Altijd solidair met vrouwen
H
S6T-
ZATERDAG 28 JUN11997
ij heeft zijn lange lokken afge
knipt. „Mijn zoon zag mij op de
televisie, al weer wat jaren gele-
^^en, en zei: „Jezus, wat zie jij er verschrikke
lijk oud uit met dat lange haar'. Dat raakte
mij. Toen heb ik er geleidelijk aan steeds een
stukje afgehaald.''
Dat lange haar was het symbool van zijn
tegendraadsheid, hij is de eerste om dat toe
te geven. Eylard Vicente van Hall (62) ging al
tijd tegen de stroom in. Hij was adviseur van
s lands eerste abortuskliniek, het Mildred-
huis bij Arnhem, trok ten strijde tegen de au
toritaire arts-patiëntverhouding, kwam op
jvoor de vrouw als patiënt èn als collega.
Hij hekelde het systeem van betaling per
haanyerrichting en pleitte voor loondienst van
r kumspecialisten. Was wars van onnodig - 'heil-
'°or q0os en soms schadelijk' - medisch ingrijpen
terzi|dZoals baarmoederverwijdering of hormoon-
and«(herapie bij wouwen in de overgang. Bekriti-
ieerde de snelle invoering van nieuwe
^vruchtbaarheidstechnieken als In Vitro Ferti-
(IVF) en vestigde de aandacht op psy-
en maatschappelijke oorzaken en ge
volgen van gezondheidsklachten van vrou-
i Van Hall dacht anders, gedroeg zich an-
Iders, wès anders. Op zijn 37ste hoogleraar
herloskunde en gynaecologie in Leiden, ver
scheen hij in spijkerbroek op recepties van
pllega's. Ging zonder uitte jas - 'hèt sym
bool van afstandelijkheid' - langs de bedden
in het Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL).
Zijn niet-autoritaire, patiëntvriendelijke be-
Jn ynudering stuitte destijds veel collega's tegen
;nt ^ie borst. De jonge professor schopte tegen
ree wele heilige huisjes van het conservatieve
'JLeidse bolwerk.
-Dat werd niet altijd gewaardeerd, nee.
gaVlaar dat kon me niet schelen. Ik wilde" af-
na|%reuk doen aan die categorie jasje-dasje, la-
||ien zien dat ik anders was. Ik heb er nooit
>pijt van gehad.'' Die spijkerbroek draagt hij
nog steeds. Er verschijnt een glimlach op zijn
gezicht. „Ik ben trots op de titel Leidse rebel
die anderen mij hebben gegeven. Dat vind ik
een compliment."
Feest
De kachel staat aan in het grote patriciërs
an de Noordwijkse Voorstraat. Buiten
-0het. Van Hall, achter een kop koffie en
n 4feen sigaret, is moe. Een verkoudheid speelt
parten. Ook zijn vrouw, beeldend kun-
Maja van Hall, is afgedraaid. „Vrijdag
we hier een groot feest. Het was een
'gr' antastisch afscheid. Er waren erg veel men
nen het is laat geworden."
Een afscheidsinterview: hij weet niet goed
aar te beginnen. Er is al zoveel gezegd en
her Inschreven. Terugblikken op 25 jaar gynae
cologie in Leiden is terugkijken op prikkelen-
le uitspraken, revolutionaire meningen. Op
n van hardnekkig verzet tegen gevestigde
'seksistische' opvattingen van collega's,
ïooglopende ruzies over de rechtspositie van
specialisten. En een stevig bondgenootschap
■t de vrouwenbeweging waarmee hij,
Iwars tegen de gevestigde orde in, de barri-
rades opging voor een vrouwvriendelijke ge
zondheidszorg.
in Halls controversiële houding had ook
keerzijde: hij werd nooit gevraagd voor
facultaire bestuursfuncties, kreeg ook nooit
prijs of een onderscheiding. Hij werd
loor de bestuurders van de Leidse universi-
opgetrokken wenkbrauwen' geduld.
Ach, om een lintje gaf ik toch niks, dat is
e"e naar knoopsgatversiering", zegt hij. „Maar
jni lie honderdduizend gulden van Els Borst, die
k vorige week heb gekregen ter gelegenheid
mijn afscheid, is voor mij het mooiste ca-
leau. Dat geld komt ten goede aan de vrou
wenhulpverlening. En daar ligt mijn hart."
Spijt heeft hij desondanks niet. Nooit ge-
lad ook. Het zit in zijn persoonlijkheid: vech-
i voor een rechtvaardige en gezonde sa-
•nleving waar mannen èn vrouwen op voet
i gelijkwaardigheid samenleven en -wer-
„Die gelijkheid was er niet, binnen noch
iten het vak. En dat betekende dat ik mijn
nond open moest doen."
Dubbele taak
daar Van Hall was niet altijd zo opstandig,
altijd oog voor psychische en maat-
ichappelijke problemen van vrouwen. De gy-
oo n laecoloog heeft maar al te goed ook die an-
lr lere, conservatieve kant van het vak gekend,
jr n het begin van zijn carrière,
J" 'g. werkte ook hij tachtig uui
ca 4aJa zijn gratis kinderoppas en huishoudster
ind net, zoals collega's het noemden, 'een leuke
lobby: boetseren'. „Hoewel ze wel degelijk
k- inar eigen werk had. Ze had dus een dubbele
lak."
En als collega's, in overgrote meerderheid
tan het mannelijke geslacht, vrouwonvrien-
elijke grappen maakten als 'Recept tegen
;,e' mikpijn? Er moet een man overheen', zei hij
ran ïiks. „Ik kwam daar niet tegen in verzet.
loewel ik de stompzinnigheid en het kwet
en en de ervan onder ogen zag."
Later, omstreeks 1970, na een jaar van 're-
lei lie' met een onderzoeksbeurs in de Vere-
ligde Staten, begon hij aandacht te vragen
de menselijke en communicatieve kwa-
iteiten van specialisten. En ontdekte de we-
eid buiten de universiteit en ziekenhuis.
Gaandeweg verruilde hij zijn dominante
nacho-karaktertrekken - 'Ik heb ook iets
Jootzakkerigs in me' - voor zijn zachtere,
varme en meer 'vrouwelijke' kant. „Die ver-
mdering was niet erg moeilijk", zegt hij nu.
,De voedingsbodem was al in mij aanwezig.
Vooral Maja heeft een belangrijke rol ge
eind jaren
per week. Was
Afscheid van Eylard van Hallgynaecoloog en rebel
Noord-zuid, verstand-gevoel, man-vrouw, heer in pak - rebel in spijkerbroek. Eylard van Hall: een man van
tegenstellingen. Opgegroeid in het mediterrane Spanje trok hij in het koele Leiden ten strijde tegen de heersende,
vrouwonvriendelijke opvattingen binnen zijn vak: de gynaecologie. Hij had veel vijanden, maakte ook vrienden. Zijn
patiënten waren hem dankbaar als hij zei: „Alles is bespreekbaar, ik vind niks gek." Anderen verzuchten: „Daar heb
je hem weer met zijn psychosomatiek." Een terugblik op 25 bewogen Leidse jaren van een feministisch gynaecoloog.
Eylard van Hall bij een kunstwerk
speeld in mijn bewustwording. Zij wees mij
op dingen, op het machtsverschil tussen man
en vrouw. Door haar kwam ik in contact met
andere kunstenaars, met sterke vrouwen."
Aarzelend: „Ook de dood van ons dochter
tje heeft een ommekeer teweeggebracht. Me
wakker geschud. Ik besefte dat andere waar
den in het leven ontzettend belangrijk zijn:
warmte, liefde, begrip."
„Ik kwam in 1972 in Leiden binnen als jon
ge veelbelovende wetenschapper. Anderhalf
jaar later gebeurde het ongeluk. Ik vroeg mij
toen af: waar gaat het in het leven om? Om
getalletjes of om andere krachten? Ik heb me
rotgewerkt, was een week na het ongeluk al
weer aan de slag. Maar mijn aandacht ver
schoof vanaf die tijd naar politiek en emotie.
Ik richtte me meer op het mensbeeld en het
wereldbeeld dan op pure wetenschap."
Traditioneel
Van Hall, geboren in Barcelona, telg uit een
welgesteld patriciërsgeslacht - zijn vader was
directeur van een dochteronderneming van
Akzo - kreeg een traditionele opvoeding in
Spanje. Hij zag zijn ouders nauwelijks, werd
op zijn 15de naar een internaat in Nederland
gestuurd, ging medicijnen studeren in Leiden
en werd lid van het corps. De jonge arts had
voor een luxe leventje kunnen kiezen. Had
zijn vrije dagen bijvoorbeeld kunnen slijten
op een jacht, de golfbaan en de 'rr
club'. Maar zo'n leven stond hem tegen. „Die
dingen haat ik", zegt hij fel. „Ik trouwde niet
voor niets met een sterke, zelfbewuste vrouw
met een eigen carrière als beeldhouwster. Ik
wilde geen klassiek artsenleventje met een
zorgende, onderdanige vrouw achter me."
Hij ontdekte, door gesprekken met vrou
wen, dat ook een verleden van seksueel mis
bruik tot jarenlange en onbegrepen buikpijn
klachten kan leiden. Dat opereren niet heilig
is. Dat vrouwen soms 'onnodig ziek gemaakt
en verklaard' worden. „Door gynaecologen
die bijvoorbeeld bij vrouwen boven de veer
tig met vermoeidheidsklachten, hupsakee, de
baarmoeder verwijderen. Omdat ze in de
overgang zijn. En dat terwijl mannen van die
leeftijd vaak dezelfde klachten hebben, ook
hartstikke moe zijn. En wat krijgen zij te ho
ren? 'Werk wat minder hard'."
Wapenfeit
De Leidse gynaecoloog stond in 1990 aan de
wieg van de Polikliniek voor Seksuologie voor
patiënten met seksuele problemen en slacht
offers van seksueel geweld. En door zijn
toedoen werd in Leiden twee jaar geleden de
allereerste hoogleraar Vrouwenhulpverlening
benoemd. „Dat beschouw ik als een groot
wapenfeit."
Van Hall is de grondlegger van de psycho
somatische gynaecologie: de overtuiging dat
ziekteverschijnselen ook hun oorzaak kun
nen vinden in psychische en maatschappelij
ke problemen. Door zijn toedoen en na 'veel
gedram' volgen assistenten in opleiding in
middels een verplichte cursus in dat vak.
„Iedere klacht of ziekte - zowel in oorzaak
als gevolg - wordt in meerdere of mindere
mate bepaald door een combinatie van licha
melijke, psychologische en maatschappelijke
factoren. Waarmee ik absoluut niet wil zeg
gen dat ziekte een gevolg is van negatief den
ken, zoals de 'New Age-beweging' beweert.
Dat is pure onzin.
Maar artsen moeten verder kijken dan een
lichamelijke klacht. Het gaat niet alleen om
een baarmoeder als wel of niet-functione-
rend orgaan. Soms zijn er andere dingen aan
de hand, hebben vrouwen andere proble
men. Je moet niet zomaar een baarmoeder of
eierstokken weghalen, bij vage klachten. Een
arts moet oog hebben voor andere proble
men. Je moet goed kunnen praten, ook over
emoties, invoelend zijn, open staan voor de
ander, begripvol en warm zijn. Dat maakt je
een goede dokter.
Ik heb ooit eens hardop gezegd dat ik voor
dit vak heb gekozen omdat ik van vrouwen
houd. Die uitspraak is uit zijn verband ge
rukt. Ik bedoel: wil je dit werk goed kunnen
doen, dan moet je in positieve zin iets met
FOTO LOEKZUYDERDUIN
vrouwen hebben. Ik geloof niet in uitspraken
van jonge artsen dat dit alleen maar 'zo'n
technisch interessant en breed vakgebied'
zou zijn. Ik werd geboeid door de vrouw als
mens. Voelde me meer bij vrouwen thuis dan
bij mannen. Dat is altijd al zo geweest.
Mannen zijn bang voor machtsverlies. Van
oudsher hebben medici de behoefte gehad
vrouwen via hun geslachtsorganen te begrij
pen, te controleren en te beïnvloeden. Spe
cialisten vinden het eng om geconfronteerd
te worden met ongrijpbare en onbeheersbare
psychische problemen. Mannen zijn bang
voor vrouwen, vooral als ze wat in hun mars
hebben. Ik ben helemaal niet bang. Integen
deel, ik geniet van sterke en goede vrouwen.
Veel mannen onderdrukken hun vrouwe
lijke kant. Dat hebben ze geleerd. Zoals vrou
wen hun mannelijke kant onderdrukken.
Maar ik heb altijd emotie, intuïtie en onze
kerheid in mezelf toegelaten. Had nooit de
behoefte die eigenschappen te onderdruk
ken. Ik heb me altijd solidair gevoeld met
Gemeengoed
Van Hall heeft niet meer zoveel te strijden:
veel van zijn opvattingen zijn inmiddels ge
meengoed geworden; „Hoewel mijn uitspra
ken nu zonder bronvermelding worden ge
bruikt", zegt hij spijtig. Tot zijn tevredenheid
is het aantal vrouwen in het vak langzaam
toegenomen. Inmiddels is de helft van het
aantal assistenten in opleiding vrouw.
Zijn aannamebeleid op de Leidse vrou
wenkliniek was sommigen destijds een doom
in het oog. 'De meisjes van Van Hall', zo wer
den de vele door hem opgeleidde vrouwelijke
assistenten en specialisten neerbuigend ge
noemd. Hij is trots op ze. Maar er is nog veel
werk te doen. Werk voor zijn opvolgers.
De tegenstanders zijn lang niet allemaal
verdwenen. Zo kunnen de vrij gevestigde
specialisten van de Orde van Nederlandse
Specialisten zijn bloed wel drinken. „Alle
specialisten zouden in loondienst moeten
werken, dat vind ik al jaren. Betaling per ver
richting werkt medicalisering in de hand. Het
is beter om inkomen en het aantal ingrepen
los te koppelen. Ik vind het schokkend dat ik
in mijn carrière de meeste weerstand heb
ontmoet over dit onderwerp. Als het over
geld gaat, worden sommige specialisten pas
echt agressief."
Ook zijn psychosociale benadering van gy
naecologische klachten wordt door sommige
collega's nog steeds met argusogen bekeken.
Hij zou het vak omlaag halen door niet de
nadruk te leggen op hun hoogste goed bin
nen de medische wetenschap: de techniek,
het snijden. „Dat komt je duur te staan: die
imagovorming.", zegt hij. „Lange tijd be
stond daardoor de indruk dat ik zelf niet
goed kon opereren. Onzin natuurlijk. Maar
daar kun je weinig tegen doen."
„Wel ben ik blij dat mijn opvolger in Lei
den, professor J. Trimbos, meer nadruk legt
op operaties, op lopend onderzoek en de on
cologie. De meer harde kanten van de gynae
cologie dus. Zonder overigens de psychosoci
ale kant van het vak, mijn erfgoed, te veron
achtzamen."
Kritiek
Hoewel Van Hall onder meer de laparosco
pic, de operatietechniek via een kleine ope
ning in de buikwand, in Nederland heeft ge
ïntroduceerd, heeft hij nooit veel werk ge
maakt van een echte wetenschappelijk carri
ère. „Ik had weinig promovendi, heb weinig
ontdekkingen op mijn naam staan. Dat bete
kent ook dat je meer kritiek over je heen
krijgt. Maar in de wetenschap lag mijn talent
nu eenmaal niet. Ik vond dat ik vooral een
belangrijke maatschappelijke functie had, als
hoogleraar en chef van de afdeling."
Van Hall heeft altijd gestreden tegen een
vergaande medicalisering van de gezond
heidszorg en is huiverig voor de voortschrij
dende vruchtbaarheidstechnieken. „Elk aan
bod schept zijn eigen vraag. Ik vind het op
vallend dat, hoewel de helft van de vrucht
baarheidsproblemen bij de man ligt, de
vrouw nog steeds doelwit is van de ingrijpen
de behandelingen zoals IVF en ICSI. Bij de
onvruchtbaarheidsbehandeling van de man
is helaas nog weinig vooruitgang geboekt."
Bij ICSI - intracytoplasmatische sperma
injectie - wordt één zaadcel in de eicel gespo
ten en na bevruchting in de baarmoeder te
ruggeplaatst. Daar gaat, net als bij IVF, een
ingrijpende hormoonstimulatie en punctie
van eicellen bij de vrouw aan vooraf. Van
Hall: „Wat weten we er nu eigenlijk van? Het
lijkt zo mooi, maar de meerderheid van de
vrouwen gaat nog steeds zonder kind naar
huis."
„En wat zijn de risico's op de langere ter
mijn voor moeder en kind? We zijn nog te
kort met deze behandelingen bezig om in de
toekomst te kunnen kijken. Wie weet zijn de
door ICSI geboren jongetjes, nageslacht van
vaders met slecht zaad, zelf ook onvrucht
baar. En zijn hun toekomstige vrouwen bij
voorbaat voorbeschikt om een zware behan
deling te ondergaan."
Gezonder
'Vrouwen zijn gezonder dan u denkt', is de
veelzeggende titel van zijn afscheidscollege
en van zijn afscheidsbundel. De gynaecoloog
is wars van de 'chirurgische reflex': de nei
ging om te opereren of medicijnen toe te die
nen, zonder directe noodzaak. „Nog steeds
hebben gynaecologen de neiging om vrou
wen in de derde levensfase, de overgang, po
tentieel ziekelijk of gebrekkig te verklaren. Bij
\TOuwen wordt de baarmoeder verwijderd als
bron van alle kwaad, of ze krijgt haar leven
lang hormonen. Ik hoop dat dat verandert."
De regen is opgehouden. „Inmiddels heb
ik drie kleinkinderen", wijst hij plotseling
naar een foto op de schouw. „Mijn klein
dochter woont zelfs boven ons. We zien haar
bijna elke dag." Daarnaast foto's van zijn -
inmiddels volwassen - zonen Jurriaan en
Eric. Op tafel ligt een catalagus met beelden
van zijn vrouw met de tekst: Je moet doorzet
ten. Misschien is het vermogen van mensen
om door te zetten wel het allergrootste talent.
Maja heeft haar werk. En hij? Van Hall is
niet bang voor 'het zwarte gat' na zijn pen
sionering. „Er is zoveel leuks te doen. Van
kunst genieten bijvoorbeeld. Mijn zoon Jurri
aan is kunstschilder en krijgt dit jaar een ex
positie in de Lakenhal." Dat vervult hem met
trots. „En bovendien kan ik nu gaan naden
ken over wat ik met het geld van minister
Borst ga doen."
„Ik maak me over de toekomst geen zor
gen. Ik ben van geboorte een zuiderling en
houd van het goede leven. Het 'dolce far ni-
ente', het zoete nietsdoen, zoals de Italianen
zeggen, dat kan ik heel goed. Heerlijk de hele
dag wegdromen in een Spaans café. 's Mor
gens met koffie en een krantje, en niet lang
daarna een glas wijn. Uren naar zee kijken. Er
is zoveel moois te zien."