Europa brandt vingers niet aan zuivel \akküh op zaterdagverder hebben de gabbers eigenlijk niks Het wat en hoe van de quota Binnenland Vakantie werkers weten meestal niet wat ze wel en niet mogen en moeten 5 middelburg jan van vegchel anp Voor melk is de Europese markt sterk gereguleerd. De Europese ministers van landbouw sturen gezamenlijk de prijs en de pro- ductiehoeveelheid, en daarmee dok vraag en aanbod. Voor die marktordening hebben de be windslieden in 1984 de zogehè- ten melkquota ingesteld. Dat zijn papieren rechten die een melkveehouder nodig heeft om te mogen melken. Aangezien de quota vastliggen, is dus ook de melkproductie begrensd. Het totale Europese quotum is 117,3 miljoen ton. De Neder landse boeren hebben daarvan een aandeel van ongeveer 11 miljoen ton. Binnen een land kunnen melkveehouders onder ling hun rechten verkopen of verhuren (leasen). Agrariërs die meer melken dan toegestaan, móeten een strafkorting betalen (de superheffing). Doordat de totale Europese melkproductie groter is dan de vraag, zelfs ondanks de quote ring, bestaat er op de EU-markt een overschot. Die melkplas (circa 9 miljoen ton) zet Europa af op de wereldmarkt, maar Brussel moet daar wel een be drag aan subsidie (exportrestitutie) bijleggen. De melkprijs ligt binnen de unie namelijk kunstmatig veel hoger dan op de vrije wereldmarkt. Voordeel van de quotering is dat melkveehouders een stabie le, relatief hoge prijs krijgen voor hun product. Een bijko mend sociaal voordeel is dat daardoor ook veehouders in economisch onaantrekkelijke regio's, zoals de Alpen-weiden en delen van het Franse platte land, actief zijn. Daardoor blij ven die gebieden bevolkt. Nadelen van de quotering zijn de hoge productiekosten in de zuivel (de aanschaf van quo tum is een forse investering voor de boeren) en de tamelijke starre productiestructuur in de sector. Daarnaast is een pijn punt dat Europa door de be grenzing van het productievolu me amper kan profiteren van de groeiende vraag op de wereld markt en daardoor nieuwe af zetmogelijkheden. Ook de hoge kosten van de exportsubsidie zijn bron van zorg voor sommige politici (en belastingbetalers). Daarnaast is een nadeel dat de Europese consument relatief veel geld kwijt is aan zijn pak of fles melk. De melkveehouders willen het quotum-systeem graag be houden, maar het marktinstru- ment staat onder druk. Als ge volg van de wereldhandelsbe sprekingen moet Europa name lijk de exportsubsidie op zuivel producten de komende jaren verminderen. Daarnaast moet Brussel meer buitenlandse melk tegen de lagere wereldmarkt prijzen toelaten op de binnen landse markt. Beide factoren ondermijnen het quoterings systeem. Een andere complicatie is de toekomstige toetreding van sommige Midden- en Oost-Eu- ropese landen tot de Europese Unie. Daardoor stijgt in poten tie de totale melkproductie van de EU. Dat betekent dat meer melk buiten de unie moet wor den afgezet (dan kan alleen met subsidie, en dat mag in de toe komst nauwelijks meer) of an dere landen quotum moeten in leveren. Ook is een praktisch probleem hoe de unie in de nieuwe lidstaten een quotering kan invoeren. I 'rofijtelijk systeem veeboeren blijft nog jaren bestaan lltrecht» ineke inklaar er leven na de gabberhouse? jauwelijks. „Wie uit de scene lapt, is daarmee zijn vrienden zijn vrijetijdsbesteding wijt", stelt onderzoeker Hajo choppen. Hij trok twee jaar op Eet gabbers, bezocht hun fees- n en sprak met hen over hun irijfveren. „Hun toekomstide- Hakküh (dansen) op zater- j, verder gaat het niet". I De jonge historicus deed zijn nderzoek voor het Utrechtse fillem Pompe-instituut in op- Iracht van de Binnenlandse 'eiligheidsdienst. Die wilde we- in of gabbers een aandeel had- in extreemrechtse inciden- en waarbij buitenlanders wer en mishandeld. Een enkeling aakt zich daaraan schuldig, lie vecht met Marokkaanse mgens omdat een van hen het riendinnetje van een me- egabber heeft ingepikt, kickt vlaggen met hakenkruis en lept te pas en te onpas white uwer. Maar de meerderheid is politiek, houdt zich niet bezig iet wat er in de Nederlandse imenleving speelt. „Ze leven oor de grote feesten. Verder in- iresseert ze niets". Bovendien extreemrechts tegen drugs en at bevalt hun helemaal niet. Doordeweeks is de gabber ge- oon scholier (of drop out). Als ij een baan heeft, is dat in de "eer van automonteur of lo- ende-bandwerker. „Sales magers zul je hier niet aan- raffen", aldus Schoppen. Wel is de gabber als zodanig erkenbaar. Aan zijn opgescho- in hoofd, zijn peperdure ostralian-trainingspak in veel immende kleuren, zijn bom erjack en zijn Nike AirMax- portschoenen. Een gabberin- etje, een zogeheten rave-teef halfkaal. Ze heeft lang, vet rar dat strak naar achter ge- rakken wordt in een paarden- laart. Wat hen bindt, is de lief voor een bepaald soort mu- ek. Snoeihard, snel en mono ion. Het is een variant van de fwone house. yDe jongens uit olksbuurten voelden zich bij eze groep niet thuis. In Rotter- toen de gabberhouse ntstaan", legt de historicus uit. Inmiddels zijn er enkele tien duizenden gabbers. Schoppen bezocht 35 feesten. „Het is even wennen. Zo'n 4.000 jongeren bijeen in een slecht verlichte fabriekshal. Te gen de wanden hangen banie ren met doodshoofden. Licht bundels waaieren over de mas sa. Het merendeel hangt rond, danst af en toe epn halve mi nuut. „Dit zogeheten hakküh is stram, niet elegant. De benen slingeren ze om beurten naar voren, de armen steken ze voor uit. Je houdt het maar even vol". Om acht, tien uur 's avonds begint het feest. Tot zes uur 's zondagochtend is gewoon, maar elf uur als uitschieter komt ook voor. Voorheen was de Energiehal in Rotterdam je- van-het, maar daar mag het nu niet meer. De gabbers wijken uit naar de Fun Factory in Zaandam, naar Antwerpen of Duitsland. „Dat uitgaan kost handenvol geld. De entree is 40 tot 60 gulden. Daarnaast kopen ze speed en cocaïne voor de energie, en xtc om vriendelijker en opener te worden. De ge middelde prijs voor zo'n pil is 25 gulden. De één neemt een halfje; de ander twaalf stuks". De zaterdag is de spil van het gabberleven. Door de week ont zegt de gabber zich van alles om het feest te kunnen betalen. Hij hangt met een ghettoblcister rond op een buurtpleintje, kliert wat in een jongerencentrum, handelt in pillen. De feestgan ger heeft zondag, maandag en soms zelfs dinsdag nodig om bij te komen. Ondermeer van het drugsgebruik. „Gabbers hebben buiten de feesten eigenlijk geen sociaal le ven", vertelt de geschiedkundi ge. „Ze klitten, omdat ze door iedereen uitgekakt worden". De code is 'Een voor allen, allen voor een'. „Een jongen die te veel gebruikt, wordt door zijn vrienden in de gaten gehouden. Wordt iemands vlaggetje van z'n jack gescheurd, dan neemt de hele groep wraak". Gabberjongens zoeken ook het liefst een partner in eigen kring. „Anders verlaag je je. Bo vendien: ze moet wel met de groep kunnen meedoen", legt Schoppen uit. Maar het is moei lijk, want er is maar één meisje op drie, vier jongens. Grinni kend vertelt hij hoe burgerlijk gabbers zijn. „Onlangs heeft er eentje op een feest in Antwer pen zijn vriendin officieel ten huwelijk gevraagd. Heel tuttig: de muziek viel stil en hij smeek te om haar hand". Een vriendinnetje uit een an der circuit, dat is een van de re denen waarom jongens stoppen met deze jeugdcultuur. Volgens de historicus is de gabberhouse nu na zeven, acht jaar over haar hoogtepunt heen. Daarvoor zijn diverse verkla ringen. Een is, dat gemeenten steeds vaker de megaparty's verbieden of heel streng laten controleren door agenten. Ook speelt mee dat de commercie zich op de muziek stort. „Voor eeh echte gabber is het niet te verkroppen dat nep-gabberlied- jes in de hitparade belanden en dat de ene na de andere verza- mel-cd verschijnt". Veteranen, jongens van 22 die alle grote feesten kunnen op noemen waar ze bij geweest zijn, balen ervan dat de bezoe kers van feesten steeds jonger worden. Het moet geen crèche worden, is hun reactie op de toestroom van 12-jarigen. Te vens ziet de onderzoeker steeds meer gabbers zich afkeren van het racistische geweld waarmee enkelen koketteren. Ten slotte spreekt hij vaker jongeren die schrikken van de gevolgen van het overvloedige drugsgebruik. „Ze hebben geen zin meer in vrienden die op een feest drie uur lang wezenloos voor zich uit zitten te staren". Maar wat dan? „Dat is lastig", erkent Schoppen. „Een enkeling slaagt erin disc-jockey te wor den in de scene, maar dat is slechts weinigen gegeven". Wie er uit wil stappen, komt in een groot isolement terecht. „Ande re vrienden hebben ze niet. Met hun ouders hebben ze vooral ruzie. Hun sociale vaardigheden zijn nul-komma-nul, ze kunnen eigenlijk alleen maar met elkaar omgaan". jiddelburg» jan van vegchel Jïp Melkveehouders kunnen ook )a morgen de toekomst op [orte termijn zonder angst en ry leven tegemoet zien. Als de Europese landbouwministers, ianaf gisteren bijeen voor de aformele landbouwraad in de [eeuwse hoofdstad Middel burg, dan voor het eerst de toekomst van het gemeen- ;happelijk zuivelbeleid aan f rijden, zal er geen bloed f loeien. De melkquota en su- ^heffing worden niet afge- chaft. Althans, nóg niet. Vorig jaar februari zag het er omberder uit. Tot schrik van eel boeren schetste minister 'an Aartsen, die de informele ridbouwraad voorzit, in zijn f scussienota over het gemeen- happelijk landbouwbeleid een jcenario waarbij de melkprijs in toekomst sterk daalt als ge- olgvan nieuwe wereldhandels - ifspraken en uitbreiding van de iiropese Unie naar het Oosten, let directe gevolg zou zijn dat Ie melkquota na 2000 lang- aam maar zeker bij het oud uil terechtkomen. De melkveehouders zagen uin stabiele, relatief gegaran- eerde en niet onaardige inko- len voor hun ogen verdampen, l'eliswaar opperde de minister iog een speciale inkomenstoe- lag, bij voorbeeld voor het be leer van het landschap, om de jste financiële klappen op te ïgen. Maar een van de meest rafijtelijke agrarische subsidi Een boer melkt zijn koeien. Hoewel de quota een mooie prijs voor. eregelingen, en daarmee een onbetwist succesnummer van het Europees landbouwbeleid, dreef onmiskenbaar richting af grond. Ruim een jaar later wordt de er veel te veel melk in de Europese Unie is, krijgen de boeren er dankzij FOTO DIJKSTRA soep niet zo heet gegeten. „De statement. „Het huidige zuivel- wil om de zuivelquotering in- systeem, met quota en een rela- derdaad ter discussie te stellen tief hoge melkprijs, pakt voor is niet bepaald groter gewor- Nederland nog niet zo slecht den", erkent een van de betrok- uit. Bij een hei-vorming van het kenen met gevoel voor under- systeem zal ons land er finan cieel waarschijnlijk altijd bij in schieten." De nieuwe discussie-nota van Van Aartsen, die de basis vormt voor de besprekingen tijdens de informele raad, is dan ook een slap aftreksel van de eerdere notitie. De voor- en nadelen van de huidige zuivelquotering pas seren de revu, waarna de minis ter concludeert dat tot 2005 al les bij het oude kan blijven. Echte hervormingen zijn welis waar op de lange termijn waar schijnlijk onvermijdelijk, maar voorlopig niet aan de orde. Die voorzichtigheid is deels het gevolg van de bijzondere positie die Nederland momen teel bekleedt als EU-voorzitter, en is ook deels ingegeven door het besluit om het Verdrag van Amsterdam niet in gevaar te brengen door de lidstaten op andere fronten met lastige dis cussies te confronteren. Maar anderzijds is de plotselinge ge matigdheid een uitvloeisel van de grote economische belangen die voor de eigen landbouw op het spel staan. „Nederland neemt een flink risico door op eens hard te gaan roepen dat het zuivelbeleid anders moet", zegt een landbouwdeskundige. Dat neemt niet weg dat de heersende mening in ambtelijk Den Haag nog steeds is dat de hoge melkprijs, en daarmee de zuivelquotering, op langere ter mijn moeilijk valt te handhaven vanwege de internationale han delsafspraken, de toetreding van nieuwe EU-lidstaten, de ho ge kosten en de interne Europe se drang om meer te profiteren van de groeiende wereldmarkt. Alleen hoe snel en hoe sterk het systeem in elkaar zal zakken, zijn nog vraagtekens. En wat er voor in de plaats komt. Diverse landen hebben al enigszins aangegeven welk zui- velalternatief hun voorkeur heeft. Groot-Brittannië, Zwe den, Denemarken, Ierland en sinds kort ook Frankrijk neigen meer of minder sterk naar af schaffen of aanpassen van de quotering. Duitsland en Oos tenrijk willen de marktordening graag houden. De zuidelijke lid staten zullen tijdens de infor mele raad zelfs met onmiddel lijke ingang opnieuw extra quo tum eisen. Waarnemers geven hen overigens gëen schijn van kans. De verzamelde Europese landbouwministers zullen de discussie over de Nederlandse zuivelnotitie naar verwachting vooral aangrijpen om die eigen, oude standpunten nog eens over het voetlicht te brengen. „Minister Van Aartsen zal als voorzitter de bijeenkomst waar schijnlijk afsluiten met de con clusie dat de collega's een goe de, open uitwisseling van ge dachten hebben gehad; waarna iedereen weer zijns weegs gaat", aldus een van de betrok kenen. „Dan heeft de land bouwraad zijn doel bereikt, maar het échte werk begint pas na de bijeenkomst in Zeeland." Gabbers: „Ze klitten, omdat ze door iedereen uitgekakt worden". cterdam sylvia marmelstein ikantiewerk wordt populair- t. Steeds meer scholieren en udenten gebruiken een deel de zomermaanden om hun 'begeerde vakantie of stereo- 'ten bij elkaar te verdienen. NV Jongeren schat dat de ko- rande zomervakantie een half iiljoen jongeren de arbeids markt bestormen. „Dat is onge- ier de helft van alle scholieren ''studenten", zegt bestuurder 'arieke Koning. De meesten iaden werk in de horeca, de Jarische sector, winkels, re- fttieparken en conservenfa- lieken. 'het kantoor van de jongereri- iganisatie liggen de folders en asters voor de nieuwe vakan- pverkcampagne al klaar. Check it Out!, staat er met grote letters op. „Niet voor niets", ■zegt De Koning, „wanneer jon geren een baantje zoeken, vra gen ze meestal alleen aan de werkgever wat ze gaan verdie nen. Ze staan niet stil bij de vraag of ze hun gezondheid op het spel zetten of wat hun rech ten en plichten zijn". Dat baart De Koning dit jaar extra zorgen want vanaf begin juli mogen jongeren gevaarlijker werk doen. Nu staan er in de wet nog allerlei verboden voor werknemers tot 18 jaar. Ze mo gen niet werken met stoffen die de gezondheid schaden of met gereedschappen die trillingen veroorzaken. Bovendien mogen ze geen eentonig werk doen waarbij een machine het tempo bepaalt. Deze zomer worden die verboden geschrapt. Vol gens de nieuwe wet mogen jon geren in principe alles doen, als de werkgever maar voor toe zicht zorgt. „Wij zijn bang dat er ongelukken gebeuren op werk plaatsen waar het toezicht be labberd is", zegt De Koning. Vorig jaqr is de wet ook al ver soepeld. De minimumleeftijd voor vakantiewerkers werd ver laagd van vijftien naar dertien jaar. Op het gebied van belo ning is voor de jongste werkne mers echter niets geregeld. De werkgever is namelijk verplicht het minimumjeugdloon uit te betalen, maar die loontabel geldt alleen voor werknemers van 15 jaar en ouder. Voor 13- en 14-jarigen mag de baas zelf een salaris bedenken. De FNV raadt deze jongeren aan de baas te vragen het minimumjeugd loon voor 15-jarigen uit te beta len. Het minimumjeugdloon voor een 15-jarige is 3,85 gulden bru to per uur en loopt langzaam op tot 12,81 gulden voor een werk nemer van 23 jaar of'ouder, het wettelijk minimumloon. Als er een collectieve arbeidsovereen komst (CAO) van toepassing is, waarin staat dat de vakantie werker wordt beschouwd als een werknemer, horen vakan tiekrachten het CAO-loon te krijgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het schoonmaak- en het glazenwassersbedrijf. Vakbon den en werkgevers hebben daar samen afspraken gemaakt over wat werknemers minimaal moeten verdienen. „Het CAO- loon is meestal hoger dan het minimumjeugdloon. Vakantie krachten moeten dus aan de baas vragen of zij onder de CAO vallen", zegt De Koning. Dertien- en veertienjarigen mogen zich alleen bezighouden met zogenoemde 'niet-indus- triële hulparbeid van lichte aard'. Daaronder vallen vakken vullen in de supermarkt, groen ten en fruit plukken en bedie nen in de horeca. Ze mogen maximaal zeven uur per dag werken gedurende vier vakan tieweken, waarvan drie aaneen gesloten. Jongeren vanaf 15 jaar mogen ook ochtend- en avond kranten en folders bezorgen. Zij mogen acht uur per dag aan de slag. Tot 16 jaar is het verboden op zondag te werken. Pas vanaf 18 jaar zijn er geen beperkingen Vakantiekrachten vergeten vaak dat zij net als gewone werknemers recht hebben op vrije dagen en doorbetaling bij ziekte. Iedereen in Nederland die vijf dagen per week werkt, heeft recht op 20 vrije dagen per jaar. Een vakantiekracht die vijf dagen per week in dienst is en al een maand heeft gewerkt, mag dus een twaalfde deel van 20 dagen opnemen: ruim an derhalve dag per maand. Wie die dagen niet opneemt, heeft recht op extra loon. Als de va kantiekracht ziek wordt, moet de baas een percentage van het salaris doorbetalen. Hoeveel dat is, hangt af van de duur van de ziekte en het aantal dagen dat de vakantiekracht voor het be drijf zou werken. Óm aanspraak te kunnen ma ken op vakantiedagen en ziek- tegeld is het handig een con tract te hebben, dat zowel door de vakantiekracht als door de werkgever wordt ondertekend. De Koning: „Mocht de baas moeilijk doen, dan kun je daar mee bewijzen hoe lang je ge werkt hebt en wat je rechten zijn". Als de vakantiekracht vraagt om een contract mag een werkgever nooit weigeren. Om te onderzoeken of werk gevers zich aan de regels hou den, bezoekt FNV- Jongeren de ze zomer 'enkele honderden' bedrijven waar veel vakantie werkers actief zijn. Ook heeft de bond een speciaal informatie nummer geopend voor vragen en klachten. Het nummer 0900- 8212147 is tot het einde van de zomer bereikbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 5