JULIANALAAN been examen, maar een quiz Het is hier :o veilig en beschermd AMENS Leiden Regio CHEF HANS JACOBS. 071 -5356414, PLV -CHEF RUDOLF KLEUN, 071 -5356436 ingen van het Aquino vonden het muziek-examen voor vwo goed te doen. MARINA VAN DEN BERG amen muziek begint met pstick voor klok en sur- Er blijkt geen klok te een minuut voor aan gordt er één van elders Het muzieklokaal is jttige chaos van tafeltjes, ellen, muziekstandaards :n, maar geen spijker of hoge kast voor een )p het randje van het Vervaarlijk wiebelt de tijd dt nog net opgevangen, 'gauw, dan maar op de in de hoek. „Ken-nie roept iemand meteen, nen voor wat er komen surveillant is niet voor te vangen en knutselt een stellage van klokje kje op stoel. Da's gere- De conrector kondigt li g het openmaken van de l metselde envelop aan. Met een geraas van om- stoelen gaat het mu VWO op het van start, a vel, examen is niet het 0 foord. Dit is een muziek- eraar H. de Vriend stopt 1 men-CD in de stereo. tweeënhalf uur ekfragmenten en de foto loek zuyderduin helder warme stem van Audrey van der Jagt, bekend van de ra dio. ,,Je hoort dit fragment drie keer, noem de twee instrumen ten die ontbreken." Dit was een opwarmertje, wat gedacht van: ,,Het polyfone Vivace wordt in gezet met een thema waarui een karak teris tieke, in achtste notenwaarden gespeelde kwartsprong voor komt." De leerlingen moeten precies in een partituur - zeg maar de notenbalken - aangeven waar ze die kwartsprong horen en waar niet. Toch vonden ze het te doen, een paar moeilijke vra gen maar. Peter Groenewegen v had meer pop gewild in dit exa men. Volgens een muzieklera res had hij dan op de havo eind examen moeten doen: „Daar komt zelfs zo'n flutterige house in voor." Maar hier is het een serieus vak, waarmee je goed voor de dag kan komen op het conservatorium. Peter houdt toch ook wel van klassiek: „Op zondagmorgen, het moet bij je stemming pas sen." Leraar de Vriend vond het examen goed te doen, en veel beter dan vorig jaar. „Duidelij ker vraagstelling en de fragmen ten passen goed bij het onder werp." Over het Funk-muziek- te was hij rond uit en thou siast. Na de klassieke stukken eindigde het examen met Big Fat Mama, van de Wizard of Ooze: funky jazz, of jazzy funk. De Vriend: „hel der, aansprekend en zelfs goed gespeeld! Het examen bestond uit vier muziekstukken, oplopend in de tijd. Het begint met Barok. Een jongen met sikje en op zijn shirt METALLICA, luistert naar Pur- cell, muziek van honderden ja ren oud, uit de tijd van dames in ruisende rokken. Iemand peutert geconcentreerd in zijn neus. Voeten slaan de maat mee. Op de bankjes liggen voor raden om een kleine oorlog te overleven: boterhammen met kaas, Dextrose, Sultana's en flesjes die allerlei 'pep' beloven. Tussen de muziekstukjes door is het doodstil; een merel grijpt buiten zijn kans voor een solo concert, afgewisseld met het monotone getetter van een vink. Een meisje schrikt op als de muziek plotseling hard weer inzet. Licht verontwaardigd ver laat ze haar stille concentratie. Dit examen kan je niet in je ei gen tempo doen. Audrey van der Jagt geeft je twee minuten denktijd en dan eist het volgen de fragment je aandacht. Na een uur krijgen ze daarom vijf minuten pauze, waarin uitdruk kelijk niet over het examen ge praat mag worden. De eerste minuut lijkt daarom iedereen zijn stem kwijt, want waarover moet je het dan heb ben? „Ik heb dit vak gekozen omdat ik alleen bèta-vakken doe, en dit is iets volkomen ein ders", vertelt een meisje. Na de pauze gaat het verder met het War Requiem van Benjamin Britten, een typisch 20ste- eeuws stuk, vol dissonanten en maatwisselingen, maar zó mooi, dreigend en tragisch te gelijk. Na het funky 'Big fat ma ma' met het ritmisch geploeink op de basgitaren, leggen de leerlingen zestig vragen verder en erg moe hun pen neer. Waarin deze week: Bouwfonds, Amvest en Kolpron jammeren om Leiden en Alphen de begrafenis een stuk feestelijker maakt. In een poging de Grote Polder uit de grijpgrage klauwen van Leiden te houden heeft Zoeterwoude zich lelijk in de vingers gesneden. Want naar deze week bleek is jammeren over de dreigende ondergang van de Sleutelstad niet voorbehouden aan Leidse wethouders. Het Bouwfonds en Amvest, sinds kort grootgrondbezitters in Zoeterwoude, kunnen dat zelfs veel beter. Gans Holland gaat naar de bliksem als Leiden er geen huizen bij krijgt, roepen zij. De twee bedrijven met het grote geld werden een tijdje terug ingehuurd door de gemeente Zoeterwoude, om zo veel mogelijk grond in de Grote Polder op te kopen. Mocht die polder ooit als bouwlocatie worden aangewezen, dan konden Bouwfonds en Amvest daar duizenden huizen kwijt, werd hun voorgespiegeld. Zo ver komt het toch nooit, dachten burgemeester en wethouders er stiekempjes achteraan. In elk geval zou Leiden zo niet meer met z'n fikken aan de grazige weiden van Zoeterwoude komen. Maar helaas voor de Leidse buurgemeente: de misvatting zat meegebakken in de list. En die misvatting was, dat beleggers weilanden zouden kopen om er koeien te laten grazen. Die kijken natuurlijk wel uit. Het zijn per slot van rekening geen boeren, de beleidsmakers van Bouwfonds en Amvest. Die gaan voor het grote geld. En dat zit niet in koeien en gras, maar in bakstenen, hout en glas. Dus huurden Bouwfonds en Amvest een adviesbureau en liet dat een onderzoekje doen waarvan de uitkomst beiden heel goed uitkwam. Want uit dat onderzoekje bleek, wonder boven wonder, dat de Grote Polder de allerbeste bouwlocatie in de regio is. En in de woorden van de beleggers Zo doen ze dat bij de Dorpskerk in Voorschoten: een stevig hek en een waarschuwing. Maar in Voorschoten hechten ze dan ook aan rust op de dodenakker. In Alphen moet 'ie gaan leven. foto hielco kuipers klinkt de echo van de Leidse wethouder Tjeerd van Rij en ex- wethouder Aart van Bochove. Niet bouwen in de Grote Polder leidt onherroepelijk tot leegloop en verpaupering in Leiden, zeggen ze. De draagkrachtige burgers en de winstgevende bedrijven vertrekken. Leiden komt in een neerwaartse spiraal terecht. En als Leiden in een vrije val naar beneden gaat, sleurt het heel Zuid-Holland mee. Drama, drama. Om Leiden buiten de deur te houden haalde Zoeterwoude Bouwfonds en Amvest binnen. Het bleken nog betere pleitbezorgers voor Leiden dan Leiden zelf. In zijn jacht op geld is de Alphense wethouder Henk-Jan Habermehl onlangs in zijn dromen de rivier de Styx overgestoken. De tweekoppige hellehond Cerberus boezemde de kloeke bestuurder geen enkel ontzag in. Een nachtmerrie was het allerminst. Habermehl werd opgeruimd wakker. Een dun zonnestraaltje gluurde guitig door een spleet in de gordijnen. Hij zwaaide beide benen tegelijk over de bedrand, kleedde zich vlug aan en rende de straat op. Eureka, riep hij, ik heb het gevonden! De wethouder schreef terstond een persconferentie uit om zijn lucide gedachten wereldkundig te maken. De nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Verlengde Aarkade moet winstgevend worden. Winstgevend? Jawel, winstgevend! Helemaal niet vreemd, betoogde Habermehl. Er zijn al begraafplaatsen die klinkende munt opleveren. „Het klinkt vreemd", zei hij, „maar het onderwerp leeft." Nu nog omringt de gemeente de overledenen in Alphen aan den Rijn met zorg. Harkt hun tuintje, geeft de bloempjes water en jaagt ongenode gasten weg. Maar in een boekwerk dat concept- hacilbaci rheidsstud ie heet en dat heel modern de titel Voorstel voor een marktoriëntatie meekreeg, wordt de vraag opgeworpen of dat wel zo moet blijven. Ook op dodenakkers moet de markt zijn werk doen, vindt Habermehl. Als je als gemeente toch aan 't afstoten en privatiseren bent, waarom zou je dan niet alle, maar dan ook echt élle mogelijkheden bekijken? En er kan zo veel. Een tunnel met aan het einde een fel licht als toegangspoort. Een ballenbad voor de kinderen in de aula. Of liever nog een ballenbad in het horeca- paviljoen, want die aula heeft nu nog de uitstraling van een bovenmaatse badkamer, 't Is er maar een dooie boel. Nee, dat idee van de Alphense wethouder is zo gek nog niet. Misschien ziet Van der Valk er brood in. Of projectontwikkelaar Krol, die zijn droom van een pier vol vertier in de Zegerplas langzamerhand ziet verworden tot een nachtmerrie over een kale strekdam van glibberig basalt. En die een pretpaleis op het Thorbeckeplein ook al zijn neus voorbij zag gaan. Er kan zo veel met de Oosterbegraafplaats. Mysterie- weekeinden. Filmopnames. Huilende Maria-beelden. Een mono-rail. Piratenfeestjes met echt schatgraven voor de kinderen. Wat een Nederlandse zakenman kan met een afgedankte Duitse kerncentrale zal in Alphen toch waarachtig ook wel lukken? Je kunt het zo gek niet verzinnen, of er zit geld in. En dat stinkt niet. door AAP RIETVELD en ROBBERT MINKHORST. Duizend jaar geleden was het een soort niemands land met veel water en wildernis. De illustere naam 'Woud zonder genade' spreekt wat dat betreft boekdelen. Later kwam de ontginning, boeren be volkten het gebied en nog veel later kwam de in poldering. Het Haarlemmermeer, Leidse Meer en Kagermeer werden voor een groot gedeelte droog gelegd. Weinig op Kaag-eiland herinnert nog aan die tijden. Het eiland is omgeven door keurige oe vers en aanlegsteigers voor de pleziervaart. Touris- ten nemen het eiland in de zomer in beslag en vie ren hun vrije dagen op de camping of in een van de tientallen vakantiehuisjes die het eiland rijk is. Maar niet in de Julianalaan, daar heeft de tijd even stil gestaan. Misschien omdat 'ie het slingerende straatje te mooi vond om er overheen te walsen. Prachtige monumentale boerderijtjes en kleine vis sershuisjes sieren het smalle weggetje dat langs de westoever van de Kagerplas loopt. „Nog niet eens zo lang geleden was dit de enige straat op het ei land", vertelt mevrouw Van Ruiten die nooit er gens anders heeft gewoond. „Voor mij is de Juli analaan nog steeds het Kaag-dorp, de rest is nieuwbouw en hoort er gevoelsmatig niet bij." Al vier generaties Van Ruitens hebben het land op het eiland bewerkt. En al net zo lang maakt de fa milie Leidse kaas. „Ik weet nog dat mijn vader met paard en wagen naar de Kaasmarkt ging om z'n handel te verkopen. Prachtig was het daar. Tegen woordig is het een parkeerplaats, maar toen stond het er vol met kazen." Nu ze het toch over Leiden heeft, wil ze gelijk even wat kwijt. Verontwaardigd steekt ze van wal. „In Nederland zijn nog maar twintig boerderijen die Leidse kaas maken, zij houden een uniek stukje ge schiedenis van Leiden en omgeving in stand. Een slimme handelaar heeft de kaas ooit eens ontwik keld omdat 'ie minder vet is en zodoende beter houdbaar is tijdens transport. Want al die andere kazen lagen maar te zweten op die boten. Wat schetst nou mijn verbazing... loopt Leiden met zijn cultuurstadwandeling langs vijf Leidse kaasboeren, maar gaan ze op bezoek bij een Goudse! Dat is toch van de zotte?" De cultuurroute gaat ook langs de Kaag, het enige wat de wandelaars moeten doen is het pontje over, een stukje van de pittoreske Julianalaan aflopen en dan staan ze voor de monumentale boerderij van Van Ruiten. Meneer en mevrouw Coridon, die schuin tegen over Van Ruiten wonen, zullen er niet om treuren als de wandeling aan het dorp voorbij gaat. „In de zomer lijkt het hier soms wel een optocht. Die rondvaartboten geven hun passagiers altijd de mo gelijkheid om hier verderop een kopje koffie te drinken. Helaas kunnen ze niet bij dat terras aan leggen dus ze zetten ze aan het begin van de straat af. Hele hordes trekken dan langs ons huis en glu Rubriek over straten, lanen, stegen, hofjes, grachten en vaarten in Leiden en omge ving. Bewoners vertellen over de plezierige kanten van hun woonomgeving maar ook over grote of kleine problemen. Vandaag de Julianalaan op Kaag-eiland. -V?ÏW6%''. Het Kaag-dorp, en dan met name de Julianalaan, is een hechte gemeenschap. Het verenigingsleven bloeit en veel mensen helpen elkaar met klussen. ren naar binnen. Vreselijk." Zijn vrouw vult hem aan. „Wij hebben daarom in de zomer vaak de gor dijnen dicht zodat we rustig kunnen zitten." Niet dat ze de zomer op Kaag-eiland niet leuk vin den, hoor, haast meneer zich te zeggen. Het is fan tastisch zo aan het water, maar een beetje minder toeristen zouden ze wel waarderen. „In de winter, dan zijn ze er niet, en dan is het hier zo heerlijk rustig. Dan is er tijd voor bridge en klaverjassen. Dat sfeertje dan hé, dat is geweldig. Helemaal als er ij s ligt. Dan is het feest. De Coridons zijn 'import'. Meneer leerde het ei land kennen door zijn werk. Hij mocht de 'bunga lows' gaan bouwen die verderop op het eiland staan. Nu, al ruim tien jaar bewoner, is hij ver knocht aan het eiland en behoorlijk ingeburgerd. foto hielco kuipers Hij is actief in het verenigingsleven, heeft jaren als vrijwilliger op de buurtbus gereden en is lid van de Dorpsraad. In die laatste functie strijdt hij voor de rechten yan de Kagers. Hete hangijzers zijn al jaren het veel te zware vrachtverkeer in de Julianalaan, de aansluiting op het kabelnet en de overlast van de vliegtuigen. „Ja, dat zijn de nadelen van hier wonen. Helemaal die vliegtuigen, die maken zo'n ongelofelijke herrie; pratend kan je er niet boven uit komen. We vech ten daar al jaren tegen. En nu schijnt het dat ze bij een aantal huizen verderop een soort van geluids- lijn hebben vastgesteld, dus misschien dat dat ge deelte van de laan in de toekomst subsidie kan krij gen voor isolatie. Belachelijk, toch? Alsof wij, nog geen tien meter verderop, minder overlast heb ben." Zijn vrouw onderbreekt hem. „Rustig maar, rustig maar, je moetje niet zo opwinden." Hij neemt het ter harte en gaat over op het feest dat het laatste weekeinde van mei op het eiland wordt gegeven. Gevierd wordt het vijfentwintig-jarig bestaan van de Dorpsraad en diens krantje 'Heen en Weer'. „Dat is iets waar iedereen naar uitkijkt. Alle vereni gingen, en dat zijn er veel, doen iets. Er is een bra derie, een kroegentocht per boot, en ga zo maar door." Het Kaag-dorp, en dan met name de Julianalaan, is een hechte gemeenschap. Het verenigingsleven bloeit en veel mensen helpen elkaar met klussen. „Er is hier bijvoorbeeld een mevrouwtje en die rijdt altijd iedereen naar het ziekenhuis of naar de dok ter. Nooit is ze te beroerd om mensen bij te staan", vertelt meneer Coridon vol bewondering. Mevrouw Van Ruiten kan daar over meepraten. „Ik heb een keer een tijd met mijn been omhoog gezeten. Ik kon helemaal niets, maar iedereen hielp me. Dag in, dag uit waren er buurtbewoners die het huis houden en het werk voor me deden. Dat is gran dioos, dat zie je nergens meer. Wat dat betreft is de betrokkenheid die de bewoners hebben met elkaar typerend voor deze laan. Metzlar, haar buurman die het budgethotel Orion runt, is ook vol lof over zijn woonplaats. „Wat je hier hebt, heb je nergens. Het is hier zo veilig en beschermd. Je kan hier 's nachts zonder proble men op straat lopen en inbraken komen hier nau welijks voor." Mocht dat toch gebeuren, legt me neer Coridon uit, dan wordt direct de pontbaas op gebeld en die blijft dan aan de wal liggen tot dat de politie ter plaatse is. Het einde van het oude ge dichtje over de Kaag klopt wat hun betreft dus wel: Men zegt dat men in vroeger dagen Hier goddelooze menschen vond, Zo dat zelfs voor 's Dorps naam de Kaage: Den Mond der Hel geschreeven stond. Dan thans verdient het Dorp elks achting Doornijvre Vlijt en plichtbetrachting. Het begin van het gedicht wordt door Jan Meulen- dijk in zijn boek De Kaag, sterk afgekeurd. Want het eeuwenoude dorpje werd vroeger door vele schippers bewoond en dat was een zeer eerbaar beroep. Het gedichtje, ondersteept hij, is op hen beslist niet van toepassing. De mensen die een eeuw geleden de Kaag bewoonden, waren gemoe delijke en godsdienstige mensen, die hun beroep als visser, landbouwer, of baggeraar in alle een voud uitvoerden. Tegenwoordig is die eenvoud nauwelijks meer te vinden op het toeristische dorp. De laatste visser, de palingboer, is enkele jaren geleden vertrokken en van de landbouwers zijn nog maar twee boeren over. Baggeren zal ongetwijfeld nog vaak gebeuren. De pleziervaart moet immers voor de inkomsten zorgen en de kapitale jachten die de scheepswerf Van Lent aan het begin van de laan bouwt, hebben ook een behoorlijke diepgang. Wat rest is de oude Julianalaan, het slingerende weggetje dat de herin nering koestert aan vervlogen tijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1997 | | pagina 13