Van Gaal voerde vele oorlogjes en won de meeste 'Louis van Gaal met alles erop en eraan' Sport CHEF WILLEM SPIERDIJK, 071-5356464, PLV -CHEF ROB ONDERWATER, 071-5356463 De afscheidstoernee van Louis van Gaal draait op volle toeren. Dinsdag liet de directeur betaald voetbal van Ajax zich feestelijk uitzwaaien door de bestuursleden. „Ik heb ze bedankt voor het feit dat ze mij zes jaar lang als Louis van Gaal door het leven hebben laten gaan. Ik mocht mezelf blijven, hoewel ze best wel eens wat aan te merken hadden." Hij vertrekt straks naar het buitenland. Club on bekend. Zijn naam is gevestigd. Zelfs hij had nooit durven dromen dat Ajax zoveel prijzen zou winnen in bijna zes jaar. Elf in getal: drie landstitels, de nationale beker, vier Super Cups waarvan eentje van Europa, de UEFA-beker, de Champions League en de wereldbeker. Dat is meer dan Van Gaal had verwacht. Want de doelen die hij zich stelde waren duidelijk: at tractief voetbal en elk jaar gaan voor een prijs. Maar bij die prijzen dacht hij toch vooral aan de landstitel en de KNVB-beker. De verovering van de wereld was een ander verhaal. „Na het eerste kampioenschap schreef ik een voorwoord in de presentatiegids. Dat het een utopie zou zijn weer zo goed te presteren. Het seizoen erna wonnen we alles. Dat kon niemand voorzien." Van Gaal grijpt terug naar september 1991, toen hij de taken overnam van Leo Beenhakker. Zijn visie en manier van werken waren toen al ontwikkeld. Als speler van Sparta en Antwerp met name, als docent aan de Don Bosco-school. „Ik wist van de eerste dag wat ik moest doen. De vraag was alleen hoe ik mijn ideeën zou in voeren: geleidelijk of meteen. Geleidelijk, dat kon niet. Ik had dan steeds antwoorden moeten zoeken, telkens verklaringen moeten geven." Vandaar dat hij rigoureus te werk ging en niet alleen de spelers merkten dat. Hij introduceerde de term teambuilding, veegde het spelershome schoon, stuurde jonge spelers op mediatraining. Aanvankelijk tot hilariteit van de buitenwereld. „Het ging niet alleen om discipline. Ook om de manier waarop het spel gespeeld moest wor den." Gelukkig kende hij de groep. Hij had de ont slagen Linder al eens opgevolgd, hij had gewerkt met de jongeren. Tegenover de spelers ont vouwde hij zijn plannen. De volgende dag nam hij sommigen apart. Wouters bij voorbeeld. „Ik vertelde Wouters dat hij mijn linkshalf was. Jonk zou in het centrum spelen. Wouters toonde be grip, maar de media schreven dat Wouters de primadonna was, de vedette die je niet op een andere positie mocht zetten." Zoals hij velen een andere rol toebedacht, zoals hij vele oorlogjes te bestrijden had. Vink. van 'drie' naar 'zes'. „En volgens mij speelt hij daar bij PSV nog." Van 't Schip die geen rechts buiten meer wilde zijn. „Én dat later toch weer speelde. Zo heb ik veel oorlogjes gevoerd." Het zat Van Gaal niet mee in den beginne. Ajax verloor bij Utrecht en PSV, fans zongen over Johan Cruijff. De resultaten in de UEFA- beker hielden hem overeind. „Osasuna-uit, dat was het keerpunt." De successen regen zich aaneen en tal van spelers vertrokken. Van Gaal wil geen beschul digende vinger uitsteken naar het bestuur, dat voetballers misschien te gemakkelijk liet ver trekken. „Ze waren gekwalificeerd in de hoogste salarisschaal. Ajax kon niet meer betalen." Van Gaal zag spelers veranderen. Gewone jongens waren opeens populairder dan popster ren, geliefder dan diva's van het witte doek. Bui ten De Meer waren ze goden die geen fouten konden maken, van wie alles werd geaccep teerd. Probeer dan maar eens normaal te blij ven. Eenmaal terug in de kleedkamer was het aan Van Gaal en zijn staf om de sterren weer te tem peren, hetgeen steeds moeilijker was. „Dat kon alleen door zelf het goede voorbeeld te geven. Je moest ze constant wijzen op hun verantwoor delijkheid. Het is moeilijk om altijd de beul te zijn. Als je teveel zegt, komt de boodschap niet meer aan. Vandaar dat je de groep probeert te stimuleren om elkaar te corrigeren. Dat is ba lans in een selectie." Vandaar dat hij blij was met Rijkaard, met Pettersson. Mannen die waarden en normen koesterden in een wereld die wel eens voorbij gaat aan- hoe het hoort. Die de rol speelden die niet is aan te leren. Figuren die voor iedereen de leider zijn. „Vandaar dat ik het vertrek van bei den ongelooflijk betreurde. Maar Davids bij voorbeeld miste ik weer op een andere manier. Hij was een krijger in het veld, een strijder, een man die de boel aanzwengelde." Altijd was bij Van Gaal het individu onderge schikt aan het collectief. Hoewel hij uiteindelijk veel aandacht schonk aan het individu. „Een voorbeeld: we bespraken de tactiek voor de UEFA-bekerwedstrijd tegen AA Gent. Ik vroeg Van Loen of hij dacht te passen in het elftal dat ging spelen. 'Ik denk dat ik daar niet in pas', zei Van Loen. Dat je dat van jezelf kunt zeggen. Dat was het uiterste. Hij was daarin heel ver." Soms lieten spelers hun ego prevaleren en dan was Van Gaal teleurgesteld. Bogarde die niet op de bank wilde zitten toen hij weer fit was. Santos die zich vernederd voelde toen de jonge Splinter in de cruciale wedstrijd tegen Grasshoppers in de basis stond. De trotse Brazi liaan, wereldkampioen nog wel, zat op de tribu ne en vertrok uiteindelijk. „Maar daar is een heel proces aan vooraf ge gaan. Spelers dienen zich aan te passen aan Ajax. Santos deed dat niet. Hij wilde de taal niet leren. Hij wilde 'op drie' spelen, maar dat kan hij niet. Want dan moet hij opbouwen. Bij de Braziliaanse ploeg deed hij dat ook niet. Daar leverde de nummer drie elke bal keurig in bij Dunga of Mauro Silva. Bij ons moet de nummer drie de pass geven." Het gesprek vindt plaats op de dag van de fi nale van de Champions League tussen Juventus en Borussia Dortmund. Vorig seizoen speelde Ajax die eindstrijd en het jaar daarvoor ook. Toch voelt Van Gaal geen pijn dat hij niet in München was op 28 mei. „Ik ben een analytisch mens. We hebben ongelooflijk veel gewonnen en Juventus was beter in de halve finale." Hij neemt alles in ogenschouw en dan was het seizoen niet eens zo slecht. „Tot 23 april was het publiek in de ban van Ajax. Wij stonden in het brandpunt. Alleen de laatste maand is alles stilgevallen omdat we geen prijs hadden. Toen ging de aandacht naar PSV." Hij is geen seizoen te lang in Amsterdam ge bleven, waarom? Ondanks alles was het toch een mooie jaargang. De emoties die loskwamen na de zwaarbevochten zeges in de Champions League op Grasshoppers en Atletico Madrid. Dat was een heel ander Ajax, een Ajax dat vocht in plaats van tegenstanders achter zich aan liet hollen. „De mensen waren op een heel andere manier in de ban van Ajax. Na die wedstrijden kwamen ongelooflijk veel emoties los. Veel meer zelfs dan na een prachtige wedstrijd als te gen AC Milan in Triest. Want die was na een paar dagen weer vergeten. Omdat het gewoon was." De aanloop naar het seizoen was funest. Hij noemt de verwikkelingen in Engeland tijdens het EK, met de rel rond de naar huis gestuurde Davids, ruzie om reclamegelden. „Het EK-syn- droom, de Croky-affaire, spelers die lichamelijk en geestelijk overbelast waren." De groep was minder hecht. „Het samenspel verliep niet vlot. We moesten met zoveel jonge jongens aan de slag die niet het niveau of de ervaring hadden van de anderen. Als coach en als mens heb ik veel meer moeten geven, veel meer middelen moeten aangrijpen om iedereen gemotiveerd te houden." De groep was niet in balans door blessures, matige aankopen. Dat was toch zijn eigen schuld? Hij had de selectie toch op peil kunnen of moeten brengen. Van Gaal noemt de spelers die allemaal niet wilden komen omdat ze het klimaat in Nederland niet aantrekkelijk vinden. Financieel én qua weer. .Anderson da Silva. Ku- ka." De laatste is een Tsjech. „Hij zit bij Kai- serslautern, speelde in de Tweede Bundesliga. Was niet eens haalbaar voor Ajax." Om nog maar niet te spreken van Makaay, Dennis de Nooijer. Die hadden geen zin. „Ik heb ze alle maal op mijn appartementje gehad." Want voetballers die naar Ajax wilden, kregen een ge sprek met Van Gaal, zoals dat in de „normale" maatschappij gebruikelijk is. Hij verwijst naar uitspraken van Dick Advo caat en Harry van Raaij, die klagen dat het moeilijk is vedettes aan te trekken, zelfs nu PSV kampioen is. Nederland kan niet op tegen Spanje of Italië. „Bij Ajax was nog een extra drempel; van spelers die niet wilden omdat ze bang waren voor de bank of de tribune. Nu hol len ze weer hard naar Ajax. Ze zien weer moge lijkheden. Ik heb het nog niet meegemaakt dat Ajax in mei al vier spelers voor het volgende sei zoen heeft aangetrokken." Vandaar dat Ajax het liefst opleidt. Door de omgangscultuur, de voetbalstijl die altijd op de aanval is gericht. Spelen op de helft van de te genstander, met weinig ruimte en tijd. De aan koop moet tegen de dnik kunnen, ook mentaal. „Litmanen heeft anderhalf jaar in het tweede gespeeld. Types als Overmars en Finidi waren de uitzonderingen." Wat niet wil zeggen dat Veldman, Juan en Gabrich opeens goede aanko pen zijn. „Natuurlijk had ik meer van ze ver wacht. Het is te makkelijk om dat op het scou- tingsapparaat af te schuiven. Iedereen kan wel eens falen. Hoeveel spelers hebben we niet voor veel geld verkocht?" De gebroeders De Boer en doelman Van der Sar trokken de kar afgelopen seizoen. De andere 'grote' jongens als Blind, Litmanen, Kluivert en Overmars waren te vaak geblesseerd. „Geeste lijk heeft dat aan die drie gevreten. Stel je voor dat je alles hebt gewonnen en opeens in een team speelt dat veel minder niveau heeft." Van Gaal communiceerde. Hij hield individu ele gesprekken, groepsgesprekken, hij was de docent, liet ze handelen naar de kwaliteiten van de nieuwe medespelers. Het bouwen van een team, dat is een sterk punt van Van Gaal. „Daar om heb ik dit vak gekozen. Inzicht krijgen in el kaar, elkaar versterken. Ik heb daartoe een goe de basis meegekregen uit mijn opvoeding en uit mijn baan als onderwijzer. Belangstelling tonen voor de medemens in je omgeving. Dat uit zich in respect, interesse. En dat mondt uit in het feit dat ik wel eens naar achtergronden vraag van een speler. Je moet je kwetsbaar durven opstel len. Ik heb daarom altijd het gevoel gehad dat ik veel van mijn spelers weet. Zo kan ik beter op ze reageren en zij op mij. Ik lach met ze en ik huil met ze. Ik ben een emotioneel mens en la^t mijn emoties ook zien." „Toen ik voor de klas stond heb ik geleerd van mijn fouten. Ik reageer wel eens te primair, te emotioneel. Je moet leren het juiste moment af te wachten." Critici vonden dat het Ajax van Van Gaal niet meer zo swingde als voorheen, dat de frivoliteit ontbrak. De schaar van Ling, de dribbels van 01- sen. Van Gaal kan dergelijke opmerkingen niet aanhoren. „We hebben wedstrijden gespeeld met ongelooflijk veel schoonheid. Juist omdat altijd iemand boven dat teamverband uitstak. Juist door de individuele kwaliteiten. Dan Peter sen tijdens de bekerfinale tegen Heerenveen, dat is maar een voorbeeld. Ik kan er wel dertig noemen." Zelfs nu het minder gaat is de Ajax-gekte overweldigend. Dagelijks melden zich busladin gen supporters langs het trainingsveld. „Ik heb zoveel cadeaus gelaegen, bloemen. Reacties in de trant van geweldig bedankt voor al dat mooie voetbal." Terug naar het verleden. Wat was nou de bes te wedstrijd in zes jaar? Van Gaal geeft niet zo maar even snel een antwoord. Hij analyseert. Wanneer was de weerstand het grootst, dat telt mee. „AC Milan-uit, in Triëst." Het was in de herfst van 1994, de uitslag was 0-2 en Ajax zou dat seizoen de Champions League gaan win nen. En de mooiste prijs? Hij noemt de UEFA-be ker, in zijn eerste seizoen; het jaar waarin hij kwam, de structuur van de club veranderde, spelers op een andere plek zette, de schaduw van Cruijff op zijn nek voelde rusten. Het was een tropenjaar. Het drama in twee wedstrijden tegen Torino, de Italiaanse bal tegen de lat vlak voor tijd. Maar de allergrootste triomf blijft het eerste landskampioenschap, behaald in 1994. Het sei zoen waarin zich een drama voltrok in het lever van de trainer. Zijn vrouw overleed. Het is be slist niet zo dat hij zich verloor in zijn werk „Dat kan niet. Harder werken dan ik heb ge daan kan ik niet. In die tijd zijn enorme gevoe lens losgekomen en heb ik zoveel steun gehad van de mensen in mijn nabijheid. Dat was het uitvloeisel van de veilige wereld die we met el kaar hadden gecreëerd." Anderen over de trainer van Ajax Wat straks, na zijn afscheid, rest is een vat vol herinneringen en een koffer vol anek dotes. Hoe die ook moge luiden, een me ning heeft ook u zich gevormd over Louis van Gaal. De geruchtmakende trainer zwaait zondag het Ajax-publiek vaarwel. Waarna het een stukje stiller zal zijn in Nederland voetballand. Bij zijn vertrek een bloemlezing van reac ties, met het slotakkoord voor Van Gaal zelf. „Ik hoop herinnerd te worden als de mens Louis van Gaal, met al zijn zwakhe den en positieve reacties." LEO BEENHAKKER, technisch directeur van Vitesse. Voorganger (als trainer bij Ajax) en opvolger (als voorzitter van de Vereniging Coaches Betaald Voetbal CBV) van Louis van Gaal. Hevelde in zijn hoedanigheid als hoofdtrainer in 1990 Louis van Gaal van de jeugdtak over naar de A-selectie, als assistent-trainer op de plek van Spitz Kohn. Of zijn vertrek een aderlating is voor het Nederlandse voetbal, moet nog blijken. We gaan in elk geval een groot vakman mis sen. Iemand met een uitgesproken mening ook, waarnaar werd geluisterd. Dank zij hem heeft ook de CBV in prestige en aan zien gewonnen. „Ik heb de kwaliteiten van Louis altijd on derkend, dat was destijds de reden waarom ik hem als assistent bij de A-selectie haalde. Hij voldoet aan de twee belangrijkste crite ria om een goeie trainer te zijn: ten eerste heeft hij verstand van voetbal en dat moet je als een filosofie kunnen uitdragen. Ten tweede moet je verstand van mensen heb ben en dat heeft hij ook. Maar uniek is zijn periode bij Ajax niet. Die club is al vanaf de eind jaren zestig een instituut. Sinds de aanwezigheid van Rinus Michels heeft Ajax een paar gouden pagina's in het grote boek geschreven. Louis van Gaal heeft daar een bladzijde aan toegevoegd. Dus dat is niks nieuws. MARCELLO LIPPI, trainer van juventus, 's werelds beste. Houdt er hetzelfde ge dachtegoed als Van Gaal op na. Troonop volger van Van Gaal als meest succesvol le trainer in Europa. „Ik vind vergelijkingen met andere trainers eigenlijk niet relevant. Maar laat ik wel zeggen dat ik het een eer vind op één lijn met Louis van Gaal te worden geschakeld. Er zitten inderdaad overeenkomsten in on ze manier van denken en werken. Gericht op discipline en het collectief dat bestaat uit jonge ambitieuze spelers. Dat het dit seizoen minder is gegaan met Ajax zegt me niks, dat is inherent aan de golfbewegingen in het topvoetbal. Zijn verdienste is juist dat hij met Ajax vanaf zijn eerste jaar grote prijzen heeft behaald, de club meerdere ja ren aan de top heeft gehouden en ook nog een goeie structuur voor de toekomst heeft neergezet. Als je een lange termijn-visie kan combineren met grote successen op korte termijn, ben je een hele grote. BRYAN ROY, paste niet in de toekomst plannen van Louis van Gaal. Vertrok in 1993, na 126 officiële wedstrijden in de hoofdmacht van Ajax, hevig teleurge steld uit Amsterdam. Belandde via Fog- gia bij Nottingham Forest. Liet zich daar drie maanden geleden op de transferlijst plaatsen „Toen Van Gaal als assistent-trainer bij de selectie kwam, was hij duidelijk gek van de aanstormende generatiede Boertjes, Wit- schge. Vink en ikzelf. Hij was een ander soort hulptrainer. Normaal zijn dat van die lacherige gasten, die veel dollen en dicht bij de groep staan. Van Gaal hield als assistent altijd al een bepaalde afstand. Dat was al een beetje de hoofdtrainer in hem. Tuurlijk was ik strontziek toen hij me vertelde dat-ie me niet meer nodig had. Maar die dingen slijten. En later, toen ik alles had verwerkt, begon het tot me door te dringen wat ik van hem had geleerd. Vooral zelfdiscipline, juist in het buiten land heb je die nodig. En tactisch heb ik natuurlijk ook het nodige geleerd. Maar het duurde even voordat ik dat inzag, voordat ik het toegaf ook. STEFAN PETTERSSON, een speler naar het hart van Van Gaal: professioneel, veelzijdig en dienstbaar. Keerde na zes jaar Ajax terug naar geboorteland Zwe den, waar hij nu bij IFK Göteborg speelt. „Ik denk dat ik inderdaad een typische Van Gaal-voetballer ben. Vanwege mijn hou dingen benadering van de voetballerij, ook buiten het veld. Dat laatste vindt hij netzo belangrijk. Hij vindt dat Scandinavische voetballers goed en professioneel met hun vak omgaan, zei hij wel 's tegen me. Dat klikte dus wel. „In de loop der jaren heb ik hem wel een beetje zien veranderen, dat is logisch. In zijn houding naar de pers, bij voorbeeld. In het begin was hij open en spontaan, maar nadat hij een paar keer teleurgesteld was ging hij zich ook naar de media harder op stellen. Verder, en ook dat is een kwestie van ervaring opdoen, merkte je dat hij steeds beter met de spanning kon omgaan. Hij werd rustiger, had minder uitbarstin gen. Dat hij genoeg capaciteiten heeft om ook andere topclubs te trainen, lijkt me duidelijk. Of hij slaagt, zal afhangen van de vrijheid en de verantwoordelijkheden die hij krijgt. Want die heeft hij nodig, ab soluut. Resteert nog één vraag, aan LOUIS VAN GAAL zelf. Hoe wil hij eigenüjk herin nerd worden in Amsterdam en verre om streken? ,Als Louis van Gaal...Het blijft even stil. Dan zegt hij: ,Als de méns Louis van Gaal. Ik bedoel: Louis van Gaal met alles erop en eraan. Met al zijn zwakheden en al zijn positieve kanten. Dat is moeilijk, want waar die twee kanten precies uit bestaan, weten alleen de mensen die mij van nabij kennen. Anderen zullen aan mij terugden ken als de man die met Ajax grote succes sen heeft behaald. Maar ik hoop ook herin nerd te worden vanwege de filosofie en de principes die ik er op na houd. Gebaseerd op respect voor mensen. Ik denk dat ik dat al die jaren aardig heb volgehouden. SIMON ZWARTKRUIS „Ik wil herinnerd worden als de méns Louis van Gaal.' foto hans van weel n van de meest memorabele momenten uit de loopbaan van de Ajax-trainer. Met een 'karate-trap' wil hij tijdens de wed- ijd AC Milan - Ajax in 1995 de scheidsrechter overtuigen dat een tegenstander een overtreding beging. foto anf> Louis van Gaal en Bobby Haarms in 1995; met de 'Cup met de grote oren' foto hans van weel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 27