Aangepaste
uitkeringen
per 1 juli
Binnenland
MAANDAG 30 JUNI 1997
De sociale verzekeringen per 1 juli 1997
Met ingang van 1 juli 1997 worden de uitkeringen op grond van een
aantal sociale verzekeringswetten verhoogd. Dit is een gevolg van
halfjaarlijkse aanpassing van het wettelijk minimumloon en de
iciale uitkeringen aan de ontwikkeling van de lonen. De wijziging
leidt er toe dat bijvoorbeeld een echtpaar waarvan beide partners 65
jaar of ouder zijn en alleen AOW ontvangen, er netto onge.veer 15
gilden per maand op vooruit gaat. De totale netto uitkering voor
iet echtpaar komt daarmee op 1.926,50 gulden per maand. Iedere
partner ontvangt vijftig procent van dit bedrag. Alleenstaande AO-
o( \V ers gaan er zo n elf gulden op vooruit. Deze bedragen gelden voor
AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen en met een zieken-
eigf fondsverzekering,
ani
rd (AOW
Gehuwde of samenwonende partners hebben ieder een zelfstandig
;1 r recht op een AOW-pensioen dat netto gelijk is aan vijftig procent
van het netto minimumloon. De AOW voor een oudere alleenstaan-
rade is gelijk aan zeventig procent van het netto minimumloon. Eén-
ie i oudergezinnen ontvangen een pensioen dat netto gelijk is aan ne
gentig procent van het netto minimumloon. Het gaat om ongehuw-
n z de bejaarden met een kind jonger dan 18 jaar voor wie zij kinderbij-
slag ontvangen. Een gehuwde met een partner jonger dan 65 jaar
toi ontvangt een pensioen van vijftig procent van het minimumloon
2 (de uitkering voor een gehuwde) en een toeslag van maximaal het-
k zelfde bedrag (bruto 1.079,37 gulden).
De uitkeringsbedragen per 1 juli 1997 zijn in onderstaand overzicht
weergegeven.
aarJAOW
t arbeid (uitkeringen) wordt er geheel van afgetrokken. Van inko-
n uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing.
Bruto p.mnd Bruto vak.
uitk.p.mnd
Bruto vak.
uitk. p.mnd
61,80
123,60
86,52
86,52
111,24
Iq Gehuwden 1079,37
21 Gehuwden met maximale toeslag 2158,74
lt ie Gehuwden zonder toeslag
omi (partner jonger dan 65 jaar)
(AOW vóór 1-2-1994) 1554,92
sl Ongehuwden 1554,92
Ongehuwd met kind tot 18 jaar 1942,83
el v
j n Maximale toeslag (AOW vóór 1 -2-1994) 603,82
nan Maximale toeslag (AOW vanaf 1 -2-1994) 1079,37
luit
IE
?nk De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jon-
legtgere partner. Van dit inkomen (voor zover verkregen uit arbeid)
wordt eerst een deel buiten beschouwing gelaten. Deze vrijlating
ledraagt vijftien procent van het bruto minimumloon met inbegrip
van de overhevelingstoeslag (369,97 gulden) en eenderde deel van
het meerdere aan bruto inkomsten. Wat daarna overblijft, wordt in
indering gebracht op de toeslag. Als recht bestaat op een maxima-
toeslag van dertig procent van het minimumloon (bruto 603,82
gulden). is er bij een bruto inkomen van de jongere partner van
meer dan 1.275,70 gulden per maand (met inbegrip van de overhe
velingstoeslag), geen recht meer op toeslag. Wanneer de maximale
toeslag vijftig procent van het minimumloon (bruto 1.079,37 gul-
2l den) bedraagt, dan bestaat bij een bruto inkomen (met inbegrip van
"ode overhevelingstoeslag) van 1.989,02 gulden of meer geen recht
'meer op toeslag. Inkomen in verband met arbeid, bijvoorbeeld een
sociale verzekeringsuitkering, wordt geheel gekort op de toeslag. De
bij deze bruto bedragen behorende netto uitkeringen zijn in onder-
staand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie
dat betrokkenen zijn verzekerd voor het ziekenfonds.
Netto AOW gehuwden (50 procent AOW-uitkering per maand)
Nabestaanden met kind tot
18 jaar die voor 1 -7-1996
AWW-uitkering hadden
ƒ2405,51 ƒ161,73
kinderen geboren vóór 2 oktober 1994, respectievelijk voor kinderen
die zijn geboren na 1 oktober 1994, maar vóór 1 januari 1995 of die
na 1 oktober 1994 6, 12 of 18 jaar worden, bestaat een overgangsre
geling. Deze houdt in dat de hoogte van het kinderbijslagbedrag,
naast de leeftijd van het kind, ook nog afhankelijk is van het aantal
kinderen in het gezin.
Vanaf 1 juli 1997 gelden in de kinderbijslag de volgende bedragen
per kind per kwartaal.
jnuitkering
Halfwezenuitkering
Wezenuitkering tot 10 jaar
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar
1831,76
384,26
f 586,16
879,24
1172,33
116,53
33,29
37,29
55,93
74,58
AOW en ANW: bijzondere bepalingen
Naast deze pensioenbedragen worden tevens zogeheten fictieve
pensioenbedragen vastgesteld die zouden hebben gegolden als in
1990 niet de nieuwe regeling voor de belasting- en premieheffing
(commissie-Oort) was ingevoerd. De reële pensioenbedragen wor
den daartoe verminderd met een fictieve overhevelingstoeslag. De
effecten van een maatregel op het gebied van de ziekenfondspremie
zijn ook in deze fictieve overhevelingstoeslag verwerkt. De zoge
noemde vóór-Oortse AOW/ANW-bedragen zijn in tweeërlei opzicht
van belang. In de eerste plaats kunnen deze bedragen worden ge
hanteerd bij de berekening van de pensioenaanspraken. Hiermee
wordt voorkomen dat de verhoging van de AOW/ANW-uitkering op
grond van de Oort-maatregelen zou leiden tot een kleiner aanvul
lend pensioen. In de tweede plaats kunnen deze vóór-Oortse bedra
gen worden gebruikt bij de vaststelling van het franchisebedrag,
waarover geen premies voor de aanvullende pensioenen worden
geheven.
AOW (vóór-Oortse bedragen)
Bruto p.mnd Bruto vak.
uitk.p.mnd
>er maand
vakantietoeslag
Totaal
955,81 963,25
51,66 52,20
1007,47 1015,45
ïun Voor een echtpaar zijn de bedragen twee maal zo hoog.
Netto AOW voor alleenstaanden
1-1-1997 1-7-1997
maand
vakantietoeslag
Totaal
ANW
1340,23
72,32
1412,55
1350,63
73.07
1423,70
)e uitkering krachtens de Algemene nabestaandenwet (ANW) be-
lraagt maximaal zeventig procent van het minimumloon. Nabe-
U taanden die een halfwees onder de 18 jaar verzorgen, krijgen een
- nkomensonafhankelijke uitkering van twintig procent van het mi
mi limumloon. Nabestaanden met kinderen die een (oude) AWW-uit-
ering hebben, ontvangen een uitkering van honderd procent van
l iet minimumloon op basis van het netto-niveau van 1 maart 1996,
en 1.839,70 gulden. Deze uitkering wordt bevroren tot het ni-
30 eau van negentig procent van het netto-minimumloon
nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering)
bereikt. De ANW is inkomensafhankelijk. Inkomen in verband
Gehuwden
Gehuwden met maximale toeslag
rerschil Gehuwden zonder toeslag
(partner jonger dan 65 jaar)
ƒ7,44 (AOW vóór 1-2-1994)
0,54 Ongehuwden
7,98 Ongehuwden met kind tot 18 jr
Maximale toeslag (AOW vóór 1-2-1994)
Maximale toeslag (AOW vanaf 1-2-1994)
verschil ANW (vóór-Oortse bedragen)
10.40
0,75 Nabestaanden met kind tot
ƒ11,15 18 jaar die voor 1-7-1996
AWW-uitkering hadden
Nabestaanden- en halfwezenuitkering
Nabestaandenuitkering
Wezenuitkering tot 10 jaar
Wezenuitkéring van 10 tot 16 jaar
Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar
943,76
1887,52
1317,54
1317,54
1698,97
569,98
943,76
64,4
128,9
90,30
90,30
116,08
I. Kinderen geboren vóór 2 oktober 1994:
6 t/m 11 jr en
t/m 5 jr
18 t/m 24 jr
12 t/m 17 jr
Gezinnen met:
1 kind
301,33
430,47
559,61
2 kinderen
348,59
497,98
647,37
3 kinderen
364,34
520,48
676,62
4 kinderen
396,73
566,76
736,79
5 kinderen
416,17
594,53
772,89
6 kinderen
429,13
613,04
796,95
N.b.: zodra een kind 6,12 of 18 jaar wordt, is tabel II van
toepassing.
II. Voor kinderen die zijn geboren na 1 oktober 1994 en vóór 1 ja
nuari 1995 en kinderen die na 1 oktober 1994 6,12 of 18 jaar zijn
geworden:
6 t/m 11 en
t/m 5 jr
18 t/m 24 jr
12 t/m 17 jr
Gezinnen met:
1 kind
301,33
365,90
430,47
2 kinderen
348,59
423,28
497,98
3 kinderen
364,34
442,41
520,48
4 kinderen
396,73
481,75
566,76
5 kinderen
416,17
505,35
594,53
6 kinderen
429,13
521,08
613,04
In beginsel bestaat voor kinderen vanaf 18 jaar geen
kinderbijslag
meer. Voor een overgangscategorie
van studerende
kinderen be-
staat nog recht zolang de studie duurt, mits over het vierde kwartaal
1995 voor hen kinderbijslagrecht bestond.
III. Voor kinderen geboren op of na 1 januari 1995 gelden de vol
gende bedragen:
0-6 jaar
6-12 jaar
12-18 jaar
ƒ301,33
365,90
430,47
Deze bedragen blijven gelijk, ongeacht de gezinsgrootte.
Bruto p.mnd Bruto vak.
uitk.p.mnd AAW
De algemene grondslag van de AAW wordt per 1 juli 1997 verhoogd.
Ook de grondslagen voor AAW-gerechtigden beneden de 23 jaar,
die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die
datum aangepast.
Deze grondslagen zijn per 1 juli 1997:
1747,46
1609,81
1276,59
408,51
612,76
817,02
128,45
118,99
92,56
29,62
44,43
59,24
Kinderbijslag
De hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van de leeftijd van het
kind. Het basisbedrag per kind is per 1 juli 1997 430,47 gulden. In
dit bedrag is begrepen de indexering per 1 juli 1997. Voor kinderen
die op of na 1 januari 1995 zijn geboren, is de hoogt^van het (on-
derbijslagbedrag alleen nog maar afhankelijk van de leeftijd. Voor
Vanaf:
23 jaar
22 jaar
21 jaar
20 jaar
19 jaar
18 jaar
103,16
87,69
74.80
63,44
54,16
46,94
De individuele grondslagen in de AAW worden per 1 juli 1997 m
1,05 verhoogd. Deze grondslag wordt gehanteerd als iemand I
deeltijd werkte en daardoor minder verdiende dan het r
loon.
Bijstands-, IOAW- EN IOAZ-uitkeringen per 1 juli 1997
bijstandsuitkeringen en de IOAW- en IOAZ-grondslagen wor-
2j len per 1 juli 1997 verhoogd. Dit is het gevolg van de aanpassing
17 an het minimumloon aan de ontwikkeling van de lonen. De netto
litkering voor een echtpaar stijgt per 1 juli met 15,22 gulden per
laand.
)e Algemene bijstandswet kent drie landelijke normen voor men-
in 21 jaar en ouder. De wet maakt onderscheid tussen echt-
laren of ongehuwd samenwonenden, alleenstaande ouders en al-
:::eenstaanden. Voor elk van deze drie groepen geldt een apart
■riormbedrag. Voor echtparen en samenwonenden is dat honderd
irocent van het nettominimumloon, voor alleenstaande ouders ze
il entig procent en voor alleenstaanden vijftig procent.
let ui gangspunt bij de norm voor alleenstaande ouders en alleen-
ij taanden is dat de (woon)kosten met anderen kunnen worden ge-
jgf leeld. Is dat niet of slechts gedeeltelijk het geval, dan kan de ge-
éineente hun een toeslag geven van maximaal twintig procent van
108 iet netto minimumloon.
Normbedragen voor mensen jonger dan 21 jaar die een uitke
ring krijgen op grond van de Algemene bijstandswet.
(Deze bedragen zijn afgeleid van het niveau van de kinderbijslag in
guldens):
Echtparen, beide partners
jonger dan 21 jaar
Echtparen, een partner
jonger dan 21 jaar
Alleenstaanden
654,37 35,89
ƒ1274,03 ƒ69,88
327,18 ƒ17,95
ƒ1343,91
ƒ345,13
Voor mensen jonger dan 21 jaar met een of meer kinderen die
tot hun last komen, gelden hogere bedragen:
Echtparen, beide partners
jonger dan 21 jaar ƒ1033,10
dezelfde risico's dekt als de verplichte ziekenfondsverzekering. De
vergoeding wordt verminderd met het bedrag dat een verplicht ver
zekerde in dezelfde omstandigheden als nominale premie aan het
ziekenfonds moet betalen.
IOAW EN IOAZ
De IOAW is bestemd voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar
of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor ge
deeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De
IOAW geldt, nadat de uitkeringsperiode voor de Werkloosheidswet
inclusief de vervolguitkering is verstreken. Voor de IOAZ komen
menden van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-
zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) in aanmerking die noodge
dwongen hun bedrijf of beroep moeten beëindigen.
De bruto grondslag bedraagt v
lormbedragen voor mensen van 21 jaar en ouder die e
ing krijgen op grond van de Algemene bijstandswet:
per maand vakantie
uitkering
Echtparen, een partner
jonger dan 21 jaar
i uitke- Alleenstaande ouders
1652,76
705,92
ƒ56,67 1089,77
ƒ90,66 ƒ1743,42
38,72 744.64
per maand vakantie
uitkering
5= Ichtparen of ongehuwd
amenwonenden
Ileenstaande ouders
Alleenstaanden
1893,68 103,87 1997,55
Eigen vermogen
Niet al het spaargeld hoeft te worden aangesproken, voordat men
voor bijstand in aanmerking komt. Het vrij te laten vermogen is:
19.000 gulden voor gezinnen en 9.500 gulden voor alleenstaanden.
Gehuwde en ongehuwde
partners die beiden
21 jaar of ouder zijn 2412,70
Alleenstaanden van
21 jaar of ouder met
een of meer kinderen
ƒ193,02 2605,72
1325,58
946,84
ƒ72,71 1398,29
ƒ51,94 998,78
faximale toeslag voor mensen van 21 jaar en ouder:
i6è Jleenstaande ouders en
lleenstaanden
per maand vakantie
uitkering
378,74 20,77
Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en een eigen
huis bewonen, geldt een extra vrijlating. Bij hen wordt van het ver
mogen in het huis namelijk nog eens i5.000 gulden volledig vrijge
laten en van het meerdere de helft. De totale vermogensvrijlating is
begrensd tot 79.000 gulden voor gezinnen en 69.500 gulden voor
alleenstaanden.
Ziekenfonds- en ziektekostenpremie
Wie verplicht verzekerd is bij een ziekenfonds moet van zijn/haar
uitkering de nominale ziekenfondspremie betalen. Wie niet ver
plicht verzekerd is, ontvangt bij het normbedrag een vergoeding
voor de betaling van een particuliere ziektekostenverzekering, die
Alleenstaanden
vanaf 23 jaar
van 22 jaar
van 21 jaar
ƒ2199,69 175,97 2375,66
1845,88 147,67 1993.55
1475,24 118,02 1593,26
1242,19 99,37 1341,56
Voor mensen onder de 21 jaar gelden lagere bedragen. Op de
grondslagen worden de bruto inkomsten uit of in verband met ar
beid van de werkloze of zelfstandige en zijn of haar partner in min
dering gebracht. In tegenstelling tot de Bijstandswet wordt geen re
kening gehouden met andere inkomsten en met vermogen. Alleen
bij de IOAZ wordt van vermogens boven de 208.500 gulden een in
komen van vier procent van dat meerdere verondersteld.
Daglonen
De daglonen waarnaar de uitkeringen op grond van de WAO en de
WW worden berekend, worden per 1 juli 1997 eveneens verhoogd
met 1,05.
Maximumdagloon
Het maximumdagloon voor de berekening van de WW- en WAO-
uitkeringen wordt per 1 juli 1997 vastgesteld op 297,51 gulden.
Kopjes op de uitkeringen
Om te voorkomen dat de loondervingsuitkeringen op minimumni
veau van alleenstaanden van 21 jaar of ouder bij werkloosheid of
volledige arbeidsongeschiktheid beneden het voor hen geldende so
ciale minimum dalen, zijn in de Invoeringswet stelselherziening so
ciale zekerheid bepalingen opgenomen die voorzien in verhoging
van de uitkering tot dat minimumniveau. Dit zijn de zogeheten
kopjes op de uitkering. Deze uitkeringsbedragen zijn aangepast ten
opzichte van het niveau van 1 juli 1996, omdat hier sprake is van
een koppeling aan het netto minimumloon. Deze kopjesbedragen
zijn per 1 juli 1997 als volgt vastgesteld:
Alleenstaanden:
Vanaf 23 jaar 77,18 ƒ77,18
Van 22 jaar ƒ61,67 ƒ61,67
Van 21 jaar 50,83 50,83
excl. vakantietoeslag
Vereveningsbijdrage/premieheffing over uitkeringen per 1 juli
1997
Voor de AAW-uitkeringen bestaat de vereveningsbijdrage uit 2,70
procent, alsmede uit 8,45 procent WAO-premie met een premievrije
voet van 102 gulden per dag. Over WW- en WAO-uitkeringen wor
den premies werknemersverzekeringen geheven. Daarbij wordt
voor de heffing van de wachtgeldpremie uitgegaan van een gemid
deld percentage. Dat gemiddelde bedraagt voor de wachtgeldpre
mie 0,20 procent voor de uitkeringsgerechtigde, terwijl voor de be
drijfsvereniging de wachtgeldpremie 0,35 procent bedraagt. Deze
gemiddelden gelden niet wanneer de uitkering via de werkgever aan
de uitkeringsgerechtigde wordt betaald. In dat geval gelden de per
centages van de betreffende bedrijfstak.
Premiepercentages 1 juli 1997
werkg.
werkn.
totaal
max.
inkomen
AOW 1)
15,40
15,40
45.960,- p.j.
ANW 1)
1,65
1,65
idem
AAW 1)
6,35
6,35
idem
AWBZ 1
8,85
8,85
idem
WAO 2)
8,45
8,45
294,- p.d.
Wachtgeldverzekering 3)
0,35
0,35
0,70
idem
Werkl.heidsverzekering 4)
5,75
2,50
idem
ZFW 5)
5.55
1,35
6,90
ƒ199,- p.d.
Vorstverlet
0,15
0,15
VUT 3)
1,50
0,80
2,30
De overhevelingstoeslag die door werkgevers bovenop het bruto
loon wordt betaald - ter compensatie van de AAW- en AWBZ-pre-
mie die voor rekening van de werknemer komt - bedraagt 9,90 pro
cent van het loon waarover premie wordt geheven. De toeslag wordt
berekend over maximaal 78.700 gulden.
1) Voor de volksverzekeringen geldt een premievrije voet van 7.102
gulden per jaar.
2) De franchise of premievrije voet bedraagt 102 gulden per dag.
3) Gemiddelde voor bedrijven: deze premies worden vastgesteld
door de besturen van de bedrijfsverenigingen.
4) Vanaf 1 juli 1997 bedraagt de premie 8,25 procent; de marginale
premie voor werkgevers is berekend op 5,75 procent met een fran
chise van 102 gulden per dag en de werknemerspremie AWf be
draagt 2,50 procent zonder franchise.
5) De loongrens bedraagt 60.750 gulden voor mensen jonger dan 65
jaar en 38.300 gulden voor 65-plussers. Verder is een nominale pre
mie ZFW verschuldigd. De hoogte hiervan wordt door de zieken
fondsen zelfstandig vastgesteld. De gemiddelde nominale premie
ZFW bedraagt 217 gulden per jaar per volwassene. Voor meeverze
kerde kinderen is geen premie verschuldigd.
Wettelijk
(jeugd)loon per 1 juli 1997
De bruto-bedragen van het wettelijk minimumloon en het mini
mumjeugdloon stijgen per 1 juli 1997 met 1,05 procent. Dit is het
gevolg van de aanpassing van het wettelijk minimumloon aan de
gemiddelde ontwikkeling van de CAO-lonen. Het kabinet heeft
voor 1997 besloten tot die koppeling op grond van de Wet koppe
ling met afwijkingsmogelijkheid.
Voor een werknemer van 23 jaar of ouder is het bruto
loon bij een volledig dienstverband per 1 juli 1997:
Per maand
Per week
Per dag
2243,80
ƒ517,80
103,56
De bruto minimumjeugdlonen bedragen per 1 juli 1997:
Leeftijd
minimumloon van
23-jarigen en ouder
Per maand
Per week
22
85,0
ƒ1.907,20
ƒ440,10
21
72,5
1.626,80
375,40
20
61,5
1.379,90
ƒ318,40
19
52,5-
1.178,00
ƒ271,80
18
45,5
ƒ1.020,90
235,60
17
39,5
886,30
204,50
16
34,5
ƒ774,10
178.60
15
30,0
ƒ673,10
155,30
De netto bedragen zijn, anders dan de bruto bedragen,
niet wettelijk
bepaald. Ze kunnen per bedrijfstak of bedrijf verschillen. Dit komt
door verschillen in inhoudingen op het loon, onder meer in verband
met de premieheffing voor de sociale zekerheid. In onderstaande
bedragen zijn pensioenpremies buiten beschouwing gelaten, even
als de nominale premies voor de Ziekenfondswet en de Algemene
wet bijzondere ziektekosten. De bedragen geven daarom alleen een
globale aanduiding.
Voor werknemers van 23 jaar en ouder zijn de netto minimum
loonbedragen globaal afgerond als volgt:
Belasting- Per 1 jan. 1997 Per 1 juli 1997
groep Per maand Per maand Per week
1695
1916
1872
1922
ƒ1710 395
ƒ1931 ƒ445
ƒ1887 ƒ435
1937 447
Voor alleenstaande werknemers van 22 jaar en jonger, inge
deeld in tariefgroep 2, bedraagt het netto minimumloon globaal:
Per 1 jan. 1997
Per 1 juli 1997
Leeftijd
Per maand
Per maand
Per week
22
1483
1497
345
21
1299
1309
302
20
1135
ƒ1143
264
19
1000
ƒ1010
233
18
895
ƒ904
209
17
808
814
ƒ188
16
ƒ736
ƒ740
ƒ171
15
668
672
155