complexe rampen sa
men met politieke spanningen en gewa
pende conflicten, waar de internationale
gemeenschap maar moeilijk mee weet
om te gaan. „Bij problemen waar een
duidige oplossingen ontbreken en ver
schillende landen hun eigen belangen
hebben, valt het niet mee de neuzen in
één richting te krijgen." Frerks doelt op
de tragische gebeurtenissen in Somalië
in '93 en recenter Rwanda en Zaïre.
Hij pleit daarom voor een krachtig coör
dinerend orgaan dat de hulpverlening
aan een land in crisis ordent. Hij ziet het
als zijn taak daarvoor aanknopingspun
ten te bieden. Vaak is dat erg lastig om
dat hulporganisaties als Rode Kruis en
Artsen zonder Grenzen niet zitten te
wachten op coördinatie. Zij willen onaf
hankelijk blijven en weigeren daarom
zich te binden. Dat neemt niet weg dat
ook zij het steeds moeilijker krijgen. Me
dewerkers worden slachtoffer van ge
welddadigheden en gijzelingen. Rovers
benden laten zich aan afspraken en con
venties niets gelegen liggen en zijn puur
uit op eigen oorlogswinst.
De wetenschap moet ook bijdragen aan
verbetering van de communicatie. Voor
de nomadenclans in Somalië was het de
gewoonste zaak van de wereld om elke
medewerking aan de noodhulp voor
concurrerende clans te weigeren. „Er
heerst daar een agressieve cultuur waar
bij de graasrechten in onherbergzame
gebieden moeten worden bevochten.
Daar is geen ruimte voor solidariteit.
Westerse hulpverleners begrepen dat
niet en hadden er geen rekening mee ge
houden."
Frerks lijkt redelijk optimisch over de
kansen van de Derde Wereld. „Ondanks
rampen en tegenslagen zie je dat men
sen langer leven, hoger zijn opgeleid en
minder ziek zijn. In Azië en Zuid-Ameri-
ka gaat het economisch beter. Afrika is
sociaal gezien al drastisch verbeterd.
Daar moet je moed uit putten. Het kost
allemaal veel inspanning, het is moeilijk,
maar niet voor niets."
DEN HAA j THEO HAERKENS
WIM STEVENHAGEN
Frerks: 'Over vliegtuigrampen ga ik nie
FOTO GPD i
NEE/-* IK. WIL
EK» LJEE^LNéjEN
Miwe£ QW LESGEVEN
fLTIEXl SfOOTSTE
%nz.AKK£>jqat mpr
'T VOOR/W EBo STOK.
WatveFFFUom.''