HERENSTRAAT
Een straat
wor gewone
mensen
Leiden Regio
Vriendendienst levert
erantwoordelijkheid:
e maatje wacht op je'
U.
OQ
CHEF HANS JACOBS. 071-5356414, PLV.-CHEF RUDOLF KLEUN, 071-5356436
-aiïLL
hi
Jensen met een psychiatrisch
(rieden vereenzamen sneller,
idat de behandeling is afgelo-
vallen ze vaak in een gat.
en werk, geen collega's en
contact met veel vrienden is
waterd. Op een gegeven mo-
:nt blijkt ook dat de familie
:t meer zo snel langskomt."
van der Plas (22), coördina-
;e bij het eind vorig jaar
^jirtte project Vriendendienst,
ïetst een beeld dat voor som-
ge ex-psychiatrische patiën-
e de sombere werkelijkheid is.
,0ns project is erop gericht
isolement te doorbreken, zo-
mensen uiteindelijk ook
:er zelf gaan ondernemen."
manier waarop de vrienden-
enst werkt, is eenvoudig. Een
iddag per week komt een vrij-
iliger langs, om samen met
an 'maatje' allerlei activiteiten
ondernemen. „Als ik op be-
«k kom, is ze altijd heel blij"
:rs rtelt Riekje de Heiden (50).
vo laardoor voel ik me soms wel
jei ns schuldig. Ze is zo overdre-
n dankbaar, terwijl het mij
lar weinig moeite kost."
Riekje is parttime werkzaam
de administratie van een zie-
"nhuis in Leiden. Toen er een
ikel in de krant stond over
project heeft ze zich aange-
;ld. In februari werd ze voor-
iteld aan een dame van
gaan nu geregeld winkelen,
ar de bibliotheek of het
is and. „Het is helemaal niet
ictaculair, maar wel leuk. Ge-
lon, de alledaagse bezighe-
ti."
)at haar maatje een psychia-
•n ich verleden heeft, is soms
itielbaar. „Dat merk je aan
mmingswisselingen. Aan het
id van zo'n dag zegt ze vaak
verontschuldigend, dat ze
it zo gezellig is geweest."
or De Heiden is dit geen re-
ti om met tegenzin langs te
inan. „Ik begrijp dat. Iedereen
neft wel eens een klaagmid-
maar sommige mensen
bben gewoon niemand om
:n te praten. Ik ervaar het
ec sniet als negatief."
ARNO VAN 'T HOOG
Collega-begeleider Ronald
van de Weerthof (28).heeft de
zelfde ervaringen. „Ik ga proble
men niet uit de weg. Soms heeft
mijn maatje een rotweek gehad.
Vragen als: 'wie zit er op me te
wachten', kumien iemand con
stant bezighouden. Toch wordt
er ook gelachen, vaak om de
meest onbenullige dingen."
De eisen die het Vrienden
dienstproject stelt aan nieuwe
begeleiders zijn niet te vertalen
in diploma's. Van der Plas: „Een
opleiding is geen vereiste. Je
moet geduldig zijn en respect
hebben voor mensen die anders
zijn." Begeleider Ronald kwam
al in zijn dagelijkse werk in aan
raking met financiële proble
men van werknemers. „Ik
merkte dat een luisterend oor
vaak al een deel van de oplos
sing is. Dat was november vorig
jaar, toen het project startte,
mede aanleiding om me op te
geven."
Momenteel coördineert Asli
van der Plas tien koppels. De
begeleiders komen een keer per
maand bij elkaar. „Ze wisselen
dan ervaringen uit en er wordt
aandacht aan een thema gege
ven, zoals schizofrenie." Voor
lopig blijft het bij dit tiental. Pas
als het project subsidie krijgt,
kunnen er meer gegeleiders
worden aangetrokken.
De twee begeleiders kunnen
met het woord vriendschap niet
goed uit de voeten - het dekt de
lading niet. Ronald: „Het
vriendschapsgevoel is anders. Ik
zie het meer als een sociaal pro
ject, maar kom ook weer niet als
hulpverlener. Er is eigenlijk
geen term voor."
Hij wil nadrukkelijk vermel
den dat nieuwe vrijwilligers
welkom zijn. „Per saldo is het
dankbaar werk, maar het is
denk ik wel iets dat in je moet
zitten. Het is niet als met het uit
liefdadigheid invullen van een
giro op kerstavond. Vrienden
dienst levert een verantwoorde
lijkheid - je maatje zit op je te
wachten."
Waarin deze week: wethouder Jan Laurier zijn
gram haalt en Oegstgeest zijn Poolse bruid
Grodzisk de bons geeft.
Hé, dat was wel effe
lekker! Wethouder
Jan Laurier van
Groen Links legde de pen neer
en zakte achterover in zijn bu
reaustoel. Hij gooide een
snoepje in de lucht en ving dat
handig op zijn tong. Wat kon
zo'n uurtje schriftelijke vragen
van raadsleden beantwoorden
toch genoeglijk zijn.
't Was ook geen geringe presta
tie die hij in dat uurtje had gele
verd: Leidse PvdA-fractie in de
hoek gezet, kabinet Lubbers-
Kok alsmede het huidige kabi
net een veeg uit de pan gege
ven, het Rijksconsulentschap én
minister Melkert belachelijk ge
maakt en aldus ook landelijk de
PvdA onder uit de zak gegeven
en en passant ook nog even de
pers gekapitteld. Veel meer,
mijmerde hij tevreden, kon je in
één brief niet doen.
Hij mocht die domme PvdA'ers
Ed van der Veen en Dick Wijfje
wel dankbaar zijn. Want die
hadden met hun schriftelijke
vragen over arbeidsvoorwaar
den van banenpoolers hem de
ze kans voor open doel gegeven.
Wacht, hij zou er nog een zin
netje bij schrijven. Even den
ken. Eh... „Wij danken de PvdA-
fractie voor de gelegenheid ons
standpunt nog eens helder en
publiekelijk uiteen te zetten."
Ja, van zo'n compliment zou
den ze wel het zuur krijgen.
Of de wethouder de zorgen van
de vakbonden over die arbeids
voorwaarden deelde? Ha! Ze
hadden beter kunnen schrijven
dat de vakbonden nu eindelijk
de zorgen van Laurier begon
nen te delen. Was de wethouder
van Groen Links immers niet al
jaren een roepende in de woes
tijn?
Of de wethouder zijn zorgen
publiekelijk en op korte termijn
kenbaar wilde maken aan de
minister van sociale zaken en
werkgelegenheid? Alweer zo'n
stomme waag. Want was die
minister niet Ad Melkert, en lid
van dezelfde partij als Wijfje en
Van der Veen?
De pen nog maar eens in de
azijn gedoopt. „Wij hopen en
vertrouwen erop, dat dit stand
punt niet alleen door uitspraken
van de Leidse wethouder, maar
ook door beïnvloeding van lo
kale politieke partijen van hun
Tweede Kamerfracties en hun
partijgenoot-bewindslieden,
zijn weerslag zal-hebben op het
landelijk beleid." Zo, die kon
den ze ook in hun zak steken.
Of de wethouder bereid was
ook de Vereniging van Neder
landse Gemeenten voor zijn
karretje te spannen. Mensenlief,
hoe konden ze het vragen? Hij
deed toch zijn hele werkzame
leven al niet anders? 't Kwam al
leen nooit in de krant. „Hoewel
de bijeenkomsten openbaar
waren en de teksten van de wet
houder op verschillende manie
ren zijn verspreid, heeft de stel-
lingname tot op heden nog niet
zijn weerslag gevonden in de
publiciteit."
Ja, de PvdA deugde niet, de op
eenvolgende kabinetten in dit
land al evenmin, de pers bakte
er niks van en met de arbeids
voorwaarden van banenpoolers
wilde het ook maar niet lukken.
Maar over zichzelf, dacht Lau
rier, kon hij niet anders dan te
vreden zijn.
B 1 Oegstgeest en het
Poolse stadje Grod
zisk. De liefde bloeide vier jaar
geleden op, in een tijd dat het
nog in was om 'stedenbanden'
aan te knopen in Oost-Europa.
Oegstgeest en Grodzisk vielen
voor elkaar. En maakten die kal
verliefde meteen publiek vanaf
het bordes van het stadhuis in
Grodzisk.
Er volgden snoepreisjes naar
het Oostblok. Waarbij burge
meester Sjoerd Scheenstra een
paar onthutsende ontdekkingen
deed. Zo bleek de kersverse
bruid geen Nederlands te spre
ken. Er kwam een onduidelijk
brabbeltaaltje uit, dat bij na
vraag Pools bleek te zijn.
En alsof dat nog niet erg genoeg
was, bleek het nieuwe liefje
vooral uit op de centen van
Oegstgeest. Terwijl Oegstgeest
met Grodzisk leuke lieve dinge
tjes wilde doen - samen spor
ten, muziek maken, een lange
nachtwandeling ondernemen -
hield het oogappeltje steeds
maar weer haar hand op.
Er moest een waterzuiverings
installatie in het dorp komen.
Het werd hoog tijd voor een
verkooppunt voor boerenwaar
uit de omgeving. Het vakantie
vriendinnetje uit het oosten
ontpopte zich meer en meer als
een slordige boerentrien die
haar afspraken niet nakwam, de
liefdesbrieven van Scheenstra
niet beantwoordde en geen fat
soenlijk project van de grond
kreeg.
De liefde bekoelde. De twee
kwamen nog samen in Oud-
Poelgeest om hun relatie te red
den. Als er nu maar nooit, nóóit
meer werd gepraat over Poolse
knollen of Hollandse centen,
dan zou het allemaal wel weer
goed komen. Dacht men.
Maar het was al te laat. De be
stuurders van Oegstgeest en
Grodzisk bleven een vol jaar
niet meer bij elkaar slapen. En
op de commissievergadering
voor bestuurszaken van afgelo
pen maandag bleek Oegstgeest
zelfs vergeten hoe het Poolse
liefje ook alweer heette: was het
nou Groclzjiekoï Grotnietsjl De
herinnering aan de romantische
boerenbruiloft was vervlogen.
En toen onthulde WD'er Rolf
Haafkens ook nog dat de Poolse
bruid veelvuldig vreemdgaat
met andere gemeenten. Grod
zisk houdt er zelfs scharreltjes
in Frankrijk op na! Eén voor één
durfden de raadsleden van
Oegstgeest nu hardop te z;eggen
wat hen al langer op de lever
lag: het wordt tijd om Grodzisk
de bons te geven.
Als het aan Scheenstra ligt blijft
Oegstgeest niet lang vrijgezel.
Maar misschien is het toch be
ter, dacht hij, om bij het zoeken
naar een nieuw vriendinnetje
nu eens binnen de landsgren
zen te blijven.
AAP RIETVELD EN
MAARTEN KEULEMANS
Ijverig staat de visboer de lege bakken in zijn be
stelwagen te schrobben. Om hem heen laveren
fietsers tussen de stapvoets rijdende auto's door.
Verderop sjouwt de groenteboer met de volle krat
ten voor zijn uitstalling. Oude mannen schuivelen
met plastic boodschappentasjes door het och
tendzonnetje, genietend van de drukte. Voeg hier
bij vier snackbars, een wethouder en een bordeel,
en je hebt de Herenstraat in Leiden, het yolle le
ven.
„Ik krijg wel 's te horen dat ik idioot op een foto
stond, of dat ik naar de kapper moet", zegt J. Lau
rier, de wethouder. Hij is dol op het gemoedelijke
sfeertje in de straat. „Het is geen opgepoetste toe
stand, een straat voor gewone mensen." Juist dat
ongepolijste geeft zijn charme. Hier vind je geen
winkelketens die volgens dezelfde standaard de
etalage hebben ingericht, maar een stoffig volge
stouwd raam. Geen 'croissanterie', maar een
snackbar, geen rookwarenspeciaalzaak, maar een
sigarenboer. „Het is niet gepland, het is een orga
nisch gegroeide straat, heel anders dan moderne
winkelcentra", volgens K. Wiltenbrug van de Ka
mer van Koophandel. Die moeten moeite doen
om gezellig over te komen, maar dat heeft de He
renstraat niet nodig.
De straat bestaat eigenlijk uit drie delen. Het eer
ste is het levendigste stuk met talloze winkeltjes.
Een dierenzaakje, een Turkse bakker, een natuur-
voedingszaak, een houthandel, een bloemist,
kortom, die typische kleine middenstand, waar
van men altijd roept dat 'ie verdwijnt. Hier zit ook
horeca: een koffieshop - waar je hasj kan kopen -
een snackbar en een kroeg. Dit deel is rommelig
druk, auto's rijden zich klem in de zigzag-boch
tenconstructies, mensen staan in de rij bij de giro
maat of kletsen met hun buren. Het deel na het
pleintje en de Drie Octoberstraat wordt iets rusti
ger. Er zijn wel winkels, maar het merendeel be
staat uit huizen. Arbeiderswoningen uit het begin
van deze eeuw, toen Leiden uit zijn singels barstte
en dit grondgebied annexeerde van Zoeterwoude.
Het moet toen een vredig landweggetje zijn ge
weest, omringd door groene weiden en kwinke
lerende vogels. Die hoor je nog zelden, zeker in
het laatste stuk van de straat, tegen de spoorweg
aan. Weliswaar zit in een zijstraat een kolonie kip
pen met haan, maar die komt nauwelijks boven
het verkeerslawaai uit. Hier staan alleen woonhui
zen, zoals de rij fraaie bakstenen huisjes met
hoektorentjes, in 1900 gebouwd door de Leidsche
Woningbouwvereeniging.
Bewoner G. van Giezen is gewend aan het ver
keerslawaai. „Alleen de treinen, vier keer per uur,
die blijf ik horen." Verder is hij erg tevreden met
zijn huisje, waar hij al 25 jaar woont. Ook J. Land-
waart vindt het een heerlijke straat. „Gezellig, le
vendig en op dit stuk heb je niet zoveel Turken om
Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omgeving.
Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar ook over grote of
kleine problemen. Vandaag de Herenstraat in Leiden.
De Herenstraat 'is niet gepland, het is een organisch gegroeide straat, heel anders dan moderne winkelcentra'.
je heen." Zo'n 500 meter verderop in de straat zit
ten welgeteld drie Turkse neringen, tussen tiental
len Nederlandse winkeliers. Ze is ook niet erg en
thousiast over de Islamitische School bij haar om
de hoek. Als het aan haar lag, had de gemeente de
stoep afgesloten met sluizen, want al 'die zwartjes'
fietsen voortdurend over het trottoir. „En je mag
er niks van zeggen, want dan discrimineer je."
Verderop leunt sigarenboerin B. Barendse met
haar ellebogen op de toonbank tussen bakken vol
knalgroen snoep. „Schei uit zeg, het gaat hier pri
ma met de allochtonen, en trouwens, het zijn er
zo weinig." Ze vindt het een hartstikke leuke
straat. „Een ouderwets buurtje, iedereen praat
met elkaar." Inderdaad knoopt bijna elke bezoe
ker een praatje aan. „Was feest gister, bij
Lugdunum", zegt een man, „en knokken, hè."
Barendse wist al dat de voetbalclub gewonnen
had. „Ze waren zo zenuwachtig, de hele sigaret
tenautomaat was leeggerookt." Haar ronde ge
zicht lacht. Een jongetje legt een riks neer voor
snoep. Een oude man loopt binnen en vertelt
mompelend hoe erg het is met zijn zieke vrouw.
Barendse kent veel mensen uit de buurt. „Ik ben
een soort vertrouwenspersoon, mensen vertellen
dingen die ze niet aan hun buren of familie kwijt
willen." Natuurlijk weet ze soms meer, maar dat
laat ze niet blijken. „Daar heb ik zo m'n trucjes
FOTO DICK HOGF.WONING
voor, ik ga natuurlijk geen partij kiezen."
Zo toegankelijk als zij is, zo afhoudend zijn andere
middenstanders in de straat. De vrouw van de vis
boer wil graag vertellen hoe fijn het is hier te wo
nen, maar als het gesprek op de Turkse kleerma
ker aan de overkant komt, moet ze weer aan het
werk. André, haar winkelhulp, wil wel meer kwijt
over de straat waar hij opgroeide en loopt mee
naar buiten. Veel komt er niet van het gesprek.
Om de minuut snerpt haar stem uit de zaak„An-
drééé, de haring is op!" Als hij niet reageert, komt
ze naar buiten en port hem in de zij. En nou aan
het werk. De Turkse overbuurman M. Sahinbas is
uiterst tevreden over de straat. „Het loopt goed, ik
zit hier nu vijf jaar en ik heb nooit problemen ge
had, ook niet met discriminatie." Hij is onlangs
verhuisd van de hoek naar het pand ernaast, om
dat hij dat kon kopen. Verderop bij de Islamitische
slagerij annex supermarktje is een licht afwach
tende houding te bespeuren. In eerste instantie
verwijst de eigenaar B. Höke naar zijn broer. Pas
als hij merkt dat het in orde is, vertelt hij dat het
niet gemakkelijk is om het hoofd boven water te
houden. Wat somber staart hij naar de chaos bui
ten. „Het is een prettige straat, maar er zijn niet
veel mensen." Hij zit aan het begin, waar wat
minder loop is. Bovendien kun je gratis parkeren
voor zijn winkel. „Er stond hier twee maanden de
zelfde auto, ik vroeg die man waarom hij hier zijn
auto zo lang had laten staan, had ie al die tijd in
Engeland gezeten!" Er ligt nog geen stofje in de
winkel van Höke, de blikken tomaten staan in to
rens opgestapeld en de aubergines lijken stuk voor
strik gepoetst. Zijn broer staat ondertussen een
stuk kalf te fileren, zorgzaam haalt hij de randjes
vet eraf. Höke zit er pas een jaar. „Ach, het gras
groeit ook niet meteen, daar moet je goed voor
zorgen", glimlacht hij. Hij heeft het veel te druk
met de zaak om op de straat te letten, alleen met
de Chinees naast hem maakt hij af en toe een
praatje. En het bordeel tegenover? Ach, dat moe
ten mensen zelf weten. 'Hot girls' en 'cool drinks'
belooft een bord naast de deur, Het pand heeft
dichtgetimmerde ramen en spierwitte vitrage op
de eerste verdieping. De deur naar boven gaat
open en een bleke schim blijft aarzelend boven
aan de trap staan. Ze heeft 'geen interesse' om te
praten met de krant.
De straat kent een roerige geschiedenis. In de af
gelopen vijfjaar twee steekpartijen waarbij één
dode en een zwaargewonde vielen; verder e,en
mishandelde cafébaas, een overval op het post
kantoor, een schietpartijtje in een kroeg en een
oude dame beroofd op straat. Het hoort erbij, vin
den de meeste geïnterviewden. Ook wethouder
Laurier ziet het niet te zwaar in. „Ik wil dat toch
relativeren, hoe uitzonderlijk is het nou?", vraagt
hij zich af. „Deze straat is een toegangsweg tot de
stad, er komen veel mensen doorheen, en dan ge
beurt er wel eens wat.Politievoorlichter T. Stui-
venberg is het hier niet mee eens. „Dat moeten we
niet normaal gaan vinden, nee." Toch is volgens
de politie de Herenstraat geen probleemstraat.
Weliswaar zijn er klachten over geluid, parkeer
overlast en incidenten met wapens, maar niet ab
normaal veel. Stuivenberg: „In zoverre hoort het
er wel bij, in zo'n gemengde straat, met horeca en
handel." Er lijkt een subtiele balans gevonden tus
sen het volle leven, grootstedelijke problemen en
sociale tolerantie. Veel mensen zijn in de buurt
geboren en getogen, waardoor er een zekere con
trole is. Sigarenboer Barendse: „Joh, ik ken die ei
genaarvan de koffieshop al vanaf zijn kleutertijd!"
Nieuwkomers worden met een zekere afstande
lijkheid, maar wel met respect behandeld. De
boodschap is vrijwel overal: misschien zijn men
sen anders, maar dat moeten ze zelf weten.
S. Rijnsburg woont boven één van de kroegen. „Er
is geluidsoverlast, ook ver na enen, maar alleen in
het weekend hoor." Ze heeft meer last van <^e
huisbaas, die het vervallen pand niet onderhoudt.
„Er zit geen druk op de douche, het duurt een
kwartier voordat mijn haar nat is." Ze zwaait met
haar blonde haar dat tot ver over de schouders
reikt. De oorzaak zit waarschijnlijk in lekkende lei
dingen. De computer van een huisgenoot heeft al
een keer onder water gestaan. „Die hebben we ge
woon laten opdrogen en nou doet ie het weer."
Dit is typerend voor de Herenstraat. Ach, er gaat
wel 's wat mis, maar je leert ermee leven.