i
KLERK
mi1
Michel de Klerk ontwierp 'paleizen' voor de werkende stand
Judith Herzberg blijft bescheiden in haar poëzie
z
Boeken
Privé-detectives van Karen
Kijewski verrassen niet
'Eigen Richting' spannend
maar moeilijk leesbaar
O
oc
cn
Peter Pontiac gaat met zijn undergroundbillen bloot
miCHELDE
Katzwijm volgt sc hema Knijpkat
THRILLER RECENSIE
ARNO RUITENBEEK/GPD
Karen Kijewski - Katzwijm en Kni|pkat Uitgeverij De Boeken) Prijzen res
pectievelijk 29,90 en f 27,50
Liefhebbers van privé-detectiveromans zijn eigenlijk
aangewezen op het overstelpende Amerikaanse aanbod.
Het niveau verschilt sterk. In de middenmoot van dit
subgenre zit Karen Kijewski, van wie in Nederland drie
thrillers rond Kat Colorado zijn verschenen. De meest
recente is Katzwijm. Ken je de vorige, dan is de verras
sing er nu wel af.
In Katzwijm laat Colorado zich inhuren als barkeeps-
ter. Zo kan ze nagaan wie haar voorgangster Deidre Dur-
kin heeft vermoord. Dat het een roofmoord was, geloven
weinigen. Velen verdenken Deidres man Matt van het
misdrijf. Gaandeweg blijken meer bezoekers van het eta
blissement een ambivalente houding tegenover Deidre
die een dubbelleven leidde te hebben gehad.
Het schema is gelijk aan die van de vorige, Knijpkat,
waarin Kat een erfeniskwestie oplost. Labiele vrouwen
en stoere vrouwen, onverwachte moorden op informan
ten, kortzichtige politieagenten. En steeds weer die
doorzichtige leugens en vele ontboezemingen van mo
gelijke verdachten en getuigen vooral in Katzwijm tot
vervelens toe aangevuld met grappig bedoelde beschou
wingen van de hoofdpersoon.
Kats grootmoeder Alma, de aan-uit-relatie met recher
cheur Hank, haar vriendin Charity die als Lieve Lita an
dermans relatieproblemen oplost maar zelf geen vriend
je lang kan houden... De sfeertekening is al net zo gefor
ceerd als de opbouw van de figuren. De intriges zijn dun,
de spanning is matig.
Bovenal wil Kijewski te lollig te doen. Zie de titels Ka
tapult. Knijpkat en Katzwijm en bijvoorbeeld de cursief
jes met statistische gegevens in nummer twee. Wie een
betere private eye zoekt, moet uitwijken naar Sue Graf
ton met haar alfabetreeks rond Kinsev Milhone of Sara
Paretsky's V.I. Warschawski. Nederland heeft in elk geval
één prima alternatief: Hank Stammer van auteur Theo
Capel.
Jan van Hout is het niet verleerd
THRILLER RECENSIE
Jan van Hout liet zijn Dubbel dilemma zo eindigen, dat
een nieuw avontuur van Kit Holm en Surinamer Mark
Scheurwater onvermijdelijk was. Er werd ook wel met
enige nieuwsgierigheid naar de achtste thriller van Van
Hout uitgekeken, omdat zijn inventiviteit, gecombineerd
met een vlotte schrijfstijl steeds betere resultaten ople
verde. Nu. na vier jaar is die verwachte opvolger er:
Eigen richting. En gelukkig, Van Hout kan het nog
steeds.
Eigen richting speelt voor de helft in Nederland, waar
Holm de verdenking van verduistering van 25 miljoen
gulden van zich af tracht te schudden. In de rest van het
boek vormt Suriname het decor van een dreigende coup
(de zoveelste in de voormalige kolonie). Dat gebeurt op
het moment dat Scheurwater, als lid van een officiële
delegatie, in zijn geboorteland is teruggekeerd om de
stal daar uit te mesten.
De ene en de andere zaak hebben vanzelfsprekend
met elkaar te maken. Verbindend element vormen de
vroegere chef en medewerkers van Inlichtingen Ope-
ratiën van de Inlichtingen Dienst Buitenland. Oftewel
Gladio. Een paar jaar geleden was deze groep gelegali
seerde criminelen, zoals Jan van Hout ze door een van
de figuren laat aanduiden, een tijdlang voorpagina
nieuws.
1DB kwam aan zijn einde, maar als we Van Hout mo
gen geloven hebben de Gladiolen hun voor de democra
tie en vrede schadelijke activiteiten nooit gestaakt. Mo
gelijk vanwege de research heeft het zo lang geduurd tot
er weer een nieuwe Van Hout kwam.
Het is geen eitje om Eigen richting te lezen en vooral
te begrijpen. Zoals immer gooit de auteur met informa
tie en vergeet hij dat dialogen het lekkerst lopen in
spreektaal. De dood van een van de hoofdpersonen
heeft hij er puur voor het schokeffect in geduwd. Maar
hij heeft het goed spannend gehouden, tot aan het einde
en dat is alles waard, zeker is je een onderwerp neemt
dat andere schrijvers zorgvuldig uit de weg gaan.
'Al schrijvend wordt het duidelijk hoe ik tegenover deze wereld sta'
ALKMAAR ERIC KOK/GPD
De dichteres Judith Herzberg is geliefd bij het grote pu
bliek. Ze schrijft hoogst persoonlijke poëzie, die even
goed voor iedereen herkenbaar blijft. Herzberg dicht
zoals ze praat, denkt en voeit, bedachtzaam, relativerend
en associatief. Morgen, vrijdag 20 juni, neemt ze in Den
Haag de P.C. Hooftprijs voor poëzie in ontvangst.
eerste grijze haren kunnen voor
haar een onderwerp zijn, net als
oude afgetrapte gympen, een
meisje voor de spiegel, het
wachten op de bus. Ze wijdde
zelfs een hele bundel aan iets
nietigs als vliegen. Wat dat be
treft staat ze dichter bij Barbar-
ber-schrijvers als K. Schippers
en J. Bernlef dan bij Kopland en
de zijnen.
Herzberg bekende ooit in een
interview dat ze voorliefde heeft
voor oppervlakkigheid. Maar ze
zoekt daarbij wel naar het raad
selachtige detail. Nauwkeurig
bekijkt Herzberg de wereld en
zichzelf. Zij verwondert zich
over wat ze ziet, ze twijfelt er
aan en vormt zich er zo heel
voorzichtig een mening over.
,,Al schrijvend wordt het duide
lijk hoe ik tegenover deze we
reld sta", zei ze.
De 63-jarige Herzberg treedt
hiermee een beetje in de sporen
van haar vader, Abel Herzberg,
die de prijs zelf in 1972 kreeg.
Ze debuteerde in 1964 met de
bundel Zeepost, daama volgden
Beemdgras ('68), Vliegen ('70),
27 Liefdesliedjes ('71), Strijklicht
('71), Botshol80), Dagrest('84),
Zoals ('92) en Wat zij wilde
schilderen ('96). Ze kreeg drie
jaar geleden de Constantijn
Huygensprijs voor haar hele
werk, dus ook voor haar toneel
stukken, filmscripten, televisie
spelen en beschouwingen.
Van het begin af aan wordt
Herzberg gerekend tot de Tira
de-dichters, met Rutger
Kopland, Hanny Michaelis en
Jan Emmens. Zij schrijven ge
dichten in een soort spreekstijl,
die parlando wordt genoemd,
naar de dichtbundel van E. du
Perron. Het literair tijdschrift
Tirade stelde zich bewust in de
traditie van Du Perrons blad Fo
rum.
Gesprekstaal
Herzberg schrijft zoals ze praat.
Ze gebruikt gewone woorden,
schuwt de cliché's niet en past
stijltrucs toe uit de gesprekstaal.
Ze herhaalt zinsdelen eenvou
dig. corrigeert zichzelf noncha
lant, laat zinsdelen rustig weg
en soms zelfs hele zinnen. Ze
springt van de hak op de tak,
zoals ze denkt, associatief.
Het lijkt daardoor allemaal
eenvoudig, moeiteloos en onge
kunsteld, zelfs oppervlakkig.
Herzberg schrijft over alledaag
se voorvalletjes, anekdotes. De
Bescheiden
Herzberg blijft bescheiden in
haar poëzie. Ze heeft niet de be
doeling om een grootse bood
schap te verwoorden. Zo staat
in haar laatste bundel Wat zij
wilde schildereneen gedicht
over zeesterren die aanspoelen
op het strand, twee aan twee,
met de punten in elkaar ge
haakt. Alsof ze hand in hand de
dood tegemoet willen treden.
Maar Herzberg wijst de neiging
fel af om hierin een beeld voor
iets anders te zien. „Dit is geen
metafoor daar is het veel en veel
te echt/ en veel te echt voor."
Wie deze 'kleine nietigheid' re
lativeert, mag ook niet over het
'grote niets' spreken.
Het grote niets: in Zeesterren is
dat het leed van grotere zeedie-
Het krijsen van meeuwen wees de weg naar zee;
een nauwe steeg, steil naar beneden, daar was de haven
maar niets dan boten, trage kranen, ijzerwaren. Geen vogel
vloog of liep te pikken of deinde op een golf.
Toch. het geluid hield aan; het geweld van machines
werd zelfs overstemd door het schreeuwen.
De kranen hevelden lichte, niet heletnaal dichte kisten.
Tassen de brede spleten leefde opeens de lading: vlerken
en veren. Zo werden de meeuwen het ruim in gehesen.
ren zoals de zeehond, de dolfijn
of de walvis. Daarbuiten gaat
het nogal eens over leed van de
mens, zoals de oorlog, de jo
denmoord en de dood in het al
gemeen. Neem het hierbij afge
drukte gedicht Meeuwen (uit
Dagrest).
Het is een wonderlijk verhaal,
over een haven zonder meeu
wen, of beter, van meeuwen die
in het laadruim van een vracht
schip worden gehesen. Dat is
helemaal raar, meeuwen zijn
doorgaans juist een symbool
van vrijheid. En juist die meeu
wen worden gekist, 'krijsen',
'schreeuwen' en met 'geweld
van machines'. Voor Herzberg
zelf, vertelde ze ooit, is dit niets
meer dan een droom geweest,
een nachtmerrie. Die heeft ach
teraf gezien meer betekenis ge
kregen. Wie bedenkt dat het ge
dicht deel uitmaakt van het to
neelstuk Leedvermaak, ziet dat
het niet over de overslag van
meeuwen gaat, maar over de
deportatie van joden.
Door kleine afwijkingen van
de normale spreektaal brengt
Herzberg een diepere betekenis
in haar gedichten. Onder de op
pervlakte van persoonlijke voor
valletjes schuilt meestal een
diepere psychologische, filoso
fische, maatschappelijke pro
blematiek. „Ik begin me steeds
meer te realiseren dat al die
persoonlijke zaken uiteindelijk
helemaal niet zo persoonlijk
zijn", zegt ze zelf.
Ondergedoken
Zo vertelt ze in Ik had in jaren
niet zo'h stad gezien (uit Beemd
gras) over de hereniging met
haar moeder na de oorlog. Na
jaren ondergedoken te hebben
gezeten, is de dochter bang dat
ze haar moeder niet meer her
kent. Bijna terloopse woorden,
zoals de slotwoorden 'met mijn
moeilijke ogen', maken duide
lijk dat er meer aan de hand is.
Ook de puberteit ('het vertraag
de afscheid') zorgt voor proble
men. Moeder en kind leren el
kaar pas kennen op het mo
ment dat het kind zich normaal
gesproken weer losmaakt
Het grote leed wordt nergens
nadruldcelijk uitgesproken. Een
forse dosis humor zorgt ervoor
dat het allemaal niet zo zwaar
en schrijnend wordt. Herzberg
kan mild ironisch zijn, schalks
en speels, maar ook uitgelaten
hilarisch. Dat bleek dit jaar tij
dens de Nacht van de poëzie.
De zaal bulderde van het lachen
tijdens het lange gedicht Het
wachten op de halte. Herzberg
heeft nooit onder stoelen of
banken gestoken hoe belangrijk
humor voor haar is. Ze vertelde
zelf dat ze gedichten ging schrij
ven omdat ze dat grappig vond.
Als het maar amusant is, dan
krijg je de diepte er gratis bij.
De gedichtenbundels van Ju
dith Herzberg zijn uitgegeven
door uitgeverij Gj\. van Oor
schot Zeepost, Beemdgras,
Botshol en Dagrest; De Harmo
nie 27 Liefdesliedjes, Vlie
gen, Zoals en Wat zij uilde
schilderen en Rainbow Pocket
boeken Doen en laten, een
keuze uit de gedichten.
LU
LU
GG
CL
Gloednieuwe kolder van gestoorde Gummbah en heldhaftige Kobe de Koe
STRIPS RECENSIE
HOMME SIE8ENGA
De Pen het zwaard - Peter Pontiac Review deel 6 Uitgeverij Oog en Blik Pnjs
35.00 Hoe Eddie in balbezit kwam - Gummbah Uitgeven) De Harmonie Pnjs:
19.90 Het stemgedrag der dieren. Kobe de Koe Door Johan de Moor en Stephen
Desberg. Uitgeverij Casterman. Prijs: 9.95.
Het is weer tijd om af te dalen in de donkere krochten van Peter
Pontiacs gepijnigde ziel. Na zijn verzamelalbums vol seksuele
uitspattingen, geestverruimende middelen en portretten van
rockidolen, laat de Haarlemse undergroundtekenaar in zijn
nieuwste 'Review' zien hoe hij de afgelopen decennia tekeer is
getrokken tegen alle rottigheid en ellende in de wereld.
De vraatzucht van de kapitalistische zwijnen, de botte ME-
agressie tegen krakers, hongerende kinderen in Afrika, de
milieuverslindende industrie het passeert allemaal de revue.
Als rechtgeaarde vertegenwoordiger van de tegencultuur doopt
Pontiat zijn pen in gal en schetst een uiterst deprimerend beeld
van onze planeet. Recht uit zijn gekneusde hart, zonder nuance
ringen, emotioneel en inktzwart.
Maar terugblikkend op zijn eigen verleden borrelt bij Pontiac
ook de nodige relativering en zelfspot omhoog. Hij meldt trots
dat hij uiterst principieel en politiek correct een lucratief aanbod
heeft afgeslagen om een tekening te maken voor het jaarlijkse
Schiphol-Moet-Groeien-Lobby-Diner. Maar in één adem bekent
hij dat hij af en toe flink veel water bij de wijn heeft gedaan om
geld te verdienen voor zijn 'bloedjes van kinderen'. Hilarisch is
ook de reeks 'Censuurtjes' waarin Pontiac hypocriete voorbeel
den laat zien van hoe zijn werk gecensureerd is en hoe hij
ook regelmatig op verzoek zijn eigen tekeningen fatsoeneerde.
Maar artistiek gezien lijkt Pontiac hoe dan ook vrij van erosie.
Hoe tijdgebonden de onderwerpen soms ook zijn, het prent
werk combineert rauwe emotie recht uit het hart met ongeken
de precisie en zorgvuldige detaillering. Genieten geblazen, deze
Pontiac-kroniek.
Kobe de koe
Wie liever aan het keiharde wereldleed wil ontsnappen, kan
terecht in het nieuwste album van Kobe de Koe. Deze private
eye met volle uier onder de regenjas, waagt opnieuw haar leven
om het dierenrijk van de hel te redden. Vrolijke waanzin over de
jacht op een geheim bijbelboek, waaruit blijkt dat het dierenrijk
de mensheid al eeuwenlang ongelooflijk in de maling neemt. De
beesten doen alsof ze niet kunnen spreken en te stom zijn om
voor de duvel te dansen, maar ondertussen....
De fascistische misdadiger Sharko dreigt het dierenrijk te ont
maskeren, wat zou betekenen dat het definitief is afgelopen met
het rijkeluisleventje van het gemiddelde huisdier. Geen gratis
maaltijden meer, keihard werken en als kanonnenvoer de oor
log ingestuurd worden. De Moor en Desberg leveren flitsend
cartoonesk tekenwerk in een absoluut eigenzinnige stijl en een
volslagen doorgedraaid plot waarin de bijbel drastisch wordt
herschreven. En Kobe? Dankzij haar onwaarschijnlijke scherp
zinnigheid en fabelachtige vechttechnieken weet zij haar rol als
verlosser van de dieren weer volledig waar te maken.
Gummbah
Krankzinnigheid van een heel andere orde is te vinden in de
nieuwste van Gummbah. Deze Vlaamse cartoonist, die regelma
tig publiceert in Volkskrant, Humo en Nieuwe Revu, levert een
probaat medicijn voor wie de dagelijkse sleur af en toe naar de
strot vliegt. Zijn afzichtelijk getekende, soms keiharde grappen
werken als een flinke stroomstoot door het stoffige en aangepas
te brein. Zijn absurdisme doet af en toe denken aan die andere
gestoorde Vlaming, Kamagurka, maar Gummbah brouwt toch
een geheel eigenzinnig mengseltje van ranzige seks, keihard ge
weld en onbeduidende flauwekul.
'eelzijdigheid van bouwmeester Amsterdamse School komt niet uit de verf
ARCHITECTUURBOEK RECENSIE
WIM DE WAGT
de v mfred Bock, Sigrid Johanisse en Vladi-
ei Sbssi - Michel de Klerk, Bouwmeester
tekenaar van de Amsterdamse School,
Ï4-1923, NAi Uitgevers, Rotterdam
99,50 (tot 1 oktober, daama
125.00).
s sn
:nfj
>un
zwaï m de reeds goedgevulde bi
lt ze iotheek met geschriften over
a! fderlandse architecten kan
n nieuw boekwerk worden
egevoegd. Tegelijk met een
nog ^toonstelling over Michel de
erk in het Nederlands Archi-
tuurinstituut (NAi) in Rotter-
ymp tn is er een kloeke monogra-
óelle verschenen over deze be-
nnelijke leider en inspirator
niet n de zogenoemde Amster-
mse School.
De Klerk, die leefde van 1884
1923, is stellig een van de
eest legendarische en tot de
Cat tbeelding sprekende architec-
/ordt i die Nederland deze eeuw
hijnl kend heeft. Desondanks heeft
riani niet altijd op evenveel waar-
te t ring kunnen rekenen als in
tijd. Pas eind jaren zestig
hij 'herontdekt'. Eerst in het
itenland, later ook in Neder-
ld Het tekent de moeizame
ei [houding van de moderne ar-
'aari itectuur met de verheven op-
el w tingen en esthetische werk-
A'tfcze waar De Klerk voor stond,
loek en tentoonstelling beze-
iit ii#en de rehabilitatie van De
doe srk als een belangrijke bouw-
voor een analytische bespreking
van uitsluitend de architectuur.
Terwijl De Klerk veel meer was
dan alleen een architect. Hij
ontwierp ook meubels, richtte
complete interieurs in en teken
de portretten dat het een lieve
lust was. Het is bovendien jam
mer dat de teksten van met na
me Manfred Bock en Sigrid Jo
hanisse niet overal to the point
zijn en hier en daar verzanden
in theoretische beschouwingen.
Het accent op de architectuur
zou te verdedigen zijn, als De
Klerk niet een architect was ge
weest wiens bouwkunst nauw
verweven was met zijn bezighe
den als meubelontwerper en
beeldend kunstenaar. Anders
gezegd: zijn fantasierijke, vrij
zinnige en volstrekt unieke ar
chitectuur kan beter begrepen
worden in relatie tot zijn overi
ge beeldende werk.
De Klerk heeft naam gemaakt
met enkele baanbrekende
volkswoningbouwprojecten in
Amsterdam. Vooral de woning
complexen aan het Spaarndam-
merplantsoen een 'revolutie
in de Amsterdamse woning
bouw' en de Vrijheidslaan en
omgeving vestigden zijn reputa
tie. Net als Jo van der Mey
(Scheepvaarthuis) en Piet Kra
mer brak De Klerk in zijn ont
werpen met de formele, ratio
nalistische bouwtrant van Ber-
lage en consorten. De Amster
damse School ging het in de
meester. Toch stelt de publica
tie enigszins teleur. Aan de basis
van het boek ligt De Klerks om
vangrijke tekeningenarchief, dat
beheerd wordt in het NAi. In
een uitstekend geïllustreerde
catalogus worden alle ontwer
pen van De Klerk beschreven en
van een historisch kader voor
zien. Zo ontstaat een compleet
beeld van zowel zijn uitgevoer
de als niet-gerealiseerde werk.
Analytisch
Echter, van een interessante,
laat staan nieuwe visie op 's
mans oeuvre is geen sprake. De
drie auteurs hebben gekozen
'Het Schip', derde blok arbeiderswoningen aan het Spaarndammerplantsoen in Amsterdam.
TEKENING L.J.H. Zonneveldt/PR
eerste plaats om de 'karakteris
tieke en schone vormgeving van
de samenleving'. De Klerk be
handelde zijn gebQuwen als
beeldhouwwerken: uit één stuk
gemaakt, in een originele en
speelse vormgeving gegoten en
zeer gedetailleerd. Bewegelij-
keid en buigzaamheid waren de
handelsmerken van zijn bakste
nen 'paleizen' voor de werken
de stand.
Er valt iets voor te zeggen dat
de vrijmoedigheid van De
Klerks creativiteit verklaard
moet worden uit zijn achter
grond. Een echte architectenop
leiding had hij niet genoten. Hij
leerde het vak in de praktijk op
het bureau van de architect
Eduard Cuypers. Daarnaast
volgde hij een bouwkundige op
leiding aan de Industrieschool
voor de Werkende Stand in Am
sterdam en bekwaamde hij zich
in het tekenen bij de Haarlemse
kunstenaarsvereniging Kunst Zij
Ons Doel.
Op de tentoonstelling wordt
De Klerks alomvattende werk
wijze wel recht gedaan. Daar
zijn ook ameubelementen en
losse meubels te zien. Maar bo
venal frapperen de goed getrof
fen portretten die hij van tijdge
noten, veelal architecten en
kunstenaars, tekende. Een man
met een buitengewoon veelzij
dig talent als De Klerk verdient
het om ook als zodanig be
schreven te worden. Vooralsnog
is het wachten op een dergelijke
publicatie.
Zelfportret Michel de Klerk, maart
1915. FOTO» PR
\mv
mum
/Öl&ttKj
rms&
L~t-1 i i
i