'Werknemers lopen rond als geesten' (,A ANTI-POSTER Aanmerking ZATERDAG 24 ME11997 het Nike Europe-hoofdkantoor in Hilversum protesteerde de Nike: Fair Play? groep onlangs tegen de slechte omstandigheden in fabrieken die voor Nike produceren. Nike-schoenen werden daarbij gebruikt om de aandacht te trekken, foto anp 'raag aan een kind ]at voor schoenen het \liefst wil en het ntwoord is: sportschoenen van ike." Nike, inde riekse mythologie de idin van de verwinning is 'hot', in i trendy. Het teldmerk van de gant is niet meer weg denken uit het odebeeld, wrthelden worden rheven tot afgoden, ia er voor, ken geen enzen. Just do it", hreeuwen de damespotjes en llboards. De '.derlandsejongeren ien enthousiast mee. aar het ccesverhaal heeft ook n schaduwkant, ke trekt zich weinig n van de insenrechten. shmffleeea >TJ et is een statussymbool", B zegt de zeventienjarige Kennith. Ook hij draagt vaak Nikes of een petje met de Swoosh, de simpele veeg die dient als logo van het Ame rikaanse merk. „Je krijgt meer respect als je Nikes aan hebt, dan wanneer je op sandalen ergens aan komt. Het feit datje veel geld voor schoenen uittrekt staat ergens voor." Hij schrikt niet wanneer hij hoort dat de werkne mers in de fabrieken van Nike onder erbar melijke cpndities werken. „Zulke verhalen hoor je wel vaker. Als ik schoenen koop dan sta ik daar niet bij stil. Te ver van mijn bed en zo denken veel jongeren erover." Als je iets wil bereiken, ga er dan voor. Ken geen grenzen. Het marketingbeleid van Nike Wordt geroemd en geprezen. De multinatio nal gaat er prat op dat ze als een van de eer ste schoenenproducenten een gedragscode hanteert. In deze 'code of conduct' staat dat de producenten van Nike het minimumloon van het betreffende land moeten betalen, dat ze moeten zorgen voor een veilige werkplek en geen kinder- en slavenarbeid mogen toe laten. Maar uit verschillende onderzoeken blijkt dat de code slechts op papier bestaat. Controle is er bijna niet, de werknemers zijn bang en zwijgen liever dan dat ze hun baan verliezen. De code is, zo stellen de critici, een slim marketingsinstrument geworden. Marktleider Voorlopig merkt het bedrijf nog niets van de almaar groeiende kritiek. De agressieve bena dering werkt. Niet voor niets is Nike marktlei der in de sportwereld. Afgelopen jaar haalde de multinational een omzet van 6,4 miljard dollar. Het bedrijf gaf 643 miljoen uit aan sportmarketing en reclame. Europa en de voetbalwereld zijn de nieuwe groeimarkten voor de multinational. Onder leiding van de Nederlander Cees van Nieu- wenhuizen, voormalig sportjournalist van het Parool en 'sportdirecteur voetbal' van Nike Europe verovert het mega-concern de voet balwereld. Behalve Nederland heeft Nike ook de nationale elftallen van Brazilië, Rusland, Zuid-Korea, Italië en Nigeria onder contract. „We verwachten dit jaar een omzet van ne gen miljard te halen", vertelt woordvoerder Stefan Coenjaerts, in het kantoor van Nike Benelux in Huizen. Het is een bolwerk van swooshes, overal in en rond het gebouw kom je het teken tegen, op de deur, op de vlaggen, op de bedrijfswagens. Geen streep door de si garet als anti-rookteken maar een swoosh. Het geeft een apart sfeertje. Volgens de Belg Coenjaerts is het de Nike- spirit, die voelbaar is. „We zijn hier allemaal begeesterd door een merk en de filosofie. Voor individualisten is hier geen plaats, het gaat om samenwerken en presteren op een onconventionele manier. Regelmatig worden we vergeleken met een sekte, maar zo is het niet. Elkaar voeden en opfokken leidt tot cre ativiteit." Coenjaerts heeft zich op het gesprek voor bereid. Hij spreekt de taal van een multina tional. „We verkopen niet alleen een merk maar ook een filosofie. Nike staat voor lak aan zaken hebben, niet zeiken en ervoor 'gaan', grenzen overschrijden", gaat hij door. Het klinkt overtuigend. Kritiek De opzwepende filosofie staat haaks op de respltaten van verschillende onderzoeken naar de arbeidsomstandigheden in de sport schoenenindustrie. De sportschoenen waar het om gaat, worden gemaakt in de lage lo nen landen. Nike heeft zelf geen fabrieken maar besteedt net als de concurrenten Adi- De schaduwkant van het succesverhaal van Nike das, Puma en Reebok de productie uit aan de plaatselijke producenten. In de fabrieken in Zuid-Korea, Taiwan, Indonesië, Thailand en China werken in totaal 75.000 mensen. Die gaan dagelijks naar fabrieken waar een 'werkkampenregime' heerst, zo meldt een re cent rapport van Vietnam Labour Watch, een groep Amerikaanse Vietnamezen die ge vormd werd na de uitzending van een schok kende documentaire van de Amerikaanse zender CBS. Daarin waren beelden te zien van de arbeidsomstandigheden in de fabrie ken van Nike. Op uitnodiging van het merk bezocht de verontruste groep de Vietnamese fabrieken. De meegereisde zakenman Thuyen Ngygen schreef vervolgens een ont hutsend rapport. Vooral de passage over 'het werkkampen regime' zorgde voor veel commotie in Ameri ka. „Er-wordt een militair bewind gevoerd in de fabrieken, een methode die gebruikt wordt op militaire opleidingen. Het verschil is dat de jonge vrouwen dit niet weten wan neer ze bij Nike gaan werken, de meesten ko men van het platteland en zijn niet bekend met hun arbeidsrechten", zo schrijft Ngygen. „De werknemers met wie we gesproken heb ben zijn bang om te praten vooral wanneer hun bedrijfsleider in de buurt is." Geesten En daar bleef het niet bij. Ook het rapport van de Peter Hancock van het Australische centrum van ontwikkelingsstudies, dat vorige maand verscheen, staat vol met schokkende verhalen. Hancock deed onderzoek in de Ni- ke-fabriek Feng Tay in Banjaran in West Java. „De werknemers worden door de lokale be volking 'lopende geesten' genoemd. Een werkdag van 11,5 uur is normaal en de mees te arbeiders werken zeven dagen per week. Werknemers die ziek thuis blijven worden onmiddellijk ontslagen, met als gevolg dat ze door blijven werken als ze ziek zijn. In één geval viel een vrouw flauw. Ze werd niet naar de medische kliniek gebracht en stierf. De vrouwen worden dagelijks uitgescholden en geïntimideerd." De Nederlandse Stichting Onderzoek Mul tinationale Ondernemingen (SOMO) stelde in opdracht van de Schone Klerencampagne een bedrijfsprofiel op van de grootste sport schoenenproducenten. Onderzoekster Mech- tild Rosier van de SOMO deelt de veront waardiging van de critici. „Nike maakt het in derdaad erg bont. Het heeft zich heel lang kunnen verschuilen achter de 'code of con duct', waarin in vage bewoordingen wordt weergegeven hoe het de arbeidsomstandig heden wil waarborgen. Maar Nike kan niet meer om de kritiek heen." Rosier ontdekte echter dat de schoenen producent niet open staat voor een dialoog „Op televisie, in het Ikon-programma Vesu vius, wilden Nike niet met ons in debat gaan. Het gaat de dialoog uit de weg. Terwijl wij met loonstrookjes kunnen aantonen dat veel werknemers niet eens het minimumloon uit betaald krijgen. Nike betaalt minder dan Gil lette en Coca-Cola." De Nederlandse actievoerders zijn niet uit op een boycot van het merk, maar roepen de multinational wel op om de 'code of conduct' te verbeteren. Het recht om lid te zijn van een vakbond moet worden erkend en er moet een onafhankelijke controlecommissie komen. Volgens Rosier is het verhaal voor veel mensen echter een ver-van-hun-bed show. „Als er bij Philips werknemers op een dergelijke manier werden behandeld, dan zou er wel anders worden gereageerd. De jongeren van vandaag staan er niet bij stil dat de schoenen die ze dragen gemaakt worden door veertienjarigen. Voor een paar gulden per dag." Actie Volgens Peter Pennartz van het Europees ar- beidsnetwerk Irene is de code een marke tinginstrument waar Nike zich achter ver schuilt. „De code is slechts papier. Nike con troleert de eigen code of schakelt een bureau als Ernst Young in. Experts op het gebied van financiën, maar leken als het gaat om ar beidsomstandigheden. We roepen Nike op om de lonen te verdubbelen, voor het bedrijf is een verdubbeling van dertig cent niets. Ni ke moet gewoon doen wat het zelf roept: Just do it!. Dan vervult het echt de rol van de marktleider." De Stichting Irene voert samen met Stich ting Onderzoek Multinationale Ondernemin gen, de Alternatieve Konsumenten Bond, Ko- mitee Indonesië en de Schone Kleren Kam- pagne de 'Nike: Fair Play?' campagne in Ne derland land. Nike-woordvoerder Coenjaerts vindt al de kritiek maar overdreven. „Natuurlijk zijn er vervelende zaken gebeurd, maar de media doen alsof dit het topje van de ijsberg is. En dat is absoluut niet zo." Hij is het ermee eens dat de gedragscode vrij abstract geformuleerd is. „Maar is de 'verklaring van de rechten van de mens dan zo concreet? Wanneer we alle regeltjes er in zouden moeten zetten, dan krijg je een heel boekwerk." Volgens hem werkt het personeel graag voor Nike. „Er werken zo'n 375.000 mensen voor het bedrijf. Natuurlijk gebeurt er wel eens wat. Maar mensen die dagelijks afge beuld en afgezeken worden zijn toch niet ge motiveerd om kwaliteit te leveren?" Hij grijpt naar zijn hoofd. „Ik word echt gek van de kritiek die we telkens krijgen. Er wordt constant gewerkt aan de code of con duct. We zijn geen klootzakken!" Onlangs heeft Nike de zwarte burgerrech tenleider Andrew Young met zijn groep Goodworks International gecontracteerd om aanbevelingen te doen voor de gedragscode. Volgens Coenjaerts een teken dat de multi national de kritiek serieus neemt. De Neder landse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen meldt echter in het bedrijfs profiel dat de organisatie van Good Works nog maar nauwelijks op gang is gekomen. Sociaal Volgens Coenjaerts laat Nike z'n sociale ge zicht onder meer"zien door sportveldjes voor de jeugd in probleemwijken op te knappen. In Amerika is dat een trend maar in Neder land werden afgelopen jaar pas de eerste twee veldjes in Amsterdam en Rotterdam ge renoveerd. Maar ook hierbij gaat het om uitgekiende marketingmethoden van de sportschoe nengigant, betoogt Peter Pennartz van het Europese arbeidsnetwerk Irene. „Ouders trekken zich de haren uit het hoofd als hun puberkroost in dure Nike-schoenen uil lo pen. En dat is precies het imago dat Nike wil hebben." Coenjaerts ontkent dit ten stelligste. „We willen jongeren juist de mogelijkheid bieden om op veilig manier te sporten. Het gaat ons hierbij niet in de eerste plaats om onze schoenen te verkopen, maar om ze van de straat te houden." Dat lukt 'aardig' in de fabrieken, waar nog altijd kinderarbeid in voorkomt. „Natuurlijk zijn we daar tegen," reageert Coenjaerts. „Maar ook in de USA, dat toch vaak wordt gezien als het meest beschaafde land ter we reld, werken kinderen van dertien jaar. Daar kraait geen haan naar." Dan neemt hij plotseling een andere hou ding aan. „Weet je, ik ben ook maar een klein radertje in het grote mechanisme, ik vind het allemaal erg vervelend maar we doen ons best." Oorlog De discussie over de verantwoordelijkheid van een multinational blijft actueel en steeds meer bedrijven stellen een gedragscode op. Maar de arbeiders hebben daar niets aan zo lang er geen controle is. De critici en de mul tinationals staan lijnrecht tegenover elkaar. „Sportmarketing is een oorlog zonder ko gels", zo zei Nike-directeur Van Nieuwenhui- zen onlangs. Het wrange is dat het in die oor log niet gaat om geld of sponsors, maar om de rechten van de mens. De Stichting Irene, de SOMO, de Alternatieve Konsumentenbond, Komittee Indonesië en de Schone Klerencampange willen de foto graafvan Benneton inschakelen om een kri tische anti-Nike poster te ontwikkelen voor het WK-voetbal van 1998. Dit in het kader van de 'Nike: Fair Play?' campagne. „We willen de consument aan het denken zetten. Als we het geld hebben, maken we ook een televisiespot", vertelt P. Pennartz van de Stichting Irene. Met de nieuwe cam pagne willen de actievoerders de consumen ten wijzen op de slechte arbeidsomstandig heden in de sportschoenenindustrie. Onze Taal Vorige week stond er in allerlei kranten een advertentie van de Ne derlandse Taalunie. Die zoekt leden voor de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Dikke kans dat u die advertentie niet gezien hebt. Al leen mensen die iedere week de personeelsadvertenties doorspitten, zien zoiets. En ik dus. Niet omdat ik werk zoek, maar omdat ik beroeps halve mijn oren spits als ik iets van de Taalunie hoor. Daar is enige re den voor want meestal gaat er dan iets mis. Zo ook nu. Eerst even dit. De Taalunie is een organi satie van Nederland en België samen, die ervoor moet zorgen dat men op het gebied van taal en spelling één lijn trekt. De Taal unie zorgt er bijvoorbeeld voor dat bij een spellingverandering in beide landen dezelf de verandering plaatsvindt. Ook geeft de Taalunie hier en daar wat subsidies aan in stellingen op taalgebied. Al met al niet on belangrijk. De zaak is zo geregeld dat Nederlandse en Vlaamse ministers op gezette tijden samen komen om alle taalkwesties te bespreken. In Den Haag is een bureau dat het nodige voorbereidt en de besluiten uitvoert. Om af en toe eens te horen wat er gedaan moet worden, is er een Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Die Raad bestaat voor de helft uit Vlamingen en voor de helft uit Ne derlanders. De ministers gaan over het geld, het Bureau doet het werk, maar de ideeën moeten van die Raad komen. Een belang rijk ding dus, die Raad. Voor die Raad worden nu enkele nieuwe leden gezocht. Niet de eerste de besten, want er worden hoge eisen gesteld. Vanzelf: het zijn immers adviseurs van de ministers. Onafhankelijke oordeelsvorming, brede kennis van dit en van dat, inzicht in be stuurlijke systemen, gevoel voor strategie, visie, overtuigingskracht en meer van die dingen die ik allemaal niet heb. Ik weet niet eens wat dat zijn, bestuurlijke systemen. Het is geen voltijdse baan want ze vergade ren maar zo'n tien keer per jaar; afgezien van bijkomende subcommissies. De belo ning is uitermate bescheiden: reiskosten plus een vastgesteld vacatiegeld. Ik ken die vacatiegelden: daar kun je geen loodgieter een uur voor laten komen. Als het u om het geld te doen is, moet ik u afraden te sollici teren. Deze job kost alleen maar geld. Het is natuurlijk wel zegenrijk werk, en je mag ook best eens wat doen voor de mensheid zonder dat er geld tegenover staat. Maar wat me nu verbaast, is dit: dat ze die wijze mannen en vrouwen niet per soonlijk komen uitnodigen om alsjeblieft mee te helpen. Nee, je mag solliciteren. Kijk, dat vind ik niet fatsoenlijk. Beschikte ik over enig gevoel voor strategie, was ik een kei in bestuurlijke systemen en zo, dan zou ik een eventuele uitnodiging in welwillende overweging nemen. Ofschoon ik nogal krap in m'n tijd zit. Maar ernaar solliciteren? Dat zou ik verdommen. Enfin, u moet het zelf maar weten. Van mij hebt u in ieder geval geen concurrentie te vrezen. Maar mocht u aangenomen wor den, beding dan dat u bij eventuele volgen de advertenties vooraf de tekst mag inzien. Wellicht voorkomt dat een koe van een taal fout, zoals er nu in staat. Heel jammer, want de Taalunie zou toch een beetje het goede voorbeeld moeten geven. Ik citeer: 'De Algemeen Secretaris van de Taalunie nodigt iedereen die voor het lid maatschap in aanmerking denkt te komen of een ander daarvoor in aanmerking wenst te brengen, uit om te reageren'. Iemand kan in aanmerking komen, iemand kan ook denken in aanmerking te komen, maar je kunt niet iemand in aanmerking brengen. Ik begrijp wat ze bedoelen, maar het is krom gezegd. Ze bedoelen: je kunt de aandacht vestigen op iemand die volgens jou in aanmerldng komt. Zeg dat dan. Hoe komen ze zo dom bij de Taalunie? Eerst dacht ik: het komt door dat schrijnen de gebrek aan capabele leden van de Raad. Zie je wel dat er inderdaad behoefte is aan grote geesten met brede kennis van dit en dat, inzicht, gevoel, visie, kracht en zo meer. Maar nee, daar kan het niet door komen. De nog zittende leden, al gauw een stuk of zes, moeten toch samen mans genoeg zijn om zulke taalfouten te voorkomen? Misschien is de fout er wel opzettelijk in gezet. Kijken of u het merkt. Kunnen ze meteen zien hoe het staat met uw taalken nis en uw onafhankelijke oordeelsvorming. Ja, dat zal het zijn. Als u volgende week voor een gesprek naar Den Haag gaat, laat dan fijntjes merken dat die fout u natuurlijk niet ontgaan is. U hoeft er niet bij te zeggen dat u dat van mij hebt. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 43