De ergernis van Mart Smeets 21 'Alles aan Sonneveld is tijdloos' 7 ZATERDAG 28 JUNI 1997 Mart Smeets: „Een paar jaar geleden kon ik naar Veronica. Joop van der Reijden deed me een aanbod. Ik heb het niet gedaan. Ik zou niet weten hoe ik bij een andere omroep dan de NOS moet werken. Ik denk ook niet dat ik het op eens anders zou gaan doen. Daarom ben ik destijds waarschijnlijk nooit benaderd door Sport7. Ik was niet aantrekkelijk voor ze. Ik zal toch altijd blijven werken zoals mijn hart het ingeeft. Wat dat be treft lijk ik erg op Stijn Miller." Een lange ontsnapping gaat over de populaire sportverslaggever Stijn Miller, die is gezwicht voor het grote geld en overgestapt naar het nieuwe Sportkanaal. Naast spanningen in zijn privé-leven krijgt hij te maken met enkele stevige botsingen met de directie van de com merciële zender, waardoor zijn twijfel groeit of het wel zo verstandig was om over te stappen. Smeets: „Bij de commerciële televisie telt alleen scoren. Het maakt niets uit of de etappe slecht was, de uitzending er niet uitzag. De bazen eisen dat er wordt gescoord. In het boek heb ik dat tot in het extreme doorgetrokken door de waarderingscijfers, waarmee de echte commerciële omroepen eigenlijk niet werken, te koppelen aan succes en daar mee het geld dat de zender binnenkrijgt. Alleen als er dagelijks een miljoen men sen kijken en er een 7,2 wordt gehaald, betalen de sponsors honderd procent. Een lange ontsnapping heb ik overi gens niet geschreven met de bedoeling een lange neus naar Sport7 te maken. Ik leef namelijk zonder revanchegevoelens. Tijdens de laatste Tour kwam bij mij het idee op om een lang verhaal te schrijven waarin ik duidelijk maak hoe een mens leeft tijdens de Ronde van Frankrijk. Ik wilde het zigeunerleven van drie weken Tour vertellen, waarin je blij of doodmoe bent, koppijn hebt, er iemand in je fami lie doodgaat, je geweldige extases haalt uit je werk, je verliefd of zelfs bloedgeil wordt. Alles maak je mee. Veel mensen beseffen dat niet. Ik heb simpelweg ge probeerd duidelijk te maken dat het le ven van een Tour-verslaggever het leven van een normaal mens is. Het is allemaal heel dicht bij de grond." Vercommercialisering De vorm van 'Een lange ontsnapping' werd Smeets aangereikt door de gebeur tenissen rond Sport7. Het is bedoeld als knipoog, zoals er talloze knipogen in het boek voorkomen. „Ik vond het leuk om bestaande namen en fictieve namen door elkaar te gebruiken. Dat doe ik ook in mijn columns. Dharin probeer ik ook mensen voortdurend op het verkeerde been te zetten. Dat heb ik in Een lange ontsnapping gewoon doorgetrokken. De wielrenners hebben gewoon hun eigen naam gehouden. Dat was een enorme gok en die klootzak van een Cipollini heeft nu besloten niet in de Tour te star ten. Terwijl hij in mijn boek toch echt een etappe wint. woon mezelf. Ik kan inderdaad vreselijk enthousiast worden als Michael Jordan een wedstrijd beslist. Maar Jordan is ook God. Ik heb lang gedacht dat Eric Clap ton God was, want dat las ik ooit op een muur in Londen. Dat bleek een misver stand. Daarnaast is mijn enthousiasme ook een beetje een knipoog naar mijn baas. Natuurlijk wil ik graag het basket bal doen. Maar dan wel in de States, waar ik van alles op de hoogte kan komen. Nu word ik in Hilversum in een hokje ge stopt." Het is een vurige wens van Smeets. Zoals hij ook graag dé tenniscommenta- tor van de NOS vril worden en ooit nog een 'menselijke-dingenprogramma' wil maken. „Ik heb het idee officieel inge diend bij de bonzen van de NOS, maar ik krijg het programma er maar niet door heen. Ik zou graag een half uurtje willen vullen met mensen van wie ik denk dat het aardig is om naar ze te luisteren. Dan zou ik om elf uur 's avonds in beeld ko men en zeggen: Goedenavond dames en heren. Dit programma is opgenomen, want onze gast komt uit Engeland zodat we tijd nodig hadden voor de ondertite ling. Mag ik u voorstellen: dit is de heer Eric Clapton. Ik praat dan een half uur met hem over zaken 'down to earth'. Over zijn liefde, zijn chagrijn, zijn favo riete voetbalclub, waarom hij zijn gitaar Blacky noemt. Of ik nodig The Jayhawks uit als ze weer een concert in Nederland geven. Maar ook Ruud Lubbers. Ik wil dolgraag van hem horen wat er nu toch allemaal is misgegaan." Altijd bezig „Tennis zegt Man Smeets, „zie ik als een mooi laatste kunstje. Ik denk dat ik gevoel voor die spon heb. Maar we heb ben bij Studio Sport al zoveel tenniscom- mentatoren. Verder zitten er nog twee boeken in mijn kop. Boekjes, want dat blijven het. Hermans schreef boeken. Daarin staat elke lener op de juiste plaats." Zo blijft Smeets bezig. Met zijn co lumns, zijn radioprogramma, zijn praat jes over succes voor een zaal vol direc teuren van grote bedrijven. Een etmaal heeft 24 uur is zijn parool. „Ik vind wer ken nu eenmaal leuk. Vooral als het di vers is. Ik zoek steeds naar andere dingen en doe waar ik zin in heb. Mensen ko men dan vaak met dat idiote begrip workaholic. Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan, zei mijn vader al tijd. Hij was een hele wijze, fijne, liberale man. Hij is alleen zelf te vroeg doodge gaan. En hij werkte ook nog hard. Ik merk dat leeftijdgenoten steeds meer afhaken. Ze worden wijnboer in Griekenland, gaan een boot opknappen of doen iets leuks met hun tweede, der de, vierde vrouw. Zover ben ik nog niet. Misschien sterf ik wel in het harnas. Dan graag tijdens een uitzending van Studio Sport. Precies op het moment dat ik de korfbal wedstrijd tussen PKC en Ons Ei- bemest aankondig, word ik getroffen door een keiharde hartaanval." Weer een boek: 'Een lange ontsnapping' Mart Smeets (50) loopt al dagen met een brede grijns over de redactie van Studio Sport. 'Enig', vindt hij al die collega's die driftig op zoek zijn naar de ware namen achter de hoofdpersonen in 'Een lange ontsnapping', zijn nieuwe boek. Hij heeft er nu elf op zijn naam. Smeets beschrijft het leven van een sportjournalist in de Tour de France en tegelijkertijd geeft hij een dikke knipoog naar de mislukking van Sport7. Mart Smeets in de wielerwereld. „Ik wilde het zigeunerleven van drie weken Tour vertellen, waarin je blij of doodmoe bent, koppijn hebt, er iemand in je familie doodgaat, je gewel dige extases haalt uit je werk, je verliefd of zelfs bloedgeil wordt. Alles maak je mee". fotoarchief corvos De hele sportwereld vercommerciali- seert. Dat staat vast. De wereld verandert, dus ook de sportwereld, dus ook de tv- wereld. En dat ik me met mijn conserva tieve ideeën over sport op televisie ook dien aan te passen, is zonder meer waar. Ik kan niet in een ivoren toren blijven zit ten en zeggen dat het vuil en vies is. Maar ik blijf wel trappen tegen commer cie die in mijn ogen verkeerd is. Com mercie die de sport op de tweede plaats zet. Het is eigenlijk niet belangrijk wie wint, als de uitzending maar leuk is. En als iemand misschien wel een beetje do ping heeft gebruikt, moet je d^t niet te hard roepen. Want dat is niet goed voor de waarderingscijfers. Onzin. Ik ben bang dat dergelijke toestanden ontstaan met hypercommerciële zenders als het Sport kanaal en misschien ook wel Sport7. Al heb ik bij die club nooit naar binnen kunnen kijken. Er kwam wel eens een programma voorbij en dan zag ik eigen lijk alleen vorm, geen inhoud. De NOS doet er ook aan mee, ik geef het toe. De kreet 'Van iedereen, voor ie dereen' is bedacht door mensen die daarvoor speciaal zijn ingehuurd en on getwijfeld het pr-vak beheersen. Ik vind het best. Die aankeilers die we nu om de haverklap hebben, ik moet erom lachen. Er worden nu zoveel van die spotjes uit gezonden dat het de kijker al niet meer opvalt. Op een gegeven moment waren bij Studio Sport mensen ontzettend druk met alleen maar het maken van de spot jes. Dat kan nooit de bedoeling zijn." Afzetten Waar voor Smeets de uiterste grens ligt, kan hij niet zeggen. „Maar voor mij staat wel boven alles dat de sport zelf bepaalt wie de winnaar wordt en niet degene met de meeste poen. Ik zal moeten accepte ren dat we nu leven bij de gratie van de vip-box en de mensen die daarin zitten. En de mate waarin ze hun koude Chablis en hun toastjes zalm naar binnen slaan. Terwijl sport toch eigenlijk is: twee voet balteams die op een nat dampend veld tegenover elkaar staan en een leuke wed strijdje spelen. Ik erger me mateloos als bij een tenniswedstrijd in Ahoy' de spe lers moeten wachten omdat de vips op hun dooie gemak komen aankakken en elkaar irritant lang begroeten. In de Ronde van Frankrijk heb je te genwoordig ook een vip-dorp. Daar zie je 's ochtends vijf, misschien zes renners tussen tweeduizend mensen die zitten te eten en te drinken. Dan denk ik: hier schiet je je doel voorbij. Ik zet me hevig af tegen jongens die geslaagd zijn in het zakenleven en dan een paar dagen de Tour bezoeken. Ze mogen in hun gesoig neerde korte broek, in hun jongens droom lopen, zoals ik in het boek schrijf. Dat vind ik niet leuk. Ze mogen er na tuurlijk zijn, maar ze moeten gewoon op de achtergrond blijven. In het Amerikaanse basketbal gebeurt het in mijn ogen zoals het moet. Het is een commercieel circus, maar dat zie je niet. Zie je tijdens wedstrijden een recla mebord langs de kant staan? Neen. Heb ben de spelers een sponsomaam op hun shirts? Neen. De NBA is het grootste goed georganiseerde sportbolwerk ter wereld. Daar kunnen het Internationaal Olym pisch Comité en de FIFA (de wereldvoet balbond, red.) nog veel van leren. Bij de NBA hebben mensen ingezien dat de uit oefening van de sport het belangrijkste is en niet de uitwassen. Het resultaat is dat van Oakland tot Reykjavik en van Vladi vostok tot Kaapstad iedereen alles weet van NBA-basketbal." Vurige wens Stelt de oud-basketballer zich daarom zo aan als hij een NBA-wedstrijd van com mentaar voorziet? Doet hij dan niet wat Millers bazen willen? Absoluut niet. Te gen mij heeft nooit iemand gezegd dat ik op deze manier commentaar moet ge ven. Ik stel me ook niet aan, ik ben ge Nog steeds gi ote vraag naar werk van cabaretier/zanger Bijzonder eigenlijk, hoe een artiest die bijna 25 jaar geleden overleden is, nog steeds leeft. Figuurlijk dan. Jaarlijks gaan er nog duizenden cd's met nummers van Wim Sonneveld over de toonbank. Vooral zijn grootste successen 'HetDorp' en 'Margootje' kan het publiek maar niet vergeten. De vraag naar Sonnevelds werk is zo g oot dat er binnenkort videocassettes met zijn shows worden uitgebracht. ÉÊLA o maar een junidag in de bibliotheek van het Theater In stituut Nederland aan de Am sterdamse Herengracht. Studen ten van de Academie voor Klein kunst grasduinen in de anderhal ve meter archiefstukken over Sonneveld. „Artiesten vragen vaak naar zijn teksten als ze au ditie moeten doen", zeggen de documentalistes. „Met zijn lied jes voelen ze zich op veilig ter- rein..Ook niet-professionals ko men zijn werk nog dikwijls halen. Omdat ze er een persoonlijke band mee hebben, vertellen ze dan. Dan merkje dat deze man geschiedenis heeft geschreven." Hoe kan het dat Sonneveld nog niet is vergeten? „Het is die ver rukkelijke zangstem", zegt Wim lbo, voormalig cabaretproducent en oud-directeur van de Acade mie voor Kleinkunst. „Met die stem kon hij alle mogelijke nuan ces aanbrengen. Tel daarbij op dat de meeste van zijn liedjes niet gedateerd zijn, dus dat je hem nog steeds kunt draaien zonder voor ouderwets te wor den versleten. Eigenlijk is alles aan hem tijdloos. Alle respect voor de nieuwe generaties, maar een opvolger is er nooit geko men." Roy Thijssen van platen maatschappij Phonogram noemt het Sonneveld-repertoire 'onver gankelijk'. „Het is allemaal van hoog niveau. Zijn werk heeft een beschaafde stijl die iedereen aan spreekt." De nieuwe videoband met suc cessen van Sonneveld wordt uit gebracht door PolyMedia, waar samensteller Jan Zandhuis hoge verwachtingen heeft van de ver koop. „De sfeer die deze man weet op te roepen is uniek. Als iemand na zoveel jaar nog een gevoelige-snaar weet te raken, is er echt wat bijzonders aan de hand. Daarom weet ik zeker dat dit materiaal over 25 jaar nog wordt verkocht." Sonneveld stierf in maart 1974. Zijn naam prijkt in gouden let ters op een grote steen van wit marmer in een hoek van de ka tholieke begraafplaats in Amster dam-Buitenveldert. Een paar gr afdelvers weten nog hoe duizen den mensen hem destijds naar die plek begeleidden. „Nu zien we er niet veel volk meer. Alleen Willem Duys komt nog wel eens aan. We verzorgen de boel rond zijn graf altijd netjes. Voor me neer Sonneveld doe je dat. We hebben hem allebei nog zien spelen in het Nieuwe de la Mar. Zo mooi, meneer. Daar wil een mens nu graag nog wat voor te rugdoen." „Jammer dat die ene mevrouw er nou net niet is", vindt een van de mannen. „Want die komt nog vaak bij Sonneveld langs. Kijk, die twee witte stenen beertjes heeft zij bij hem neergezet. Ge woon, als gebaar." „Die wanstaltige beertjes! Ze krij sen je aan van lelijkheid!" Friso Wiegersma (72) heeft het niet zo op de decoraties op het graf van zijn vriend. Ook al zijn ze van een goedbedoelende theaterfan. „Maar Wim zou er zelf geen moeite mee hebben gehad, hoor. Die zou gesmolten zijn bij het verhaal erachter. Want zo was- Hoe was-ie? Over Sonneveld is heel veel gezegd en geschreven. En alle verhalen zijn waar, vertelt Wiegersma. Allemaal een beetje. Friso Wiegersma (schilder, de corontwerper, tekstschrijver) woonde bijna 25 jaar samen met Sonneveld en schreef (onder pseudoniem) onder meer de tek sten voor succesnummers als 'Het Dorp' en 'Nikkelen Nelis'. Twee liedjes waarin precies de karakter-uitersten van de vertol ker naar voren komen, vindt hij. Wiegersma: „Hij had dat stille. Een grote behoefte om weg te dromen. Om in zijn eentje los te komen van de wereld. Na de pre mières van zijn shows ging ieder een altijd met het publiek aan de borrel. Wim niet. Die dook met een boek in bed. Dan had hij iets wegkruiperigs. Maar aan (de an dere kant wilde hij ook groots en meeslepend leven. Op de Franse manier, uitbundig, royaal." Al pratend laat hij zijn vingers met een onaangestoken sigaret spelen. „Wim wist dat hij goed was, als artiest. Toch had hij al tijd angst om het toneel op te gaan. Iedere avond weer de ze Na de dood van Wim Sonneveld moesten zijn vrienden bij de platenmaatschappij bedelen om zijn verzameld werk uitgebracht te krij gen. „Vooruit", kregen ze te horen. „Laten we er 2500 maken." Nog geen week na de pre sentatie moesten alle verkoopprognoses wor den bijgesteld. Van de rode verzameldozen zijn er meer dan 100.000 verkocht. En de be langstelling bleef. Nog steeds ontbreekt het werk van Sonneveld zelden in radioprogram ma's rond het Nederlandse luisterlied. „Zit daar nog iemand op te wachten?", waagde een KRO-kopstuk zich een paar jaar geleden af te vragen, toen cabaretliefhebbers aan drongen op een herhaling van Sonneveld- shows. De programmaleiding waagde de stap. Het werd de best bekeken en hoogst ge waardeerde uitzending van het seizoen. nuwen. Die vrees voor de zaal. Zelf zou hij nooit gedacht heb ben dat hij na al die jaren nog zo zou voortleven. Die charismati sche invloed van hem op het pu bliek viel mij ook pas op toen ik de videobanden terugzag. Dan zit je met een omgekeerde verre kijker naar zijn werk te kijken en merkje dat hij eigenlijk zijn tijd steeds jaren vooruit is geweest." Wiegersma woont nu samen met cabaretier Hans van der Woude. Heeft het soms over Wim als hij Hans bedoelt. En andersom. Ook voor zijn nieuwe huisgenoot schrijft hij weer teksten. En van de jongere kleinkunstgeneratie klopte Lenette van Dongen bij hem aan voor liedjes. Schilde rend, schrijvend, scheppend neemt hij afstand van de tijd van toen. „Want zo leuk is het niet om oud te worden, hoor. Alles wordt minder. Om je heen gaan bosjes mensen dood. Misschien dat de herinnering aan Wim daarom wel zo goed is. Omdat hij betrekkelijk jong gestorven is. In mijn gedachten is hij altijd 56 gebleven". Twee beroemde creaties van Wim Sonneveld: Frater Venantius ('Zeg maar ja tegen het leven') en Nikkelen Nelis ('Ze kon het lonken niet laten')foto s archief

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43