'Ik moet mijn status waarmaken' ederlandse »*appezeges if ,'antani fietst achter zichzelf aan Tour de France )ENSDAG2 JULI 1997 195 ir jeiWMluAtt&ys ing eld elai :lde -ha ar. K1 le ifn'anp jppl jaar hebben 55 Neder- ise wielrenners in totaal 140 p^i in de Tour de France ge- )orjnen. De Zeeuw Theo Mid- Y^amp was in 1936 de eerste seeerlandse etappewinnaar. aar Voskamp was verleden jaar onjendaye de laatste. Record- cjders zijn Knetemann, Raas ;enIoetemelk met tien, gevolgd |lt r Jean-Paul van Poppel met hepderlands etappewinnaars: errie Knetemann, Jan Raas, ja^> Zoetemelk 10 4. Jean-Paul dePoppel 9 5. Jan Janssen 7 6. ijnben Karstens, Jelle Nijdam 6 evirik Breukink, Wout Wagt- IYeis 4 10. Wim van Est, Hen- ga Kuiper, Henk Lubberding, aa: Oosterbosch, Jo de Roo, Jo- )ly, van der Velde, Rini Wagt- 1}is, Peter Winnen 3 18. enen Blijlevens, Theofiel Mid- h^mp, Jan Nolten, Henk )0flam, Adri van der Poel, Cees jn(m. Steven Rooks, Antoon art Schendel, Theo Smit, Gerrit preveld, Gerrit Voorting, Ad jjands 2 30. Michael ^erd, Hans Dekkers, Maar- U(jDucrot, Leo Duyndam, Cees Espen, Henk Faanhof, Daan Groot, Rob Harmeling, __Jiieu Hermans, Fedor den tog. Jos Hinsen, Adri van Tlwelingen, Jan Krekels, Jo- Lammerts, Jo Maas, Frans fissen, Henri Manders. Frits dtfd. Henk Poppe, Gerrit ulte, Gert-Jan Theunisse, Ni- '(Verhoeven, Gerard Vianen, >e van Vliet, Bart Voskamp, flb Zilverberg 1. '5. Van de ene op de andere dag hield Miguel Indurain op te bestaan. Niet alleen als wielrenner, maar vooral als vijf voudig Tourwinnaar. Ook als fenomeen, markante kop met de neus van een Griekse mythologische held, en ge wone Spanjaard. Hij is sinds die trieste tweede januari, de dag waarop hij afscheid nam, nauwelijks meer op te levisie of in kranten verschenen. Een tijdperk is ten ein de, ook volgens hemzelf. ,,Het verleden is voorbij." Indu rain is, na twaalf jaar afzien, het fietsen echt zat. En hij wil er nog minder over praten dan vroeger. Maar let op de beelden van de Tour. Misschien staat hij straks ergens op een bergweggetje in de Pyreneeën. God is naar aarde afgedaald en anoniem geworden. barcelona edwin winkels cpd-verslaggever Het was een warme namiddag in Malaga, Zuid-Spanje. Hij had net een criterium gereden. Het voorlaatste van zijn carrière, maar dat wist op dat moment niemand zeker. De volgende dag wachtte het plaatsje Xativa, voor zijn laatste kilometers na 12 jaar prof. Of toch niet? Het was begin november 1996, en nog een eeuwigheid te gaan tot de Tour van 1997. Maanden van twijfels zouden volgen, dacht ie dereen die niet in het binnenste kon kijken van de wielrenner die de 'maillot jaune' een nieu we dimensie had gegeven, vijf jaar achtereen. Misschien zou hij stiekem blijven trainen... Een nachtmerrie voor alle Spaanse journalisten en hun buitenlandse (vooral Franse) collega's. Niemand heeft ooit geweten wat zich achter dat on beweeglijke gelaat afspeelde. Dus was er geen primeur te ha len. Zelfs voor broer Pruden niet. „Wat heeft-ie uiteindelijk besloten?" vroeg broertje Indu rain op de avond van 2 januari dit jaar, toen de verslaggevers hem het vreselijke nieuws kwa men brengen. Terug naar die middag in Ma laga. De lobby van een hotel. Voor de deur vijf politieagenten om de meute buiten te houden. Op jacht naar de laatste handte kening. Op het puntje van een comfortabele stoel Miguel Indu rain, ontspannen als altijd. Net onder de douche vandaan en hij had ook de kleine Miguel nog even eten uit een opge warmd potje moeten geven. Er meldde zich de bediende van een autoverhuurbedrijf. „De wagen staat voor de deur. Wilt u hier even tekenen", zei hij en hij kreeg die ene handtekening waarnaar buiten honderden stonden te smachten. Ook die middag was de pri meur niet te halen. Miguel sprak de woorden: „Ik weet het nog niet. De ene ochtend sta ik op en denk ik erover door te gaan. De volgende morgen word ik wakker en wil ik het liefst stoppen." De ochtend van 2 januari 1997 stapte hij met het verkeerde been uit bed. Uren later las Mi guel Indurain in wéér een hotel, nu in Pamplona, een communi qué voor dat echtgenote Marisa Lopez de Goikoetxea na het ontbijt voor hem had opgesteld. „Vandaag wil ik publiekelijk be kend maken dat ik mij terugtrek uit het professionele wielren nen." Enkele minuten later ein digde de tekst met: „Na het mi nutieus overdacht te hebben, denk ik de juiste beslissing te hebben genomen, voor mij en mijn gezin. Ook zij zitten op mij te wachten." Zes maanden later stappen Miguel en Marisa soms op de fiets, in de garage van hun vrij staande huis in Olatz, Navarra. Samen leggen ze zo'n honderd kilometer af. Ze rijden niet hard, doen er een uur of zes over. Zonder fotografen, zonder nieuwsgierigen. Een anoniem echtpaar dat zich vermaakt. Daar waar ooit, in de jaren tachtig, een kampioen geboren werd. spf 5| 1 b« in#n «anp 'cc1co Pantani is onzeker. Over [Oj|vorm. De Italiaan begint za- ic lag aan zijn derde Tour de '-Vice. Hij hoopt louter op een uitschieters in het hoogge- en|te. Zoals in 1994 en '95. 9 oie, langzaam vervagende 10lnneringen aan een klimmer ,rnliitstek. Want sinds hij in het miiar van 1995 werd geschept 1 Sr een auto in de semi-klas- 1 .Aer Milaan-Turijn is 'Elefanti- ng| slechts bezig geweest met oiilideren. Dat ging met vallen 1 l^pstaan. Vaak letterijk. Jet toen Pantani zich na zijn ktop het hoogste niveau kon icrnifesteren, in de Giro d'Ita- klapte hij opnieuw op het llltjlt. Dit keer was het geen au- i.nnaar een (grijswitte) kat die 9 p in de afdaling tegen het 'nrUum deed stuiteren. Een Hieling die hem tot opgave ïng. En in de Ronde van 'tytserland bleek hij daar nog el van hersteld. Onzeker is hij antral, omdat hij vreest zijn Zinkunsten nooit meer te kun- 4 tonen op het niveau waar Jat wil: het hoogste, oormalig renner Davide sani, PR-man van Pantani's ~~frg Mercatone Uno, heeft de viSp op de terugkeer van de .fsjkgeit op topniveau niet op- ik leven. „Maar of dat al dit jaar s alleen te hopen. Ik blijf er- wHci overtuigd, dat hij vóór het SI 2000 een grote ronde op 1 6t naam schrijft. Vooral omdat M de uitstraling van een echte J Ier heeft. Hij kent zijn ver- '06Woordelijkheden, is geen re- laar, maar een echte aanval- 'egenover het positieve van isani staan de criticasters, die 27-jarige kaalhoofd een tac- li onbenul noemen. Na zijn irbraak in de Giro drie jaar eden met twee ritzeges, ,eïide hij in de bergetappes 1 de Tour weliswaar een on- ireidelde aanvalslust, maar "iéi enkele uitbraak leidde tot 1st. Vooral doordat hij de ver- irde momenten koos. tlenmiddels is de klimmer uit badplaats Cesenatico, vlak Rimini, gedwongen van eg veranderd nadat eeuwige jnsor Carrera was afgehaakt, t team viel uiteen. Voormalig Iilrenner Luciano Pezzi, eige- ir van de supermarktketen rcatone Uno, zag een unieke Js in de wielrennerij terug te fen. Hij contracteerde Panta- voor drie jaar. stemde de eg geheel op hem af en :ht op die manier na dertig r weer eens een Italiaan in geel in Parijs te krijgen. •elfs als de renner zijn grote Miguel Indurain: een wielergod is op aarde neergedaald Jeroen Blijlevens: zachtaardig, slim en snel vorm terugvindt, lijkt de Tour winnen een utopie, want Panta ni beheerst maar één facet; klimmen. Tijdrijden is zijn zwakke fiunt. Hij heeft nog al tijd hoop dat het goed komt. De Italiaan baseert dat vooral op vroegere eindklasseringen, zoals de derde plaats in de Tour 1994. Zichzelf bewijzen wordt het voornaamste doel van Pantani in de 84e Ronde van Frankrijk. Hij loopt al sinds zijn heroptre den augustus vorig jaar - tien maanden na de open, dubbele beenbreuk - achter zichzelf aan en heeft zich in zijn haast terug te keren aan de top duidelijk ge forceerd. In de Giro slaagde hij er niet in zijn tegenstanders te lossen op de Terminillo. „Ik had het gevoel dat ik an derhalve maand vóór de Giro beter omhoog ging. Maar het was wel een opluchting dat mijn been zich goed hield", zegt hij. „Een jaar geleden vreesde ik mijn hele leven invalide te moe ten blijven. Het was erg belang rijk om weer eens in een etap pekoers zo'n berg te voelen." In de Ronde van Zwitserland kon hij echter geen gelijke tred houden met de besten. Dat maakte hem zo treurig dat zijn sponsor uit Italië over moest komen om hem op te beuren. Want zelfs Cassani, met wie hij inmiddels een hechte vriend schapsband heeft, kon hem niet meer opvrolijken. „Marco heeft het moeilijk, als het niet gaat, en op zulke mo menten is hij erg gesloten. Ik spreek hem wel eens toe in dia lect, omdat ik uit dezelfde streek kom, of herinner hem aan zijn uitspraak na zijn eerste profwedstrijd, de Grote Prijs Ca- maiore in '92, die ik won. Hij zei toen: „Als Cassani deze wed strijd kan winnen, dan kan ik een goed profrenner worden." Doorgaans slaan dat soort din gen bij hem wel aan". Miguel Indurain met de kleine Miguel tijdens een bezoek aan Eurodisney. Tussen de heuvels en bergen van Navarra is Miguel Indurain weer geworden wat hij tien jaar geleden was. Een onbekende. Hij lijkt verdwenen, weg. Niet uit de herinnering, nu een nieu we Tour aanbreekt, de eerste in dertien jaar zonder de lange boerenzoon uit Villava. Wel uit het blikveld. Zelf doet hij er alles aan dat laatste zo te houden. Bij zus Isa bel, de oudste van de vijf Indu- rains en jarenlang onbezoldigd secretaresse van de 'pentacam- peón', zoals de vijfvoudig Tour winnaar in Spanje wordt ge noemd, stond de laatste weken foto gpd jacques brinon de telefoon niet stil. En ook thuis moest Marisa geregeld op nemen. Interview dit, analyse dat, uitnodiging zus, presentatie zo. De grote ronde kwam eraan en iedereen wilde wel met Mi guel praten. Maar hij had het nog zo gezegd, kort na zijn af treden. „Het verleden is voorbij. Daar praat ik niet meer over." De Tour-bazen hebben een zoon verloren van wie zij nim mer de volle honderd procent hebben gehouden. Totdat de 'oude' Deen Bjame Riis de ko ning onttroonde. In schoonheid sterven is altijd goed voor de le gendevorming. Nu heeft Jean- Marie Leblanc, de directeur die zijn ronde onder Indurain soms te saai vond, de Spaanse gigant een open uitnodiging gestuurd. „Je kunt komen wanneer je wilt." Maar Miguel weet het nog niet. Misschien komt hij straks heel even, als gast naar de start in Rouen, geboorteplaats van Jacques Anquetil, een andere Tourheid die tien jaar geleden overleed. Daarna is hij vermoe delijk alleen nog te bewonderen als commentator van de Spaan se TVE in de Pyreneeën-etap- pes, dicht bij huis. Of gewoon als toerist. „Pak ik de auto en rij naar de Tourmalet om de koers te zien." Af en toe laat hij zich paaien, voor een foto in Eurodisney met Merckx en Hinault, of als am bassadeur van Sevilla in Lausanne om de kandidatuur voor de Olympische Spelen van 2004 te bekrachtigen. Maar dat is niet de echte Indurain. Die zit liever thuis. Hij had al zo'n voorgevoel in het voorjaar van 1990. Een rus tig hotelletje in Azpeitia, na de eerste etappe van de Ronde van het Baskenland. Miguel Indu rain was de favoriet voor de Vuelta a Esparia die hij (uitein delijk) acht keer reed maar nooit won. Over de Tour had niemand het. ,,Ik zit midden in het wielerwereldje, maar de ma nier van leven vind ik niet echt leuk", zei de man die nog zeven jaar, vijf Tour-zeges, twee WK- medailles, Olympisch goud, twee Giro's, een werelduurre cord (in totaal, 97 overwinnin gen) verwijderd was van zijn af scheid. Abrupt Na zijn afscheid trainde hij aan vankelijk nog een beetje af met Pruden, het broertje dat hem nimmer had kunnen volgen. Toen die te snel ging, ruilde hij hem in voor Marisa. Maar meestal heeft Miguel niet eens zin op het zadel te gaan zitten. En neemt hij Athos. zijn hond, mee voor een wandeling door de heuvels. Zonder fiets. Een dozijn fietsen heeft Indu rain thuis staan. Relikwieën van een gouden tijdperk. Hij raakt ze niet meer aan. Nog geen maand na zijn afscheid ging hij met Pruden naar een groot win kelcentrum aan de rand van Pamplona, om een nieuwe ra cefiets te kopen. Geen fiets van Pinarello, de oude, aardige Itali aanse man die hem vanuit de fabriek in de buurt van Venetië alles geleverd heeft wat hij maar nodig had. Miguel twijfelde tus sen een Colnago en een Cann- ondale. De verkoper overtuigde zijn illustere klant van de kwali teiten van het Amerikaanse -merk. Miguel vroeg naar de prijs. „Wat? Een half miljoen peseta's voor een fiets?" Hij zei dat hij nog even wilde naden ken. Zevenduizend gulden- Gierig was de wielrenner met het jaarsalaris van zo'n tien mil joen gulden nooit. Hij wist al leen niet wat er zich precies rond hem afspeelde. Het gedoe over de fietsen, de remmen, de Espada (zijn tijdritfiets), maar ook de intriges, de botsende be langen, de miljoenen - het ging allemaal aan hem voorbij. Hij zette wel zijn ploegleider en peetvader, Jose Miguel Echavar- ri, en zijn arts, Sabino Padilla, tegen elkaar op zonder zich er van bewust te zijn. Het was het begin van het einde. Voor het eerst voert zijn naam dit jaar het lijstje van favorieten niet aan. Eindelijk wordt er eens geen 'saaie' Tour voorspeld. To ny Rominger, oude rot in het vak, weet het zeker: „De laatste jaren wist iedereen waar hij aan toe was. Banesto controleerde de eerste week, tot de tijdrit waarin Miguel tekeer ging. Zon der Indurain zal de Tour een gekkenhuis zijn. Een open inrichting, voor het eerst sinds 1991. Voor het eerst zonder de kunstenaar die pas wordt gemist als hij dood is. Als de bewoner van Voort 37 behoedzaam de zware voordeur van zijn villa heeft geopend, lijkt hij in niets op de machtige sprinter die in de burgerlijke stand van de Belgische gemeen te Meerle onder de naam Jeroen Blijlevens op dit adres staat in geschreven. De wielrenner is plots nietig en dat heeft alles te maken met de omgeving waarin hij vertoeft. Wit overheerst in de ruime vertrekken. Tegen het decor van een im posante haard, licht marmeren vloertegels over talloze strek kende meters en strak stucwerk, is het zaak in zijn spoor te blij ven. Gelukkig heeft Nederlands snelste coureur bruin haar en is hij voor de gelegenheid in een donker shirt gestoken, anders zou het nog lastig zoeken zijn. Via de woonkamer, langs zwembad, sauna, keuken en wasruimte bereiken we na enige tijd de tuin. Voorzichtig laat hij de zonwe ring tot vlak boven zijn hoofd neerdalen, schenkt een combi natie van vruchtenschap, bron water en ijs in en begint een verhaal waarmee de bescheiden Brabander zich bijna lijkt te wil len verontschuldigen voor zijn welvaart. „We wonen hier nog niet zo lang. Eerst hadden we een gewoon rijtjeshuis, even verderop in Hoogstraten. Was ook prima hoor. Het maakt mij eigenlijk niet zoveel uit. Tijdens de training fietste ik hier altijd langs en dan dacht ik steeds: is dét huis leeg komt, wil ik wel een bod doen. En zowaar, op een gegeven moment stond het te koop. De vorige bewoner, ook een Nederlander, wilde naar Spanje en moest het huis kwijt. Dat is ons geluk geweest, we hebben het voor een redelijke prijs kunnen kopen. Het grote voordeel was dat we er niets meer aan hoefden op te knap pen. We konden er zó in. Nor maal koop je zo'n huis als je wat langer prof bent. Ik hoefde hele maal niet zo veel kamers. Je moet het allemaal maar schoonhouden en daar hebben we bijna geen tijd voor. We sla pen beneden, daar is toch ge noeg ruimte. Ik ben al in geen maanden op de bovenverdie ping geweest, heb geen idee meer hoe het er daar uitziet. Dit huis kwam wat mij betreft iets te vroeg, maar het liep nu een maal zo. Ik zie het als een goede investering." Twee ritzeges in de Tour de France in de afgelopen twee Boven zijn we al in geen maanden geweest. Ik zou niet eens meer weten hoe het er uitziet." foto cpd cees zorn Jeroen Blijlevens thuis op de bank. jaar hebben hem fortuin en aanzien geschonken. Maar tijd om ervan te genieten gunt de 25-jarige Blijlevens zich niet. „Dat zou he'e'l dom zijn. Ik moet mijn status ik de komende Tolit waarmaken. Ik wil wéér minimaal één etappe winnen en daar heb ik alles voor over." De slimme sprinter is twee dagen thuis. Het is een over brugging tussen de Ronde van Zweden en de Route du Sud. Hij brengt de tijd door met lichte trainingen, post doornemen, het wassen van de koerskleding en veel rusten. Franske, zijn vriendin met wie hij de villa deelt, heeft haar onregelmatige bestaan van grondstewardes in geruild voor een deeltijdbaan als directie-secretaresse zodat ze er voor hem kan zijn als dat nodig is. „Vroeger kwam het voor dat ze net dienst had als ik eens een paar dagen thuis was. Dat was niet prettig. Nu is alles beter geregeld. De basis moet goed zijn. Overal waar ik kom sta ik het middelpunt van de belangstelling. Gelukkig heb ik hier een plek waar ik helemaal tot rust kan komen." Hij komt uit een eenvoudig Brabants gezin. Zijn vader stond met schoenen op de markt. Eerst één kraampje, later meer. In de weekenden en de vakan ties hielp Jeroen hem, maar hij wist toen al zeker dat hij wiel renner zou worden en geen marktkoopman. „Ik was acht toen ik voor het eerst op een ra cefiets zat. Ik wist niet beter dan dat ik coureur zou worden." Pa kwam wel eens kijken toen Jeroentje als nieuweling en later als junior de Brabantse wed strijdjes met zijn lef onveilig maakte, maar winnen zag hij hem nooit. Zijn vader overleed acht jaar geleden. Hij was nog maar 44. Blijlevens reed als amateur voor de Jonge Renner uit Oos terhout en de Koga Miyata- ploeg van Egbert Koersen, voor dat hij een profcontract kreeg aangeboden van TVM-ploeglei- der Cees Priem. Er waren betere sprinters destijds. De Drent Allard Engels en Rotterdammer John den Braber bleven hem in massaspurts vaak de baas. Zijn concurrenten van toen zijn ge stopt (Engels) of rijden nog slechts als opvulling mee (Den Braber). „Die jongens waren op dat moment al volgroeid terwijl ik nog sterker moest worden. Dat is het verschil." Zabel Priem stond in het najaar van 1993 bij toeval bij de finish van een etappe in de Tour de l'Avenir toen Blijlevens als lid van de nationale amateurselec tie Erik Zabel versloeg. „We wa ren weg met een groepje en Za bel was er van overtuigd dat-ie zou winnen. Iedereen die de marreerde haalde hij terug. Ik kon rustig afwachten en klopte hem uiteindelijk in de sprint. Een week later tekende ik een contract bij Priem en het mooie is dat ik sindsdien elk jaar ster ker ben geworden. En ik groei nog steeds. Jeroen Blijlevens is een zacht aardig type. Hij heeft een kind nog nooit een handtekening ge weigerd, is zelden humeurig en allesbehalve een man van uit barstingen. Kortom, hij voldoet in geen enkel opzicht aan het beeld dat het publiek van de rassprinter heeft. Dat zijn over het algemeen ruige, explosieve types zoals Cipollini en Ab- doesjaparov, die van niemand schrikken en als het nodig is niet te beroerd zijn een collega in de dranghekken te rijden. Druk „Je moet in de finale aan zó veel dingen denken. En vergeet niet dat de druk groot is hè. De hele ploeg werkt voor jou en vindt het niet leuk als ik het niet af maak. Maar met die druk heb ik aardig leren omgaan. Als je daar teveel onder gebukt gaat, dan kun je beter stoppen. De jon gens weten dat ze me moeten 'afleveren'. Het mooiste is als dat pas vijftig meter voor de streep gebeurt. Daarna moet ik het alleen doen. Maar er zijn wel tien ploegen die een sprin ter hebben, dus is het meestal een enorm gedrang. Je moet maar niet te veel aan de gevaren denken. Alles uitschakelen Veel kansen om mee te doen om de dagzege doen zich im mers niet voor voor de snelle mannen. Zeker de komende Tour niet waarin alleen de eer ste week en de laatste etappe vlak is. Na zeven ritten verdwij nen de sprinters in de Pyrenee- en en komen pas weer tevoor schijn als ze ook nog eens de Al pen- en Vogezentoppen zijn ge passeerd. Er rest dan nog één kans, de slotrit naar de Champs Elysees. Blijlevens: .Alle sprinters we ten dat het in die paar etappes moet gebeuren." Hij noemt zijn concurrenten: Steels, Cipollini, Zabel, Abdoe, Moncassin en Minali. „Ze willen allemaal het zelfde: winnen, hoe dan ook." De oogkleppen worden vaak pas verwijderd als ze kinderen hebben, eerder zijn ze niet be reid in het zicht van de finish in de remmen te knijpen. Blijle vens: „Ik heb hier in huis ge noeg ruimte voor een groot ge zin. Maar laten we nog maar even wachten, want ik heb nog heel wat wedstrijden te win- Marco Pantani in volle actie. Zijn revalidatie verliep met vallen en op staan. Letterlijk. foto epa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 23