migranten voor 'Politiek verhardt 'Geen lijfstraffen meer op Britse kostscholen' Feiten Meningen Rijnreis Schadeclaims tegen tabaksindustrie ook hier mogelijk VRIJDAG 13 JUNI 1997 152 EURO TÓP AMSTERDAM Het 'huis van Europa' staat voor een grondige renovatie en aan Nederland is het de eer volgende week een bouwplan op tafel te leggen. De EMU en de euro lijken de agenda te bepalen, maar wat voor gevolgen heeft het Verdrag van Amsterdam voor de verschillende Europese instellingen én wat doen zij eigenlijk? Aan de hand van gesprekken met hooggeplaatste Nederlanders een serie portretjes. Vandaag deel vier: de Raad van Europa. Op zijn dienstwagen heeft de ambassadeur geen vlaggetjes, „want dat vind ik een beetje overdreven Maar dat het lo geerbed in zijn residentie ooit op de maat van mr. Joseph M AH. Luns is gemaakt, vindt hij weer wèl erg leuk. „Vroeger kwamen mannen als Luns met alle Europese big-shots naar Straatsburg om gedurende twee dagen eens bij te praten en ge weldig te eten - en dan verbleef Luns hier", zegt Hans Gualthé- rie van Weezei, permanent ver tegenwoordiger bij de Raad van Europa. Zijn gezicht betrekt tot half-bewolkt: „Nu is het haast werk geworden. Soms komen er van de vijftien Europese minis ters amper drie of vier bij een vergadering van het Comité van Ministers opdagen. En na af loop is het: hup weg!" Ambassadeur Van Weezei be grijpt overigens heel goed waar om Hans van Mierlo nog niet op het ruim bemeten matras van zijn illustere voorganger heeft gelegen. Nog afgezien van het sinds Luns explosief geste gen aantal reiskilometers op Buitenlandse Zaken, is - eerlijk is eerlijk - de Raad van Europa in de schaduw komen te staan van die andere Europese orga nisaties: de Europese Unie en - in mindere mate - de OVSE. De Raad, al opgericht toen de Eu ropese Gemeenschap voor Ko len en Staal nog moest worden uitgevonden, bleef bij het grote publiek onbekend. Van Weezei: Als je het honderd Nederlan ders zou vragen, weet er mis schien één bij benadering wat we doen." Toch hadden de tien Europese regeringsleiders die in 1949 aan de wieg van de Raad stonden een helder doel voor ogen: via internationale verdragen en rechtspraak voorkomen dat op Europese bodem ooit nog men senrechten zouden worden ge schonden. Meer dan 150 Eu ropese verdragen zijn inmiddels via de Raad afgesloten op uit eenlopende terreinen als de be scherming van minderheden, culturele samenwerking en het tegengaan van voetbalvandalis me. Burgers kunnen via de Raad klachten indienen tegen een lidstaat als zij zich in hun fun damentele vrijheden aangetast voelen. Zo heeft de Raad al circa 20.000 dossiers behandeld, waarvan in ruim driehonderd gevallen uitspraak is gedaan door het aan de Raad verbon den Hof van de Mensenrechten, waarvoor elke lidstaat één rech ter levert. Hoewel West-Europa al jaren lang niet meer in de rapporten van Amnesty International voorkomt, moet men niet den ken dat het thema 'mensenrechten' een ver-van- mijn-bed-showis, benadrukt Van Weezel. Hij doet een wille keurige greep: „Dat er op Britse internaten geen lijfstraffen meer mogen worden uitgedeeld is aan ons te danken, al zal waar schijnlijk geen Britse schooljon gen zich dat realiseren. De Raad heeft er verder voor gezorgd dat burgers niet zomaar kunnen worden afgeluisterd door de po litie, landlopers niet zomaar kunnen worden opgepakt en vakbonden werknemers niet kunnen verplichten lid te wor den." Een aantal van dit soort initiatieven komt overigens uit de zogeheten 'parlementaire vergadering' die gevormd wordt door 263 afgevaardigden uit de nationale parlementen. De aandacht van de Raad heeft zich de laatste jaren steeds meer verlegd naar de nieuwe leden uit Midden- en Oost-Europa, inclusief Rusland en de Qekraï- ne. Van Weezel: „Sinds de toe treding van Rusland is de Raad de enige echt pan-Europese or ganisatie waar Rusland lid van is en de VS dus niet. Wij zijn een belangrijke coach bij de demo cratische hervormingen achter het voormalige ijzeren gordijn en ons belang zal nog toene men voor die landen die geen lid kunnen worden van de NAVO of Europese Unie. De Raad heeft meegeschreven aan diverse grondwetten, waaron der de Russische." Maar de snelle oostwaartse uit breiding van de Raad sinds de val van de Berlijnse muur heeft ook zijn prijs..Als je uitbreidt, dan verwatert het onvermijde lijk", zegt Van Weezel. „Ik be doel: vroeger was de Raad een club gelijkgezinde landen met een min of meer gelijkwaardig rechtssysteem. Dat is niet meer zo en dat bemoeilijkt de discus sie en ook de gezamenlijke rechtspraak. Het gevaar dreigt dat de Raad, met inmiddels veertig lidstaten, uitdijt tot een soort Europese VN die hoofdza kelijk nog betrekkelijk krachte loze verklaringen aflegt." De onderhandelingen over het 'Verdrag van Amsterdam' heb ben geen verstrekkende gevol gen voor de oudste instelling van Europa. Wel vreest Van Weezel dat de taken van de EU en de Raad elkaar meer gaan overlappen dan nu al het geval is. De Europese regeringsleiders spelen met het idee in het ver drag een aantal artikelen opne men waarin de rechten van de burgers zijn vastgelegd; strikt genomen is dat dubbelop. Ook is voorzien dat lidstaten die de mensenrechten schenden daar voor gesanctioneerd kunnen worden. Van Weezel: „Ik zou graag zien dat de Raad en de Unie meer aanvullend bezig zijn, dan zich op eikaars terrein te bewegen." Tot slot heeft ook de Raad van Europa dit jaar zijn eigen 'top', maar dan onder voorzitterschap van de Franse president Chirac. Van Weezel haalt opgelucht adem: „Geluk kig is die drugsdiscussie inmid dels uit de wereld, anders had den we dat hier ook nog eens op ons bordje gehad." brussel paul koopman correspondent 'De motormuis' was een stamgastva j -j» de kroeg die ik jaren geleden met ee gemeten aan mijn huidige cafébeza verontrustende regelmaat bezocht bonn' I was een klein, onooglijk mannetje, i gitzwart haar en donkere ogen Hoe oud hij was, viel moeilijk te schatten De andere vaste jongens hielden het op eind 40, bef 50. Hij droeg zomer en winter een lange leren jas va het type dat in de jaren 50 gedragen werd door man die in het weekend op de 'brommer' naar hun volks gingen. Daar moest hij zijn bijnaam aan te danken! ben. want voor het temmen van een beetje motor v» hij te schriel. Hij zat meestal alleen aan de toog en begon steevast met het vorderen van de avond en het toenemen \i de consümpties, in zichzelf te praten of steeds luide gesprekken te voeren met partners die alleen hij kor zien. Tegen sluitingstijd begon hij soms te huilen. Hij werd dan getroost door de eigenaar van het café Dirk. Dat verbaasde me aanvankelijk, want Dirk pat een pessimistisch mensbeeld aan een pragmatische roepsopvatting. „Ze moeten me rijk zuipen, Peet. M niet." Later legde hij me uit waarom hij zich tegeno de motormuis gedroeg als een jonge klare schenken moeder Theresa. „Auschwitz. De enige overlevende zijn hele familie, jongen. Dus wees een beetje aardi; gen hem. Eén keer in de maand, als hij zijn uitkering had geki i gen, ging hij zoals hij zelf stoer zei, 'naar de hoeren Niet voor de daad, want in Auschwitz hadden ze er voor gezorgd dat hij dat niet meer kon, maar om eei i lekker 'verwend' te worden. Toen ik op enigzins ver n trouwelijke voet met hem stond, vertelde hij me dal altijd naar de zelfde hoer ging. „Een aardig vrouwtje n stopt me altijd in bad en droogt me dan helemaal lel ii ker af. Met zo n grote wollige handdoek." Op een avond kwam hij bij me zitten. Het gebeurde zelden dat hij contact zocht met andere bezoekers. Meestal was hij dan al dronken. Hij liet dan wel eens zijn tatoeage zien, waarna de ander zijn schuldgev» m afkocht met een borrel en hoopte dat hij gauw weer kraste. Nu was hij broodnuchter. „Jij werkt bij de krant, hè. Kun jij me vertellen, hoe! d nou zit met Duitsland?" Ik vroeg hem wat hij wilde1 ten. „Nou, zijn er geen nazi's meer?" Ik vertelde hem dat het volgens mij een redelijk nor maal land was geworden. Een democratie, met fatsc lijke mensen in de regering. En dat de nazi's of dooi machteloze oude mannen waren. Dat leek hem gen te stellen. „Kijk het zit zo, ik wil een boottochtje op de Rijn ma ken." Hij liet me een paar folders zien. „Daar had m vader het voor de oorlog vaak over. Maar er was gee geld. De crisis, hè." Plotseling stond hij op. alsof hij al te veel had onthul en liep naar zijn vaste plaats aan de bar. Aan het ein van de avond begon hij hartverscheurend te huilen Een paar dagen later kwam hij op me af. Lichtelijk; geschoten. „Ik denk dat ik het maar doe. Die Rijnrel bedoel ik. Ik ben nu net zo oud als mijn vader toenl zei dat hij met me moeder die reis wilde maken. Hel er toen nooit van gekomen." Het was de laatste keer dat ik hem sprak. Hij kwam steeds minder in de kroeg en ten slotte kwam hij he! maal niet meer. „Opgenomen", zei Dirk. „Hij kon' niet meer aan. de arme sodemieter. Ik ben niet veel later verhuisd en Dirk deed zijn café van de hand. Ze hadden hem rijk genoeg gezopen gin deze week hoorde ik dat de motormuis was ova den. Thuis, in zijn halve bovenwoninkje. In .Amerika is het al geen vraag meer of de tabaksindustrie diep in de geldbuidel zal moeten tasten wegens de schadelij ke gevolgen van roken voor de volksgezondheid. Hoeveel schadevergoeding en aan wie. daar gaat het nog over. De si- garettenfabrikanten hebben de overheid een duizelingwek kende afkoopsom van driehonderd miljard dollar geboden, dertig jaar lang tien miljard, in ruil voor een wettelijke rege ling die hen definitief ontslaat van aansprakelijkheid voor gezondheidsschade. Maar er is nog geen akkoord in zicht en het regent mega-claims bij de Amerikaanse rechtbanken. Ook in Nederland zijn schadeclaims tegen de tabaksfabri kanten te verwachten, al was het maar omdat steeds meer advocaten er brood in beginnen te zien. De juridische en maatschappelijke omstandigheden zijn echter moeilijk met die in Amerika te vergelijken. Volgens mr. L. Dommering, advocaat bij Nauta Dulith. is het op grond van Nederlands recht weliswaar moeilijk, maar niet onmogelijk de producen ten aan te spreken voor de gezondheidsschade als gevolg van roken. In Amerika wordt de juridische strijd op drie fronten ge voerd. Lijders aan longkanker en emfyseem of hun nabe staanden procederen op grond van de productaansprakelijk heid. Namens tabaksverslaafden die (nog) niet ziek zijn wor den collectieve rechtszaken, zogeheten Class actions, ge voerd om de kosten van ontwenningskuren en medische controles vergoed te krijgen. En de openbare aanklagers in nu al meer dan dertig staten stellen de tabaksfirma's aan sprakelijk voor alle met roken verbonden overheidsuitgaven op het gebied van volksgezondheid en medicaid (vergoeding van ziektekosten aan onverzeker- den). De .Amerikaanse rechtssocioloog - prof. Mare Galanter, afgelopen week te gast bij de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht, spreekt van een ware bonanza' voor de advoca tuur. De tabaksindustrie spendeert zeshonderd miljoen dollar per jaar aan juridische bijstand. Begrijpelijk: toen een advocaat in Florida namens een indivudele roker een rechtszaak won, ging volgens Galanter de waar- de van de aandelen van vijf grote ta- £y$ SCHREUDERS baksfirma's binnen een dag elf mil- juridisch jard dollar omlaag. Geen wonder dat medewerker de fabrikanten geneigd zijn schikkin gen te treffen. De advocaten aan de kant van de eisers - zieken, nabe staanden, verslaafden en overheid - ruiken het grote geld en nemen een gok: zij investeren zelf miljoenen in processen tegen de tabaksindustrie om bij succes dertig tot vijftig pro cent van de uitgekeerde bedragen te kunnen incasseren. Zoiets is in Nederland aan bij de balie ingeschreven advo caten niet toegestaan. Toch maakt ook hier de letselschade- advocatuur een bloei door en werden bijvoorbeeld door de DES-dochters en in asbestzaken aanzienlijke vergoedingen van fabrikanten bedongen. Volgens mr. Dommering zouden naar het voorbeeld van de schadeclaims in asbestzaken ook tegen de tabaksindustrie collectieve acties kunnen worden ingesteld. Georganiseerde belangengroepen, bijvoorbeeld de Stichting Volksgezondheid en Roken of de Consumenten bond, zouden het balletje aan het rollen moeten brengen. De eigenlijke vraag is natuurlijk op welke grond de tabaks industrie aansprakelijk kan worden gesteld. De wetgeving over productaansprakelijkheid biedt geen houvast, want een sigaret is geen ondeugdelijk product: het beantwoordt pre cies aan de verwachting van de consument. Wie rookt, doet dat uit vrije wil en neemt het gezondheidsrisico op de koop toe. Gebrekkige informatie over de schadelijke gevolgen valt de tabaksindustrie niet meer te verwijten sinds in 1981 op elk pakje sigaretten wordt gewaarschuwd dat roken de gezond heid bedreigt, zij het dat niet expliciet werd gewaarschuwd tegen roken als oorzaak van longkanker en hartziekten. Dat gebeurt pas sinds 1994, toen de waarschuwing werd geba seerd op een Europese richtlijn. Maar de regering vond de waarschuwing voldoende, dus wat dit betreft staat de recht spraak met gebonden handen. Alleen mensen die beroeps halve 'meeroken' - Dommering noemt een purser van de KLM als voorbeeld - kunnen zich misschien op onwetend heid beroepen. Een waarschuwing tegen de gevolgen van meeroken is namelijk achterwege gebleven. Een nieuwe grond voor aansprakelijkheid van de tabaksin dustrie wordt door gespecialiseerde juristen gezocht in mis leiding. Kan worden aangetoond dat de tabaksindustrie wil lens en wetens met het nicotinegehalte van sigaretten heeft gemanipuleerd om verslaving te bevorderen? Valt te bewij zen dat sigarettenfabrikanten bewust onjuiste informatie hebben verspreid, ongewenste onderzoeksresultaten achter hebben gehouden, onafhankelijk onderzoek hebben tegen gewerkt. jongeren hebben misleid met valse voorlichting? Langs deze weg zijn schadeclaims in Nederland zonder meer mogelijk. Maar ook Dommering erkent dat het voor de advocatuur geen makkelijke klus wordt, nog afgezien van de vraag of er in de samenleving veel sympathie bestaat voor ei sers die de consequenties van hun eigen gedrag op de fabri kanten proberen te verhalen. Via dc prijs van het pakje sigaretten of shag wordt de reke ning vervolgens toch weer aan de rokers gepresenteerd. Als dc tabaksindustrie in Nederland evenals in Amerika tot beta len kan worden verplicht, dan zou het geld maar het beste aan preventie kunnen worden besteed. TOM JANSSEN WD-leider Frits Bolkestein heeft het minderhedenvraagstuk hoog op de politieke agenda gezet met prikkelende uitspraken over asielzoekers en de islam. Dat is niemand ontgaan. Veel minder bekend is dat zijn voor naamste critici de afgelopen jaren een heel eind in zijn richting zijn op geschoven. Tenminste, tot die conclusie komt Alfons Fermin, sociaal- cultureel wetenschapper en filosoof, in zijn boek 'Nederlandse politieke partijen over minderhedenbeleid 1977-1995'. „Het vermoeden dat de meeste politieke partijen anders zijn gaan denken over minderhé- den, bestaat al langer zegt Fermin op zijn werkkamer van de Universiteit van Utrecht. „Officieel onderzoek is er echter nooit naar gedaan. Door alle verkiezingsprogramma's en pu blicaties van wetenschappelijke bureaus vanaf 1977 tot 1995 naast elkaar te leggen, heb ik daadwerkelijk kunnen aanto nen dat de standpunten zich hebben verhard. Waar in 1985 nog iedereen de mond vol had van de multiculturele samenle ving, wordt vandaag de dag openlijk gesproken over aan passing aan fundamentele Ne derlandse waarden en normen. Zoiets kon je tien jaar geleden echt niet zeggen." „Het is allemaal wat minder soft geworden vervolgt de weten schapper, „maar dat geldt voor de hele maatschappij. Net als aan werklozen, worden ook aan minderheden eisen gesteld. Be halve dat de partijen zijn opge schoven in de richting van de WD. zijn ze ook allemaal dich ter bij elkaar gekomen. Het is overigens een misverstand dat Bolkestein de aanstichter van het minderhedendebat zou zijn. Die eer komt de Wetenschappe lijke Raad voor het Regeringsbe leid (WRR) toe. In 1990 kwam de Raad al met een notitie over de minderheden, waarin reeds werd gepleit voor een andere aanpak." Fermin vindt het te ver gaan om te concluderen dat de politiek minder tolerant is geworden ten opzichte van minderheden. „Het is vooral een kwestie van meer eisen gaan stellen. Begin jaren tachtig was de WD nog heel erg sterk anti-patemalis- tisch ingesteld. De minderhe den wisten zelf het beste hoe ze zouden moeten emanciperen. Daar diende de overheid zich zo min mogelijk mee te bemoeien, aldus de liberalen. „De grote ommekeer vond plaats met het aantreden van Bolkestein. In plaats van dat hij het belang van culturele ont plooiing onderstreepte, begon hij opeens over het ontmoedi gen van bepaalde initiatieven." Berucht zijn in dit verband zijn uitspraken over de islamitische scholen en zijn toespraak tot de Liberale Internationale in 1991, waarin hij openlijk waarschuw de voor de teloorgang van wes terse waarden en normen. Fermin herinnert zich dat er een storm van protesten opstak na Bolkesteins uitspraken. De hele politieke elite, met uitzon dering van CD-voorman Jan maat, stond op zijn achterste benen en verweet de liberaal in te spelen op de 'onderbuikge- voelens' in de samenleving. Fer min is er voor zichzelf niet uit of Bolkestein te ver is gegaan. „Ik vind het moeilijk te zeggen of hij met zijn uitlatingen bewust inspeelt op bepaalde sentimen ten. Hij vindt dat hij alles moet kunnen zeggen. Maakt niet uit wat." „Of er achter zijn uitspraken al lerlei electorale motieven zitten; ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat hij een taboe heeft doorgebroken en dat is te waar deren. Na de entree van de CentrumDemocraten in de Tweede Kamer is men daar heel verkrampt over minderheden gaan doen. Die fase is achter de rug. Ja, ook tot opluchting van de minderheden. Die hebben het gevoel dat ze er daadwerke lijk bij horen, nu van alles van ze wordt verlangd. De keerzijde van de medaille is dat de poli tiek dreigt door te schieten naar de andere kant; de nadruk is immers heel erg sterk op hun sociaal-economische positie ko men te liggen." Het blijven hameren op de ge varen van de islam vindt de ge leerde wèl een nare. zelfs ge vaarlijke. trek van Bolkestein. „Ik denk dat hij daarin te ver gaat. Hij zet moslims feitelijk buiten de samenleving. Dat is des te kwalijker daar er toch al zo n negatief beeld over de is lam bestaat." den haag leo roggeveen Het blijven hameren op de gevaren van de islam vindt Alfons Fermin een nare en zelfs gevaarlijke trek van Bolkestein. FOTO CPD JAAP DE BOER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 2