Sport
Koeman vindt het
voor Barcelona
nog veel te vroeg
Martij n Ungerer:
hoe luier, hoe sneller
Koos, de kelner van de brasserie in de Kuip, komt even aan de tafel
staan. ,,Zeg Ronald, kun jij zo nog even je handtekening zetten op die
muur?" De 'captain' kijkt hem vragend aan. „Ja", antwoordt Koos,
„dat doen alle spelers die vertrekken, Ronald." „Maar ik ben nog niet
weg", zegt Koeman, „ledereen denkt dat dit m'n laatste dag is. Deze
week kom ik nog trainen, ik heb hier ook nog een afscheidswedstrijd
en dan kom ik zeker even bij jou langs."
Hij zal niemand overslaan. Wereldster, voet
balmiljonair en volksheld van de Costa Brava
tot aan de havens van Rotterdam. Maar nog
altijd met beide benen op de grond, nog al
tijd die nuchtere, aardige Groninger uit het
Oosterpark.
Toch zit het officiële gedeelte er na morgen
op. De Galgenwaard wordt het décor waar
hij op z'n 34ste zijn laatste klusje van zijn
carrière klaart. Ronald Koeman bij zijn af
scheid over vrienden, rijkdom, Barcelona,
Feyenoord en zijn toekomst als trainer in het
betaalde voetbal.
„Als je succes hebt, krijg je overal vrienden.
Maar vraag je me nu wie zijn in al die jaren
mijn echte vrienden geworden, dan zijn dat
bij elke club slechts een paar mensen. Uit
mijn Groningen-periode is mijn broer mijn
allerbeste vriend gebleven. Ook als hij mijn
broer niet was geweest, was Erwin mijn
maatje geworden in Groningen. Zijn karakter
spreekt mij aan. We hebben vaak dezelfde
gedachten en kunnen het heel goed met el
kaar vinden. Volgende maand gaan we sa
men naar Aruba voor dat voet-volleytoer-
nooi, ja daar genieten we allebei van.
Bij Ajax was het Dick Schoenaker. Jaren veel
contact mee gehad, maar op een gegeven
moment verwaterde het een beetje. Bij PSV
ontmoette ik Kees Ploegsma en Guus Hid-
dink. Fijne mensen, op wie ik nog steeds erg
gesteld ben. In het Nederlands elftal groeide
er een band met Jan Wouters. We lopen de
deur niet plat bij elkaar, maar tussen Jan en
mij klikt het wel.
Barcelona is de enige club waar ik met een
paar spelers heel 'close' ben geworden. Ba-
kero en Guardiola zijn de jongens met wie ik
nog steeds veel omga en die ik regelmatig
bel. Bij de Europa Cup-finale van Barcelona
tegen Paris St. Germain was Bakero door het
bestuur van Barga uitgenodigd. Hij speelt te
genwoordig in Mexico en had een maand
vrij. Heeft-ie bij mij, in België, geslapen. Ba
kero heeft een bepaald karakter dat mij aan
staat. Hetzelfde geldt voor Guardiola, met
wie ik jarenlang in trainingskampen de ka
mer deelde. Als ik in Barcelona ben, gaan we
altijd samen uiteten. Beguiristain, die nu bij
Deportivo la Coruna speelt, is trouwens ook
een moordgozer. Ja, toevallig alle drie Span
jaarden. Al ging ik ook met Brian Laudrup
goed om. Probleem was dat die naar Madrid
en vervolgens naar Japan ging. Dan verlies je
iemand helemaal uit het oog.
Bij Feyenoord ging ik dit seizoen om met een
vast groepje. Gaston Taument, Clemens
Zwijnenberg, Geoffrey Claeys en Henk Vos.
Stuk voor stuk toffe gasten. Ik ben niet selec
tief, maar met die jongens is het altijd gezel
lig. Na een wedstrijd bleven wij altijd han
gen, puur voor de sfeer."
Wie de mens Koeman een beetje kent, weet
dat achter de modelprof en 78-voudig inter
national een gezelligheidsdier schuil gaat.
Een noorderling met een Zuid-Europese
achtergrond. Hij is het Spaanse leven, de cul
tuur en de gewoonten gaan beminnen. Ooit
zal 'senór Koeman' weer een paleisje aan het
strand van de Middellandse zee bewonen.
Maar voor de eeuwwisseling zal dat niet zijn.
„Het leven vind ik fantastisch daar. Maar ik
moet eerlijk zeggen, dat ik geniet van de rust
om het voetbal in Nederland. Ik ben toch om
een bepaalde reden teruggegaan. Ik wilde
absoluut een poosje weg uit de hectiek en de
chaos van Barcelona."
Het is hem goed bevallen. „Al bieden ze me
morgen een baan aan bij Barcelona als
hoofdtrainer voor het komend seizoen, dan
is er geen haar op mijn hoofd die eraan
denkt om 'ja' te zeggen. Het is nog veel te
vroeg om terug te gaan."
Bij de Europa Cup-finale van Barcelona in
Rotterdam bracht hij een bezoek aan zijn
ploegmaten van voorheen. Het werd een
kwelling in een overvol Hilton-hotel. Koe
man, blazend en hoofdschuddend: „Op de
middag voor de wedstrijd had ik afgesproken
met Bakero en Nadal, die geschorst was, om
een hapje te gaan eten. Kom ik die hal van
het hotel binnen, helemaal vol met journalis
ten, radio- en televisieploegen. Toen had ik
meteen zoiets van: dit wil ik voorlopig echt
niet. Laat dit circus nog even lekker aan mij
voorbijgaan."
De avond ervoor had hij al vergelijkbare
beelden gezien vanuit het onderkomen van
Barcelona in Noordwijk. „Ik herkende het al
lemaal. Die toestanden met Ronaldo en Rob-
son op de persconferentie. Al die Spanjaar
den om hen heen, iedereen wil zijn woordje,
iedereen wil zijn fotootje. Daar word je hart
stikke gestoord van.
Koeman wil na zeventien seizoenen prof
voetbal een paar seizoenen lummelen en lui
eren. „Lekker golfen, wedstrijdjes kijken, met
de trainerscursus bezig zijn en van mijn vrije
tijd genieten. Ook eens een weekeindje weg
gaan met de 'kids'. Want als er iets bij in is
geschoten, dan is het dat soort dingen wel."
Als hij straks zijn papiertje 'coach betaald
Ronald Koeman: „Lekker golfen, wedstrijdjes kijken, met de trainerscursus bezig zijn en van mijn
vrije tijd genieten." foto gpd
voetbal' op zak heeft, weet hij dat vroeg of
laat de rode loper' in Barcelona voor hem
wordt uitgelegd. Geen Real, laat hij weten. In
Nederland zegt hij die sterke voor- en afkeer
niet te hebben. Het is ook begrijpelijk, hij
heeft alle drie topclubs als broodheer gehad.
Bovendien had hij bij Ajax, PSV noch bij
Feyenoord een lang dienstverband. Als je
voor jaren aan een club verbonden bent,
zoals Gaston Taument, is het moeilijker voor
de rivaal te kiezen. „Ik begrijp heel goed dat
'Gassie' niet voor Ajax of PSV wilde spelen.
Hij heeft negen jaar bij Feyenoord gezeten,
dan mag je niet verwachten dat hij nog een
keer overstapt."
Een Porsche, een kapitale villa over de grens
in België en een vette bankrekening. Het is
de rijkdom vergaard met een verwoestende
knal uit het rechterbeen. Maar welke rijkdom
is hem nu liever, die van het geld of het bezit
van vrienden, trofeeën en ontroerende mo
menten?
Koeman: „Natuurlijk is geld belangrijk. Je
leeft wat makkelijker, hoeft niks meer te
plannen. Ik kan nu rustig gaan kijken wat ik
leuk vind om te doen in m'n leven. Maar als
ik dezelfde periode mocht overdoen en ik
zou er niks aan overhouden, zou ik het met
net zoveel plezier doen en er net zo hard
voor knokken. Ik heb zoveel moois beleefd in
al die jaren. Buiten de wedstrijden en trai
ningen heb ik plezier gehad met de jongens.
Ik heb een hoop mensen leren kennen, een
hoop vrienden gemaakt. Ik ben altijd eerlijk
geweest. Heb altijd gezegd wat ik dacht en
kan iedereen recht in de ogen kijken. Ik ben
mijzelf gebleven, heb niemand in al die jaren
wat geflikt. Ik heb bij veel clubs gespeeld en
ben overal weggegaan zonder problemen. Ik
kan overal terugkomen. Voor mij is dat ook
een bepaalde rijkdom. Die rijkdom vind ik
belangrijker dan wat ik heb verdiend of wat
ik heb gewonnen.
Zijn er dan helemaal geen dingen waar
van je spijt hebt?
„Ach, tuurlijk heb ik, als ik terugkijk, wel spijt
van een paar dingen. Ik heb overtredingen
gemaakt die ik nou niet zal omschrijven als
de allerfijnste. Soms was het nodig, maar
soms ook niet. Het meest betreur ik dat inci
dent met dat shirtje in Duitsland op het EK.
Een beetje gekke actie van mijzelf, vond ik
achteraf. Had natuurlijk te maken met het
sfeertje dat was gecreëerd, maar dan nog
had ik het niet moeten doen."
Je sportieve dieptepunt?
„Het WK in Italië met Oranje en de Europa
Cup-finale met Barcelona tegen AC Milan,
die we met 4-0 verloren. De machteloosheid
in die wedstrijd zal ik nooit vergeten. De hele
tweede helft spelen terwijl je al met 3-0 ach
terstaat. Die finale had het hoogtepunt moe
ten zijn aan het eind van een prachtig sei
zoen met Barcelona. Het werd een verschrik-
king."
Nooit van je afgebeten in de richting van je
trainers in beide gevallen?
„Er wordt altijd zo makkelijk kritiek geleverd.
Zoiets moet je recht op de man af doen en
niet via de pers. Of ik dat dus gedaan heb?
Jazeker..."
Je hoogtepunt?
„De winnende goal voor Barcelona in de Eu
ropa Cup-finale op Wembley en het EK in
1988. Dat hele jaar was trouwens een
droom."
Op Wembley waren er voor het eerst in je
loopbaan ook tranen.
„Als voetballer had ik in Nederland aardig
wat kritiek gekregen. Ik realiseerde me hoe
belangrijk het zou zijn voor mij als ik in die
finale zou scoren en mijn stempel op die
wedstrijd zou drukken. Toen ik die vrije trap
erin schoot, kwam alles los. Als je dan zo'n
goal maakt, zie je dat alles in een klap om
slaat. Het geeft ook aan hoe betrekkelijk het
voetbal is. Het ene moment ben je niks
meer, het volgende moment scoor je en ben
je alles."
Güllit, Koeman, Rijkaard, Wouters, Van
Basten misschien. Een nieuwe lichting trai
ners is in aantocht.
Grijnzend: „Wat een namen, hè?"
De één heeft succes bij Chelsea, jij treedt in
dienst bij de KNVB. Steken jullie elkaar aan
„Dat niet, maar toevallig is het ook niet. Ik
vind het alleen maar goed dat deze groep er
aan komt. Jongens van dezelfde leeftijd die
alles hebben meegemaakt in hun carrière.
Het wil niet zeggen dat we ook allemaal top
pers worden als trainers. De goeden en de
slechten worden straks vanzelf gescheiden.
Ik heb zelf ook nog geen idee of ik het vak in
de vingers heb én of ik het leuk vind. Mis
schien zeg ik volgend jaar wel: laat mij lekker
iets anders gaan doen. Voor de jeugd moet
het volgens mij een stimulans zijn om met
zulke namen te gaan werken. Als ik vroeger
een trainer had die zelf hoog had gespeeld,
vond ik het meteen een stuk leuker."
Jij wordt een trainer met een visie zoals
Cruijffdie heeft?
„Met Johan heb ik de langste periode van
mijn carrière gewerkt. Hij is voor mij een
perfect voorbeeld. Zoals hij het voetbal ziet,
hoe hij het spel benadert, tjonge... In een
woord geweldig. Ik heb altijd goed m'n ogen
de kost gegeven. Ik heb dus ook dingen ge
zien die ik heel anders zou doen. Johan is
heel straight. Je moet af en toe ook eens een
schouderklopje geven. Dat was bij Johan
nooit het geval."
Sluit je je carrière dankzij je voetbalplezier
in de laatste maanden met meer voldoening
af?
„Ja, zeker. De reden dat ik begin dit seizoen
toch verder ging, was omdat ik op die ma
nier geen afscheid wilde nemen. liaan en ik
hadden samen problemen, maai' die hebben
we samen opgelost. Vanaf dat moment heb
ik mij ook zelf wat anders opgesteld en vanaf
dat moment - moet ik eerlijk zeggen - heb ik
met veel plezier bij Feyenoord gespeeld."
)uizenden kinderen
in de regio sporten,
misschien wel
londerden van hen
worden als 'talent'
beschouwd.
Toptalenten zijn
chter schaars. In een
serie van twaalf
fleveringen schenkt
leze krant aandacht
aan deze
veelbelovende
porters uit de regio,
de derde aflevering
komt de 18-jarige
ilphense hardloper
lartijn Ungerer aan
bod. Ungerer is
imiddels de snelste
sprinter van zijn
j(imilie en aast op het
Nederlandse
iniorenrecord op de
10 meter. Zijn laatste
aar als junior moet
'ta oogstjaar worden.
Martijn Ungerer noemt zichzelf lui. Dat getuigt
van zelfkennis, want als de 18-jarige Alphense
sprinter de huiskamer verlaat voor een sanitaire
stop, bevestigen zijn ouders het gelijk van hun
zoon. Lui in het huishouden, dat is tot daaraan
toe. Maar lui op school, dat wil er bij Guus Un
gerer nog steeds niet in. Zijn zoon krijgt als het
goed is zijn havo-diploma en doorliep daarvoor
de mavo. Maar Ungerer senior is ervan over
tuigd dat er nog meer in Martijn zit.
Als Martijn Ungerer al lui is, dan vormt hij
geen uitzondering in de wereld van Nederland
se topsprinters. Stuk voor stuk, zegt Ungerer,
zijn zij aan de ene kant lui en onderkoeld, maar
anderzijds opgewonden standjes. Geen wonder
ook, als je hele dag is afgestemd op een stuk
van 100 meter, dat je in tien tellen wilt afraffe
len. Alles wat kan bijdragen aan een gerichte
explosie, is meegenomen. „Concentratie is
daarbij belangrijk, alleen kan de concentratie-
boog niet lang gespannen staan."
De onderkoelde, relaxte Ungerer van de huis
kamer ondergaat een metamorfose op de atle
tiekbaan. „Dan loop ik net als andere sprinters
met een explosief karakter een beetje te patsen
op de baan. Noem het maar macho. En als iets
me niet zint, dan storm ik er op af. Weet je nog
dat ze moesten tegenhouden toen ik verhaal
ging halen bij de indoorkampioenschappen in
Houtrust, omdat ik na mijn afmelding op de
200 meter ook van de lijst op de 60 meter was
gehaald. Die 60 meter won ik trouwens."
Zijn vader veert op. „Martijn is extrovert. Hij
draagt vreemde petjes en rare brillen. Dat zit in
zijn karakter." En dat Martijn Ungerer hard kon
lopen, werd al met tikkertje duidelijk op het
schoolplein. „Martijn moest altijd rennen", zegt
moeder Anne-Mieke Ungerer. „Hij was nooit
uitgeteld."
De snelheid zit kennelijk in de genen van de
luie scholier. Hij heeft dezelfde aanleg als zijn
vader en diens broer Victor, die hem er tot voor
kort uitsprintte bij familiebezoekjes. „Maar nu
loopt hij niet meer tegen me", zegt Martijn Un
gerer sip. Vervolgens gooit het het over een an
dere boeg. „Mijn opa (vader van moeders zijde:
Deijn) was ook snel. Die heeft ooit 10,8 op de
100 meter gelopen."
Ungerer mag zich inmiddels de snelste van
zijn hele familie noemen. Zijn toptijd van 10,65
seconden op de 100 meter ligt slechts één hon-
derste boven het Nederlandse juniorenrecord.
„Toch train ik er niet zo hard voor. Rust vind ik
belangrijk voor een sprinter, daar haal ik snel
heid uit. Ik moet bovendien opppassen voor
mijn rechterenkel. Ik ben nu eenmaal blessure-
gevoelig. Gelukkig kan ik gratis terecht bij Jacco
Doolhof, mijn fysiotherapeut. Als ik ooit met
een sponsor in zee ga, moet hij me garanderen
dat ik zo nodig dagelijks kan worden behan
deld."
Maar Ungerer heeft nog geen sponsor, behal
ve dan zijn ouders. „Zij betalen veel. Daarnaast
leeft de familie geweldig mee, al wil ik ze bij
wedstrijden niet om mij heen te hebben." Daar
hoeft hij ook niet bang voor te zijn, want
meestal richten vader en moeder zich niet al
leen op hun zoon. Guus Ungerer: „Martijn kan
altijd op ons terugvallen. Maar wij houden ook
rekening met onze dochter Suzan, die ook aan
atletiek doet. Als zij naar dezelfde wedstrijd
moet als Martijn, gaan we er met zijn allen
mee."
Niet alle wedstrijden van Martijn Ungerer
staan echter open voor zijn jongere zus. Hij
staat namelijk aan de vooravond van enkele ex
clusieve evenementen. Met de grote mannen
naar de Europa Cup-wedstrijd in Dublin en, in
zijn laatste juniorenjaar, naar het Europese
kampioenschap in Slovenië. Ungerer kijkt er,
net als de rest van het gezin, reikhalzend naar
uit. „Dit moet een oogstjaar worden. Ik wil alles
pakken wat ik pakken kan, ook dat nationale ju
niorenrecord."
Over de toekomst maakt Ungerer zich geen
zorgen. „Het komt allemaal wel. Ik wil wel com-
Martijn Ungeren„De concentratieboog moet niet lang gespannen staan."
foto henk bouwman
merciële economie studeren, maar ik denk niet
dat ik dat lang volhoud. Wat dat betreft is het
met mijn baantje als verkoper in een herenmo
dezaak beter geregeld. Ik krijg vrij als ik vrij
moet hebben."
Zo hoeft de snelle Alphenaar geen wedstrijd
te missen en kan hij naar hartelust trainen. Dat
laatste doet hij bij voorkeur in zijn woonplaats,
met de jtmioren van AAV '36. „Ook andere
clubs trekken aan me. Alles is bespreekbaar,
maar ik blijf in Alphen trainen. Ik wil geen men
sen zoals mijn trainer Kees ten Broeke voor het
hoofd stoten. En de gezelligheid bij AAV wil ik
niet missen. Die is er bij de junioren met de
paplepel ingegoten." Anne-Mieke Ungerer: „El
ke vrijdagavond thee drinken en cake eten."
Harder trainen, vindt Martijn Ungerer, kan
altijd nog. „Een sprinter zit pas rond zijn 28ste
op zijn top. Bovendien heb ik alle Nederlandse
mannen al eens verslagen, behalve dan Patrick
van Balkom. Die trekt een hele generatie naar
een hoger niveau. Ik zie hem dit seizoen wel
10,15 lopen."
Zelf trekt Ungerer wat meer tijd uit om dat ni
veau te bereiken. Geduld is een schone zaak,
ook voor een explosieve sprinter. Bovendien is
Ungerer geen Van Balkom, ook al lijken beide
karakters op elkaar. „Daarom kan ik het waar
schijnlijk niet zo met hem vinden."
L. Rieken Stadion
Als het doelpunt van Lars
Rieken woensdagavond in de
finale van de Europa Cup I in
München het doelpunt van het
jaar is, dan was het doelpunt
van Alessandro Del Piero het
doelpunt van de eeuw.
Ik zeg dus niet dat Rieken het
doelpunt van het jaar maakte,
of Del Piero de mooiste van de
eeuw. Wat ik probeer is beide
goals, die ieder op zich werden
gekenmerkt door een hoge mate
van wonderbaarlijkheid, tegen
elkaar te houden.
Dit is een moeilijke materie:
goals vergelijken.
Toch probeer ik het en kom dan
tot de slotsom dat Del Piero de
salsa danste met Miss Universe
en Rieken zijn hond uitliet met
nummer twee van de Miss Dort-
muncl-Nortost-verkiezing (nr. 1
wegens griep verhinderd).
Eigenlijk is het unfair.
Je vergelijkt een Lamborghini
niet met een Daewoo. De eerste
onhandig geschreven woordjes
van een kind lees je anders dan
dan een nieuwe Reve. Zou een
maandagochtendschilderij na
een weekend doorzakken van
Rembrandt opkunnen tegen een
zondagse Picasso?
De vraag stellen is hem beant
woorden.
Rieken maakte een fantastisch
doelpunt. Adembenemend mooi.
Weergaloos. Magnifique en ga zo
maar door. Torr des Jahres.
Het doelpunt van het jaar dus,
door Rieken van Dortmund. Nu
we het hierover eens zijn, kun
nen we eindelijk de goal van Del
Piero bespreken. Als het doel
punt van Rieken doelpunt van
het jaar is, dan was het doelpunt
van Del Piero doelpunt van de
eeuw.
Alessandro Del Piero klinkt als
poëzie, mooie echoënde o, een
liefdesverklaring haast, ik geef
toe dat dat scheelt, Del Piero is
een naam die past bij het doel
punt van de eeuw. Del Piero!
Daar kun je mee komen. Je gunt
het meer nog jezelf (als voetbal
liefhebber) dan Del Piero, dat
Del Piero het doelpunt van de
eeuw heeft gemaakt. Di Stefano,
was ook goed geweest. Dani, ja.
Amancio, best. Best, betwijfel ik.
Eusebio weer wel. Pele, uiter
aard. Maar Shearer niet. Nilis,
afgekeurd. Sumiala, doelpunt
van de maand hooguit (bij veel
afgelastingen). Sibon, pertinent
niet. Makaay, geen denken aan.
Rieken, ik moet er niet aan den
ken. Met Rieken zijn we beland
in de categorie Jan van Halst,
Bombarda, Henk Vos... excuus
voor Vos, ik wilde u niet aan het
schrikken brengen.
Del Piero liep op het moment
van zijn doelpunt van de eeuw
in volle snelheid met een tegen
stander hijgend in zijn nek, hij
haalde de bal bewust achter zijn
standbeen langs en hakte de bal
met zijn 'zwakke' linkervoet in
het doel, een doelpunt onmoge
lijk om te maken, technisch zó
verfijnd dat het doelpunt van
het jaar van Rieken (elf secon
den na invalbeurt, zijn eerste
bal, een perfecte lob en dat alles
onder grote druk) er qua
schoonheid door vervaagt.
Toch zal blijken dat het doel
punt van het jaar van Rieken de
houdbaarheidsdatum heeft die
je het doelpunt van de eeuw van
Del Piero zou wensen.
Er zijn deze eeuw al vele doel
punten van de eeuw gemaakt.
Mij schiet Van Basten te binnen,
tegen de Sovjets! De uitbundige
slalom van Maradona tegen En
geland! Cndjff tegen Brazilië!
Cruijff tegen Pfajf! Macijer tegen
Pfaff! Nayim versus Seaman!
Linskens in Bernabeu!
Ik bedoel maar, doelpunten
moeten de doorslag hebben ge
geven, alvorens ze onthouden
worden.
Kluiverts goal tegen AC Milan
heeft eeuwigheidswaarde. Weet
u nog wie de goals maakten in
de overige twee duels? Of was u
zelfs dat al vergeten, dat Ajax
dat seizoen drie keer tegen Milan
speelde?
Daarom zal Del Piero's goal aan
vergetelheid tenonder gaan, die
van Rieken nooit. Omdat Rieken
de doorslag gaf.
Rickens contract wordt openge
broken. Ronaldo's jaarwedde zal
schril afsteken tegen dat van
Rieken en aanstonds zal Borus-
sia een nieuw stadion betrekken:
het L. Rieken Stadion.
Voor Del Piero vrees ik dat hij op
een regenachtige dinsdag in au
gustus geruisloos door Juventus
van de hand wordt gedaan aan,
laten we zeggen, Derby County.
Dat zal de dag zijn waarop ik
supporter word van Derby
County. Come on Sandro. You
can do it, boy. Give 'em fuckin'
hell.